INTERVIEW (door Henk P. Medema) + een brief van de moeder + het
gebed van Anne-Wil
Om jezelf te mogen
zijn
Het plekje in het bos kunnen ze aanwijzen, al doet het nog altijd pijn ernaartoe te gaan. Drie jaar
geleden is het dat Aart en Inge Brasjen het definitieve woord van een politieman te horen kregen: "Gecondoleerd." Dat maakte een einde aan alle onzekerheid. Hun dochter Anne-Wil (17) was gevonden, na een week vermist te zijn
geweest. Ze had zelfmoord gepleegd.
Een terugblik, in een gesprek met een echtpaar dat nog steeds intens verdrietig is, en dat toch weer hoop heeft.
Je hebt me ter voorbereiding op dit gesprek je brief aan Anne-Wil laten lezen [zie onder]. Zondag
geschreven? Die dag blijft dus altijd hangen.
Inge knikt. "Ja, die vergeet je nooit. De hele periode rond deze tijd is voor ons telkens weer moeilijk, dan komt alles
weer boven. Wat ons dan soms erg pijn doet, is dat anderen het gebeuren helemaal zijn vergeten. We snappen natuurlijk ook wel
dat ¹t hun niet zo levendig voor de aandacht staat als ons, maar ik denk ook dat sommigen het eigenlijk nooit wilden weten. Een
soort taboe. Dat doet extra pijn; je wilt toch graag dat de gemeenschap van gelovigen een plek is waar je de dingen met elkaar
kunt delen."
De herinnering duurt voort, en doet pijn, ook voor de drie zonen met schoondochter en vriendin, ook voor de familie, ook voor de
vriendenkring van Anne-Wil. Het was een diep ingrijpende gebeurtenis, en toch doet het Inge en Aart telkens weer goed om erover
te kunnen praten. Ze hebben destijds in Visie, het programmablad van de Evangelische Omroep, hun verhaal verteld.
"Onder een andere naam," zegt Inge, "want we konden het toen nog niet aan om zo open te zijn voor onze omgeving.
Nu hoeft die extra bescherming niet meer; we vinden het veel beter om open te zijn, zowel voor onszelf als voor anderen. Dat
sommigen het niet weten van ons, dat raakte me vooral. Overigens zijn er anderen die ons erg veel steun geven en die er altijd
zijn, dat maakt ons dankbaar."
Kort na het sterven van Anne-Wil overleed je moeder.
"Ja. Dat was een soort spiegelervaring. Ik heb wel eens gezegd: je moeder is je verleden, je kind is je toekomst. Ik was
het allebei kwijt. Het verdriet loopt soms door elkaar. We zijn onze ouders dankbaar dat ze ons verteld hebben van de Here
Jezus. Ze hebben ons laten dopen en we zijn getrouwd in de Nederlands Hervormde Kerk. We hadden alleen geen zekerheid van het
geloof."
"Toen we 25 waren, leerden we de Heer kennen, en toen kwamen we in contact met de "Vergadering" en zijn daar
naartoe gegaan. Eerst voelde dat heel blij. De blijdschap van kinderen van God te zijn is ook niet weggegaan, maar we gingen
meedoen aan allerlei regels en beperkingen, uit een soort plichtsgevoel om erbij te horen. Er was geen ruimte om jezelf te
zijn."
"Ik durfde ook niet mezelf te zijn," vervolgt Inge, "niet voor mijn mening op te komen. We wilden altijd dat
anderen goed over ons dachten en konden heel moeilijk nee zeggen. Die les hebben we later moeten leren. Als onze dochter dat
eerder had meegekregen, waren sommige dingen in haar leven zeker niet gebeurd."
Je brief laat een stukje schuldgevoel horen. Misschien slaat dat op dingen waarin je ten opzichte van
Anne-Wil tekort denkt te zijn geschoten?
"Bijvoorbeeld die zinsnede dat ik vaker had moeten zeggen hoe leuk Anne-Wil was. Maar een vriendin heeft me later
geschreven dat ik mezelf dat niet kwalijk moest nemen, want ik had toch niet meer kunnen doen dan ik deed. En dat was in zekere
zin ook zo: ik was echt aan m¹n eindje toen ik op die dag de deur uit ging. Toch, als het dan juist op die dag gebeurt, blijf
je je dat verwijten. "
"Over de laatste dag heb ik de grootste schuldgevoelens: ik ben weggegaan, terwijl zij zo somber was, ik zag dat ze
depressief was, en heb geloof ik ook het moment gevoeld dat ze stierf. Ik had tegen haar gezegd, die morgen: je moet kiezen voor
het Leven."
Dat was toch ook zo? Je voedt je kinderen op tot volwassenheid, je kunt niet hun leven voor hen in de
plaats leiden.
Aart beaamt dat. "Ze was heel erg intensief bezig met grote levensvragen. Ze was zeker geen kind, ze zat diep in het
gevecht met het leven. Daarom zocht ze ook die wiet en die paddo¹s op, want dat gaf haar een moment van ontsnapping. Wisten wij
veel dat je een dag later van dat spul zwaar depressief kunt zijn."
