„Wetenschap heeft ook haar grenzen”
NIJKERK – „Dit jaar is het voor mij dubbel feest: het is én het jaar van Calvijn én van Darwin.” Evolutiebioloog dr. Sander van Doorn begrijpt dat de menselijke afstamming van de aap een gevoelig punt is. „Toch ben ik er wat verwonderd over, want de idee dat de mens uit het stof is geschapen, is niet per se aantrekkelijker.”
Van Doorn grossierde in prikkelende stellingen op het zaterdag gehouden congres ”Darwin in de tuin van Eden” in Nijkerk. „Voor de dominee van de Gereformeerde Bondsgemeente waarin ik groot werd, was de evolutieleer uit den boze, ík kan er inmiddels helemaal achter staan.”
Aan het einde van het congres over schepping en evolutie, georganiseerd door een handvol christelijke organisaties, kwam prof. dr. E. Schuurman op een subtiele manier hierop terug: „Eenvoudige dominees kunnen vragen te kort door de bocht beantwoorden, maar ook ontwikkelde wetenschappers kunnen te simpele antwoorden geven. Ik heb veel te weinig geproefd van de grenzen van wetenschappelijk kennen. Voor het gesprek om elkaar te bereiken is noodzakelijk dat zowel de sterke als de zwakke kanten van de wetenschap worden meegenomen.”
Ook prof. dr. W. J. Ouweneel handhaafde de grote bezwaren die hij vanouds tegen de evolutieleer heeft gehad: „De evolutieleer verklaart niet de enorme diversiteit aan soorten in de aardlagen, die afgezien van een aantal uitgestorven soorten overeenkomen met die in de nu levende natuur. Er zijn nauwelijks overgangssoorten gevonden. Verder heeft de evolutiewetenschap geen overtuigende verklaring voor het ontstaan van het leven en van de menselijke geest.”
Op de vraag of hij niet meent dat op bepaalde punten een ingrijpen van God nodig moet zijn geweest, reageerde prof. dr. Cees Dekker dat Ouweneel van God te veel Iemand maakt Die de gaten in de wetenschappelijke kennis moet vullen. „Ik houd niet van de term ”ingrijpen van God”. God onderhoudt de wereld op elk moment.”
Veel aandacht was er op het congres voor de Bijbelse gegevens. Ouweneel keerde zich tegen de stelling dat tot pakweg het jaar 1800 bijna alle christenen geloofden in een schepping in zes keer 24 uur. Met kracht handhaafden Ouweneel en prof. dr. G. van den Brink de historiciteit van de zondeval. Beiden menen ook dat Adam en Eva het eerste mensenpaar moeten zijn geweest. Prof. Van den Brink: „Ook al zie ik wat metaforische elementen in Genesis 2 en 3, de veranderingen ten opzichte van wat mijn vader en opa geloofden zijn tamelijk beperkt. De suggestie die uitgaat van Paulus’ betoog in Romeinen 5 is heel sterk.”