www.vergadering.nu  Recensie-index  www.vergadering.nu

1 RECENSIE


Liever vijf woorden met mijn verstand
Een pastorale handreiking over gaven van de Geest
Ds W. Wierenga

Uitg. Woord & Wereld, Bedum 2006
112 blz. € 8,90
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)...

of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl


1. Nederlands Dagblad - 2 maart 2007 - www.nd.nl

Een smalle benadering van de 'charismatici'.

Recensie door Kees van der Kooi

Soms leidt de vraag tot bespreking van een publicatie bij de recensent tot een gevoel van verlegenheid. Dat is met name het geval wanneer de inhoud van het geschrift en het belang dat er mee gediend is, zozeer tot de intimiteit van een kerkelijke kring behoort, dat men het gevoel heeft daar als relatieve buitenstaander een gepaste afstand te moeten houden. Dat gevoel van verlegenheid overviel me gaandeweg bij de lezing van het boekje van ds. W. Wierenga.

Hier is een man aan het woord die hartstochtelijk bij zijn kerk en bij de zaak van Jezus Christus betrokken is. Hij ziet in zijn kerken de charisniatische vernieuwing op allerlei manieren aan kracht en invloed winnen en het vervult hem met grote bezorgdheid. De belangen zijn groot. Zeker, deze vernieuwingsbeweging heeft positieve effecten voor enkelingen, maar als geheel moet Wierenga er niets van hebben. En hij wil het de mensen die hem lief zijn laten weten. Het is alsof men bij hem aan de keukentafel zit. In een eenvoudige stijl, waar geen woord Latijn bij is, toont hij aan ieder die het horen wil aan dat wat de charismatische beweging wil niet naar Schrift en belijdenis is.

Aan ieder die horen wil en daar zit direct een probleem van dit boekje. Wil de auteur met mensen van de charismatische beweging in gesprek? Afgaande op de titel zou men dat kunnen denken. Of is het geschrift feitelijk uitsluitend gericht op de mensen die zich binnen de kring van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) bewegen en die nog niet zo bevattelijk gebleken zijn voor de charismatische invloeden? Ik denk dat dit laatste de eigenlijke bedoeling is en dat daar het woord pastoraal in de ondertitel op slaat.




Wegglippen
Het boek is een herinnering aan een aantal fundamentele elementen van de gereformeerde theologie. Fundamenteel is daarin de notie van het verbond en doop. God legt zich in de omgang met zijn kerk vast op het verbond. De beloften die daarmee verbonden zijn en ook de, dreigende leegte als wij daar bij vandaan lopen, vormen het gebinte van het eigen geloofsleven. Het verbondsdenken verwijst de gelovige voor zijn zekerheid niet naar eigen gevoel of ervaring, maar naar de belofte waar God zichzelf op heeft vastgelegd. Ds. Wierenga wijst er terecht op dat deze noties niet maar droge theologie zijn zonder effect voor het geleefde leven, maar theologie met een zeer directe uitstraling naar de omgang met God en onszelf. En ik begrijp heel goed dat hij die erfenis wil bewaren en doorgeven. Ik doe daarin graag met hem mee.

Anders staat het met de manier waarop hij spreekt over de charismatische beweging of lelijker over charismatici. Ik vermoed dat velen van hen die daar iets gevonden hebben dat hun kostbaar werd en die toch aangeschoven zijn aan Wierenga's keukentafel, langzamerhand met hun stoel beginnen te wippen of stilletjes wegglippen als ze de kans schoon zien. Wil Wierenga dat echt? Misschien is het wel gemakkelijk. Dan zijn we weer met gelijkgezinden onder elkaar, maar zijn zijn kerken daarmee gediend?

Moerstaal
Laat ik me van die kerkelijke vraag onthouden en me beperken tot een paar theologische opmerkingen. Allereerst, de auteur neemt de charismatische beweging wel erg smal. Kennelijk identificeert hij die met New Wine. Die beweging krijgt er in dit boekje op niet malse wijze van langs. Over de achtergronden van deze beweging krijgen we in dit boekje zo goed als niets te horen. Over de wereldwijde groei van het pentecostalisme en de manier waarop deze beweging in de wereldkerk momenteel meer en meer serieus wordt genomen, evenmin een syllabe.

Mijn vraag is of wij de zaken van de charismatische vernieuwing echt nog kunnen bespreken op de schaal van Nederland. De grote onbekendheid leidt in deze publicatie echter tot een ridiculisering, zoals wanneer wordt gesuggereerd dat in het geval van de klanktaal van 1 Kor. 14 er gewoon sprake was van een toevallig passerende zeeman, die zijn moerstaal sprak en dus naar andermans besef onverstaanbare klanken uitstootte.

Belangrijker acht ik het verzet tegen de uitleg, die in sommige charismatische groeperingen wordt gegeven aan Matt.10:1 8. In sommige kringen wordt vers 8 genomen als een voor allen en altijd geldende opdracht en belofte: 'Geneest de zieken, wekt doden op, reinigt melaatsen, drijft boze geesten uit. Om niet hebt gij ontvangen, geeft het om niet.' Terecht verzet de auteur zich tegen de universalisering van deze opdracht aan de leerlingen, maar hij maakt zich er te gemakkelijk vanaf wanneer deze tekenen van het doorbrekende koninkrijk feitelijk wil opbergen in de eerste eeuw.

Theoretisch houdt hij het voor mogelijk dat God grote tekenen ook doet buiten deze tijd, maar de theologie van Wierenga is zo op en top aangepast aan de moderniteit dat hij het psychisch en lijfelijk welzijn geheel wil uitbesteden aan de medici en psychologen. Zou er op grond van wat de Bijbel ons vertelt over heil, welzijn en heelwording niet wat meer te zeggen zijn en een bredere taak voor de christelijke gemeente weggelegd zijn? Zou er op dit punt op andere plekken in de wereldkerk ook iets te leren zijn? Ik zeg dit omdat charismatische vernieuwing niet noodzakelijk samenvalt met een baptistische of evangelische visie op doop, verbond en kerk.

Het zou interessant zijn om na te gaan of de vertegenwoordigers van New Wine in Nederland dit echt voor hun rekening zouden willen nemen. Het zou wijs zijn wanneer over die dingen het gesprek werd aangegaan. Het gesprek dient er dan niet toe om charismatische vernieuwing te smoren, maar om te kijken in hoeverre binnen een gereformeerd kader, waar verbond, doop, belofte en de gemeenschap van de kerk zulke belangrijke begrippen vormen, juist ook niet een kader wordt gegeven aan het voortgaand werk van de Geest van Christus. De Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) en breder, de gereformeerde gezindte, hebben het materiaal in huis en de kracht om dat gesprek aan te gaan.

Prof. dr. C. van der Kooi is verbonden aan de Theologische Faculteit van de Vriie Universiteit te Amsterdam.

www.vergadering.nu