Uitdaging – Ingezonden – 1 oktober 2006 Grafrust Ik plaats de volgende nuance/aanvulling bij het artikel 'Geen discriminatie op begraafplaatsen' in
Uitdaging van september. In het artikel bestrijdt woordvoerder Willemsen van de gemeente Oude IJsselstreek dat er sprake is van
discriminatie en hij heeft het over een 'groot misverstand'. Vervolgens wordt geschreven dat B en W van die gemeente het betreuren
dat ik in Den Haag ben gaan klagen zonder eerst contact met de gemeente te hebben opgenomen. In de Bijbel staan richtlijnen voor de omgang met de overheid (Romeinen 13), maar er worden ook excessen
in beschreven (Daniël 6:4‑12, Openbaring 13) ter waarschuwing. De verhouding tussen burger en overheid is complex. De burger is
het meest kwetsbaar in die verhouding. De overheid maakt immers wetgeving, voert die uit en ziet ook toe op de naleving ervan.
Gelukkig hebben we de Grondwet, waarin de spelregels in de vorm van rechten en plichten zijn vastgelegd. In de Wet openbaarheid van
bestuur, die voortvloeit uit artikel 110 van de Grondwet, is het belang van openbaarheid van informatie en de regels die gelden,
vastgelegd. Zo schrijft artikel 2 voor dat beleidsinformatie van bestuursorganen actueel maar ook nauwkeurig dient te zijn. De tekst zoals de gemeente Oude IJsselstreek die in eerste instantie op haar website had geplaatst,
bevatte overduidelijk informatie waaruit kon worden opgemaakt dat moslims werden bevoordeeld ten opzichte van christenen. Onder
druk van de media is deze informatie aangepast en dat was voor mij reden om de klacht in te trekken. Feit blijft dat de gemeente de
publiciteit/openbaarheid heeft gezocht door beleidsinformatie op de website te plaatsen en die is vervolgens verwerkt in publicaties
in dagbladen met miljoenen lezers. Op basis van die informatie is de klacht ingediend. Dat deze gemeente zelf de publiciteit/openbaarheid zoekt en vervolgens van mij bescheidenheid in de
reactie verwacht, vind ik niet terecht. Grafrust is voor veel christenen van groot belang en we willen dezelfde rechten als andere
burgers. Verstoring van graven door machinale ontruiming van complete percelen graven is volstrekt onacceptabel. Ethisch en
levensbeschouwelijk, bezien ging het de verkeerde kant op en wat is er dan op tegen dat je als burger gebruik maakt van een
democratisch recht? Overigens heb ik van de drie christelijke fracties in de Tweede Kamer bericht ontvangen dat men het
beleid rond begraafplaatsen nauwgezet volgt en terdege rekening zal houden met signalen uit de bevolking. Namens de minister kreeg
ik bericht dat het ten aanzien van grafrust verboden is onderscheid te maken op grond van geloofsovertuiging. Laten we als
christenen niet aarzelen om over dit onderwerp te discussiëren. Enige uitzonderingen daargelaten, is er te lang over gezwegen. Jaap Spaans, Hoogeveen |