www.vergadering.nu De Leesmap www.vergadering.nu

Nederlands Dagblad - 22 april 2006 - www.nd.nl 

Het gaat om verhouding tussen schepping en evolutie

door Cees Dekker en Willem J. Ouweneel

Een jaar discussie over Intelligent Design heeft onder christenen verwarring veroorzaakt, zo bleek uit een artikel in de bijlage ZoZ van vorige week zaterdag. Hoe verhoudt Intelligent Design zich ten opzichte van schepping en evolutie? 

Twee deelnemers aan het debat, die ook in het ZoZ-artikel aan het woord kwamen: Cees Dekker en Willem Ouweneel, zijn van mening dat de idee 'dat bepaalde structuren in de natuur een ontwerp vertonen', interessant is om verder te onderzoeken. Maar de relatie met de kernwaarden van het christelijk geloof is volgens hen zeer beperkt. Naar hun mening gaat het om de verhouding tussen schepping en evolutie. In onderstaand artikel verklaren zij zich nader.

De landelijke publiciteit rond Intelligent Design (ID) heeft aanleiding gegeven tot discussies van verschillende aard:

* De vraag of de natuur een ontwerp kent, en of je dat objectief-wetenschappelijk kunt aantonen;

* De vraag of de neodarwinistische evolutietheorie een afdoende verklaring biedt voor oorsprong en ontwikkeling van het leven;

* De aard en de status van natuurwetenschap;

* De relatie tussen geloof en wetenschap:

* De vraag of evolutie en schepping met elkaar in conflict zijn.

Veel van deze discussies liepen door elkaar, wat de helderheid niet ten goede kwam.

Waar gaat het nu precies om bij ID? ID gaat over de vraag of je wetenschappelijk kunt aantonen dat 'bepaalde structuren in de natuur' een ontwerp vertonen. Dat is het. Niet meer, niet minder. Deze idee van ID is interessant om verder te onderzoeken maar ze is in haar aard bescheiden. Ze kan wellicht iets zeggen over een ontwerpstructuur, maar ze doet geen enkele uitspraak over wat of wie de ontwerper is. De relatie met de kernwaarheden van het christelijk geloof is dan ook zeer beperkt.

Christenen geloven in een Goddelijk plan, in Gods leiding van de wereld, of dit nu wetenschappelijk aantoonbaar is of niet. Alle christenen geloven dus in zekere zin in een ontwerp van de wereld. Waarom hebben sommige christenen dan zo verschrikt op ID gereageerd? Blijkbaar doordat de relatie tussen ID en evolutie onduidelijk was, doordat de koppeling van ID naar scheppingstheologie vragen opriep, en doordat er veel algemene vragen leven rond evolutie en schepping.

Naar onze mening is de relatie tussen evolutie en christelijk scheppingsgeloof hét kernpunt in het christelijk debat over oorsprongsvragen. Niet ID. In deze bijdrage willen wij ons daarom concentreren op de vraag: Wat zeggen de bijbelteksten en de natuurwetenschappelijke gegevens over de wording van de wereld, en hoe zijn deze te verbinden met elkaar? Kort gezegd, hoe plaatsen wij schepping en evolutie?

Bijbel

Met alle christenen van alle tijden, geloven wij dat God Schepper is van hemel en aarde. Ook geloven wij dat de Bijbel het betrouwbare, geïnspireerde Woord van God is dat ook vandaag nog tot ons spreekt. Het gezag van de Bijbel is een kostbaar goed dat wij voluit willen handhaven. Dat laat onverlet dat elke tekst wel geïnterpreteerd moet worden door feilbare mensen. Geen enkele tekst spreekt ,,eenvoudig voor zich''. Ook de scheppingswoorden moeten geëxegetiseerd worden. 

Hoe lezen wij het scheppingsverhaal en wat leren we eruit? Laten we beginnen met wat wij als het voornaamste zien. De eerste hoofdstukken uit de Bijbel leren ons een aantal waarheden van het allergrootste belang. Dat God de Schepper is van de gehele geestelijke en materiële wereld, dat de mens geschapen is naar Gods beeld, dat de mens geschapen is als man en vrouw, dat er goed en kwaad is en dat de mens dit onderscheid kent, dat de mens een bestemming heeft (leven in relatie met zijn Schepper en de schepping), dat de mens wil heersen, macht wil hebben, wil ,,zijn als God'', verkeerde keuzes maakt en uiteindelijk daardoor zijn bestemming mist en in een gebroken wereld leeft. En zelfs deze eerste hoofdstukken van de Bijbel wijzen al vooruit naar de uitnodiging tot herstel van de relatie met God door Jezus Christus.

