Bode
- Magazine voor bijbelstudie
- juni 2004 www.medema.nl/tijdschr/bode.htm
Magazine voor bijbelstudie
Christelijke gemeenschap: een perpetuum mobile?
Nathan Vanharen
What’s wrong with the world we’re living in?
Where is the love?
Father help us and guide us from above!
Black Eyed Peas
[INTRO]
Gemeenschap is verworden tot een verbaal vijgenblad: de slopersbal der rechtsen en het postmodern allesexcuus van de linksen. De ware betekenis lijkt een beetje zoekgeraakt. Rechtsen hebben de neiging een eigen kring te hebben met uitsluiting van andere mensen. Hier loert het sectarisme aan de deur. Linkse groepen denken zo ruimhartig over gemeenschap dat ze er geen graten in zien ook andere godsdiensten onder de ‘gemeenschap’-noemer te brengen. Het ultieme oecumenische compromis. Ook zijn er mensen die frivool freewheelen op het linker én rechterwiel – ongetwijfeld zitten er in elk van ons wel wat linkse en rechtse ingrediënten. Toch zorgde het woord gemeenschap en de betekenis die men er aan gaf eeuwenlang voor evenveel scheidingen als verenigingen. Wat is er toch met dit woord, een term die zovele handelingen kan goedkeuren en tegelijk zovele medechristenen uitsluit van Avondmaalsvieringen en intieme familiebanden? Het woord als wapen én schild.
Wat volgt. beoogt volledigheid noch absolute waarheidpretentie, het is een eenvoudige gedachtestimulans voor geestelijke groeiers, een zoektocht zonder te willen toegeven aan de onweerstaanbare aantrekkingskracht van de simplificatie.
Fellowship, communion – 185 000 treffers in 0,24 seconden – met dank aan de firma Google. Na enkele minuten rationeel klikken komt de behendige informatiewellusteling al gauw tot de conclusie dat het woord ‘gemeenschap’ in het Grieks wel meerdere versies heeft geteld. Erg lang zullen we niet op dat Grieks ingaan, want het Nederlands is de taal waarin we ons behelpen om van gedachten te wisselen.
Het Griekse woord bij uitstek om gemeenschap uit te drukken (naast vijf andere) is koinonia hetzelfde deel in of van iets hebben. In het Latijn vaak weergegeven als
comm-unio of participatio, soms als societas. Het woord komt voor in het NT als vriendschap, financiële bijdrage en het delen van aardse dingen (zaken of ideeën). Het komt ook voor in de betekenis van het delen in geestelijke dingen (2Ko13:14). Ons gaat het om deze geestelijke dimensie.
Heilige gemeenschap
Definitie: geestelijke gemeenschap is een liefdevol, harmonieus ‘verstandsgevoelen’ tot de Zoon en de Vader aangevuurd door de kracht van de Heilige Geest. Het is die toestand waarin je de liefde die allereerst in jezelf opborrelt, vervolgens laat overvloeien en zijn weg laat vinden naar de receptoren van de ontvankelijke medechristen. Op deze aardbol is het een van de weinige activiteiten
waarmee we tot in der eeuwigheid zullen voortgaan.
Christenen zijn broers en zussen die met elkaar delen in het evangelie (1 Kor9:23), in geloof (Fi:6), in lijden en vertroosting (2 Ko1:7), in de Heilige Geest (2Ko13:13), in het bloed van Christus, in de noden van anderen (Rm15:26) en uiteindelijk in de toekomstige heerlijkheid (1Pt5:1). Tot zover het concordantiewerk.
Meteen wordt hier duidelijk dat gemeenschap meer is als samen een kommetje soep gebruiken na de zondagochtend dienst. Christenen zijn meer dan alleen maar (en niet per se) vrienden. Gemeenschap is wel vergelijkbaar doch niet gelijk aan vriendschap of een samenhorigheidsgevoel..Tegelijkertijd combineert het op een treffende wijze geestelijke en sociale relaties. God vindt het opperbest dat we samen spelen, eten, bezoeken, kortom, onze relatie als broers en zussen onderhouden. Toch gaat gemeenschap veel verder dan samen gezellig de tijd doorbrengen. Gemeenschap is een toestand die we beleven als we iets delen, niet zomaar iets, nee we delen in Christus. Die gevoelskennis van Christus wordt ook het eeuwige leven genoemd (Jh17:3, 1Ko1:9), het kennen van de Vader én van Jezus Christus die Hij heeft gezonden. Johannes heeft het eeuwige leven treffend aan de gemeenschap gekoppeld in zijn eerste Brief.
