ingezonden
- Nederlands Dagblad - 22 juli 2002
Verslaafde ambtsdrager
Niet, weinig, of veel roken is een eindeloos discussie-item (ND 13 en 18 juli). Maar
zodra er verslaving in het spel zit, compromitteert dat wel degelijk de
kandidaatstelling van bijvoorbeeld ouderlingen. Verslaving is iets waar het Woord van
de Here God zich tegen verzet. Ongeacht wáár je aan verslaafd bent.
Stel je voor dat je daar gradaties in aan mocht brengen: verslaving (en dan bedoel ik
échte verslaving) aan internet, roken, hobby's, geld, e.d. wél (desnoods oogluikend)
toelaatbaar en die aan alcohol, drugs, seks, etc. niet. Iedere vorm van verslaving kan
niet anders dan de relatie met de Here God en met zijn Zoon in de weg staan. En als
dat, spijtig genoeg, misschien heel wat christenen in zwakkere of sterkere mate
aankleeft, dan zullen zij, die als vertegenwoordigers van de Here God in de gemeente
op gaan treden, daar beslist op gescreend moeten worden.
Paulus geeft in diverse brieven duidelijk aan, dat aan 'kerkleiders' hoge eisen
gesteld moeten worden. Aan Titus (13) schrijft hij over verslaving aan velerlei
begeerten en zingenot. Zoiets past een christen niet en zeker niet mensen die een
vertrouwenspositie met een voorbeeldfunctie moeten innemen. De Here Jezus wijst (in
Lucas 18) ook op een ernstige vorm van verslaving (die wij gewoonlijk helemaal niet
als zodanig onderscheiden), de hang naar geld en bezit. Een man die een toonbeeld van
godsvrucht genoemd mag worden, blijkt door een vorm van Verslaving ernstig gehandicapt
te zijn. Dat staat tussen hem en het volgen van de Heiland in. Laten we uiterst
voorzichtig omgaan met verslaving.
J.M. Elbers, Rotterdam
ingezonden - Nederlands Dagblad -
1 augustus 2002
Oppositie
Met een zekere bewondering heb ik vorige week, na de regeringsverklaring van onze
nieuwe eerste minister, geluisterd naar het welgemikte schot voor de boeg dat de PvdA
bij monde van Jeltje van Nieuwenhoven meende te moeten geven. Aan flux de bouche geen
gebrek en een goed steekspel met woorden is al gauw het aanhoren waard.
De spreekbuis van een partij die bij de verkiezingen fors is afgestraft, meent zich
als eerste en in niet mis te verstane bewoordingen, kritiek te mogen permitteren over
zaken waarmee haar partij in het vorige kabinet aan de grond gelopen is. Maar is
direct met een dikke staart gaan blazen eigenlijk wel op z'n plaats? Volgens een
Chinees gezegde moet je je niet spiegelen in het water, maar is het vólk je spiegel.
De PvdA heeft zich nauwelijks gespiegeld. Als je sinds jaar en dag oppositie voert en
je je dan van de kritische kant laat horen: daarvoor kan ik begrip opbrengen. Dan
bekijk je het gebeurde en het gepropageerde vanuit een veel reëlere hoek.
Maar om in de kakelverse uitgangspositie fervent anti te zijn, omdat je in de
oppositie nu eenmaal antigeluiden moet láten horen, vind ik ronduit zielig. En dat
dan ook nog vóór de nieuwe regering maar één dag met opgestroopte mouwen aan de
landsbelangen heeft kunnen werken. Stanislas Lesczynski heeft opgemerkt dat
bescheidenheid de deugd zou moeten zijn van hen die zelf nogal wat deugden missen.
J.M. Elbers, Rotterdam
|