Waarom ik ervoor kies om verbonden te blijven aan de Broederbeweging
Een persoonlijke opvatting door Philip Nunn
Ik wil
hier graag mijn verhaal vertellen. Ik zal je vijf redenen geven waarom ik ervoor gekozen heb om verbonden te blijven aan de
Broederbeweging. Het is een persoonlijke opvatting - mijn opvatting. Daarmee wil ik niet zeggen dat deze vijf redenen de
belangrijkste Bijbelse leerstellingen zijn, en ook wil ik me daarmee niet kritisch opstellen ten opzichte van andere christelijke
gemeenschappen die een andere mening hebben. Ik wil absoluut niet de indruk wekken dat 'wij' de enigen zijn die deze vijf doelen
nastreven. De waarheid is dat deze prachtige kenmerken tegenwoordig door veel meer christenen gedeeld worden dan twee eeuwen
geleden, toen de Broederbeweging begon - en elke keer dat ik ze zie, geniet ik daar opnieuw van, wanneer en waar ik ze ook zie! Maar
er moet ook gezegd worden dat deze vijf nobele doelen essentieel zijn in de droom van de Broederbeweging - op die manier
inspireerden ze een generatie van broeders en zusters die ernaar streefden deze doelen na te leven en die op hun beurt weer anderen
over de hele wereld enthousiast maakten.
Het navolgen van deze droom zorgde voor de opkomst van wat historici tegenwoordig de Broederbeweging noemen. Ik geloof dat het één
van de vele bewegingen van God was. Vrij snel werden grote delen van de beweging helaas geïnfecteerd met dogmatische virussen,
waardoor de gemeenschap en samenwerking aan banden werden gelegd en waarbij men de praktische uitwerking binnen de gemeenten zoveel
mogelijk gelijk wilde trekken. Persoonlijke conflicten en soms zelfs arrogantie ten opzichte van 'hen die niet bij ons zijn' hebben
de beweging grote schade toegebracht. Maar hun oorspronkelijke droom - deze vijf nobele doelen - leven en inspireren vandaag de dag
nog steeds. Het blijft mijn hart verwarmen en het geeft richting aan de manier waarop ik mijn leven als christen vorm geef.
1. We streven ernaar de Heer Jezus de hoogste plaats te geven in ons persoonlijk en gezamenlijk leven
Zoals elke wedergeboren christen hebben ook de broeders en zusters die verbonden zijn aan de Broederbeweging een diepe liefde voor
de Heer Jezus. Bij hun bekering geeft elk van hen zijn of haar leven aan Hem. Zij zijn er van overtuigd dat Zijn bloed dat vergoten
werd op Golgotha voldoende is om hen te reinigen van "alle zonden" en verheugen zich in de wetenschap dat hun redding
zeker is - hij of zij "heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel" (Joh.5:24). Zij delen dezelfde blijde ervaring die
de eerste christenen ervoeren toen het christendom zich nog maar net over de wereld begon te verspreiden.
Petrus zag die
vreugde en schreef er het volgende over: "Hoewel u Hem niet gezien hebt, hebt u Hem toch lief. Hoewel u Hem nu niet ziet, maar
gelooft, verheugt u zich in Hem met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde" (1Petr.1:8). Zij erkennen ook de unieke en
speciale plek die de Heer Jezus zou moeten hebben in hun gezamenlijke leven, als "het hoofd van het lichaam, de gemeente, Hij
die het begin is, de eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in alle dingen de eerste plaats zou innemen" (Kol.1:18).
Centraal in alle christelijke gemeenten die op welke manier dan ook verbonden zijn met de Broederbeweging, staat de viering van het
Avondmaal - meestal elke week. Het verlangen van Jezus, wanneer Hij zegt: "Doet dit tot mijn gedachtenis" (Luk. 22:19),
moedigt elke broeder en zuster aan om dankbaar de aandacht te richten op Jezus Christus, wie Hij is, wat Hij gedaan heeft en wat Hij
zal doen. Tijdens deze bijeenkomst geloven zij, evenals tijdens hun andere kerkelijke bijeenkomsten, dat de Heer Jezus zelf in hun
midden is. Om dat geloof te voeden, wordt Mattheüs 18:20 vaak geciteerd: "Want waar twee of drie in Mijn Naam vergaderd zijn,
daar ben Ik in hun midden". Deze realiteit geeft waarde en betekenis aan hun bijeenkomsten. Wanneer zij aanbidden, willen ze
Jezus de hoogste plaats geven en dat vult hun harten met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde. Dat is ook mijn eigen beleving.
