Reformatorisch Dagblad - 12 mei 2006 - www.refdag.nl
„Golgotha verdwijnt achter de Olijfberg”
AMERSFOORT - „Zoals een stok in een vijver het water in beweging zet, zo port en pookt de Geest in ons. Van alles komt naar
boven drijven. Ondertussen blijft de stok gewoon de stok en het water gewoon water. De stok wordt geen water en het water wordt
ook niet maar een beetje stok. Geestelijke vernieuwing gaat daar mis waar christenen de dood met Christus niet meer in willen en
zich met God of goddelijke kwaliteiten gaan gelijkstellen. De route met Christus wordt verkort.”
Dr. H. Bakker pleitte er vrijdag op een conferentie over ”Navolging en vernieuwing: een heidens karwei?!” voor om het
oneindig kwalitatieve verschil tussen God en mens niet en nooit te laten wegvallen. Tijdens de door de Evangelische Hogeschool
en CV.Koers georganiseerde bijeenkomst kritiseerde hij evangelische misvattingen. „Golgotha”, constateert hij, „verdwijnt
uit het zicht en verdwijnt achter de Olijfberg. Met het kruis wordt weinig meer gerekend. Het gaat nu alleen nog maar om de
Geest en de wederkomst.”
Niet zonder ironie hekelt de baptistendocent bepaalde voorstellingen die hij van tijd tot tijd
aantreft in evangelische kring: „Je hebt de Bijbel, God en het gelijk aan je kant en je voelt je een en al orakel van God. Dan
komt het bewustzijn dat God jou voor een bijzondere opdracht gebruikt om orde op zaken te stellen. Je voelt je meer bijzonder
dan ooit. Ja, het lijkt ook bevestigd te worden omdat anderen zo door je gezegend worden. Ze luisteren naar je en zijn bereid je
te volgen. Hoe verkeerd het kan aflopen als waanzin voor waarheid wordt gehouden toont het voorbeeld van de doperse radicaal Jan
van Leiden in Münster. Ieder mens heeft het in zich om een vergoddelijkt mens te willen zijn. De heiden in ons, christenen, is
niet met het geloof in Jezus als sneeuw voor de zon verdwenen. In veel opzichten moeten we leren om telkens de staf over die
heiden te breken. Dat is de route die langs Golgotha blijft lopen. De kerken moeten niet het ”reeds” benadrukken ten koste
van het ”nog niet”.”
Kruisdragen
Prof. dr. W. J. Ouweneel vraagt aan Bakker of hij niet te lang bij Goede Vrijdag blijft staan, en niet meer aan Pasen en
Pinksteren toekomt. „Wat ik merk, is dat de verkeerde mensen met uw verhaal aan de haal gaan, mensen die nooit verder komen
dan de theologie van het kruis.”
Bakker stelt dat hij het kruis zo sterk benadrukt, omdat evangelische christenen te gemakkelijk „over het kruis heen springen.”
„Het probleem van de zonde zit dieper dan wij denken, persoonlijk, historisch en maatschappelijk. Als wij denken dat de
afstand van God naar mensen klein en dun is, onderschatten wij de verwoestende kracht van de zonde. Overigens, als degenen die
met mijn verhaal aan de haal gaan horen wat mijn visie is op kerkelijke vernieuwing, schrikken ze.”
Theoloog en missionair werker dr. S. Paas, die een co-referaat houdt bij Bakkers betoog,
vraagt zich af of Bakker helemaal gelijk heeft als hij vreest dat „heidenen” in de kerk de dienst dreigen te gaan uitmaken.
„Als, zoals u zegt, het kruis van Christus en het sterven met Hem niet meer centraal staat, als dat verzwegen of verzwakt
wordt ter wille van het bereiken van ongelovigen, dan is het kruis van Christus helemaal niet meer de focus van de evangelische
beweging. Als dat namelijk centraal staat, kun je er niet over zwijgen. We moeten vaststellen dat de boodschap van het kruis ook
niet naar de religieuze, de kerkelijke mens is. Ook kerkmensen lopen het grootste gevaar het kruis uit het oog te verliezen. En
waar dat het geval is, daar zijn wij naar buiten toe bezig met het uitventen van religie, niet van het Evangelie.”
Bij het volgen van Christus is er sprake van het opnemen van het kruis en Hem daarmee te volgen.
„Wat is kruisdragen precies?” wordt gevraagd. Directeur van Compassion Nederland en schrijver van een boek over navolging, H.
van der Lee, merkt daarover op: „Het kruis is het instrument waarop je doodgaat. In landen waar vervolging is, heb ik
gemerkt dat christenen van kruisdragen over het algemeen niet vrolijk worden. Het is zwaar. Voor ons gaat het om de bereidheid
offers te brengen.”
Navolging
Bakker stelt vast dat doordat er in Nederland geen vervolging is, christenen hier een ander
referentiekader hebben. Vaak hoor je het gezegde ”Elk huis heeft zijn kruis”. Het kruis is dan een ernstige ziekte,
problemen met de kinderen, of weggesaneerd worden op je werk. Dat is erg. Maar in de Bijbel is kruisdragen iets anders. Dat is
bijvoorbeeld het geval als je ontslagen wordt ómdat je christen bent. Kruisdragen krijgt voor ons ook betekenis als wij een
stukje van het kruis dat christenen in China en Sudan is opgelegd, meedragen door hen te steunen.”
Op de vraag of het in de westerse cultuur ook kruisdragen is als je afstand neemt van de
seksualisering in de samenleving of kiest voor een sober leven, reageert Paas dat hij deze nuancering wel wil aanbrengen. „Dat
is toch in ieder geval een klein kruisje.” Van der Lee daarentegen brengt deze dingen onder in de „vooropleiding” van het
christenzijn. „De eigenlijke navolging is het helemaal overnemen van Jezus’ levensvisie, levenshouding en levensinstelling.
Voor het volgen van Jezus is er een kwaliteitswaarborg, en dat is niets minder dan het voorbeeld dat Hijzelf ons voorhield.”
Een commentaar op deze beide
verslagen...
|