EO-Visie - 10 november 2007
Dood en leven in de laatste Harry Potter
Het licht daagt boven het kerkhof
De ene christen kon sinds 1998 ieder jaar weer
genieten van een nieuw deel in de Harry Potterserie. De andere christen waarschuwde juist voor deze boeken, vanuit een oprechte
bezorgdheid voor de invloed ervan op kinderzielen. Nu is het zevende deel verschenen, ‘Harry Potter en de relieken des doods’.
Welke geur blijft achter na het lezen van alle delen? Die van de dood of die van het leven…?
Ze had het er druk mee de afgelopen negen jaar.
Om journalisten tevreden te stellen en toch niet te veel te vertellen over de afloop van haar Harry Potter-epos. Bij gelovigen
torende één vraag boven alle andere uit. Is J.K. Rowling werkelijk een christen? Voor een auteur die nog niets wil prijsgeven
over de afloop van haar verhaal, werd dat een frustrerende vraag. Tegen een journalist zei zij eens: “Er is zoveel dat ik
graag zou willen zeggen. Kom maar terug wanneer ik boek 7 heb geschreven. Maar misschien hoef je het dan niet meer te vragen,
omdat je het dan al ontdekt hebt.” En in een zeer recent interview in het dagblad Trouw kwalificeerde zij het Potter-epos
onomstotelijk als religieus. “Voor de scherpe waarnemer zitten er in deze boeken duidelijk religieuze parallellen.”
Veel bezorgde christenouders en -opvoeders hebben die parallellen niet gezien. Zij wilden de boom herkennen aan de vruchten, en
zagen alleen maar vruchten van een twijfelachtig gehalte.
Hocus pocus
Niet alleen in Nederland leidden de boeken over Harry Potter tot verdeeldheid. In de Verenigde Staten vindt zeven procent
van de evangelicals dat Rowling een werktuig is in de handen van satan, terwijl 52 procent alleen maar lof heeft voor haar
verhalen en daar evangelische kenmerken in terugziet. De overigen weten niet wat zij ervan moeten denken.
In Engeland leidde de serie tot een heuse
boekverbranding. Een anglicaans schoolhoofd verbood op haar school het lezen van Harry Potter. Maar haar leidsman, de
aartsbisschop van Canterbury, prees Harry Potter en de Steen der Wijzen als een leuk boek waarin de auteur wezenlijke morele
zaken aan de orde stelt. Ook de Rooms-Katholieke Kerk benaderde de kinderboeken met veel scepsis. Harry had het christendom tot
op het bot verdeeld. Alleen het laatste deel kon duidelijkheid brengen.
Met alle hocus pocus die daarbij schijnt te horen, gaat in de nacht van 17 november het allerlaatste deel in de verkoop: Harry
Potter en de relieken des doods. Het moment van de afrekening is gekomen. Óf Harry Potter verslaat zijn grote rivaal Voldemort,
de Heer van het Duister, óf Potter overwint deze macabere man en brengt vrede in de tovenaarswereld.
Dat laatste lijkt aan het begin van het boek
verder weg dan ooit. Want Voldemort is erin geslaagd om de macht te grijpen op het Ministerie van Toverkunst en op de
tovenaarsacademie Zweinstein. Harry doet het bijna in zijn broek als hij ziet met wat voor fascistisch geweld de dooddoeners en
dementors tekeergaan. Zijn leermeester Perkamentus is gesneuveld in het voorlaatste deel. Harry moet ondergronds gaan en zien
hoe veel van zijn vrienden worden weggevoerd naar het concentratiekamp. Als dan ook nog zijn toverstok breekt en zijn vriend Ron
hem in wanhoop verlaat, lijkt de missie van Potter – versla Voldemort – op niets uit te lopen. Hij raakt alle zekerheden
kwijt, terwijl Voldemort zijn legers opdracht heeft gegeven met name uit te zien naar Harry Potter.
