Is de aarde in zes dagen van 24 uur geschapen?
Zat Jona echt in de buik van een vis? Wat zegt
de Bijbel vandaag over homoseksualiteit?
Steeds opnieuw steken vragen rondom het
Schriftgezag, de kop op.
In een serie artikelen brengen we ze in kaart,
aan de hand van gesprekken met een kleine
dertig theologen.
Vandaag deel 14: De vrouw in de gemeente
door onze redacteuren Wim Houtman en Relina Wiskerke
"Paulus' spreken over de positie van de vrouw is moeilijk op één noemer te brengen. Wat gold specifiek in de context van toen? En wat is de blijvende kern, die we ook vandaag in onze cultuur hebben te vertolken?"
De Apeldoornse ethicus dr. G.C. den Hertog verwoordt iets van een verlegenheid in orthodoxchristelijke kring. Hoe moeten bijbelse normen vandaag worden toegepast, bijvoorbeeld voor de positie van vrouwen in de gemeente? Is het onder invloed van het 'moderne levensgevoel', dat we daar moeite mee hebben? Mag de Bijbel onze cultuur nog onder kritiek stellen? Aan de andere kant: hoeveel 'tijdgeest' zat er in de ondergeschikte positie,die de vrouw eeuwenlang heeft ingenomen in kerk, staat en maatschappij?
Protestants Nederland is een landschap van uitersten, soms zelfs binnen één kerkgenootschap. In de ene gemeente dragen vrouwen een hoed en een lange rok en zijn zij uitgesloten van elk bijzonder ambt; in andere staan zij op de kansel.
De hervormde ethicus dr. G.G. de Kruijf stoort zich aan die langs elkaar levende modaliteiten in de kerk. "Zo krijg je gemeenten van gelijkgezinden. je moet juist de confrontatie opzoeken!" En hij citeert Karl Barth: "De Schrift oefent gezag uit door de bereidheid van de een zich te laten storen door de uitleg van de ander." Tegelijk bekent De Kruijf dat hij zich op het punt van de positie van de vrouw niet meer laat 'storen'. "Daar is de afstand wel erg groot geworden tussen toen en nu. Discussies over de vrouw in het ambt lees ik niet meer. Ik heb mijn energie te hard nodig voor andere zaken. De verhouding tussen de islam en het Westen bijvoorbeeld. En de mate waarin God uit het publieke debat is verdrongen."
Gemopper
In grote delen van de orthodox christelijke wereld en trouwens in veel kerken wereldwijd is met name de 'vrouw in het ambt' wel een heet hangijzer. Synodes, studiecommissies en individuele auteurs buigen zich over de vragen. Toch is het de vraag, of grote delen van het 'grondvlak' zich niet vervreemd voelen van bijbelwoorden als 'Maar ik sta niet toe dat een vrouw onderricht geeft of gezag over de man heeft; zij moet zich rustig houden' (1 Tim. 2:12).
Gemor over kerkenraden 'waar het zoveel beter zou gaan, als er ook vrouwen mochten meepraten', is er genoeg. Anders dan De Kruijf zou oudtestamenticus dr. Hetty Lalleman de Winkel (baptist) juist meer willen weten over de achtergrond van waaruit Paulus sprak. De apostel spreekt méér dan massieve zwijgteksten. Een vrouw mag 'niet spreken' in de gemeente (1 Kor.14), maar wel 'profeteren en bidden' (1 Kor. 11). Wat houdt dat 'spreken' dan in?
De evangelische uitgever en publicist H.P. Medema denkt dat het in 1 Kor.14 gaat om de situatie dat het Woord is bediend, en vervolgens wordt beoordeeld. "Laten de vrouwen dan zwijgen, zegt Paulus. Eerder heeft hij ook gezegd dat de mannen moeten zwijgen niet allemaal tegelijk."
