Interview door Dirk van Genderen.
Ooit was hij een vertrouweling van
Saddam Hoessein en maakte hij deel uit van zijn commandotroepen. Hij werd gearresteerd
toen hij Saddam wilde vermoorden. Een afschuwelijke straf volgde. Wonderlijk genoeg
overleefde hij die vreselijke jaren en uiteindelijk belandde hij in Nederland. Een
interview met Avakhti.
,,Saddam Hoessein kwam ons bezoeken bij
de grens met Turkije," vertelt Avakhti. ,,Ik wilde hem doden. Mijn automatische
pistool had ik geladen met dertig kogels, maar op het moment dat ik wilde schieten,
kon ik me opeens niet meer bewegen. Er schoot een soort visioen door mij heen. Als ik
hem zou doden, zou heel mijn familie vermoord worden. Ik werd natuurlijk direct
opgepakt en naar de gevangenis gebracht. Het was er verschrikkelijk. Lichamelijk en
geestelijk werd ik gemarteld."
De hel
Avakhti was moslim. Hij vroeg zich af wie God eigenlijk was. ,,Allah, de god van de moslims,
kent geen liefde, maar iets in mijn hart zei dat God toch liefde moest zijn. Mijn
ketting met 101 kralen draaide ik iedere dag drie keer en zei dan: 'God, het spijt me,
vergeef me'.
Ik wilde niet meer leven en wilde
zelfmoord plegen. Zo zwaar was de hel van Saddam Hoessein. Letterlijk heb ik de macht
van de hel en de duisternis ervaren. Een grote ijzeren lepel heb ik heel scherp
gemaakt en ermee in mijn buik gestoken. Na een paar dagen werd ik wakker in het
ziekenhuis. Ik werd weer teruggebracht in een andere cel. Het was er nog erger. Een
bed was er niet en er stond een emmer als toilet.
Iedere dag werd er in de ruimte onder
mij een van de gevangenen gedood. De naam van de bewuste persoon werd eerst
afgeroepen. Hardop, zodat iedereen het kon horen. Drie keer werd mijn naam geroepen.
En ik wilde dood om verlost te zijn van die ellende. Maar al die keren lukte het niet
om de deur van mijn cel te openen. Ik probeerde het ook zelf, maar het ging gewoon
niet. Op een gegeven moment hebben ze mij toen maar laten zitten."
Naar Iran
Op de verjaardag van Saddam Hoessein
werden veel gevangenen vrijgelaten, ook Avakhti. Hij moest wel het land verlaten en
kon kiezen uit Iran, Turkije en Syrië. ,,Ik koos Iran, maar bij de grens werd ik
alweer opgepakt, omdat ze dachten dat ik kwam spioneren. In de gevangenis daar was het
nog erger dan in Irak. Ik dacht dat God mij had verlaten. Later werd ik vrijgelaten en
moest ik vechten tegen de troepen van Saddam. Tien jaar heb ik zo tegen Irak
gevochten, tot 1990 toen de oorlog voorbij was."
Na de oorlog kreeg Avakhti van het
Khomeiny-regime de opdracht te gaan spioneren in Irak. ,,Dat wilde ik niet. Als ik
gepakt zou worden, zouden ze mij en mijn familie doden. Toen ik weer thuis bij mijn
vrouw en kinderen in Teheran was, werd ik opgepakt door de geheime Iraanse politie.
Weer kwam ik in de gevangenis terecht, waar het nog erger was dan ik eerder had
meegemaakt. Ik ben er zo gemarteld, dat mijn lichaam kapot gemaakt is. Elke dag slik
ik nog een aantal tabletten voor de pijn. Omdat ik me verzet had tegen een opdracht
van Khomeiny, en dus tegen Allah, zou ik de doodstraf krijgen. Zonder kleren zat ik in
een soort hondenhok. Ik vroeg me af waarom dit gebeurde. Had God mij verlaten?
Ik werd naar een andere kamer gebracht,
waar mij werd gevraagd waarom ik niet naar Irak wilde. De Koran lag op tafel. Ik moest
mijn hand erop leggen, waarna ik een enorme stroomschok kreeg. Er vlogen tanden uit
mijn mond en ik werd 4 - 5 meter ver weg tegen de muur geslingerd. Ik wilde dood, maar
dat gebeurde niet. Ze wierpen me in een auto, en gooiden me er op een gegeven moment
uit. In Iran is het dan normaal dat die auto vervolgens over je heen rijdt, zodat het
lijkt alsof je bij een auto-ongeluk om het leven bent gekomen."
Groot wonder
Het is een groot wonder dat Avakhti dit
overleefde. Het lukte hem om thuis te komen. ,,Ik wilde vluchten. Bij familie zamelden
we snel geld in en we vonden iemand die ons naar Zweden zou brengen.
Op 3 augustus 1990 kwamen we in
Nederland aan. Een dag eerder had Saddam Hoessein Koeweit gepakt. Daarom konden wij
niet verder reizen naar Zweden. We stapten naar de politie. Konden we in Nederland
blijven? Als Koerd vroeg ik asiel aan voor mijzelf, mijn vrouw en drie kinderen. We
werden naar Slagharen gebracht. Toen we langs het strand (IJsselmeer, D.v.G.) kwamen,
zag ik verschrikkelijke dingen. Mensen die bijna geen kleren aan hadden. Ik dacht dat
ik in Sodom en Gomorra was gekomen.
