Reformatorisch Dagblad
22 januari 1999
"Toronto-blessing" zou 50.000
gemeenten hebben beïnvloed
Lachen, gieren, huilen en rollen
Van onze kerkredactie
TORONTO - Het begon in januari 1994, deze week precies 5 jaar geleden. Leden van de
Vineyard-kerk, een evangelische gemeente in de Canadese stad Toronto, vielen spontaan op de
grond, begonnen gierend te huilen of te lachen en rolden over de vloer. Na dergelijke
"manifestaties van de Geest" meldden de betrokkenen doorgaans een verdieping van hun
geloof te hebben ervaren. Dit moest de langverwachte vernieuwing zijn waarvoor zo vaak was
gebeden.
Het bezoek van John Arnott aan opwekkingsdiensten in Argentinië zou grote gevolgen krijgen.
Deze voorganger van de Vineyard-gemeente in Toronto zei na terugkomst een geloofsvernieuwing
te hebben ondergaan. Omdat Arnott zijn gemeenteleden iets dergelijks wilde laten ervaren,
nodigde hij evangelist Randy Clark uit St. Louis uit om een aantal samenkomsten te leiden.
Terwijl de voorgangers baden of God de aanwezigen met de Heilige Geest wilde vervullen, kwamen
de mensen in drommen naar het podium om door gebed en handoplegging de Heilige Geest te
ontvangen. Zij vielen daarna op de grond en begonnen verheugd te lachen. Er werden op die
samenkomst ook wonderen gerapporteerd, onder andere genezing van een in coma liggende blinde.
Iedere avond
Sinds die eerste samenkomst hebben de ontwikkelingen niet stilgestaan. Ongeveer 2,8 miljoen
mensen van over de hele wereld, onder wie duizenden voorgangers, hebben de afgelopen 5 jaar de
Vineyard-gemeente bezocht om iets te ervaren van wat inmiddels de "Toronto-blessing"
heet. Iedere avond wordt er een dienst belegd voor belangstellenden die door God willen worden
"aangeraakt." Het aantal bezoekers van zo'n samenkomst varieert van enkele honderden
tot soms meer dan duizend. De maandelijkse conferenties trekken ongeveer 6000 mensen.
Wereldwijd hebben, naar verluidt, ongeveer 50.000 kerken en gemeenten invloeden van de "Toronto-blessing"
ondergaan en hebben duizenden voorgangers de Vineyard-gemeente bezocht.
"Ik kijk er nog steeds met stille verwondering naar", vertelde voorganger John
Arnott deze week aan een journalist van het Amerikaanse christelijke persbureau Religion Today.
"God doet hier wat Hij beloofde in Joël 2:28: "Ik zal Mijn geest uitgieten over
alle vlees." Het is mijn gebed dat het niet zal ophouden totdat de Heere Jezus Christus
terugkomt."
Onthutst
Ook vanuit Nederland zijn diverse bezoeken aan de Vineyard-gemeente gebracht. Niet zonder
resultaat, want in de loop van de tijd hebben in ons land naar schatting zo'n honderd
charismatische gemeenten 'Toronto' omarmd. Tientallen daarvan zijn echter inmiddels gescheurd
na discussies over de 'zegen'.
Tot degenen die Toronto bezochten behoort ook Henk P. Medema. Hij is afkomstig uit de
Vergadering van Gelovigen en wilde het fenomeen zelf meemaken om erover te kunnen oordelen.
Hij is 3 jaar geleden, naar eigen zeggen, niet bevooroordeeld naar Toronto gegaan, maar hoopte
daar werkelijk een opwekking van geestelijk leven te ontmoeten. Medema is er echter onthutst
vandaan gekomen. Op basis van zijn ervaringen schreef hij het boek "Naar Toronto en
terug" (uitg. Medema, Vaassen).
Tijdens de eerste dienst die hij in Toronto meemaakt, was een zekere Jim Paul de spreker. Hij
leest Jesaja 54, waar de Heere zegt dat de nakomelingen van Abraham zullen uitbreken ter
linker- en ter rechterhand. De voorganger spreekt over allerlei profetieën die leren dat
gemeenten van twintig mensen zullen groeien tot honderdduizend. Daarna wordt de aanwezigen
gevraagd naar voren te komen. Zij doen dit massaal. De gangpaden en het podium staan vol
mensen. Zieken wordt gevraagd zich in rijen achter in de hal op te stellen.
Dan komen er medewerkers om met hen te bidden. De eerste mensen beginnen te vallen. Terwijl de
band speelt, wordt de zaal gevuld met huilende, gierende en blaffende geluiden. Het bidden is
veranderd in geëxalteerde uitroepen als: More, more, Jesus. Fill! Fire! Yes, fire! De zaal is
een deinende en vallende massa mensen geworden.
Tijdens een andere samenkomst gaat een zekere Rodney Howard-Browne voor. De vloer ligt al
spoedig vol met mensen, de meesten kronkelend, sommigen alsof ze in barensnood zijn. De zaal
lijkt op een groep pubermeisjes die de slappe lach hebben. "Let it go, let it go",
moedigt Howard-Browne aan. "Je begint in het vlees, maar je eindigt in de Geest." De
zaal is niet meer te houden. Het gelach begint onbedaarlijke vormen aan te nemen.
Massahysterie
Medema toetst de Toronto-blessing aan vroegere opwekkingen en de Schrift. Hij komt in zijn
boekje tot de conclusie dat deze zegen niet de zegen van God is. Volgens hem is hier sprake
van massasuggestie en -hysterie. Medema: "Breng een groep mensen bij elkaar, bouw een
sfeer van verwachting op, maak een flinke ruimte vrij, beweeg je te midden van de mensen, en
dan gaat er iets dergelijks gebeuren. Er zullen hindoes zijn die over vuur gaan lopen en gaan
zweven; er zullen moslims zijn die in tongen gaan spreken en in extase dansen; er zullen
christenen zijn die lachen en op de grond vallen."
Een ander toetssteen die Medema aanlegt, is de vrucht. Heeft het bezoek aan de kerk in Toronto
de mensen tot nieuwe mensen gemaakt, die in hun levenswandel tonen dat Gods Geest hen
vernieuwd heeft? Dit kan volgens hem helaas niet worden gezegd. De mensen blijven soms
openlijk in een zondig leven voortgaan, maar komen wel herhaaldelijk naar de Vineyard-kerk om
een extatische bevrijding mee te maken. Het is geen echte bevrijding, maar een vleselijke
extase, is Medema's conclusie. In dit verband haalt hij een humoristisch gezegde van de
opwekkingsprediker Dwight Moody aan: "Het kan mij niet schelen hoe hoog iemand springt
als hij hallelujah roept; het enige wat mij echt interesseert, is hoe hij zich gedraagt als
hij weer op de grond terug is." |