www.vergadering.nu De Leermap www.vergadering.nu

Bode - november 2003

Honderdvijftig jaar
         Nederlandse 'Broederbeweging'

Willem J. Ouweneel

Misschien zullen er niet veel lezers bij stilstaan, maar het is in 2003 of 2004 honderdvijftig jaar geleden dat de 'Vergaderingen van Gelovigen' zoals wij die kennen en zoals ze in de wandeling genoemd worden, in Nederland ontstonden. Erg historisch bewust zijn de 'Broeders' nooit geweest, en het idee van het archieven bijhouden is in de negentiende eeuw bij niemand van hen opgekomen. En van 'herdenkingen' wilden de 'Broeders' ook al niet veel weten. Daardoor weten we niet eens wanneer precies de eerste 'Vergadering' is ontstaan! Eigenlijk is dat niet helemaal correct. Op 20 oktober 1851 schreef Gerrit Willink van Bennebroek samen met zijn vrouw, Elisabeth Aleyda Nutges, een brief aan een aantal vrienden. Daarin deelde hij mee dat hij al langere tijd gewoon was op zondag 'onder Broeders of anders onder ons beiden' de 'dood des Heeren' te verkondigen, en dat hij zich thans afscheidde van de gemeente waartoe hij behoord had, om voortaan 's zondags om tien uur samen met zijn vrouw brood te breken. Uit een brief van Darby (september 1854) weten we dat Willink en zijn vrouw langere tijd alleen gestaan hebben. Pas in 1854 horen we van Vergaderingen in Alphen, Dinxperlo en Winterswijk, en misschien in Amsterdam en Haarlem en/of Spaarndam. Misschien is een enkele van deze Vergaderingen al in 1853 ontstaan.

Tijdsindeling

Als je bedenkt hoezeer de broeders en zusters van toen, net als zoveel gelovigen in het Reveil, gespitst waren op de spoedige komst van de Heer, realiseer je je dat niemand in die tijd kon dromen dat de geschiedenis van de Nederlandse Vergaderingen een leeftijd van honderdvijftig zou halen. Het is toch gebeurd. En je realiseert je ook hoe moeilijk het te zeggen is wat die vijftien decennia geschiedenis voor de eeuwigheid heeft opgeleverd en ook of de 'Broederbeweging' over vijftig jaar (als de Heer uitblijft) nog een factor van enige betekenis in de Nederlandse christenheid zal zijn.

Ergens heb ik geschreven dat je de geschiedenis van de Nederlandse Vergaderingen zou kunnen verdelen in perioden van 47 jaar:
- van 1854 tot 1901, het sterfjaar van Herman Cornelis Voorhoeve, die geestelijke leider van de Vergaderingen in die periode;
- van 1901 tot 1948, het sterfjaar van diens zoon, Johannes Nicolaas Voorhoeve, dé geestelijke leider van de Vergaderingen in zijn tijd;
van 1948 tot 1995, het sterfjaar van zowel Harm Wilts als Hendrik Leendert Heykoop, dé geestelijke leiders van de Vergaderingen in hun tijd, en in menig opzicht elkaars tegenpolen.

Misschien was dit laatste al een veeg teken: al na één eeuw Nederlandse Vergaderingen was er geen eenduidige koers meer. Heykoop vertegenwoordigde de behoudende en Wilts de middenstroming en de vernieuwingsqezinde stroming had of afgehaakt, óf had het lange tijd zonder leiderschap moeten stellen. Het is wel opmerkelijk dat precies in het jaar dat Heykoop en Wilts overleden, de tegenstellingen tussen de verschillende stromingen tot een scheuring leidden... De behoudende vleugel haakte af, en de middenstroming plus de vernieuwingsgezinde vleugel gingen samen verder en ontdekten al spoedig dat de scheuring de tegenstellingen tussen hen niet had opgelost.

Verdeeldheid

Alles bij elkaar schat ik dat er wel pakweg een tiental stromingen en strominkjes van de oorspronkelijke 'Broederbeweging' in Nederland zijn (Raven groepjes, Tunbridge Wells groepjes, Open en Gesloten Broeders, en hoe ze allemaal mogen heten). Hoe behoudender zij zijn, des te krachtiger claimen zij dat alleen bij hen 'de Heer in het midden is', dat alleen zij 'aan de Tafel des Heren samenkomen', dat alleen zij op de bodem van 'Filadelfia' c.q. op de bodem van de 'eenheid van het lichaam van Christus' samenkomen. 