Zes maanden bleven we in Slagharen. Toen
konden we kiezen: naar Amsterdam of naar een dorpje meer naar het oosten. Ik vroeg
advies. Wat is het beste? 'Amsterdam is goed', was de reactie. 'In dat dorp hebben ze
geen disco, nauwelijks tv etcetera'. 'Dan wil ik naar dat dorp', was mijn reactie. Zo
zijn we hier terechtgekomen."
Avakhti ziet het nu als een wonder van
Gods genade dat hij hier terecht is gekomen. ,,Hij geeft precies wat je nodig hebt.
Mijn kinderen gingen er naar de school met de Bijbel. Maar ik kende de Bijbel niet en
kende Jezus niet als de Zoon van God, de Heiland. Iedere maandag moesten ze een psalm
leren. Thuis oefenden ze die. Ze spraken zo het machtige Woord van de Here Jezus. Dat
reinigde ons huis en mijn leven. Ik werd blij van binnen.
Mijn vrouw wilde naar naailes. Toen ze
terugkwam, vroeg ik wat ze had geleerd. 'Niets. Maar de mensen zijn er zo aardig en
aan het begin en aan het eind van de les bidden ze'.
'Allah kent de taal van deze mensen niet'.
'De God van de vrouwen daar kent hun taal wel', was haar reactie.
Ik werd heel erg boos en verbood haar nog langer te gaan."
Naar de hel?
Met Avakhti ging het ondertussen niet zo
goed. ,,Elke avond werd ik erg bang. Ik was ziek en dacht dat ik naar de hel zou gaan.
Mijn vrouw ging dan in een hoekje van de kamer voor mij zitten bidden, maar dat wilde
ik ook niet. Ze mocht van mij niet meer naar buiten.
Een paar weken later belde een van de
meisjes van de naaiclub aan. Ze was benieuwd hoe het met mijn vrouw ging. Toen ze
vroeg of ze mocht bidden, was ik benieuwd hoe dat zou gaan. Ze dankte de Here en vroeg
of ze de volgende week een bijbel mocht komen brengen.
Later ging ik naar het arbeidsbureau om
werk te zoeken. Toen ze vroegen wat voor werk ik had gedaan, kon ik moeilijk zeggen
dat ik gevochten had en zei toen maar dat ik schilder was. Zo kwam ik terecht bij een
schilder die een kind van de Here is.
Hij bad voor zijn eten. Ik hoorde hoe
hij God dankte voor Zijn Zoon en voor het eeuwige leven dat Hij had gegeven. Thuis
vertelde ik aan mijn vrouw dat de schilder wist dat hij eeuwig leven had
ontvangen."
Na een poosje werd Avakhti afgekeurd.
,,Dat kwam vooral door de martelingen die ik in Iran en Irak had ondergaan. Die
schilder was inmiddels mijn vriend geworden en vroeg of zijn broer, die evangelist
was, bij mij langs mocht komen. Door genade heb ik zo de Here Jezus leren kennen. Hij
heeft mij heel duidelijk het Evangelie uitgelegd en samen zijn we in gebed gegaan. Dat
was een schitterend moment. Ik kon geen woorden vinden, maar het leek wel of er een
blok beton van me afviel. Met iets moois, iets nieuws werd ik bekleed.
Toen ik aan mijn vrouw vertelde wat er
was gebeurd, vertelde zij dat met haar hetzelfde was gebeurd. Ik kon wel vliegen van
blijdschap, mijn zonden waren voor eeuwig weg. Die broeder kwam wel vier jaar lang,
twee maal in de week, om met mij de Bijbel te lezen en te bidden."
,,In de loop van de jaren heb ik de Here
Jezus steeds beter leren kennen. Zijn heiligheid, Zijn schoonheid. Ik mag van Hem
houden en Hem danken dat Hij ook voor mij is gekomen. Het is pure genade, ik heb het
niet verdiend.
Omdat ik steeds meer last heb gekregen
van mijn lichaam - door de martelingen in de gevangenis - ben ik afgekeurd voor het
schilderswerk. Nu mag ik voor de Here werken. Ik zoek asielzoekers op om hun over de
Here Jezus te vertellen. Overal waar de gelegenheid is om over Hem te spreken, doe ik
dat."
Liefde voor Irakese volk
De afgelopen jaren is Avakhti twee keer
in Irak geweest. ,,Ook mijn volk moet het Evangelie horen. Als de Here het wil, gaan
we dit jaar weer. Irak is het rijkste land van de wereld geweest, maar nu is het heel
arm. Veel kinderen gaan er dood van de honger. Dat doet mij pijn. Bid ook voor Saddam.
Ik bid voor Irak, dat de Here Jezus snel
zal komen. Hij komt ons halen en dan zullen we met Hem regeren. Als Hij komt, zal ik
Hem danken voor wat Hij voor mij heeft gedaan en Zijn hand kussen.
Tot iedereen die dit leest, wil ik
zeggen: Als je de Here Jezus nog niet kent, ga naar het kruis, belijd je zonden en
open je hart voor de Here Jezus. Misschien komt Hij vanavond al.
En als je Hem kent, dank dan voor het
wonder dat Hij ogen van mensen opent, dat Hij geneest en bevrijdt.
Ik heb altijd pijn en heb gebeden om
genezing. Maar ik moet leren dat Gods kracht in zwakheid wordt volbracht. Deze ziekte
is ter verheerlijking van God."
Dirk van Genderen
|