Nederlands
Dagblad - 23 mei 2008 - www.nd.nl
Evangelischen verdeeld over homobeleid CU
De door onze redacteuren Aldwin Geluk en Rinder Sekeris
In het evangelische deel van de achterban van de ChristenUnie wordt verschillend gereageerd op het rapport van de
commissie-Cnossen. Yvette Lont dreigt de partij te verlaten.
DEN HAAG - Het Amsterdamse deelraadslid Yvette Lont, bekend als de vrouw die de discussie over homo's binnen de ChristenUnie
aanzwengelde, kan het rapport-Cnossen niet meemaken. Als de ChristenUnie-leden tijdens het komende partijcongres (14 juni) het
advies overnemen, ,,kan ik mij niet meer verantwoorden naar God toe over mijn politieke activiteiten voor de ChristenUnie'',
zegt Lont in een gisteren uitgebrachte verklaring. ,,Ik zal dan als consequentie hiervan mijn lidmaatschap van de ChristenUnie
opzeggen.''
Lont verwijt het partijbestuur (dat het advies-Cnossen overnam) te kiezen ,,voor een wereldse benadering, in plaats van de weg
van Gods Woord te volgen'' door niet eenduidig uit te spreken dat praktiserende homoseksuelen niet welkom zijn als
partijvertegenwoordiger. ,,De deur staat nu wagenwijd open voor een homoseksuele bestuurder. Er worden namelijk geen duidelijke
lijnen en regels uitgezet.''
,,Jammer'', reageert een woordvoerder van het partijbestuur op de aankondiging van Lont. ,,Het is een pijnlijk verwijt dat zij
zegt dat wij van Gods weg afdwalen. Het rapport staat juist vol Bijbelse lijnen en noties.'' Hij noemt het ,,altijd dubieus dat
mensen met dreigen proberen een discussie onder druk te zetten''.
Pikant is dat Lont het Amsterdamse ChristenUnie-bestuur op de hoogte heeft gesteld van haar terugkeer in de stadsdeelraad
Zuidoost op vrijdag 13 juni.
Afgelopen najaar zag zij zich gedwongen het raadswerk neer te leggen door ziekte, maar inmiddels is zij opgeknapt. Het is
onbekend of Lont haar zetel wil opgeven, mocht ze bedanken als CU-lid.
Kandidaat voor waterschap
ChristenUnie-lid Monique Heger, die vorig jaar haar raadszetel in Wageningen opgaf omdat zij een lesbische relatie was
aangegaan, wil zich nu namens de ChristenUnie kandidaat stellen voor de waterschapsverkiezingen in november. Ze zei gisteren
blij te zijn met de aanbevelingen van de commissie-Cnossen. ,,Hierdoor komt een einde aan de neiging om direct al te zeggen 'dat
kan niet', als we het hebben over mensen die samenleven met iemand van hetzelfde geslacht.'' Heger kent overigens geen andere
ChristenUnie-leden met een homorelatie die bestuursambities hebben. ,,Volgens mij ben ik de enige. Zo'n grote zaak is het dus
niet, lijkt me.''
Ondanks haar vertrek als raadslid, is zij niet van de ChristenUnie vervreemd. ,,Ik vind het gewoon een leuke partij. En ik heb
bewezen dat ik die op een geloofwaardige manier kan vertegenwoordigen. Dus ik ga het gesprek daarover graag aan.''
Het is dit jaar voor het eerst dat de ChristenUnie wil meedoen aan de waterschapsverkiezingen. Volgens een woordvoerder van de
partij ligt de beslissing over al dan niet meedoen uiteindelijk bij provinciale ChristenUnie-besturen. Zij beslissen ook wie in
dat geval worden gekandideerd.
Bij de partij tekenen bestuurders een ‘bewilligingsverklaring’ waarmee zij beloven bij het beëindigen van hun lidmaatschap
of raadswerk hun zetel terug te geven aan de partij. Het partijbestuur vat dit op als een morele verplichting, maar kan niets
afdwingen – dus ook niet van Yvette Lont.
Johan Frinsel sr., oud-directeur van stichting Tot Heil des Volks, blijkt vorig najaar al zijn lidmaatschap van de
ChristenUnie te hebben opgezegd. Toen al was voor hem duidelijk dat het partijbestuur ,,een heilloze weg’’ was ingeslagen,
door homoseksualiteit niet direct af te wijzen toen daarover discussie ontstond.