Wat moet de Heer, daar (met eerbied gesproken) moe van worden, als binnen al die facties van de Nederlandse Vergaderingen zulke claims gehanteerd worden. En dan hebben we het nog niet eens over de veie andere kerken en stromingen die zich als de ware Kerk van God in Nederland beschouwen.... Nee, vrolijk word je er niet van bij zo'n jubileum. Of toch?

Even afgezien van die afgesplitste facties, die een geïsoleerd, geïntroverteerd, kwijnend bestaan leiden, is er wel degelijk toekomst voor een enthousiaste, levende, op haar tijd en omgeving betrokken 'Broeder/zusterbeweging', met een actieve evangelieprediking naar de wereld om haar heen en met aantrekkingskracht voor christenen die op de verstarring in de gevestigde kerken uitgekeken zijn en een levende bijbelse gemeente zoeken.

Hoe ziet zo'n gemeente eruit? Het is een laagdrempelige gemeente met een enthousiaste aanbiddingsdienst, waarin alle ruimte is voor participatie door alle gelovigen. Het is een gemeente met een frisse, relevante prediking, die én bijbels doorwrocht is én de aanwezigen aanspreekt in hun concrete levenssituatie. Het is een gemeente met een intensief gebeds- en gemeenschapsleven, waarin ook vrouwen en jongeren hun gaven en talenten kunnen ontplooien. Tegelijk zullen zij slechts Vergaderingen blijven als zij hun bijzondere kenmerken vasthouden: wekelijkse avondmaalsviering, een grotendeels vrije, spontane aanbiddingsdienst, met alle ruimte voor een vrije uitoefening van de genadegaven die de Heer haar geschonken heeft.

Een dergelijk ideaal moet allereerst aan morele vereisten voldoen: een leven vanuit de geestelijke Bronnen Woord en Geest waaruit de 'Broederbeweging' altijd al geput heeft (of althans bedoeld heeft te putten). Aan het begin van haar geschiedenis werd zij geconfronteerd met wat zij zag als het verval van de gevestigde kerken en de uitweg daaruit: een terugkeer tot bijbelse beginselen. Vandaag wordt de 'Broeder/Zusterbeweging' veeleer geconfronteerd met haar eigen verval en de uitweg daaruit. De oplossing is dezelfde een terugkeer tot bijbelse beginselen. Zomin als de 'Broeders' in de begintijd beoogden de apostolische tijd te imiteren, zomin kunnen de 'Broeders' vandaag proberen de begintijd van de 'Broederbeweging' te imiteren. Dat is ook niet hun opdracht. Zoals de 'Broeders' destijds de 'tijdloze' bijbelse beginselen trachtten vorm te geven in hun concrete situatie, zo moeten de 'Broeders/Zusters' van vandaag dat in hun situatie trachten te doen.

Denkarbeid

Juist de jongste geschiedenis heeft opnieuw schrijnend duidelijk gemaakt waar de bezinning onder de 'Broeders' op z'n minst over zou moeten gaan (en waar ze gelukkig ook inderdaad over gaat):

(a) De precieze invulling van het eenheidsprincipe: met welke personen kan de eenheid van het lichaam van Christus praktisch beleefd worden? In concreto: welke personen kunnen tot het avondmaal worden toegelaten? Antwoord: alle gelovigen die in leerstellig en moreel opzicht bijbelgetrouw zijn, tot wat voor kerk of kring zij ook behoren.

(b) De precieze invulling van het samenhangsprincipe: hoe verhouden zich de Vergaderingen onderling tot elkaar? Er moet een tussenweg gevonden worden tussen enerzijds volstrekte onafhankelijkheid van de plaatselijke Vergaderingen want dan is er feitelijk geen 'Broederbeweging' meer in enige collectieve zin en anderzijds een rigide samenhang die slechts door een krachtig centraal leiderschap instandgehouden kan worden.

(c) De precieze invulling van het afzonderingsprincipe: wat is precies 'het kwaad' waarvan men zich heeft af te zonderen? Antwoord: alles is kwaad wat de grondvesten van het christendom aantast, hetzij leerstellig of moreel.