2. We erkennen de unieke autoriteit van Gods Woord, de Bijbel, en onderwerpen ons daar aan
Waarheid en leerstellingen zijn zeer belangrijk voor hen. Door middel van persoonlijke studie en hun vele conferenties, preken en
discussies over de Bijbel willen ze gehoor geven aan de apostolische richtlijn: "Laat het woord van Christus rijkelijk in u
wonen, terwijl u in alle wijsheid elkaar leert en terechtwijst met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen en in de genade zingt
in uw harten voor God" (Kol.3:16). Ze doorzoeken de Schrift naar richtlijnen voor hun persoonlijk en gezamenlijk leven. Net als
de Psalmist zingen ze: "Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad" (Ps.119:105). Zij zien de Bijbel als
Gods complete, unieke en gezaghebbende openbaring en nemen de roeping van Judas "om te strijden voor het geloof dat eenmaal aan
de heiligen overgeleverd is" (Jud.3) serieus.
Verschillende taalgroepen hebben hun gerespecteerde en favoriete sprekers en schrijvers. Soms zijn hun interpretaties, uitleggingen
en geschriften helaas dezelfde autoriteit toebedeeld als de Schrift zelf. Maar in principe heeft alleen de Heilige Schrift het
uiteindelijke gezag. Ze zeggen oprecht altijd open te staan voor een verandering van inzicht, wanneer vanuit de Schrift bewezen kan
worden dat dat noodzakelijk is. Als je vraagt om een exemplaar van een 'Geloofsverklaring' van de Broederbeweging, zul je altijd een
Bijbel krijgen. Als twintiger en dertiger vond ik dit frustrerend. Ik gaf toen de voorkeur aan een lijst met daarop hun
belangrijkste en meest onderscheidende leerstellingen en gebruiken. Maar nu, als vijftiger ben ik blij dat ik de hele Bijbel heb als
mijn 'Geloofsverklaring'. Dat staat me toe om de Bijbel met een open hart te bestuderen en Gods licht te zoeken, in plaats van me
verplicht te voelen om een reeks overeengekomen verklaringen of uitleggingen te moeten verdedigen. Ik hoef niet bang te zijn voor de
waarheid - waar die ook heen mag leiden. Er is ruimte om te verkennen, te groeien en te leren van anderen. Bereidwillige
onderwerping aan Gods Woord is goed voor ons. De apostel Paulus spoorde Titus aan: "Spreek wat de gezonde leer past"
(Tit.2:1).
Christelijke leiders kunnen zelfs met de beste intenties aanzetten tot onderdrukkende, manipulatieve en ongezonde gemeenten. Een
correct begrip en een correcte toepassing van Gods openbaring zal altijd leiden tot gezonde kerken, gezonde families, een gezonde
manier van denken en een gezonde manier van leven. Wanneer genade en waarheid samen opgaan, is er vreugde en vrede in
gehoorzaamheid. In feite is vrijwillige onderwerping aan Gods woord een liefdestaal: "Want dit is de liefde van God, dat wij
Zijn geboden bewaren" (1Joh.5:3).
3. We hebben een diep verlangen naar de leiding en de kracht van de Heilige Geest
Net als de meeste christenen, geloven zij die verbonden zijn met de Broederbeweging dat de Geest van God woont in elke wedergeboren
christen. Elke christen is verzegeld met de Heilige Geest en "door één Geest tot één lichaam gedoopt" (1 Kor.12:13).
Het is interessant om te weten dat er al sinds het begin van de beweging een diep verlangen is om geleid te worden door de Heilige
Geest - zowel persoonlijk als gezamenlijk als gemeente. Dit diepe verlangen is vandaag de dag nog altijd springlevend.
Zij geloven dat de Heilige Geest er vooral interesse in heeft om Christus te verhogen. Dit wachten op de Geest is vooral zichtbaar
wanneer de gemeente bij elkaar komt om het Avondmaal te vieren. Tijdens deze bijeenkomst verwacht de gemeente dat de Heilige Geest
onder hen beweegt, hun harten zal verwarmen en hun ideeën en indrukken kan geven die leiden naar een specifiek gezang dat gezongen
kan worden, een Bijbeltekst die hardop voorgelezen kan worden of een gedachte die geuit zou kunnen worden in gebed. Dit is in
werkelijkheid een zeer subjectieve bijeenkomst. Deze diepe toewijding aan waarheid en leerstelling [objectieve openbaring], samen
met het diepe verlangen om te luisteren naar wat de Geest ons ingeeft (subjectieve openbaring) voorzien in een zeer interessante mix
van objectiviteit en subjectiviteit binnen de Broederbeweging.
