www.vergadering.nu  Recensie-index  www.vergadering.nu

4 RECENSIES


Christelijke encyclopedie
door Wim Berkelaar, George Harinck, Bart Jan Spruyt en Lodewijk G. M. Winkeler (red.)
uitg. Kok, Kampen, 2005
ISBN 9789043503501
ca. 700 blz. per deel; € 99,-
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)...

of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl

In deze nieuwe uitvoering wordt, anders dan bij de vorige edities, het woord christelijk binnen de Nederlandse context zo breed mogelijk opgevat, zowel het rooms-katholicisme als het protestantisme omsluitend. Bovendien zal het accent sterk komen te liggen op de twintigste eeuw en worden ook de centrale noties van het jodendom, de islam en andere levensbeschouwingen in verband met de raakvlakken met het christendom behandeld.
Tenslotte zal de nadruk op theologie - zowel in de keuze van de trefwoorden als in de beschrijvingen - plaats maken voor een cultuurhistorisch accent. De bedoeling is te informeren over het christendom in zijn culturele context.
Trefwoorden
Op grond van deze uitgangspunten is een keuze gemaakt van ongeveer 3000 trefwoorden, die omvatten:
- alle relevante theologische, liturgische, historische, culturele en algemene zaken betrekking hebbend op het christendom
- christelijke denominaties en organisaties 
- definities van belangrijke begrippen en letterwoorden 
- biografieën van individuen en hun betekenis voor de christelijke traditie 
Bij elk trefwoord is de tekst op dezelfde wijze opgebouwd en ingedeeld. Er wordt in zo kort mogelijk bestek feitelijke informatie gegeven, en waar mogelijk en nodig wordt verwezen naar andere trefwoorden. Tevens is relevante literatuur over het betreffende onderwerp vermeld.
Specifiek inhoudelijke informatie uit de Bijbel, zoals bijvoorbeeld te vinden in de Bijbelse Encyclopedie (zie pag. 41) is niet opgenomen.
Voortbouwend op de traditie van deze uitgave die een begrip is geworden in Nederland, hebben wij besloten om de naam voor deze titel, Christelijke Encyclopedie, te handhaven.
Registers
De doelmatigheid en bruikbaarheid van een encyclopedie staat of valt met betrouwbare ontsluiting via registers. Het uitgebreide personenregister wordt dan ook met grote zorg samengesteld.
De redactie wordt nu niet meer gevormd door theologen, maar door kerk- en cultuurhistorisch geïnteresseerde contemporaine historici.

Lees ook de recensie van: Van het centrum naar de marge.
De ontwikkeling van de christelijke godsdienst in Nederland
Auteur: Gerard Dekker - Klik hier...


4. Uitdaging - januari 2006

George Harink e.a. (red)
Christelijke Encyclopedie fantastisch naslagwerk

Hij is er! Een paar weken te laat, maar wie maalt daarom bij een project dat jaren in beslag nam. De derde editie van de Christelijke Encyclopedie is uit en om maar meteen met de conclusie in huis te vallen: Het is een fantastisch naslagwerk geworden.

Bijna 50 jaar geleden verscheen de tweede druk van de Christelijke Encyclopedie, een toen zesdelige, volledig herziene herdruk van de eerste editie die een kwart eeuw daarvoor uitkwam.
De derde editie is opnieuw 'geheel herzien'. En dat wil wat zeggen. In feite is de encyclopedie zo ongeveer opnieuw gemaakt. Het is geen kwestie geworden van wat aanvullingen. Elk artikel is onder handen genomen, talloze nieuwe zijn toegevoegd, in totaal 250 auteurs hebben een bijdrage geleverd, er zijn rond de 3500 trefwoorden in de driedelige encyclopedie opgenomen.

Dat zijn de simpele cijfers. Indrukwekkend, maar meer ook niet. Om de encyclopedie echt te beproeven, moet je 'm in handen hebben, openslaan, bekijken, napluizen. En vooral: genieten. Want ja, van een encyclopedie kun je ook genieten. Zeker als het zo'n indrukwekkend werk is als waarmee uitgeverij Kok nu op de proppen is gekomen. Hulde aan de boekenmakers uit Kampen. Ze hebben een puik stuk werk afgeleverd.

De samenstellers van de encyclopedie zijn niet over een nacht ijs gegaan. Allereerst werd geïnventariseerd of er behoefte was aan een nieuwe encyclopedie. Dat bleek inderdaad het geval. Vervolgens besloten ze om niet zozeer de bestaande encyclopedie hier en daar wat aan te passen, maar met een werk op de proppen te komen dat vrijwel geheel nieuw is en de komende jaren en wellicht decennia de tand des tijds kan doorstaan.




"Deze nieuwe uitgave is in samenstelling, opzet en inhoudelijke benadering afwijkend van de vorige edities, maar zet tegelijkertijd met behulp en gebruik ervan de traditie voort van een betrouwbaar en degelijk standaardwerk", heet het in een verklaring van Kok.

Na rijp beraad werd besloten om de naam Christelijke Encyclopedie te handhaven. In de nieuwe uitvoering wordt, anders dan bij de vorige edities, het woord christelijk binnen de Nederlandse context zo breed mogelijk opgevat, zowel het rooms katholicisme als het protestantisme omsluitend. Bovendien ligt het accent in de nieuwe uitgave sterk op de twintigste eeuw en worden ook de centrale noties van het jodendom, de islam en andere levensbeschouwingen in verband met de raakvlakken met het christendom behandeld.