Dan hebben we het nog niet eens over andere zaken die hoognodig in de Vergaderingen aan de orde moeten komen, zoals bijv.:

(d) De kwestie van het leiderschap. Het past niet in de traditie van de 'Broeders' om van 'aangestelde' oudsten te spreken maar in ieder geval beseffen velen dat het hoog tijd is na te denken over geïdentificeerde oudsten, d.w.z. broeders die formeel (dus niet slechts moreel!) als oudsten in de gemeente aangewezen zijn, het vertrouwen van de brede massa in de gemeente hebben en aan de gemeente verantwoording moeten afleggen.

(e) De kwestie van de participatie van de zusters. Er mag nog heel wat over 1 Ko14:34v gedelibreerd worden, maar wel lijken er argumenten genoeg te bestaan dat deze verzen niet gebruikt mogen worden om het zusters te verbieden in de samenkomst een lied op te geven, een gebed uit te spreken of een getuigenis door te geven. Daarover zijn zeer vele bijbelgetrouwe uitleggers in onze tijd het eens.

Een getuigenis

Veel hedendaagse 'Broeders/Zusters' hebben hun 'andersdenkende', maar toch geestverwante medegelovigen 'herontdekt', die hen in vele opzichten inspireren hun zicht op de geopenbaarde waarheid te verrijken en te verdiepen. Zij hebben ontdekt dat vele van de inzichten die hun altijd zo dierbaar waren, intussen door anderen 'evangelische' christenen zijn overgenomen (of zelfstandig ontdekt!) en soms ook beter zijn toegepast. De 'Broeders/Zusters' moeten oppassen dat zij zich niet overbodig maken doordat anderen allang, en vaak beter, de beginselen toepassen die vroeger alleen voor de 'Broederbeweging' typerend waren. Of moeten we zeggen dat het helemaal niet erg is als de 'Broeders/ Zusters' zich overbodig maken? Zij hebben toch altijd geclaimd dat zij geen denominatie, zelfs geen beweging waren? Dat zij helemaal 'niets' alleen gewoon 'broeders (en zusters)' waren? Als dat werkelijk zo is, kan er ook geen kink in de kabel komen, want er was nooit een kabel. Als er geen denominatie was, is er ook geen denominatie die ten onder zou kunnen gaan. Het zou dus erg inconsequent zijn als de 'Broeder/Zusterbeweging' zich er zorgen over zou maken of zij als de Heer niet eerder terugkomt er nog weer 47 jaar later (2042) nog wel is, zolang er maar gemeenten zijn die samenkomen en functioneren volgens bijbelse beginselen. Dat is het enige wat de 'Broeders/Zusters' zou moeten interesseren tenzij ze hun eigen beginselen in feite toch niet zo serieus nemen.

Daarbij mogen zij bescheiden genoeg, zijn om te beseffen dat niet bij voorbaat vaststaat wat die 'bijbelse beginselen' precies inhouden, en nog minder hoe aan die beginselen in onze tijd vorm gegeven moet worden. Dat is een dubbele worsteling die zij trouwens met alle geloofsgemeenschappen delen die de Schrift ernstig nemen. De 'Broeders/Zusters' willen zich net als alle andere 'bijbelgetrouwe' christenen alleen aan de Schrift houden maar elke generatie moet weer opnieuw de worsteling aandurven te onderzoeken hoe de Schrift spreekt en wat zij precies zegt, en hoe dat wat zij zegt in hedendaagse gemeenten gestalte moet c.q. kan krijgen. En zelfs dat klinkt dan allemaal nog erg verstandelijk.

Misschien is het wel de grootste uitdaging voor de 'Broeder/ Zusterbeweging' in onze tijd dat zij de vroomheid van de eerste 'Broeders' weet te bewaren: hun liefde voor en hun toewijding aan Christus. Traditioneel hebben de 'Broeders/ Zusters' de plaatselijke Vergaderingen graag 'getuigenissen' genoemd. Als zij in de eenentwintigste eeuw een 'getuigenis' willen zijn, laat het dan een getuigenis mogen zijn van ware vroomheid en ootmoed, van trouw aan de Schriften en van een antisektarische gezindheid. Laten zij gesloten mogen zijn wat leerstellig en moreel kwaad betreft, maar tegelijk volstrekt open naar alle ware medechristenen, van wat voor signatuur dan ook. En bovenal: brandend van liefde voor de Heer.

De Leermap-index


 

www.vergadering.nu