In de 19e eeuw hielpen leraren die verbonden waren aan de Broederbeweging om de Bedelingenleer uit de Schrift populairder te maken
in het grotere Lichaam van Christus. Simpel gesteld gaat die leer ervan uit dat de manier waarop God met de mensheid omgaat
gedurende de tijd is veranderd. Sommigen denken dat de Bedelingenleer beperkingen oplegt aan wat de Heilige Geest vandaag nog kan
doen. Maar dat is simpelweg niet waar. De dood en opstanding van de Heer Jezus zijn, samen met de uitstorting van de Heilige Geest
tijdens Pinksteren, historische, niet te herhalen gebeurtenissen. Sommige "tekenen, wonderen en allerlei krachten" werden
gegeven om daarmee het fundamentele werk van "de apostelen en profeten" te bekrachtigen (Ef.2:20; 1 Kor.12:12). Maar het
werk van de Heilige Geest toen en nu reikt veel verder.
De kerk uit de eerste eeuw en de kerk van vandaag behoren tot dezelfde `bedeling van de gemeente' - er zijn sterke verbanden te
vinden. Wanneer de eerste gelovigen de kracht van de Heilige Geest nodig hadden om "getuigen" (Hand.1:8) te kunnen zijn,
hebben wij die kracht ook nodig om vandaag effectieve getuigen te kunnen zijn. Wanneer de eerste gelovigen de geestelijke gaven of
openbaring kregen "tot opbouw van de gemeente" (1 Kor.12:7; 14:1-12), hebben wij ook die door de Geest gegeven gaven nodig
om de kerk vandaag op te bouwen. Als God zijn Geest gaf en "wonderen" deed in de eerste gemeenten in Galatië (Gal. 3:5),
is er geen enkele reden waarom Hij dat vandaag niet opnieuw zou kunnen doen - en dat is waarom jij en ik nog steeds naar
gebedsbijeenkomsten gaan. Daarom bidden we vol verwachting - ons altijd bewust van het feit dat God soeverein blijft en dat de Geest
"aan ieder afzonderlijk uitdeelt zoals Hij wil" (1 Kor.12:11).
Wat zo bijzonder is aan deze 'Kerk-bedeling' is de activiteit van de Heilige Geest, die niet alleen speciale mensen gebruikt, leidt
en kracht geeft, maar alle gelovigen! Dat is waarom elke christen aangemoedigd wordt om "vervuld met de Geest" te worden
(Ef.5:18). Dat is waarom elke christen aangemoedigd wordt met de woorden: "Jaagt naar de liefde en streeft naar de geestelijke
gaven" en in de context van de gemeentelijke samenkomsten, "vooral dat u mag profeteren" (1 Kor. 14:1). De Heilige
Geest verlangt ernaar ons te veranderen door in elke christen Zijn prachtige vrucht van "liefde, blijdschap, vrede, geduld,
vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing" (Gal. 5:22-23) voort te brengen. Dit verlangen naar
leiding en verandering door, en kracht van de Heilige Geest, is vandaag nog altijd springlevend. Historisch gezien heeft het een
gezamenlijke uitweg gevonden in aanbiddingssamenkomsten en profetische bedieningen - en er is een groeiend bewustzijn onder velen
dat we zulke gevoeligheid, leiding en kracht nodig hebben in alle gebieden van het leven, en van bedieningen, "want zonder Mij
kunt u helemaal niets doen" (Joh. 15:5).