Tenslotte zal de nadruk op theologie zowel in de keuze van de trefwoorden als in de beschrijvingen plaats maken voor een cultuurhistorisch accent. De bedoeling is te informeren over het christendom in zijn culturele context.

Op grond van die uitgangspunten is vervolgens een keuze gemaakt van zo grofweg 3500 trefwoorden. Voor elke encyclopedie geldt dat doelmatigheid en bruikbaarheid ervan staat of valt met een betrouwbare ontsluiting via registers. De Christelijke Enccyclopedie heeft dan ook een uitgebreid personenregister, dat met zorg is samengesteld.

De trefwoorden omvatten volgens de samenstellers alle relevante theologische, liturgische, historische, culturele en algemene zaken die betrekking hebben op het christendom. Daarnaast 'alle' christelijke denomjnaties en organisaties, definities van belangrijke begrippen en letterwoorden, en (korte) biografieën van individuen en hun betekenis voor de christelijke traditie.

Bij elk trefwoord is de tekst op dezelfde wijze opgebouwd en ingedeeld. Er wordt in zo kort mogelijk bestek feitelijke informatie gegeven, en waar mogelijk en nodig wordt verwezen naar andere trefwoorden. Tevens is relevante literatuur over het betreffende onderwerp vermeld. Het is nadrukkelijk een christelijke encyclopedie, geen bijbelse. Specifiek inhoudelijke informatie uit de Bijbel is niet opgenomen. Die is wel te vinden in de Bijbelse Encyclopedie, ook al een uitgave van Kok.

De Christelijke Encyclopedie is, anders dan voorgaande edities, ook niet meer samengesteld door theologen. De redactie werd ditmaal gevormd door kerk en cultuurhistorisch geïnteresseerde contemporaine historici: George Harinck (1958, bijzonder hoogleraar geschiedenis aan de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken te Kampen en directeur van het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme van de Vrije Universiteit Amsterdam en directeur van het Archief en Documentatiecentrum van de Gereformeerde Kerken te Kampen), Wim Berkelaar (1960, historicus, mede oprichter van het Historisch Nieuwsblad en thans verbonden aan het historisch radioprogramma OVT van de VPRO) en Locl.ewijk Winkeler (1951, historicus en hoofd van het Katholiek Documentatie Centrum aan de Radboud Universiteit Nijmegen). Ook Bart Jan Spruyt, de huidige directeur van de Edmund Burke stichting was enige tijd lid van de redactie. Dat was toen hij nog politiek redacteur van het Reformatorisch Dagblad was.

De Christelijke Encyclopedie is niet goedkoop. Voor de drie delen samen (700 pagina's per deel, ISBN 90 4350350 9) moet 249 euro neergelegd worden. Als u ze tenminste voor 1 januari aanschaft. Daarna gaat de prijs omhoog naar 299 euro. Veel geld. Maar wie het zich kan veroorloven, moet aanschaf toch maar overwegen. Want zoals aan het begin van dit artikel al geconcludeerd: Het is een fantastisch naslagwerk geworden.


3. CV-Koers - december 2005

George Harink e.a. (red)
Christelijke Encyclopedie

 Recensie door Tjerk de Reus

In een grijs verleden verscheen ooit de Christelijke Encyclopedie. Er verschenen twee edities: de eerste in de jaren twintig, de tweede rond 1960. Nu dus een derde editie, die verschilt van zijn voorgangers. De oude uitgaven bevatten veel theologische begrippen en bijbelse woorden.

Christendom was bovendien beperkt tot het protestantse christendom. De samenstellers van de nu verschenen encyclopedie hebben de zaak breder getrokken. Zij willen met deze uitgave een breed publiek informeren over het christendom in zijn vele gestalten.

De gekozen invalshoek is eerder cultuurhistorisch dan theologisch. Dat betekent dat men in deze nieuwe uitgave gegevens kan vinden over bijvoorbeeld een niet-christelijk auteur als Albert Camus, die echter wel een aantal Nederlandse theologen wist te inspireren. Het illustreert hoe ruimhartig de samenstellers zijn geweest.

Vanzelfsprekend worden ook veel hedendaagse onderwerpen behandeld: zo kun je uitleg vinden over CV-Koers, het suikerfeest, pro-life en Graham Kendrick. Wie enige interesse heeft in het christendom, zal niet snel uitgelezen en uitgebladerd zijn in deze drie heerlijke dikke boeken, die ook nog eens mooi zijn geïllustreerd. Het is een geweldige pakhuis met informatie, die steeds helder én beknopt wordt gepresenteerd. Dit naslagwerk is nu al een monument.


2. Nederlands Dagblad - 18 november 2005

Christelijke Encyclopedie van gedaante veranderd 

Geen misverstand over zwartekousenkerk 

Recensie door Reina Wiskerke 

Terwijl veel Nederlanders nog slechts bij geruchte hebben vernomen van het christendom, komt de driedelige Christelijke Encyclopedie uit. Talloze gegevens zijn vastgelegd en daardoor op te zoeken. Waardevol. Wie deze editie vergelijkt met de vorige, ziet dat diepgang is opgegeven. De Christelijke Encyclopedie, een titel met traditie en faam, heeft een andere gedaante gekregen. 

Onlangs was er nog zo'n verwarrend gesprekje op de radio. Een gast vertelde uit een gereformeerd gezin te komen, maar er zelf niet meer aan te doen. Waren haar ouders dus van 'artikel 31'?, vroeg de interviewer. Nee, zei de gast, dat is de zwartekousenkerk. 'Artikel 31' en 'zwartekousenkerk' zitten in het collectieve geheugen van een seculariserende samenleving. Nog wel, want ook dat zal een keer wegebben. 