Dit is een uitzonderlijke lijst inzichten in de aard van de kosmos, de psyche van de mens en zijn relatie tot de Schepper. Vrijwel al deze punten betreffen zaken van niet-natuurwetenschappelijke aard. Wij betreuren het dat discussies van christenen over Genesis 1-3 helaas zo weinig gaan over deze fundamentele theologische noties, maar zich vaak verengen tot natuurwetenschappelijke vragen zoals de leeftijd van het heelal. Wij menen echter dat deze bijbelteksten niet bedoeld zijn om natuurwetenschappelijke problemen op te lossen.

Het is dan ook begrijpelijk en verheugend dat bijbelgetrouwe exegeten de uitleg van Genesis 1-3 vandaag de dag niet beginnen met natuurhistorische, maar met literaire vragen over deze teksten. Zo wijst men erop dat de literaire structuur van Genesis 1, met een symmetrie in de dagen en een weekstructuur die eindigt in de sabbat, duidt op een niet-chronologische, veeleer hymnische rangschikking van Gods scheppingsdaden. Ook kunnen vele elementen in Genesis 1-3 geplaatst worden in het kader van de controverse tussen Israël en de omringende heidense volken met hun afgoden - een totaal ander doel dan ons natuurhistorische kennis bij te brengen.

Natuur
Uit de Bijbel weten wij dat God de Schepper is. Maar hóe heeft Hij de wereld vormgegeven? Voor een antwoord op die vraag richten we ons tot de wetenschap. Christenen kunnen voluit positief staan ten opzichte van wetenschap, de door de Schepper gegeven menselijke activiteit waarbij wij geoefende waarneming en theoretische doordenking gebruiken om Zijn schepping te onderzoeken en te bewerken. Christenen hebben alle reden om de gegevens uit de wetenschap serieus te nemen. Natuurlijk kan wetenschap net als elke menselijke activiteit ook misbruikt worden, maar er is geen reden voor wantrouwen. Door wetenschappelijk onderzoek leren we veel zinvols over de natuur, ook over de historie van onze wereld.

Wij menen op wetenschappelijke gronden dat de leeftijd van het heelal en van de aarde miljarden jaren is. Dit is onder ter zake kundige wetenschappers onomstreden. Deze hoge leeftijden komen voort uit astronomische waarnemingen en uit gegevens gebaseerd op het radioactief verval van elementen. Ze worden ook ondersteund door bijvoorbeeld de jaarringen van bomen en de afdruk van de jaarlijkse ijsafzettingen op Antarctica en op Groenland, die teruggaan tot 180.000 jaar geleden. De creationisten in Nederland die wij kennen hebben evenmin moeite met een heel oude aarde. In tegenstelling tot de situatie in de Verenigde Staten lijken ,,jonge-aarde-creationisten'' in Nederland vrijwel niet voor te komen.

Dat er evolutie plaatsvindt in de levende natuur is ook buiten elke twijfel. De vraag is hoe veelomvattend deze is. Hier gaan onze meningen uiteen. Eén van ons (C.D.) ziet in de biologische gegevens duidelijke aanwijzingen voor een historische evolutionaire lijn van eencelligen tot de mens; de ander (W.J.O.) voelt meer voor een ontwikkeling vanuit een polyfyletische (meerdere oervormen) oorsprong van levensvormen, die op een bepaald moment door God geschapen zijn. Dát er evolutie heeft plaatsgevonden is overigens nog wat anders dan een antwoord op de vraag hóe evolutie verklaard kan worden. Hier zijn vele kritische vraagtekens te zetten bij de te gemakkelijke claims van het neodarwinisme dat alles verklaart op basis van toeval en selectie. Voor de specifieke wetenschappelijke discussie, over bijvoorbeeld de genetische en morfologische overeenkomsten tussen soorten nu en in de fossiele geschiedenis, is dit stuk niet de juiste plaats. Het is hier genoeg te constateren dat er ook orthodox-gelovige christenen zijn die - in overeenstemming met de 99 procent van de wetenschappelijke gemeenschap - een evolutionair ontwikkelende geschiedenis ontwaren in het patroon van de biologie.


Conflict

Betekent bovenstaande nu dat er een conflict bestaat tussen de wetenschap en de Bijbel? Tussen evolutie en schepping? Of kunnen wij evolutie zien als onderdeel van Gods schepping en onderhouding van de wereld?

Als - en dat geloven wij - God de Schepper dezelfde is als de Heilige Geest die de Bijbel inspireerde, dan moeten de gegevens uit de Bijbel en de natuur bij elkaar passen. De vragen die we kunnen stellen hebben vaak betrekking op de interpretatie van de bijbelteksten. Was Adam (letterlijk ,,mens'') een historische persoon of staat hij model voor een ieder van ons? Kunnen wij de geslachtsregisters in de Bijbel letterlijk nemen om terug te tellen tot Adam? Hoe plaatsen we de zondeval van de mens, een verhaal dat een cruciale theologische betekenis heeft? Was er dood voor de zondeval? In welke zin dan? Et cetera. Voorwaar geen onbelangrijke zaken.