Het rapport van de commissie-Cnossen heeft Frinsel in zijn mening bevestigd. ,,Ik ontplofte toen ik daar van las. Als RPF-lid
van het eerste uur zou ik van mijn geloof moeten vallen om te kunnen instemmen met deze koers.’’ De ChristenUnie heeft zich
volgens hem aangepast om ,,vriend van de wereld te kunnen zijn en geen aanstoot meer te geven’’. ,,Voor hen die willen
vasthouden aan Gods Woord, is dit een dolksteek in de rug. Zij voelen zich verraden.’’
Als het ledencongres volgende maand zou besluiten het rapport-Cnossen te verwerpen, keert Frinsel overigens niet terug naar de
partij. ,,Het is mij wel duidelijk: bij de ChristenUnie zeggen ze weliswaar dat God gelijk heeft, maar in de praktijk hebben ze
Hem niet meer nodig.’’ Hij steunt dan ook Lont in haar aankondiging de partij te zullen verlaten, als het ingezette beleid
wordt aangenomen.
Oud-RPF-leider Leen van Dijke zegt juist dat de ChristenUnie ,,alles moet doen om Lont ervan te overtuigen dat haar stap
helemaal niet nodig is’’. ,,Lees de paragraaf over huwelijk en gezin en seksualiteit in het rapport.’’ Ook het
evangelische Tweede-Kamerlid Joël Voordewind denkt dat het niet zo is dat Cnossen de deur naar homo’s binnen de partij open
zet. ,,Als iemand een homoseksuele relatie heeft, zal het lastig worden bij het gesprek met de selectiecommissie. Zo eerlijk
moeten we zijn.’’
Van Dijke stelde ooit dat de ene zonde niet erger is dan de andere zonde en betrok dat op homoseksualiteit, wat hem op een
slepende rechtszaak kwam te staan (die hij uiteindelijk won). Hij kan zich vinden in de lijn-Cnossen en het feit dat de
partijtop die overneemt. Wel heeft Van Dijke zich geërgerd aan de manier waarop ChristenUnie-leider André Rouvoet over het
rapport sprak: ,,Hij gaf aan wat met het advies wél zou kunnen ten aanzien van homo’s in bestuursfuncties. Dat was een
onnodig grote stap.’’
Dubbel
Willem Ouweneel, hoogleraar theologie en als oud-lijstduwer prominent evangelisch
lid van de ChristenUnie, is dubbel in zijn reactie. ,,Ik vind het goed dat het bestuur de discussie breder heeft willen trekken
dan die over homoseksualiteit alleen. En ik begrijp ook wel dat ze geen lijstjes wilden maken met welke gedragingen allemaal wel
en niet toelaatbaar zijn.’’
Maar door hiervoor te kiezen, schuift de partij het probleem voor zich uit, naar de selectiecommissies die nieuwe bestuurders op
hun levensstijl moeten ondervragen, analyseert Ouweneel. ,,Ergens heeft dat iets lafs, omdat er nu nog steeds geen duidelijkheid
is.’’
Wat hem betreft had de partij dus wel een lijstje gemaakt, met een aantal dingen waarvan ,,iedereen binnen de partij vindt dat
ze niet kunnen’’. Daar zouden in elk geval homoseksuele relaties, maar ook ‘gewoon’ ongehuwd samenwonen en overspel op
moeten staan.
Ook voorzitter Bert Niehof van de Werkgroep Evangelischen binnen de ChristenUnie denkt dat zijn achterban ,,wellicht
liever een klip-en-klaar antwoord had gehad’’. Hij vertelt dat de werkgroep invloed probeerde uit te oefenen op de bezinning
binnen de commissie-Cnossen door te melden dat men er niet mee in kan stemmen dat een homoseksueel met een relatie de partij
vertegenwoordigt. Toch is Niehof positief over het rapport. ,,Er zitten heel wat waarborgen in dat dit ook niet zal gebeuren. We
moeten dus niet in paniek raken en roepen dat het hek nu van de dam is.’’
Niehof denkt dat met de nodige uitleg van het partijbestuur de meeste evangelischen de CU trouw zullen blijven. Er is ook een
deel dat af zal haken: hij schat dat ruwweg een kwart van de evangelische kiezers moeite heeft met het ‘homostandpunt’.
Vorig jaar bleek uit kiezersonderzoek van de ChristenUnie dat zo’n tien procent van de stemmers uit de evangelische hoek komt.
Afgaande op de kiesdeler van de laatste verkiezingen (2006), zou het aantal evangelischen dat zich niet langer kan vinden in de
koers van de partij uitkomen op een kleine tienduizend.
|