In de nieuwe Christelijke Encyclopedie is te vinden waar de begrippen op slaan. Achter het lemma 'zwartekousenkerken' staat: ,,Stigmatiserende term voor bevindelijk-gereformeerden...''. 'Artikel 31' gaat over een andere groep kerkgangers. Bij dat lemma wordt verwezen naar vrijgemaakt- gereformeerden, die na hun kerkstrijd in 1944 de naam Gereformeerde Kerken niet wilden opgeven en daarom ter onderscheiding van hun opponenten, als achtervoegsel gebruikten 'onderhoudende artikel 31 KO'. 

Zakelijk 

De redactie meldt ter inleiding dat haar Christelijke Encyclopedie een andere is dan de vorige, die uit 1956. Onderwerpen worden zakelijker benaderd en de encyclopedie wil het christendom niet propageren, verdedigen of verbeteren, ,,maar daarover op een kundige en bondige wijze informatie verschaffen''. De redactie koos voor een ,,cultuurhistorische invalshoek'' en zou op deze manier voorzien in een behoefte ,,omdat nog maar weinigen vertrouwd zijn met het christendom, terwijl de Nederlandse cultuur ervan is doordrenkt''. De encyclopedie gaat over het christendom en is bedoeld ,,voor zowel christenen als niet-christenen, maar samengesteld met het oog op de algemene gebruiker die het christendom hoofdzakelijk als cultuurhistorisch verschijnsel ontmoet'', aldus een innerlijk tegenstrijdige formulering van de redactie. 

Ze wil met haar inleiding kennelijk vooral niet-christenen of ex-christenen overtuigen van het nut van haar werk. Wellicht was de gedachte dat de Christelijke Encyclopedie vanwege haar verleden voorlopig genoeg krediet heeft bij gelovige consumenten. 

In onze samenleving kunnen christendom en Bijbel nagenoeg alleen rekenen op brede aandacht via de 'cultuurhistorische invalshoek', wat dat ook precies moge betekenen als het om de Christelijke Encyclopedie gaat. Kil klinkt de constatering van de redactie dat de belangstelling ,,voor een aspect van het christendom'' gewoonlijk voortkomt ,,uit ontmoetingen of uit berichtgeving in de media''. Je zou zeggen: hiermee is het failliet van het christendom in Nederland wel ingeluid. 

Positief 

Anders was de toonzetting in 1956. De redactie zag het geheel - zes delen met in totaal 4200 dichtbedrukte bladzijden - als ,,een positief geluid''. Zij wilde ,,betrouwbare feitelijke informatie'' én ,,principiële voorlichting'' bieden. Het was een naslagwerk van en voor orthodoxe protestanten, met bijzondere aandacht voor kerk, Bijbel en theologie. Er kwamen ook algemene onderwerpen aan bod, zoals 'lopende band' of 'antibioticum', want de encyclopedie had tot taak ,,voorlichting te geven bij alles wat samenhangt met 'de plaats van de mens in dit leven'.'' 

De oude encyclopedie, die in de jaren zeventig nog herdrukt is, biedt de lezer bij de ingang 'pinksterbeweging', naast behoorlijk wat nuancering, een hard oordeel: ,,Deze beweging tast de kern van het Evangelie aan en zoekt haar kracht niet in zelfverloochende ootmoed, maar in (on)geestelijke zelfbevrediging en voert tot geestelijke hoogmoed''. Een dergelijk hard oordeel vindt zijn bedding binnen een besloten geestelijke stroming. 

Een Christelijke Encyclopedie kan hiermee nu niet meer voor de dag komen. De verhoudingen zijn veranderd. Begrijpelijk dat de redactie zich anno 2005 concentreert op 'zakelijke informatie over het christendom' in plaats van 'principiële voorlichting voor christenen'. De uitgever heeft een omvangrijke doelgroep nodig om drie delen (met in totaal 2026 bladzijden) in de handel te brengen. De gemiddelde koper, ook de christelijke, ervaart wat vroeger 'principiële voorlichting' heette tegenwoordig als gekleurd of bevoogdend; hij wil vooral graag goed geïnformeerd worden om zelf zijn conclusies te trekken. Het protestantse christendom is bovendien uitgedund en voelt zich minder gebonden aan eigen tradities. Geestelijke stromingen zijn niet meer besloten. 

Schrikken 

Wie de 'oude encyclopedie' nog wel eens raadpleegt, zal schrikken. Diepgang, vooral theologische diepgang, is opgegeven. Kreeg reformator Maarten Luther in 1956 ruim zeven kolommen tekst, in 2005 worden hem drie kolommen gegund. En dan kolommen met beduidend minder lettertekens. Andere theologen is hetzelfde lot beschoren: in het korte bestek domineren feiten over hun levensloop; inzichtgevende beschouwingen over hun bijdrage aan theologie of kerkelijk leven zijn tot een minimum beperkt. Ook allerlei thema's in het christelijke denken komen beknopter aan bod. Dat is een verlies, zeker voor christelijke gebruikers van het naslagwerk. Neem het lemma 'aanbod van genade'. Dit begrip wordt netjes gedefinieerd: ,,Onderdeel van de roeping en daarmee van de wijze waarop God zondaren zalig maakt.'' De auteur tekent erbij aan dat er in de theologie vaak over is nagedacht en dat er kerkscheuringen door zijn ontstaan. Al met al wordt de portee van het vraagstuk niet helder. 