Johannes
Onontbeerlijk voor onze aftastende zoektocht zijn dan ook de eenvoudig diepe verzen in het eerste hoofdstuk van Johannes’ eerste Brief. Het bijna passionele verlangen naar gemeenschap wordt door vier werkwoorden uitgedrukt in het tweede vers (openbaren, zien-, getuigen, verkondigen). In vers drie luidt het: onze gemeenschap nu is met de Vader en met zijn Zoon Jezus Christus. De drie-ene God is in zijn diepste wezen gemeenschap. Vader, Zoon en Heilige Geest zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden: ondoorgrondelijk mysterie van de goddelijke drie-eenheid. Waartoe? Vers vier: opdat u blijdschap volkomen zij, opdat we volmaakt gelukkig zouden zijn! Vier verzen verder lezen we het middel hiertoe, de vereiste hartetoestand, het antwoord op alle geluksvragen - meesterlijk in eenvoud, afgronddiep in betekenis: als wij in het licht wandelen zoals Hij[God] in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkaar, en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.
WIJ. Is het dan correct relaties tussen gemeenten in één of andere vorm van gemeenschap te gieten? Pastoraal correct in ieder geval, hoewel niet echt theologisch accuraat en evenmin erg praktisch, want al gauw gooi je alle vormen van gemeenschap op één hoop. Hoezo? Gek genoeg hebben gemeenten als geheel nooit gemeenschap met elkaar in Gods Woord, hoewel de afzonderlijke gemeenteleden daar wel toe in staat zijn. De gemeente is een gemeenschap maar is niet gemeenschap. Deze verwarrende dubbelzinnigheid is een problematisch gevolg van Martin Luthers bindende ‘Gemeinschaft’ -vertaling. De verwarring tussen de kerk als gemeenschap en de gemeenschap als toestand. Gemeentegemeenschap, wat een verschrikkelijke theologie. Hoeveel mensen hebben door deze leer geaarzeld banden te smeden met de al zo moeilijk te vinden geloofsbroeder. Vandaar de nu volgende eenvoudige nuance.
Gemeenschap: twee kantjes
Citeren in het Latijn is prettig en staat altijd goed. Ook hier behelpen we ons weer van deze ter ziele gegane taal om in te zoomen op twee onlosmakelijk verbonden kernen van gemeenschap.
Ad intra. In beginsel zijn we in onze innerlijke verbondenheid als gelovigen, allen leden van het lichaam van Christus. Hier gaat het om een positionele, allesomvattende, verticale, statische en mystieke gemeenschap, bijvoorbeeld uitgedrukt in de doop. Ook wel eens uitgedrukt als eenheid.
Ad extra. In praktijk ervaren we de gemeenschap als kinderen Gods, niet als leden van het lichaam. Zo treedt het leven naar buiten: als de geleefde, horizontale, intieme, actieve gemeenschap, onder andere uitgedrukt in de tafelgemeenschap van het Avondmaal. Het gevolg van eenheid dus. Gemeenschap die elke dag wordt hernieuwd door de Heilige Geest, gegrond in de kracht en de lezing van het Woord.
Doop en avondmaal. De doop voert ons uiterlijk binnen in het Koninkrijk van God. We worden gedoopt tot Christus (Rm6:3; Gl3:27), tot de naam van de Here Jezus (Hd8:16) tot de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest (Mt28:19). Toch ontvangen wij bij de doop geen innerlijk goed zoals vergeving van zonden. Als je tot Christus bekeerd bent, maak je deel uit van het lichaam, maar als je er inwendig niets mee doet, dan blijft het een theoretische gemeenschap. Het avondmaal gaat veel verder, daar brengen we in de praktijk wat Christus van ons gevraagd heeft: zijn lichaam eten. Maar opgepast: God gaf deze twee instellingen (‘sacramenten’) aan de gemeente hoewel de doop ons niet redt en het avondmaal ons niet automatisch in gemeenschap brengt met God en zijn kinderen. Beide geven ze wel, net als kleren, uiterlijk weer wat er inwendig in ons omgaat, of veel vaker: niet omgaat. Daar weerklinkt een negatieve noot.
Idolatrie
Vanzelfsprekend is het mogelijk om gemeenschap te hebben in allerlei verkeerde zaken, om niet te zeggen een ‘andere’ Jezus, alles wat ons van Jezus af trekt is een af-God (1Th1:9). Een bijbelstudieboek of een filmavond – als ze onze toewijding aan Christus minder maken, als ze een schaduw werpen op onze relatie met Christus, trekken ze ons van God af. In het ergste geval kan dit uitmonden in een sektarische leer én dito levenshouding (1Ko11:17). Het oorspronkelijke woord voor sekte betekent ‘kiezen, selecteren’, een mening vormen. Een sektarisch persoon besluit onafhankelijk van God wat waarheid is, hij bombardeert subjectieve gedachtespinsels tot absolute waarheden. De oorzaak van een sektarische mening (en dus ook houding) is zelden dwaasheid of onkunde. Het gaat verder dan een waanwijze interpretatie van bijbelverzen. Het is een gevolg van Christus onvoldoende kennen, gebrekkig bijbellezen, levenloos gebed. Wat houdt geleefde gemeenschap dan wel in?