4. We geloven sterk in het priesterschap van alle gelovigen en moedigen daar sterk toe aan
Het Priesterschap van alle gelovigen maakt als leerstelling een einde aan het door mensen gemaakte onderscheid tussen
`priester' en 'leek'. Er was een tijd waarin er in Europa een vergunning nodig was als je publiekelijk vanuit de Bijbel wilde
preken. Er was een zeer duidelijk verschil tussen de 'professional', de priester, en de rest. Maar het Nieuwe Testament maakt
duidelijk dat elke gelovige een priester is: "U echter bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige
natie, een volk tot een eigendom, opdat u de deugden verkondigt van Hem die u uit de duisternis heeft geroepen tot zijn wonderbaar
licht" (1 Petr. 2:9). Christelijke gemeenten die hun wortels hebben in de Broederbeweging, moedigen meestal erg graag aan tot
meerdere deelnamen, een ieder volgens zijn roeping, zijn gaven, zijn volwassenheid en huidige geestelijke toestand. Elk deel van het
Lichaam is nodig. Passiviteit van één lid doet schade aan het hele Lichaam. Ze moedigen elk lid van het Lichaam van Christus aan
om zijn of haar functie te vervullen.
Het priesterschap van alle gelovigen is een leerstelling die ook een einde maakt aan het door mensen gemaakte onderscheid
tussen 'priester' en 'vrouw'. In het Oude Testament waren de priesters van Israël mannen. In het Nieuwe Testament lezen we dat elke
gelovige een priester is. Christelijke vrouwen mogen, net als christelijke mannen, "geestelijke offers... brengen, die God
welgevallig zijn door Jezus Christus" (1 Petr. 2:5). Financiële gaven en materiële ondersteuning worden gezien als "een
aangename geur, een welgevallig offer, welbehaaglijk voor God" (Fil.4:18). We kunnen, aangespoord door geloof, ook onze
diensten aanbieden (Fil.2:17). Wanneer we "door Hem een lofoffer brengen aan God, dat is de vrucht van de lippen die zijn naam
belijden" (Heb.13:15), zijn dit ook geestelijke offers. We worden allemaal aangemoedigd onze lichamen aan God te wijden
"tot een levende offerande, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke dienst" (Rom. 12:1). De man-vrouw
discussie is tegenwoordig een gevoelig onderwerp. De Bijbel maakt duidelijk dat mannen en vrouwen gelijke waarde hebben in Gods ogen
en ook dat God soms iets anders van een man dan van een vrouw verwacht in de context van gezins- en kerkleven. Elk christelijk
echtpaar moet een mooie en passende manier vinden om uitdrukking te geven aan het man-vrouwverschil in hun gezinsleven. Op dezelfde
manier moet elke christelijke gemeente een mooie en passende manier vinden om de Schrift te eren en het verschil tussen man en vrouw
tot uitdrukking te brengen in hun kerkelijk leven.
De kerken die we tegenkomen in het Nieuwe Testament worden geleid door een groep volwassen mannen die oudsten of opzieners worden
genoemd. We vinden weer anderen die de kerk dienen als diakenen. Sommigen hebben speciale gaven, zoals apostelen, profeten,
evangelisten en herders/leraren. Of je nou man of vrouw bent en welke functie of gaven je ook hebt, we worden allemaal door God
gezien als priesters die Hem verschillende geestelijke offers kunnen brengen. Er zijn altijd verschillen tussen de gemeenten geweest
die verbonden zijn aan de Broederbeweging. Dat is niet nieuw. Binnen gezonde families kunnen ook veel verschillen voorkomen. Het is
goed om te bedenken dat de verbindende kracht van een beweging er één is van visie en passie, en niet één van structuren,
lijstjes, vormen of manieren om dingen te doen. Wat broeders en zusters binnen de Broederbeweging verenigt en inspireert, is hun
gemeenschappelijke liefde voor en toewijding aan de Heer Jezus, een passie voor Gods Woord, een verlangen om geleid te worden door
en kracht te krijgen van de Heilige Geest en het verlangen om elke gelovige aan te moedigen om volledig deel te nemen aan hun door
God gegeven Priesterschap-functie.
5. We nemen enthousiast en op een opofferende manier deel aan de opbouw van het wereldwijde Lichaam van
Christus
Broeders en zusters binnen de Broederbeweging hebben de eenheid van het Lichaam van Christus altijd heel belangrijk gevonden. Ze
zien zichzelf als deel van die ene universele Kerk van Jezus Christus. Er is maar één Lichaam. Er is maar één Kudde. Er is maar
één Huis, één Tempel, één Familie van God. Zoals de Heer Jezus, zijn ze bezig "om het verlorene te zoeken en te
behouden" (Luk.19:10). Boeken over wereldzending laten het effect zien van de wijdverbreide evangelisatiedrang van zendelingen,
tentenmakers, leraren en gemeenten die verbonden zijn aan de Broederbeweging. Er zijn vele mannen en vrouwen te vinden die
evangeliseren en gemeenten stichten. Je vindt ze binnen veel christelijke organisaties, zoals organisaties die gespecialiseerd zijn
in het vertalen van de Bijbel, het verspreiden van de Bijbel, jongerenwerk, evangelisatie-campagnes, het verspreiden van boeken en
projecten die de liefde van Jezus laten zien door de zieken, zwakken en armen te helpen.