Abc 

Daarmee is de Christelijke Encyclopedie geen abc voor dummy's geworden. Wat er wel in staat, heeft beslist kwaliteit. Auteurs met kennis van zaken - wier naam onder het door hen uitgelegde lemma staat - schrijven kort en bondig over (kerkhistorische) gebeurtenissen, over levensbeschouwelijke en kerkelijke thema's, over de identiteit van kerken en christelijke organisaties, over elementen uit het kerkelijke leven enzovoorts. Ze doen doorgaans recht aan het onderwerp en aan de mensen die er een religieuze binding mee hebben. Het is van veel waarde dat de redactie dit voor elkaar heeft gekregen. 

Nogal wat auteurs maken zelf deel uit van de christelijke wereld, ook van de orthodox-christelijke wereld. Ze propageren niet allerlei wind van leer. Tegelijk verhult de encyclopedie niet, en dat is terecht, dat er verschil in denken bestaat. Ook klinkt de geestelijke identiteit van de auteurs, en die kan van alles zijn, wel eens mee in hun teksten. 

K. Runia schrijft een inzichtelijk exposé onder het lemma 'God'. Hij signaleert dat men in het Oude Testament in de aanduiding van God wel sporen van meergodendom heeft willen vinden. Runia geeft vervolgens aan dat dit niet voor de hand ligt. Het lemma 'Jezus' krijgt twee paragrafen. Eerst belicht Riemer Roukema de 'bijbelse figuur', met de aantekening dat er verschil van mening is over de historische betrouwbaarheid van de evangeliën. Vervolgens geeft hij ruim weer wat het Nieuwe Testament over Jezus zegt, en betrekt daarbij de belijdenis van de vroege kerk. Daarna volgt een paragraaf over de 'historische Jezus' door C.J. den Heyer, die ontwikkelingen in het 'onderzoek naar de historische Jezus' schetst zonder de lezer voor dit project te willen winnen. 

De auteurs onderwerpen zich aan de redactieformule, maar homogeen zijn hun bijdragen niet geworden. Dirk van Keulen begint onder het trefwoord 'paradijs' heel algemeen en afstandelijk met: ,,Land of plaats van rust en vrede, waar de goden en de zaligen wonen.'' Verderop wendt hij zich tot het gebruik van de term in de 'christelijke geloofstraditie'. Anders is de aanvliegroute van P.H.R. van Houwelingen onder het lemma 'laatste oordeel'. Hij begint gewoon meteen met: ,,Eindoordeel van God over deze wereld en haar bewoners. Profeten in het Oude Testament kondigen 'de dag van JHWH' aan, de ultieme openbaring van zijn toorn én verlossing.'' 

Prostitutie 

J. Douma schrijft onder 'prostitutie' kort over de christelijke bezwaren, en de moeite om dit beroep in te dammen. Tot slot komt hij, in weerwil van de redactieformule, met een opinie: ,,Op grond van het vernederende en onderdrukkende karakter ervan voor (vooral) de vrouw, moet men echter proberen om prostitutie zoveel mogelijk terug te dringen.'' Iets dergelijks is er aan de hand bij het lemma 'homoseksualiteit', geschreven door Theo Boer. Mooi zet hij het christelijke denken hierover uiteen. Impopulaire standpunten doet hij recht. De Boer eindigt met vragen waarmee hij kennelijk iets aan opinievorming wil doen: ,,Betekent het afwijzen van homoseksuele relaties niet een afwijzing van mensen in hun diepste behoeften?'' 

De beperkte ruimte gaat niet alleen over de protestants-christelijke wereld, maar ook over de rooms-katholieke. Die combinatie ligt begin 21e eeuw voor de hand bij het produceren van een christelijke encyclopedie. Het is niet altijd gelukt beide werelden recht te doen. Het begrip 'gebed' wordt bijvoorbeeld protestants geduid, het begrip 'pastoraal werker' exclusief rooms-katholiek. 

De encyclopedie geeft aandacht aan niet-christelijke levensbeschouwingen en onderwerpen, vooral als er een link te leggen is met het Nederlandse christendom, aldus de inleiding. De selectie is soms erg ruim genomen. De woorden die aan 'rebirthing' en 'antipsychiatrie' worden gewijd, waren beter besteed geweest aan andere onderwerpen. Bij een lemma als popmuziek zou een christelijke encyclopedie dieper kunnen ingaan op de christelijke reactie op deze muziek. 

De selectie van met name genoemde personen lijkt doorgaans redelijk. Onhelder blijft waarom bijvoorbeeld ds. Rolf Hendrik Bremmer een eigen lemma heeft gekregen, en dr. ir. Jan van der Graaf (invloedrijk oud-secretaris van de Gereformeerde Bond), ds. Karel Kraan (bekend om zijn pleidooi voor ziekenzalving in de jaren vijftig), Willem J. Ouweneel (auteur van meer dan honderd boeken, voorman van de Vergadering van Gelovigen, opinieleider van evangelischen) of prof. dr. Jakob van Bruggen (nieuwtestamenticus met een eigen geluid, redacteur van een commentaarserie) zelfs via het personenregister niet ter sprake komen. 