Toch, als je het over schuldgevoel hebt, doel je blijkbaar niet alleen op tekortkomingen jegens
Anne-Wil. Maar je lijkt wel te willen zeggen dat ¹t ook gaat om jezelf.
Inge: "Anne-Wil zelf heeft bij mij het kwartje doen laten vallen, een half jaar voordat ze het leven verliet. Ze was uit
het dakraam gesprongen na het gebruik van paddo¹s en hoopte in de hemel te zijn. Ik stond op haar kamer, en ik wilde niet weg
voor de Heer me antwoord had gegeven over wat er toch aan de hand was."
"Toen ze weer thuis was uit het ziekenhuis, zei ik: "Meid, ga toch op een sport!" Haar eenvoudige woorden:
"Mama, en jij dan?" zal ik van m'n leven niet vergeten. Toen drong het tot me door dat mijn negatieve zelfbeeld m'n
hele leven en dat van haar en wie niet meer vreselijk beïnvloed had. Ik geloofde wel dat God mij aanvaard had, maar nooit had
ik mezelf, met fouten en gebreken, aanvaard."
Je bedoelt dat het bijbelse onderwijs midden in Galaten 2:20 stopte: niet meer ik en dat er geen
aandacht meer was voor wat er direct op volgt: maar Christus leeft in MIJ.
"Ja, dat is het. Ik ben echt heel dankbaar hoor, voor wat ik in de gemeente gehoord heb, dat de Here Jezus gestorven is
voor mijn zonden en dat we eeuwig leven gekregen hebben. Maar vrijheid om te mogen zijn wie je bent, ontspannen en onbekommerd,
dat was er helemaal niet bij. Het hele gebeuren viel in onze geestelijke geschiedenis precies samen met een vrijmaking van alles
wat ons in dat opzicht had gebonden."
Met die twee sterfgevallen, zo ontzettend dichtbij, was je al je verankeringen kwijt, en alleen je nu
blijft over, je ik. Je mag er zijn, dat weet je nu als nooit tevoren, maar misschien is het ook nog nooit zo moeilijk geweest om
er te zijn.
Inge, aarzelend: "Daar moet ik lang over doordenken. Misschien
wel, misschien niet. We geloven ook dat het hele gebeuren Gods weg in ons leven is. Maar ik denk dat het negatieve
ik-beeld dat we in onze geloofsgemeenschap meekregen, heel funest was.
Ik weet dat nog van mijn doop: je was bijna blij dat je dood mocht gaan. Er was geen ruimte voor mezelf, het was zo
benauwend. Ik wou wel dat Anne-Wil ons nu kon zien, we zijn zoveel anders geworden, zoveel meer in de vrijheid gesteld. We
denken vaak aan de hemel, we hebben daar meer geliefden, en dan denken we aan mijn moeder, aan de vader van Aart, en z'n
zus, die in 1995 overleden is"
Wat zou je nu tegen andere mensen willen zeggen?
"Dat de cirkel doorbroken kan worden, en dat je je kinderen op de goede manier kunt beïnvloeden. En dat er hoop is.
Dat je niet bang moet zijn om de meest afschuwelijke dingen onder ogen te zien, maar dat je vol verwachting naar de
toekomst mag kijken. Sommige dingen zullen we wel nooit begrijpen, maar alles staat onder Gods besturing." |
|
We zijn er toch doorgekomen, door de steun die
we gekregen hebben en door de kracht van de Heer. Ondanks de moeilijke periode die er was, zijn we door familie, vrienden
en kennissen door die tijd heen geholpen.
Zoveel lieve mensen hebben ons omringd. Het voelde warm om ons heen, terwijl we zelf zo koud waren. Het is zo moeilijk als
zoiets als zelfdoding in een gelovig gezin gebeurt. Als het bij een ander was, zou ik niet weten hoe ik ermee om moest
gaan. We nemen niemand kwalijk dat ook niet te weten. |
|
Uit een brief, drie jaar later geschreven
Lieve Anne-Wil,
Het is bijna drie jaar geleden, dat je bij ons bent weggegaan. Ik zie erg op tegen die dag, de 23e juni, omdat alles wat
er gebeurde me weer glashelder voor ogen staat. Hoe vaak zijn m'n gedachten al naar die dag teruggegaan! Je schreef in een
van je afscheidsbrieven: mijn moeder zal zich schuldig voelen, maar niemand hoeft zich schuldig te voelen, het ligt
helemaal aan mij!
Hoe velen met mij voelden zich schuldig. Kind, als je eens wist hoe erg die gevoelens zijn! Maar jij weet het, jij voelde
je constant schuldig en verantwoordelijk voor alles en iedereen, nog het meest voor mij. Nu moet ik de Heer steeds met
klem vragen, maak het draaglijk voor me en voor de anderen die eronder lijden, doet U alstublieft die gedachten bij ons
weg.