Avondmaal 1/7
Gemeenschap wordt bij uitstek tot uitdrukking gebracht als we ingaan op Jezus’ uitnodiging: ‘neemt, eet’. Volgens 1Ko10 en Jh6 is Jezus ons geestelijk voedsel. Brood was in die dagen, net als de hamburger in onze tijd, de hoofdzakelijke voedselbron. Ons leven is een pelgrimsreis. De reden dat we na onze bekering niet in een vurige wagen ten hemel stijgen is dat het doel van ons leven niet onze bekering is, maar een immer groeiende kennis van Christus. Wij bezitten het eeuwige leven nu al. Eeuwig leven in praktijk gebracht ís gemeenschap.
Waaraan denken we dan zondagochtend als we de wijn nuttigen en het brood tot ons nemen? De gemeenschap van het Avondmaal is een soort verinnerlijking van wat Jezus gedaan heeft. We delen –eten en drinken- Zijn tekenen. Wanneer ik eet en drink, maak ik aan iedereen duidelijk, dat Jezus voor mij stierf. Ik zeg er mee dat ik mezelf niet meer toebehoor. Het brood en de wijn worden in me opgenomen. Brood is van geen waarde als je het niet eet. Zo kan ook Christus niet leven door ons als we niet geestelijk met Hem één worden.
Tegelijk duiden de tekenen ook aan dat Christus de vijand overwonnen heeft, die overwinning is ons deel geworden en nu kunnen wij leven in overwinning.
Avondmalen 6/7
Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de tweede dag. Wie gaf ons het Leven? Voor wie leven wij dan? Voor Christus alleen, toch? Christen ben je van maandag tot zaterdag, zondag is het niet zo moeilijk meer, ware het alleen uit respect voor de vaak even lauwe medegeloofsgenoot. Hoe gaan we dan praktisch om met die gemeenschap tijdens de week?
Gemeenschap begint bij jezelf. Voor het onderhouden en stimuleren van gemeenschap is er één recept: een open Bijbel en opgeheven handen. De lezing van het Woord en de levende gebedsverhouding tot God vormen onze gedachten. Deze gedachten zouten ons woorden. De gezouten woorden worden omgezet in daden. Daden zullen tot gewoontes komen. Gewoontes vormen op termijn ons karakter.
Gemeenschap eindigt met anderen van de universele (‘katholieke’) Gemeente, maar ook van de lokale gemeente (parochia). Toch hebben we vaak de kans gemeenschap buiten de sfeer van de plaatselijke gemeente te hebben, hoewel het binnen de sfeer van de parochia natuurlijk speciaal voorzien is. Ook verricht je alle activiteiten buiten het zicht van de plaatselijke gemeente in de alles omvattende Gemeente, in het lichaam van Christus - ten goede of ten kwade.
Vandaar dat de christen allereerst in organische verbinding staat – via een onzichtbare navelstreng – met zijn Vader. En dan pas met zijn medechristenen, zijn broers en zussen in het geloof. Vanuit die bron putten wij gemeenschap. De voortdurende benzine voor onze gemeenschap is de genade van God: Hij maakte hen die geen volk waren tot Zijn volk, Zijn uitverkorenen, Zijn Tempel, stenen van Zijn huis: één ware gemeenschap.
Gemeenschap als geestelijke intelligentie
Gemeenschap is de reden waarom we hier op aarde zijn opdat we weten naar wie we toegaan, maar is ook uiteindelijk beslissend voor de toestand waarin we bij Christus zullen komen – wie trouw is geweest in weinig dingen …
Zolang we ons voortbewegen in een zondige en vervallen wereld zal de spanning tussen positionele eenheid en geleefde gemeenschap nooit helemaal uit de weg worden geruimd. Geestelijk intelligent is hij die weet om te gaan met zulke schijnbaar tegenstrijdige begrippen en ze ook onomwonden aanvaardt. Zulk een christen staat open voor minder voor de hand liggende opvattingen en hoedt zich voor verabsoluteringen, zonder zich onderwijl te bezondigen aan slordige postmoderne gedachten. Ware wijsheid en nederigheid maken dat in je hart schijnbaar bijbelse ongerijmdheden in vrede naast elkaar leven.
De kwaliteit van onze relatie tot elkaar is recht evenredig met onze relatie tot God, ook anno nu. Laat ons bidden voor een erkende, geleefde en herstelde gemeenschap met God en elkaar.
Nathan Vanharen (1980) studeerde toegepaste taalkunde. Hij behaalde masters in journalistiek, internationale handel en European Business Administration. Wonende in Antwerpen, werkt hij in Brussel in de automatische identificatie branche.
|