Christelijke Encyclopedie (drie delen) 

Onder redactie van George Harinck, Wim Berkelaar, Albert de Vos en Lodewijk Winkeler. Uitg. Kok, Kampen 2005. 2026 blz. E 249,- tot 1 januari 2006, daarna 299,-


1. Reformatorisch Dagblad - 16 november 2005

Christelijke encyclopedie
door Wim Berkelaar, George Harinck, Bart Jan Spruyt en Lodewijk G. M. Winkeler (red.)
uitg. Kok, Kampen, 2005
ISBN 90 435 0350 9; ca. 700 blz. per deel; tot 1 jan. 2006 € 249,-; daarna € 299,-. 

Bij de tijd en postmodern tegelijk 
Boekrecensie door Dr. J. van Oort 

Je blijft erin lezen en voor een boek is er geen beter compliment. De nieuwe editie van de Christelijke Encylopedie boeit van begin tot eind. Het gaat van absoute via bekering en kerkorde tot Zwitserse Garde. Of anders van Bertus Aafjes en Willem Aalders via Calvijn en Johannes XXIII naar Zwingli. Onderweg zijn dan zo’n 3500 namen en begrippen gepasseerd. 

Zeker gebruikers van de eerdere uitgaven zullen van deze drie delen met grote belangstelling kennisnemen. Wat is nieuw? Hoe werd de opzet? Wanneer drie delen de plaats innemen van zes, is er ongetwijfeld het een en ander veranderd. 

Anders is allereerst de doelstelling. Het christendom bleef uitgangspunt, maar dan vooral zoals het zich nu manifesteert. Nadruk valt daarbij op de Nederlandse samenleving. Daarnaast is in hoge mate gestreefd naar leesbaarheid. „Specialisten behandelen de onderwerpen op het niveau van de geïnteresseerde krantenlezer.” 

Redactie en uitgever zijn in deze doelstelling zeker geslaagd. Dit naslagwerk is leesbaar, gevarieerd, uitstekend geïllustreerd en ook nog eens betaalbaar. 

Uiteraard geldt dit de beoogde doelgroep: de geïnteresseerde krantenlezer. Vorige edities hadden de algemene lezer ook in het vizier, maar tegelijk boden ze aanmerkelijk meer. De tweede uitgave, in 1977 nog eens herdrukt, heb ik vaak aan universitaire studenten geadviseerd. 

De doelstelling van deze uitgave is anders. Breder, maar niet dieper. De encyclopedie is bedoeld voor christenen en niet-christenen. Daar is op zich niets tegen. Tegelijk is de redactie zich ervan bewust dat nog maar weinigen vertrouwd zijn met het christendom, terwijl de Nederlandse cultuur ervan is doordrenkt. 

Uit welk vaatje tappen dan de initiatiefnemers? Op zijn minst uit twee. Allereerst gaat door dit naslagwerk een protestantse stroom, vooral een gereformeerde, maar ook wel -en dat is nieuw- een reformatorische. Daarnaast is er een stevige rooms-katholieke inbreng. Min of meer uitgesproken wil deze encyclopedie immers óók de leemte vullen van de 24-delige ”Katholieke Encyclopaedie” van eertijds. 

Wie de delen opslaat, ziet dat direct. Verreweg de meeste artikelen zijn betrokken op beide hoofdstromingen van het Nederlandse christendom. Ongetwijfeld hebben de twee redactieleden George Harinck (gereformeerd) en Lodewijk Winkeler (katholiek) hiervoor garant gestaan. 

Kuyper 
Zeker het gereformeerde aspect is ruim aanwezig en het domineert zelfs enigszins. Dat blijkt uit kleine trekken als aparte aandacht voor een onderwerp als ”Doorgaande reformatie” of een persoon als Bartus Telder. Alleen lezers van het Nederlands Dagblad, zo vermoed ik, zullen hiervoor naar hun encyclopedie grijpen. Naar verhouding veel auteurs van de artikelen zijn afkomstig van de theologische instellingen te Kampen (Broederweg en Oudestraat) en Apeldoorn en van de Vrije Universiteit. 

Maar ook in wat bredere zin valt dit gereformeerde op. Kuyper is in deze encyclopedie de meest geciteerde persoon, meer dan Luther of Calvijn, meer ook dan Barth (die stevig present is), verreweg meer dan Augustinus of Paulus. Aan de andere kant is Maria veruit de meest genoemde vrouwelijke persoon. 

Als geheel is deze encyclopedie modern. Daarmee bedoel ik dan vooral: ze is bij de tijd. Het laatste over Ratzinger of Lubbers is nog opgenomen en alleen een gegeven als het tragische overlijden van Roger Schütz (zie trefwoord Taizé) of de nieuwste inzichten van Van Agt konden niet meer worden verwerkt. 

Vooral is deze encyclopedie ook verrassend (en wellicht onvermijdelijk) postmodern. Tegenstrijdige inzichten of zelfs botsende meningen staan naast elkaar. Er is geen diepere intergratie, er is vooral fragmentatie. Gegevens worden aangedragen, maar een samenvattende visie ontbreekt. 

Kiezen 
De lezer kan zo kiezen en dat is op zich een weldaad. Niet alleen de richtingwijzers staan diverse kanten op, maar ook de funderende palen waaraan ze bevestigd zijn, verschillen aanmerkelijk. Vooral bij ethische kwesties (visies op huwelijk en echtscheiding, (homo)seksualiteit, kleding, zelfs de kerstboom) zal dit aanleiding blijven geven tot aanmerkelijke verschillen in waardering. Het totaalbeeld van deze encyclopedie is zeker ook in dit opzicht divers. 