Kerkhof
In dit laatste deel gebeurt iets merkwaardigs. Harry bezoekt een kerkhof. Dat heeft hij vaker gedaan. In het vierde deel
Harry Potter en de Vuurbeker maakt hij mee dat de macht van Voldemort angstaanjagende vormen aanneemt. Op een nachtelijk kerkhof
wordt een dode opgewekt. Een zeer lugubere passage vol duistere dreiging! Ook de gelovige Potterfans kregen bij het lezen ervan
kippenvel op de armen.
Nu loopt Harry met zijn reisgenote Hermelien
over het kerkhof van zijn geboorteplaats. Ze staan daar stil bij twee graven: het ene van Harry’s ouders, het andere van de
moeder en zuster van Perkamentus. Op het graf van Perkamentus’ familie leest Harry: ‘Waar uw schat is, daar zal ook uw hart
zijn.’ En op dat van zijn ouders leest hij: ‘De laatste vijand die teniet gedaan moet worden, is de dood.’ Zomaar twee
passages uit de Bijbel, de een uit de Bergrede en de andere uit de brief van Paulus aan de Corinthiërs. De laatste passage is
onderdeel van een betoog waarin Paulus de enorme waarde van Christus’ opstanding duidelijk wil maken. Wat doen deze passages
in een boek dat zich afspeelt in de tovenaarswereld?
In 2000 zei Rowling tegen een journalist: “Elke
keer dat aan mij werd gevraagd of ik in God geloofde, heb ik ‘ja’ gezegd, omdat ik dat doe. Maar niemand heeft er ooit
dieper op doorgevraagd. Ik moet zeggen dat mij dat goed uitkomt. Want als ik daar te veel over praat, denk ik dat de
intelligente lezer – of hij nu 10 of 60 jaar oud is – in staat zal zijn om te raden wat er in de boeken gaat gebeuren.”
Wat ís er dan gebeurd in Harry Potter en de
relieken des doods? Harry moet alleen de weg gaan naar de eindafrekening met Voldemort. Ron kan hem niet helpen, Hermelien niet
en zelfs de sterke Hagrid niet. Hij ontdekt dat hij Voldemort alleen maar kan verslaan als hij bereid is om zijn leven daarbij
af te leggen. Bij de citaten uit het Evangelie en de brief van Paulus voegt zich nu ook een verwijzing naar de profeten. Het is
net of je heel in de verte Jesaja hoort.
Tamelijk seculier
Dat is opmerkelijk! Want eerder schreef Lindy Beam, een van de managers van het christelijke Focus on the Family Institute
in Amerika, dat het manco aan Harry Potter niet zozeer is dat Rowling speelt met bovennatuurlijke machten, maar juist dat zij
geen enkele bovennatuurlijke macht erkent. En in Time Magazine verscheen nog afgelopen juli een artikel waarin Lev Grossman
stelt: “Harry leeft in een wereld die geen enkele religie of spiritualiteit kent. Hij leeft te midden van geesten, maar heeft
niemand tot wie hij kan bidden.” Het is waar dat tot het laatste deel de toon van de boeken tamelijk seculier was. Kerst werd
wel gevierd, maar alleen met cadeautjes en lekker eten. Niemand van de personages zette een voet in de kerk.
En dan deze wending: twee grafschriften, direct
ontleend aan de Bijbel, én een ontwikkeling in het verhaal die bijna Messiaanse trekken krijgt. De eenling die een zware weg
moet gaan om het duister te verdrijven, om licht te brengen over de tovenaarswereld. Het licht dat op het kerkhof daagt. ‘De
laatste vijand die teniet gedaan moet worden, is de dood.’ Het lijkt erop dat Beam en Grossman hun mening moeten bijstellen.