Theoloog dr. Gijsbert van de Brink heeft hierover geschreven in het recente boek En God beschikte een worm waarin negentien wetenschappers op serieuze wijze nadenken over de vraag hoe evolutie en christelijk scheppingsgeloof zich verhouden. Hij laat zien dat een hoge leeftijd van de wereld en het bestaan van dood in de natuur gedurende een evolutionaire geschiedenis geen onoverkomelijke problemen opleveren in het licht van de bijbelteksten. Maar hij betoogt dat het verwerpen van een historische Adam vergaande consequenties heeft voor ons begrip van zonde en de betekenis van het werk van Christus. Van den Brink concludeert dat een evolutionaire geschiedenis van de wereld denkbaar is, maar dat het ontstaan van de mens een speciale schepping door God heeft vereist.

Er bestaan ook andere visies. Zo komen ook evangelische christenen soms tot de conclusie dat het Genesisverhaal van het paradijs een beeldverhaal is, dat niet bedoeld is om ons te informeren over de historische details (zie bijvoorbeeld D. Falk, Coming to Peace with Science, IVP 2004; K.B. Miller, Perspectives on an Evolving Creation, Eerdmans 2003). En C.S. Lewis schreef al een halve eeuw terug over een lange geschiedenis waarin God een mensachtig dier ontwikkelde in een vorm die geschikt was om te fungeren als drager van Zijn beeld, waar Hij op een gegeven moment een nieuw bewustzijn in schiep, waardoor deze mensachtige mens werd, een persoon die zichzelf kende, die God kende, die waarheid, schoonheid en goedheid kon onderscheiden, die in een paradijselijke toestand verkeerde totdat hij wilde zijn als God. Lewis benadrukte dat wij geen idee hebben over de specifieke daad waarmee deze onmogelijke wens om ,,te zijn als God'' tot uiting kwam. Dit had natuurlijk het ,,eten van de vruchten'' kunnen zijn, maar die kwestie is van geen enkel belang (aldus C.S. Lewis in The problem of Pain). 

Pleidooi

Er bestaan dus verschillende opinies, ook onder christenen die zichzelf beschouwen als orthodoxe gelovigen. Wij willen ervoor pleiten elkaar ruimte te geven. Niet als een pleidooi voor vrijblijvendheid, maar omdat Jezus ons heeft opgedragen één te zijn, in liefde met elkaar om te gaan en elkaar ruimte te laten (in de geest van Rom.14:13-18 en 15:5). Niet 'een schepping in zes letterlijke dagen, 6000 jaar terug' moet de toetssteen zijn van een orthodox christelijk geloof, maar ons geloof in Jezus Christus als de Zoon van God die voor onze zonden is gestorven en die is opgestaan uit de doden.

Een veelgehoord argument is dat we met nadenken hierover een hellend vlak op gaan richting vrijzinnigheid. Wij menen dat dit niet noodzakelijk het geval is. Het gaat om het gebruiken van ons door Godgegeven verstand om na te denken over de wording van onze wereld. Het hellende vlak is een beeld dat veel christenen begrijpelijkerwijs afschrikt na te denken over evolutie. Het tegenovergestelde beeld is echter dat christenen zich opsluiten op een eiland van (vermeende) ,,bijbelgetrouwheid'' en niet openstaan voor gegevens uit biologie of kosmologie en deze afwijzen als ze niet passen bij de bijbelinterpretatie van hun voorkeur. Daarmee miskent men de Godsopenbaring in Zijn geschapen natuur en creëer je een groot gewetensprobleem voor nadenkende christenen en christenjongeren die gaan studeren.

Laten wij diep nadenken over wat God ons wil vertellen in het scheppingsverhaal. Laten wij elkaar aanspreken op wat we denken dat de bedoeling is van deze teksten. Hoe deze gelezen kunnen worden in het licht van wat we weten uit bijbelwetenschap en natuurwetenschap. En laten wij bij dat alles niet vergeten dat het de opdracht van onze Here Jezus is om één te zijn, één in liefde voor elkaar en één in liefde voor de wereld om ons heen, om de mensen te vertellen over de God die deze wereld schiep en die de kroon van Zijn schepping, de mens die in zonde viel, zó liefhad dat Hij Zijn Zoon gaf om die mens te roepen tot gemeenschap met Hem.

Meer artikelen...

De Leesmap-index


 

www.vergadering.nu