De nieuwe Christelijke Encyclopedie is vergeleken met haar vorige edities sterk verkort en vereenvoudigd. Haar uitbreiding zit vooral in de rooms-katholieke inbreng. Vele en veelal voortreffelijke artikelen vermelden nieuwe inzichten over liturgie (G. Rouwhorst) of anderszins voor het katholicisme kernmerkende begrippen en zaken (G. Ackermans, P. van Geest, P. Nissen). Veel artikelen zijn uiteraard ook geschreven door Winkeler of ondertekend met KDC: het door hem geleide Katholiek Documentatie Centrum. 

Daarnaast zijn er vele voortreffelijke bijdragen zoals die kenmerkend waren voor de voorgaande editie. Naast de te verwachten behandeling van grote reformatoren is er blijvend aandacht voor invloedrijke figuren uit de Nederlandse kerkgeschiedenis als Coccejus en Voetius (beiden W. J. van Asselt) en bijvoorbeeld voor vele personen uit de Nadere Reformatie. Ook diverse figuren uit vroegere en hedendaagse opwekkingsbewegingen (zoals Jonathan Edwards, Bill Hybels van Willow Creek) komen aan de orde. 

Gematigd confessioneel 
Wat betreft de Bijbel en centrale christelijke noties als de visie op Jezus is deze encyclopedie gematigd modern. Men kan ook zeggen: gematigd confessioneel. Niemand verwoordt extreme standpunten. Veelal heikele kwesties als bronnensplitsing, Pentateuch of Schriftkritiek worden bij voorkeur descriptief weergegeven. Veelal beschrijvend uit deze encyclopedie zich ook over vraagstukken als (al)verzoening en chiliasme. 

Maar diepgaand wordt op al deze onderwerpen vrijwel nergens ingegaan. Dat was kennelijk niet de bedoeling. Dit is vanzelfsprekend geen Bijbelse encyclopedie, evenmin een kerkhistorische. Ze richt zich op de lezer die gemakkelijk en snel geïnformeerd wil worden. Kort gaat het daarom ook over andere godsdiensten als boeddhisme, hindoeïsme en islam. 

Wat de klassieke Nederlandse literatuur betreft werd ik getroffen door een reeks mooie artikelen van de RD-redacteur Enny de Bruijn. J. K. Karels tekent voor de beschrijving van menig Nederlands ’oudvader’ en bijvoorbeeld Zinzendorf. 

Een sterk punt van dit naslagwerk is de aanwezigheid van een aantal voortreffelijke tabellen. Die blijken voor een belangrijk deel afkomstig uit het onlangs verschenen boek van Joris van Eijnatten en Fred van Lieburg, ”Nederlandse religiegeschiedenis” (Hilversum, 2005). Ze zijn kennelijk zo goed dat ze nu artikelen over bijvoorbeeld gezangenbundels, psalmberijmingen, Nederlandse Bijbelvertalingen of over de verhouding kerk en staat prachtig illustreren. Ook andere tabellen maken veel inzichtelijk. 

Uiteraard is bij een werk als dit kritiek te leveren. Men kan andere verwachtingen hebben. Wetenschappelijk is deze onderneming nauwelijks grensverleggend. Het is het totaalbeeld dat telt. De redactionele verzorging had preciezer gekund. Verwijzingen ontbreken zo nu en dan en soms zijn woorden weggevallen. De ene keer is er een aardige literatuuropgave bij een artikel, de andere keer blijft het minimaal of ontbreekt elke nadere verwijzing. 

Vroege Kerk 
Merkwaardig fout is dat Philo optreedt als een neoplatoons filosoof (401) of dat Augustinus leraar genoemd wordt van de zonen van de Romeinse senator Symmachus (118). Plotinus, de stichter van het neoplatonisme, kwam pas ruim twee eeuwen na Philo. De bewering over Symmachus’ zonen zal gebaseerd zijn op vluchtige lezing van passages uit Peter Browns ”Augustinus van Hippo”. Simpelweg slecht is het artikel over manicheïsme. 

Ook taalkundig zit deze encyclopedie er nogal eens naast. ”Marcionisme” zal ”Marcionitisme” moeten zijn en we zeggen niet ”omgedoopt in” maar ”omgedoopt tot” (1738). Voorbeelden als deze staan niet op zich. 

Het samenstellen van een encyclopedie is ongetwijfeld een geweldig karwei. Moeilijke keuzes zullen gemaakt moeten worden. Zelf betreur ik het zeer dat er zo weinig over de periode van de Vroege Kerk in staat. Wel Amelink, geen Ambrosius; wel CV.Koers, geen Cyprianus; wel Hillesum, geen Hieronymus; wel Sipke van der Land, maar geen Lactantius.... 

Niet het minst om deze reden houdt ook de vorige editie recht op een plaats in de boekenkast. 


Prof. dr. J. van Oort is verbonden aan de Universiteit Utrecht en de Radboud Universiteit Nijmegen.


Extra - Reformatorisch Dagblad - 16 november 2005

Christelijke encyclopedie
door Wim Berkelaar, George Harinck, Bart Jan Spruyt en Lodewijk G. M. Winkeler (red.)
uitg. Kok, Kampen, 2005
ISBN 90 435 0350 9; ca. 700 blz. per deel; tot 1 jan. 2006 € 249,-; daarna € 299,-. 