Natuurlijk weet ik dat al m'n zonden vergeven zijn, ook m'n tekortkomingen, zeker op die dag dat ik jou alleen liet. En
ook de keuze die jij gemaakt hebt is je vergeven, dat weet ik zeker. Soms denk ik: haalde Hij mij misschien bij jou
vandaan om Zelf jou op Zijn schouders te kunnen dragen?
Eén ding weet ik: niemand kan beter voor jou zorgen dan de Goede Herder, die je heeft thuisgebracht.
Ik zie je nog zo met je witte jurkje aan uit het doopwater komen toen je twaalf was. Wat was dat een hoogtepunt in je
leven.
Je was zo vredig en rustig.
En zo staat het op je grafsteen, zo wilde je het zelf:
R.I.P Anne-Wil, Rust in Vrede.
De afgelopen jaren is je hele leven aan mij voorbij gegaan. Ik zie je in de baby's, in de kleuters, de schoolmeisjes en de
pubers wat was je een leuk kind; had ik dat maar vaker tegen je gezegd.
Dan stopt het, je werd 17 jaar en als de schooltassen weer buiten hangen, dan voelt het weer extra pijnlijk binnen in me.
Er zijn zoveel dingen veranderd. Lieve meid, ik wil zo graag eens bijpraten.
Veel dingen die jij graag wilde, het had moeten gebeuren toen jij nog leefde. Je hebt niet meegemaakt dat mijn haar nu
kort is en dat ik een baan heb en mag swingen en zingen voor de Heer in een Black American Gospel-koor.
Dansen, zei je, dat paste het beste bij mij. Ik vind het geweldig, vooral omdat die liederen me zo goed doen. We hebben
sinds een week een hondje, ook dat raadde je me aan. Ik kan al deze dingen doen omdat ik weet dat jij er blij mee geweest
zou zijn. Weet je, ik hoop dat je af en toe door een venster mag kijken van God, en dan wil ik graag dat je ziet dat we er
wat van proberen te maken. Onze troost is toch dat we je weer zien, dat staat toch in de Bijbel. Daar verlangen we zo
naar, dat we dan weer samen zijn, ons gezin en familie om de Heer Jezus groot te maken, dat Hij ons die plek gegeven heeft
door voor onze zonden te sterven. Wat een voorrecht dat we dat mogen weten.
Als ik op het plekje kom in het bos waar jij gestorven bent, moet ik ook altijd heel sterk aan de Here Jezus denken en aan
zijn lijden.
Toen we vorig jaar in Israël waren en bij Getsemane stonden, moest ik ook weer zo sterk aan jou denken. Het was de
moeilijkste plek om heen te gaan, en ook weer vol troost, je weet wel waarom.
Ook toen we door het Golangebergte reden met de bus, zag ik in gedachten zo¹n man rennen naar een van de vrijsteden,
omdat hij zonder het te willen iemand gedood had.
In de Here Jezus voel ik mij vrij. Maar kind, ik mis je zo en ik niet alleen! Niets kan het goed maken omdat jij
zo'n kostbaar uniek, prachtig en kwetsbaar mensenkind was, gebroken door het leven, in de gebrokenheid van het leven. En
alleen daarin ligt het antwoord, dat je er niet meer bent. Liefs,
mama
|
Overgeschreven uit een gebed van Anne-Wil
voorjaar 1999.
God, het is zo gemakkelijk gezegd, om op U te vertrouwen.
Alleen, ik ben bang.
De dood wil me graag
en als ik dan weer ga nadenken, Heer, wil ik dat ook.
M'n andere kant gaat langzamerhand inzien dat ik niet zo bang hoef te zijn, misschien wel een toekomst heb.
Ook al moet ik daar een jaar aan werken.
Heer, ik vertrouw mijzelf niet, als ik een baantje heb of op school zit, dit zijn gewone dingen en daarin voel ik me naar.
Ik moet gewoon op U vertrouwen en me daarvoor inzetten, want ik wil leven en innerlijk blij zijn.
Ik weet dat U eigenlijk de enige bent die me echt kan helpen.
Die me echt veiligheid en blijheid kan geven.
Ik wil U ook bedanken, ik dank U veel te weinig omdat ik alles zo zwart zie, maar ik bedank U voor alle lichtpuntjes in
een sterrennacht.
Mooi Heer.
U hebt ook de nacht geschapen, zodat de mensen van de sterren kunnen genieten.
Heer, U heeft de aarde zo mooi gemaakt.
Hier moeten we toch blij kunnen leven.
Ik ga proberen klein te beginnen om ook anderen blij te maken, want genieten is belangrijk.
God, ik weet dat U me aan het helpen bent, alleen kan ik het niet,
ik wil met U verder gaan maar ik ben bang dat dit weer even een up is en dat ik dan weer in een gat val.
God, ik dank U op papier en ik krijg zo een antwoord, wat ik wil onthouden.
Jozua 1:8 Ja, wees moedig en sterk, ban angst en twijfel uit uw hart. Onthoud dat de Here Uw God u overal terzijde zal
staan.
U hebt gelijk en U begrijpt ook mijn moeilijkheid, anders stond deze tekst niet in de Bijbel. |
Uw reactie is welkom >>> inge.brasjen@gmail.com
|