Soms en in sommige gebieden gedragen gemeenten die verbonden zijn aan de Broederbeweging zich als een denominatie - en soms als een
zeer starre en exclusieve denominatie. Er zijn goede Bijbelse argumenten voor het aangaan van opbouwende werkrelaties tussen
christelijke gemeenten. Soms is het ontstaan van een netwerk van gemeenten eenvoudig een natuurlijke ontwikkeling van nieuwe
gemeenten. Soms is het ontstaan door familie- of vriendschapsbanden. Voor andere gemeenten is een 'onderlinge band (Eng. 'circle of
fellowship') een makkelijker manier om een vorm van leerstellige harmonie te bereiken of om bestaande hulpmiddelen makkelijker te
kunnen delen. De uitdaging is (a) hoe je je gemeente kunt beschermen tegen onderwijs en praktijken die je ongezond of on-Bijbels
acht en tegelijkertijd (b) kunt genieten van de zegeningen die God wil geven door de samenwerking tussen gemeenten, zelfs met hen
die anders zijn dan de jouwe. De praktische erkenning van het hele Lichaam van Christus inspireerde de broeders en zusters die aan
het begin van de Broederbeweging stonden. Die prachtige visie blijft mij inspireren om zelf opofferend en enthousiast deel te nemen
aan de opbouw van het wereldwijde Lichaam van Christus.
Conclusie
Waarom kies ik ervoor om verbonden te blijven aan de Broederbeweging? In het kort: omdat ik hun oorspronkelijke droom deel.
Deze vijf nobele doelen bleven me inspireren, ze verwarmen mijn hart en geven me richting aan de manier waarop ik mijn leven leid:
1. Om de Heer Jezus in alles centraal te stellen
2. Om Gods Woord lief te hebben en met een open hart en geest te bestuderen
3. Om te verlangen naar de leiding en bekrachtiging van Gods Heilige Geest
4. Om actief aan te zetten tot het priesterschap van alle gelovigen
5. Om positief bij te dragen aan de opbouw van het wereldwijde Lichaam van Christus
Omdat dit zo belangrijk is, herhaal ik het nog eens: veel gemeenten die op geen enkele manier verbonden zijn aan de Broederbeweging
streven ook naar een aantal of zelfs al deze vijf doelen. Sommigen van hen zijn, denk ik, misschien zelfs oprechter en meer
gepassioneerd in het navolgen van deze doelen. We staan hier duidelijk niet alleen in!
Het is ook waar dat een aantal gemeenten stellen dat ze onderdeel uitmaken van de Broederbeweging, maar in de praktijk slechts een
zwakke toewijding tonen aan de oorspronkelijke droom. Zij lijken tevreden te zijn met het vasthouden aan een bepaalde vorm - aan een
'manier van samenkomen'. Zoals met de meeste dromen zijn toewijding, passie en energie vereisten om een droom levend te houden.
De Broederbeweging had nooit de bedoeling om een exclusieve club of een gesloten netwerk te worden. In het begin werkten zij er hard
aan om niet gezien te worden als een andere denominatie. Het is een beweging en moet dat ook blijven – een beweging van God. Om
een 'beweging'te blijven, moet ze niet sektarisch zijn, maar altijd willen leren, delen en zichzelf verbeteren. En om als beweging
van God een 'beweging van God' te blijven, moet zij God toestaan om op Zijn manier werkelijk onder hen te bewegen - zoals Hij dat in
het verleden heeft gedaan of op welke nieuwe manier dan ook die Hij wil. Zoals de Israëlieten in de woestijn moeten wij altijd
klaar zijn om met God te bewegen wanneer Hij beweegt, zelfs als dat betekent dat we een comfortabele oase moeten verlaten. Wat doet
God vandaag? Laten we trouw zijn! Laten we er deel van uitmaken!
Philip Nunn
Voor nader onderzoek verwijs ik graag door naar mijn artikel: 'Organische gemeente netwerken' - dat te vinden is
op www.philipnunn.com