Dezelfde maar dan anders
Uitgeverij Kok wil met nieuwe Christelijke Encyclopedie oude traditie in ere herstellen

Samenstelling: Rudy Ligtenberg

Ruime een halve eeuw geleden verscheen de tweede druk van de Christelijke Encyclopedie. Dat was een zesdelige, geheel herziene druk van de editie die 25 jaar eerder op de markt kwam. Hoog tijd voor een derde druk, constateerde uitgeverij Kok in Kampen. "Na onderzoek is ons gebleken dat er behoefte bestaat aan een nieuwe editie van dit naslagwerk."

De nieuwe, driedelige encyclopedie is vanmiddag gepresenteerd tijdens een feestelijke bijeenkomst in de Domkerk in Utrecht. Zo'n 250 auteurs hebben aan het project, dat onder leiding stond van dr. George Harinck, meegewerkt. Samen behandelden ze zo'n 3500 trefwoorden. "Met de verschijning van dit standaardwerk wordt een belangrijke traditie binnen ons uitgevershuis in geheel vernieuwde vorm in ere hersteld", aldus de uitgever.

Anders dan bij de vorige edities is het woord "christelijk" binnen de Nederlandse context zo breed mogelijk opgevat. Het accent ligt sterk op de twintigste eeuw, waarbij zowel het protestantisme als het rooms-katholicisme in de volle breedte worden behandeld. Verder is er aandacht voor hetjodendom, d
e islam en andere levensbeschouwingen die raakvlakken met het christendom hebben.

De sterke nadruk die in de eerste twee edities lag op theologie, heeft plaatsgemaakt voor een breder cultuurhistorisch perspectief. "De nieuwe editie is geen algemene, maar een deelencyclopedie die gaat over het christendom in onze samenleving", constateert redacteur George Harinck.

Op deze pagina reageert een drietal toekomstige gebruikers en een medewerker aan de encyclopedie op het verschijnen van de jongste editie.


Drs. H. G. Leih werkte mee vanaf de letter K

De Kamper historicus drs. H. G. Leih is een van de medewerkers van de derde editie van de
Christelijke Encyclopedie. Bijzonder is dat hij ook, als jong talent, een bijdrage leverde aan de uitgave van 1956-1961. "Er waren al enkele delen verschenen toen ik in 1959 werd gevraagd. Vanaf de letter K heb ik toen meegewerkt. Ik was natuurlijk een beginneling en schreef vooral korte biografietjes voor deze uitgave. Na verloop van tijd pakte ik ook bredere onderwerpen op, zoals het messianisme, de romantiek in Nederland en de SGP. Toen de encyclopedie bijna klaar was kreeg ik het verzoek nog iets te schrijven over ds. P. Zandt. Maar ook over het klassieke Rome en over de 400 kerken in deze stad heb ik een bijdrage geleverd."

Voor de nieuwe encyclopedie schreef Leih - als altijd op zijn vertrouwde typemachine - over onder meer communisme, materialisme en nihilisme. "Ik heb zelf ook wel ideeën aangedragen. Toen ik met het nihilisme bezig was, bleek bijvoorbeeld dat men Nietzsche was vergeten."

De nieuwe uitgave is volgens Leih zakelijker dan zijn voorganger. "Daarin stond de verdediging van het geloof nogal op de voorgrond. Op zich is daar niets tegen, maar een encyclopedie heeft een andere functie. De geboden informatie moet correct en zo objectief mogelijk worden gepresenteerd. De medewerkers dienen vooral ter zake kundig te zijn. Natuurlijk blijft er sprake van een zekere persoonlijke inbreng. Alleen al bij de keuze van het materiaal. Je moet je immers heel sterk beperken. Het is eenvoudiger om een boek van 200 pagina's over het communisme te schrijven, dan om alle informatie in anderhalve pagina samen te vatten."

Leih denkt dat de nieuwe Christelijke Encyclopedie een aanwinst is. "Ik vond het een eer om opnieuw te mogen meewerken. Maar ik zal de oude encyclopedie niet gauw wegdoen. Daar staan veel dingen in die de moeite waard zijn."

Een klassieke benadering, toch actueel

door Dr. R. Seldenrijk

Onder leiding van prof. dr. G. Harinck heeft de redactie een prachtige uitgave verzorgd. Voor velen zal die fungeren als nuttige vraagbaak. Dit omvangrijke werk is een felicitatie waard. Ethische onderwerpen komen ruim aan bod, voortvloeiend uit de pen van vooral de hoogleraren J. Douma en H. Jochernsen en dr. Th. Boer. Zij weten klassieke benadering en actualiteit verantwoord te verbinden. Prof. dr. James Kennedy schrijft over de euthanasiediscussie. De vroegere Utrechtse ethicus Hannes de Graaf wordt terecht genoemd, maar de erbij geplaatste foto is de zijne niet. Tenzij we zouden moeten geloven in reïncarnatie, waarover dr. R. Kranenborg schrijft. Zo kwam ik bij het doorlezen van alle pagina's nog enkele onvolkomenheden tegen.

De Utrechtse hoogleraar godsdienstwijsbegeerte en ethiek, J. Muis, beschrijft het scheppingsverhaal en doet net onvoldoende recht aan de scheppingsgeschiedenis en de betekenis daarvan voor de discussie over geloof en wetenschap. Fijn dat prof. dr. R. van Woudenberg de actuele discussie over ID (Intelligent Ontwerp of Design) een plek geeft en dat de hoogleraar W. J. Ouweneel het creationisme beschrijft.

