www.vergadering.nu De Leesmap www.vergadering.nu

Nederlands Dagblad - 10 juni 2008

CU en de beperktheid van christelijke politiek

Een vraag als 'Kan iemand met een homoseksuele relatie een partij als de ChristenUnie geloofwaardig vertegenwoordigen?' bepaalt ons bij het 'andere'van christelijke politiek en bij de beperktheid van ons huidige politieke systeem en de rol van christelijke politieke partijen daarin.

VRIJPLAATS

door
Henk P. Medema

Heel de Bijbel, heel het leven, heel de mens dat is volgens Peter Blokhuis waar het om gaat bij de ChristenUnie, en óók in het rapport van de commisie Cnossen (Nederlands Dagblad 7 juni). Vice premier Rouvoet formuleert wat daarvan de consequentie is: Geen onderscheid tussen homo's en hetero's, en vragen ten aanzien van representatie worden besproken in het onderling gesprek (Trouw 7 juni).




Het doet me oprecht goed dat zoiets gezegd wordt op een kruispunt van ethiek en politiek. Intussen zitten we wel met onze vragen van christelijke ethiek én met de vragen van christelijke politiek nog helemaal in de 'ouderwetse 'moderniteit. Hoe zou de Heer daarin staan? What Would Jesus Do? maar nog een spade dieper, in de aardige titel van het boekje van John D. Caputo: What Would Jesus Deconstruct? Wat klopt er niet in de manier waarop wij als Nederlandse christenen ethische vragen aan de orde stellen?

Ethiek
Ten eerste de vraag: wat is de impact van christelijke ethiek? We kunnen Bijbels wel zeggen dat homoseksuele levensstijl fout is. Maar we kunnen niet eisen dat zulke dingen in onze leefomgeving niet voorkomen. In een Kantiaanse ethiek past dat, maar niet in de lijn van Jezus. De ethiek van Kant zegt dat iedereen door plichtsbesef gebonden is, bijvoorbeeld om niet dronken op de openbare weg te rijden. Of, in een wat huiselijker voorbeeld: dat in ons gezin geen rommel op de vloer wordt gegooid, daar is de vuilnisbak voor. Christelijke ethiek stemt daarmee in.

Maar Kant gaat verder, en keert de norm tevens om. In zijn ethiek past ook dat als jij de plicht hebt om nuchter te zijn bij het autorijden, dit betekent dat ik het recht heb op een snelweg zonder dronken chauffeurs te rijden. En het betekent ook dat vader en moeder het recht hebben alles wat ze op de vloer aantreffen in de vuilnisbak te gooien, zonder de daaraan gekoppelde verplichting er eerst met de kinderen over te praten. Deze dubbele ethische norm behoort bij de moderne tijd, en past niet bij het christendom (en trouwens ook niet in een gezin waarin ouders en kinderen met liefde en respect met elkaar omgaan). Jezus legt aan zijn discipelen uit, en voegt zelf de daad bij het woord, wat de norm is: je naaste lief te hebben als jezelf, zelfs je vijanden lief te hebben. Gods geboden zijn voor alle mensen, maar ik kan niet zeggen dat ik het recht heb om bemind te worden.

Christelijke politiek
Mijn tweede vraag las ik, net toen ik dit artikeltje aan het schrijven was, bij Stefan Paas in CVKoers van juni: kan er wel zoiets bestaan als een christelijke partij? In ons staatkundige bestel functioneren sinds anderhalve eeuw politieke partijen, en over het algemeen gaat dat best goed. Maar terwijl we bij grens en horizonvragen als deze onze blik op de einder slaan, zouden we best eens wat meer oog mogen hebben op de eindigheid en beperktheid van onze in de moderniteit ontstane politieke systemen. Een stofzuiger is heel handig als vader en moeder de vloer willen schoonmaken, maar voor sommige dingen die de kinderen daar hebben laten rondslingeren is het geen geschikt instrument. Met zulke menselijk hoogst belangrijke kwesties mag je niet gewoon de vloer aanvegen, en met kwetsbare mensen al helemaal niet. De commissieCnossen vindt dat de oplossing ligt in de selectiecommissies, en André Rouvoet zegt het algemener én dieper: het onderlinge gesprek.

Prachtig, dat onderlinge gesprek, waarin het gaat over de hele mens, de hele Bijbel, heel het leven! Maar daarvoor moet je eigenlijk zijn bij de Kerk, de familie van God, het lichaam van Christus. Het congres van de ChristenUnie zal zo diep niet kunnen boren.

Dan past echter wel enige bescheidenheid in de discussie. We kunnen de diepste dingen van het leven écht niet in een politieke partij inpolderen. De discussie over een homoseksuele levensstijl ligt een hele stap dieper dan die van politieke representatie. Over het laatste mag een politieke partij iets zeggen. Maar de diepere vragen kunnen eigenlijk alleen op het terrein van de geloofsgemeenschap worden beantwoord en besproken. Eigenlijk vind ik, aanhakend op de vraag van Stefan Paas, dat hier blijkt hoe een christelijke politieke partij een onding is, maar dat zal wel dopers zijn, zoals Roel Kuiper de lijn van Paas ook bestempelde...

Henk P. Medema is uitgever en publicist.

De Leesmap-index


 

www.vergadering.nu