www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu 1 RECENSIE Rentree van de profetie Lees ook de recensie van het boek uit deze dissertatie: "Israel als ombudsvolk" door Dr. W. van Herwijnen... 1 RECENSIE 1. Reformatorisch Dagblad - 1 februari 2010 - www.nd.nl of www.refdag.nl Rentree van de profetie
In de veertiger jaren van de vorige eeuw ontving de gereformeerde predikant A.A. Leenhouts (1915-2001) een profetie die licht werpt over de situatie in die tijd. Hoe luidde deze boodschap? Om te beginnen moet de kerk terug naar de opstandingskracht van Jezus en de volheid van de Heilige Geest. Noch de kinderdoop, noch de volwassendoop is in de Bijbel als de enige manier van dopen aan te merken. Daarom pleit Leenhouts ervoor ruimte te bieden voor beide praktijken. Vervolgens is de oecumenische beweging naar zijn oordeel de Judaskus van de twintigste eeuw. Bij het verzet tegen de Wereldraad draait het ten diepste om één punt, namelijk de loochening van het unieke kruisoffer van Jezus. Ten slotte - wel het meest schokkend - diskwalificeert Leenhouts de oprichting van de staat Israël als een `Hiël-bouwen’: Dat het Joodse volk in 1948 haar eigen staat heeft gekregen, is volgens hem niet te verstaan als de vervulling van Gods beloften. Dan had het gepaard moeten gaan met een grote nationale bekering. Hij noemt de oprichting van de staat Israël zelfs een dieptepunt in de geschiedenis. Israël zal aan zijn staat komen te hangen, zoals de Heiland aan het kruis. Zoals Jezus de plaats van de terechtstelling bereikte, zo heeft Israël nu op eigen bodem de plaats van de geestelijke terechtstelling bereikt. De staat Israël zal in de toekomst niets anders blijken te zijn dan een zelfgekozen kruis. Leenhouts is ervan overtuigd dat hij met deze boodschap net als Elia een profetische taak moet vervullen. Verworpen Terecht vraagt ds. Leenhouts zijn kerkenraad deze profetie te toetsen. Dit is niet gebeurd. Integendeel, de predikant raakt door een tragische gang van zaken na ruim een decennium buiten zijn kerkverband. Toch heeft Leenhouts er niet het zwijgen toegedaan, maar liefst negen boeken heeft hij geschreven over wat God hem heeft laten zien. Rest de vraag: waarom zijn ze er niet serieus op ingegaan? De kerkenraad is van oordeel dat het meer een zaak is voor de psychiater. Naar de overtuiging van de steil gereformeerde kerkenraad is de tijd van de profetie voorbij. Tijdens een jarenlange bestudering van de profetie heeft dr. W. van Herwijnen steeds meer interesse gekregen voor de visie van Leenhouts. Met een schok ontdekte hij hoe we vastlopen met het vergeestelijken van de profetieën in de Bijbel. Moeten we de beloften die niet in vervulling zijn gegaan met de komst van Jezus allemaal figuurlijk verstaan? Hebben we geen enkele vervulling van de beloften te verwachten voor de grote dag van de wederkomst? Dit zijn retorische vragen voor de auteur. Hoe sympathiek we ook staan tegenover de Reformatie van de zestiende eeuw, we moeten erkennen dat er te weinig aandacht is gegeven aan de gaven van de Heilige Geest. Het is onjuist te denken dat alle profetieën in vervulling zijn gegaan met de komst van Jezus en dat de gave der profetie niet meer voorkomt. Hernieuwde aandacht Vanaf eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw is er een hernieuwde aandacht voor de profetie, om te beginnen bij de pinksterbeweging en later bij de charismatische beweging. Tot het midden van de twintigste eeuw staan de gevestigde kerken sterk afwijzend tegenover de gedachte dat de gave der profetie nog zou kunnen functioneren in deze tijd. Met het sluiten van de canon is het spreken van God opgehouden. In reactie op het optreden van Montanus stellen de bisschoppen dat de tijd der openbaringen was afgesloten toen de laatste leerlingen van Jezus waren gestorven. Origenes was de eerste die de gave van de profetie zag als de bekwaamheid om de Bijbel te kunnen uitleggen. Het valt te begrijpen dat ook de reformatoren die overtuiging zijn toegedaan, omdat zij strijd moesten voeren tegen de anabaptisten. In dit spoor gaan H.Bavinck en bijna alle gereformeerde theologen in de twintigste eeuw. We typeren deze benadering als het cessationisme of de streeptheologie. Wie beweert dat de profetie is opgehouden bij het sluiten van de canon maakt de Eeuwige monddood. Gelukkig zien steeds meer theologen dat God de gave van de profetie ook nu wil verlenen. Veel aandacht schenkt Van Herwijnen aan de openheid voor de profetie bij J. Hoek, M.D. Geuze, B.Wentsel, J.G. Brienen, G. Hutten en W. Smouter. Destijds heeft Paulus ertoe aangemoedigd deze gave te mogen ontvangen: `Streef ernaar te profeteren' (1 Cor. 14:39). Daarbij dienen we ons wel te realiseren dat de profetie feilbaar is. Ze moet daarom kritisch getoetst worden (1 Tess. 5:19- 22).Van Herwijnen verwijst naar de zes criteria van de deputaten van de Generale Synode van de Gereformeerde Kerken (1994). Aan de hand daarvan toetst hij de profetie van Leenhouts. Zijn conclusie is dat deze leidt tot een beter verstaan van de Schrift. Op die manier is de Geest ook bezig het zogenaamde Derde Testament te schrijven. Deze laatste suggestie neemt hij kritiekloos over van zijn promotor E. van Niekerk. Naar mijn overtuiging komt hij daarmee ongewild in het gevaarlijke kielzog van Joachim van Fiore. Toetsen Wie zich met de profetie bezig houdt zal graag kennis willen nemen van de resultaten van het onderzoek van dr. W. van Herwijnen. Enerzijds had de dissertatie echter aan kracht gewonnen als er veel meer beperking was aangebracht. Anderzijds was het verrijkend geweest wanneer ook gekeken was naar de boodschap die anderen hebben ontvangen, zoals J.H. Gunning, H.O. Koscani Abbing, Johan de Heer, E.C. van Petegem-Fey, H. Hofman, H.J.A. Geene, J.Verwoerd, M.D. Geuze en een aantal anderen.
Ik ben ervan overtuigd dat we selectief moeten omgaan met een profetische boodschap. Paulus zegt niet zonder reden: `behoud het goede en vermijd elk kwaad' (1 Tess.5:21v). |