Reformatorisch
Dagblad - www.refdag.nl
- 17 januari 2004
Uit de kerkelijke pers - De
Wekker De Wekker
In "De Wekker", orgaan van de Christelijke Gereformeerde Kerken, start prof. dr. J.W. Maris een reeks artikelen over het omstreden onderwerp gebedsgenezing. "Is het goed of niet zulke hulp te
zoeken?"
"Opmerkelijk nadrukkelijk is sinds enkele jaren de Nigeriaanse voorganger T.B. Joshua in het nieuws. Het lijkt erop, dat vooral door de aanraking met deze genezer de bekende Nederlandse filosoof en theoloog Willem Ouweneel zijn oordeel in hoge mate gewijzigd heeft. Hij heeft er een boek aan gewijd: "Geneest de zieken!" Ouweneel is daarmee een pleitbezorger geworden voor de missie van Joshua, die zijn activiteiten in Europa uitdrukkelijk wil uitbreiden. Er wordt in Nieuwegein zelfs een gemeente gesticht die onderdeel wordt van Joshua's "Synagogue Church of All Nations" die zijn hoofdkwartier in Lagos, Nigeria, heeft. De uitstraling van deze beweging is zodanig, dat de
VARA-televisie een filmploeg naar Nigeria stuurde om met name de ervaringen van een aantal Nederlanders te volgen die daar heen gingen om genezing te
vinden.
De getuigenissen van mensen die hulp vonden enerzijds, de sceptische reacties van anderen anderzijds en de soms stuitende taferelen die getoond en beschreven worden, brengen velen in verwarring. In kerken ontstaat discussie. Een reeks vragen moet worden gesteld. Is het goed of niet zulke hulp te zoeken? Als het uit God is, wie waagt het er iets verkeerds van te zeggen? Als het niet uit God is, wat is het dan? Moet er dan niet krachtig tegen gewaarschuwd worden? Heeft de kerk niet een roeping verwaarloosd waar het gebedsgenezing betreft?
Een van de vragen betreft de betekenis van Jakobus 5. Is daar geen sprake van gebed tot genezing als taak van de ambtsdragers in de gemeente van Christus?
Een andere vraag is die naar onze gehoorzaamheid aan 1 Johannes 4, naar het beproeven van de geesten of ze uit God zijn. Het Nieuwe Testament laat immers op een aantal plaatsen zien dat er ook activiteiten van Gods vijand, de satan, zijn die ontplooid worden onder het etiket van hulp en genezing van mensen. Dat satan zich kan voordoen als een engels des lichts, en intussen eropuit is Gods kinderen van de toewijding aan Christus los te weken, mogen we best bedenken. In 2 Korinthe
11:3-4, 13-15 spreekt Paulus er met grote ernst over. Ook het woord van de Heere Jezus in Matthéüs
7:21-23 over mensen die in Zijn Naam profeteren, boze geesten uitwerpen en vele krachten doen, en die toch werkers der ongerechtigheid zullen blijken te zijn, mag ons tot bezinning roepen. Niet om snel etiketten te plakken en ons dan gerust weer om te draaien, maar wel om ons bewust te zijn van de diepe ernst die achter de vragen zit. Als we een verwarring rond dit thema bespeuren, dan moeten we ons realiseren hoe groot de verantwoordelijkheid is die hier ligt.
Dat besef kan nog sterker worden wanneer we juist op het gebied van gezondheid en genezing in de meeste heidense godsdiensten ook tovenaars, medicijnmannen, sjamanen, tegenkomen of hoe ze nog meer heten, die wel degelijk in staat zijn onbegrijpelijke krachten uit te oefenen. Dat die krachten niet van God komen, maar uit een tegengestelde bron, is duidelijk." (...)
"Als gebedsgenezing in verband gebracht wordt met "gaven van genezing" waar 1 Korinthe 12:9 en 30 van spreekt, hoe verhoudt zich dan het beleggen van massale bijeenkomsten waarin wonderen worden gedaan, tot de gaven van de Geest die gericht zijn op de opbouw van het lichaam van Christus? In Korinthe moest het immers gaan om de, functionering van de leden ten dienste van het lichaam, de gemeente. Hoe kan iemand met een gave van de Heilige Geest 'iets groots' worden, met zijn naam op de affiches? Met geldinzamelingen voor de bouw van een groot centrum rondom deze grote voorganger? Past dit bij de charismata waar Paulus over schrijft?
Hoe verhoudt zich de herkomst van de genezingsgave van gebedsgenezers tot wat Gods Woord daarover zegt? Wanneer iemand als kind al iets bijzonders is, en van buitengewone kennis en krachten melding wordt gemaakt, kan dat dan een gave van de Heilige Geest zijn? Is de bijbelse orde niet, dat de Heilige Geest de gelovigen toerust met wat hen geschikt maakt om hun plaats in het lichaam van Christus in te nemen? Kan een gave die iemand van jongsaf heeft, nog voor er van geloof of wedergeboorte sprake is, een gave van de Heilige Geest heten?'
Klik
hier en luister naar lezingen van Willem J. Ouweneel over
Genezing...
|