Je kunt blijkbaar een christelijke boodschap kwijt in een wereld die ontdaan is van geloof en geschiedenis en die veel meer laat
zien dan onze platte werkelijkheid. In het eerder genoemde Trouwinterview gaf Rowling zelf aan dat “deze twee citaten op de
zerken de hele serie omvatten”. In het boek verbindt zij een uitspraak van de klassieke schrijver Aeschylus – ‘Zegen de
kinderen’ – met een gedachte uit de christelijke traditie, dat de dood niet meer is dan het oversteken van de zee. Haar
commentaar in het interview: “Die twee gedachten zeggen voor mij alles, echt.” Trouw zette boven dit interview resoluut de
kop ‘Rowling schreef christelijk epos’.
Daarmee lijkt zij zich te scharen onder andere
auteurs die een christelijke boodschap kwijt wilden in een mythisch wereld. Zo liet C.S. Lewis in zijn ‘Narnia Kronieken’ de
wereld koud worden door toedoen van de Witte Tovenares. De hoofdpersonages konden Narnia redden dankzij de opofferingsgezinde
liefde van de leeuw Aslan. En in Tolkiens In de ban van de ring gaat de hobbit Frodo de zware gang naar de Doemberg om de macht
van de duistere heerser Sauron te verslaan. Hij, de weerloze tegenover een brute overmacht. Rowling schaart zich in deze rij van
auteurs door Harry alleen het Verboden Bos in te laten gaan waar Voldemort op hem wacht, omringd door ijzige dooddoeners.
Stenen beelden
Ook na het verschijnen van Harry Potter en de relieken des doods zijn de gelovigen die Rowling als een werktuig in de handen van
satan zien nog niet overtuigd. De Nederlandse afdeling van Focus on the Family – altijd een groot tegenstander van de boeken
– wilde voor Trouw geen commentaar geven op de jongste uitspraken van J.K. Rowling betreffende haar geloof. Daarmee lijkt de
christelijke uitgever Henk Medema gelijk te krijgen. Hij waarschuwde al eerder tegen een verstarring en verkilling die
voortkomt uit angstgevoelens. “De volwassenen die hun kinderen willen afschermen voor de echte wereld moeten zich realiseren
hoe ze onder de betovering van de Witte Koningin zijn gekomen die in Narnia de tegenstandster is van Aslan. Zij maakt van mensen
stenen beelden, ijskoud, zoals de witte wereld die ze vult met barre vorst, zonder een vleugje warmte.” Volgens Medema brengen
juist de stichtelijke jeugdboeken meer kwaad aan dan de gewraakte Narnia-verhalen, In de ban van de ring of de Harry
Potterboeken. Want aan die stichtelijk kinderboeken kan geen ouder en geen kind zich een buil vallen, terwijl de kunst van het
echte, kritische lezen verloren gaat. Al in 2005 zag Medema in de boeken van Rowling motieven die duidelijk ontleend zijn aan de
Bijbel: liefde, trouw, moed, vriendschap en opoffering.
Ook prof.dr. W.J. Ouweneel is die mening
toegedaan. “Christenen die menen dat de boeken van Lewis, Tolkien en Rowling ‘gevaarlijk’ zijn, vergissen zich.” Deze
boeken zouden volgens Ouweneel pas echt gevaarlijk zijn als ze niet helder zouden maken wat goed en wat kwaad is. Of nog erger:
als ze de lezers zodanig zouden manipuleren dat ze sympathie zouden krijgen voor de kwaden: voor de Witte Tovenares, voor
Sauron, voor Voldemort. Maar dat gebeurt nu juist beslist niet in de genoemde boeken. Integendeel: de grenslijn is zeer scherp.
De kinderen in Lewis’ Narnia-verhalen, de hobbit Frodo in Tolkiens werk en Rowlings Harry zijn symbolen voor de kleine
christen die door liefde gedreven wordt en die door de liefde het kwaad overwint.
De tiener Harry overwint het kwaad. Helemaal
alleen. Hier komt geen hocus pocus meer bij kijken. Hier treffen we een motief aan dat door de eeuwen heen veel grote
christelijke schrijvers heeft geïnspireerd. Aan het slot van het boek geurt de lente de lezer tegemoet.
|