Wat Medema betreft, zouden vrouwen mogen preken. "Sommigen kunnen het ontzettend goed." Leiderschap in de gemeente is wel voorbehouden aan mannen, zo leest hij in 1 Tim. 2. "Daar gaat het om een voorbeeld zijn, discipelen vormen, de koers uitzetten." Dat past volgens Medema allemaal erg bij de 'mannelijke identiteit'. "Maar preken is niet hetzelfde als leider zijn. Dat dat bij dominees wel samengaat, is een keus uit
armoede."
Nieuwe wegen
"Wij komen er op basis van de teksten van Paulus niet uit en daarom hebben we de neiging op dit punt niets meer met de Bijbel te doen", signaleert de vrijgemaakt gereformeerde ethicus drs. A.L.Th. de Bruijne. Hij betreurt dat. Op die manier vlakt het verschil tussen man en vrouw af, terwijl God daarmee wel iets bedoeld heeft. De Bruijne ziet het probleem met de teksten wel. "Wij hebben de neiging te onderscheiden wat bij Paulus tijdgebonden is en wat niet. Paulus zelf heeft zich dat nooit afgevraagd. Er is ook geen uitlegcriterium dat daarin houvast biedt. Paulus' oproep aan vrouwen om met gedekt hoofd te bidden, komt uit precies dezelfde argumentatie voort als zijn voorschrift dat vrouwen moeten zwijgen in de gemeente. " De Bruijne wil naar creatieve wegen zoeken om het verschil tussen man en vrouw vandaag vorm te geven. Hij neigt ertoe het bijzonder ambt gesloten te houden voor vrouwen. "Misschien is dat op dit moment de beste manier om uit te drukken dat er verschil is." Maar hij maakt die keuze dan niet zozeer op basis van losse teksten, maar vanuit grote lijnen in de Bijbel over schepping, verlossing en het Koninkrijk.
Afwas
De Britse evangelicale theoloog John Stott wil vandaag naar wegen zoeken om bijbelse principes tot gelding te brengen. Er gaapt volgens hem inderdaad een kloof tussen de tijd van de Bijbel en nu. "We moeten onderscheid maken tussen de essentie van Gods openbaring, die niet verandert, en de culturele inkleding waarin die werd gegeven, die wel kan veranderen. Net zoals we heel goed een persoon kunnen onderscheiden van z'n kleren; hij of zij blijft dezelfde, ook al draagt hij andere kleren."
"Dus een bijbelgedeelte dat is ingekleed in het gewaad van een oude cultuur, moeten we niet van ons werpen, omdat de cultuur ons vreemd is, maar ook niet met een betonnen letterlijkheid toepassen. Kijk wat de essentie van de openbaring is, en zet die over in onze cultuur vandaag. Een simpel voorbeeld: ik ga niet letterlijk iemand de voeten wassen, wat Jezus ons beveelt. Maar laat me wel voor mensen de afwas doen, of een ander karwei dat in onze cultuur als nederig werk wordt beschouwd."
Wat de positie van de vrouw betreft: "Het dragen van een sluier, en misschien de eis om te zwijgen, is een culturele uitingsvorm uit de eerste eeuw van het hoofd zijn van de man. Dat principe is wel blijvend, want geworteld in de schepping. We moeten dan vandaag alternatieve uitingsvormen voor dat hoofd zijn proberen te vinden. Zelf geloof ik dat vrouwen in de gemeente mogen en moeten dienen naar hun gaven, maar dan misschien als leden van een pastoraal team, waarin een man de leider blijft."
In 1998 wees de synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken openstelling van het bijzonder ambt voor vrouwen af. De deputaten die het besluit hadden voorbereid, waren verdeeld. Een minderheid vond dat 'de vrouw in het ambt' wel kon. "De synode heeft de verzoeking weerstaan het minderheidsrapport als schriftkritisch te veroordelen", zegt de Apeldoornse oudtestamenticus dr. H.G.L. Peels tevreden. "De minderheid had geen andere bijbelvisie, maar exegetische argumenten." De volgende synode, drie jaar later, nam unaniem een rapport aan, om vrouwen met hun gaven meer in te schakelen bij niet ambtelijk werk in de gemeente.
Zie ook het dossier 'Gezag van de Schrift' op www.nd.nl
|