Deze derde editie is feitelijk geen echte derde editie. Het accent ligt niet zozeer op de christelijke traditie als wel op de huidige presentatie van het Nederlandstalige christendom als cultuurhistorisch verschijnsel van de laatste twee eeuwen. Minder protestants en meer het gehele christendom, minder op Vroege Kerk, Middeleeuwen en Reformatie en meer op centrale noties van jodendom, islam en moderne religieuze bewegingen. Node mis ik de centrale christelijke notie van de naastenliefde en de werken van barmhartigheid waaruit de gehele gezondheidszorg door de eeuwen heen is ontstaan en gevoed.

De onderwerpen worden zakelijker benaderd dan in de voorgaande edities. De encyclopedie propageert het christendom niet, maar verschaft daarover kundige informatie.

Deze uitgave kan ik hartelijk aanbevelen, met de aantekening dat de vorige edities hun eigen aanvullende waarde behouden.

Dr. R. Seldenrijk is directeur van de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV)

Schakelen van filosoof Foucault naar ds. Fraanje

door Drs. P. J. Vergunst

Je bent blij dat je dicht bij de winkel woont, als je met de Christelijke Encyclopedie onder je arm naar huis fietst: 6,3 kilo! Niettemin, fantastisch deze uitvoering, door geen cd-rom te overtreffen. Want snuffelen en bladeren maakt het plezier en het mooie papier en de goede foto's - niet altijd de al bekende - voegen iets toe.

Als Oranjefan (ik bedoel: ons koningshuis) zoek ik eerst naar een lemma over Beatrix, maar tevergeefs! De populaire Maxima dan wel? Ook niet.'Ondertussen zit ik via mijn zoektocht naar Maxima al te lezen in Media en volg ik vandaar de verwijzing naar Evangelische Omroep, waar niet gemeld wordt dat deze omroep de antithetische insteek uit de beginjaren heeft verruild voor het communiceren van geloofsbeleving. Als ik blijf hangen bij de filosoof Ellul en aansluitend Elly & Rikkert - je schakelt snel: de filosoof Foucault wordt gevolgd door ds. Jozias Fraanje - realiseer ik me dat ik Beatrix nog steeds mis. Ook Juliana krijgt geen lemma, in tegenstelling tot Wilhelmina. Onder Oranjehuis blijkt wel hoe up-to-date de encyclopedie is, want prinsesje Alexia staat vijf maanden na haar geboorte al vermeld. Daar kan degene die studentenvereniging Depositum Custodi beschrijft wat van leren: gemeld wordt dat DC in het jaar 2000 honderd leden telde.

Veel medewerkers aan de Christelijke Encyclopedie spelen inhoudelijk een thuiswedstrijd: bezetter van de leerstoel H. Jochemsen krijgt G.A. Lindeboom, biograaf Hans Werkman heeft J.K. van Eerbeek, Vergaderingvoorman W.J. Ouweneel beschrijft de darbisten en prof. W. Verboom tekent de Gereformeerde Bond waarbij hij wekelijks een dag in dienst is.

Flauw om naar de kleine foutjes in deze voorname uitgave te gaan zoeken, en eerlijk gezegd: je moet goed je best doen om ze te vinden. Daarom noem ik ze niet.

Drs. P. J. Vergunst is algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond binnen de PKN


Soms verrast en dan weer teleurgesteld

door Drs. R. van Kooten

Het is niet gering om in enkele dagen tijd een beoordeling te geven van een nieuw standaardwerk. Als ik bedenk hoeveel uren voorbereiding er aan vooraf zijn gegaan aan redactievergaderingen, selecteren van de 266 medewerkers, het schrijven, het beoordelen van de bijdragen, dan vind ik het bijna huiveringwekkend om in korte tijd een oordeel te moeten formuleren. Het liefst zou ik er eerst een jaar mee werken, om zo tot een evenwichtig oordeel te komen.

Ik ben nu echter geroepen om mijn indruk van dit moment te formuleren en dat speciaal toegespitst op de vakgebieden homiletiek en ethiek. Uiteraard heb ik al doorbladerend ook een algemene indruk. Vat ik het samen dan schrijf ik dat ik soms verrast was en dan weer teleurgesteld. Enerzijds kwam ik personen tegen die ik zelf nooit in een Christelijke Encyclopedie zou opzoeken, zoals de filmster Madonna, Gert en Hermien Timmerman, de cabaretier Toon Hermans en de politicus Joop den Uyl. Anderzijds zocht ik namen op die ik er niet in tegenkwam.

Toen ik twee goede samenvattingen las over de nog in leven zijnde ethici Douma en Velema, ging ik ook op zoek naar mijn leermeester praktische theologie H. Jonker en naar de kerkhistoricus 0.J. de Jong, die nota bene twee indrukwekkende standaardwerken heeft geschreven over de geschiedenis van de kerk en de Nederlandse kerkgeschiedenis. Hen trof ik niet aan. Mijn grootvader ds. R. Kok wel, al is zijn leven kort samengebundeld in zijn schorsing. Slordig is dat als plaats van overlijden niet Soest maar Nijkerk (zijn laatste gemeente) wordt genoemd.

Op mijn vakgebieden vond ik verschillende goede bijdragen, bijvoorbeeld over ethiek (J. Douma). utilisme (J. Douma), hedonisme (R. van Woudenberg), adiaphora (H. W. de Knijff) , homiletiek, preek en verkondiging (G. Heitink). Ik noem ze goed omdat de bijdragen de lezer inzicht geven in het gezochte begrip. Meer dan een eerste kennismaking kunnen ze uiteraard niet bieden.

Drs. R. van Kooten is predikant van de hersteld hervormde gemeente in Soest

www.vergadering.nu