www.vergadering.nu  Recensie-index  www.vergadering.nu

3 RECENSIES


Meer recensies over C.S. Lewis en de Narnia-boeken en de Narnia-film...


Reisgids voor Narnia
Henk Medema, Nynke Dijkstra Algra, Pieter van Kampen en
Willem Ouweneel.
160 pagina's, ISBN 9789063534660

HET LAM EN HET LAND VAN DE LEEUW

Reisgids voor Narnia en omgeving. Wie kent C.S.Lewis' wereldberoemde en door miljoenen gelezen 'Kronieken van Narnia' niet? Voor de echte liefhebbers is hier een boek vol achtergrondinformatie: een reisgids voor het Land achter de kleerkast, '...waar het machtig verhalen en makkelijk verdwalen is'.
Reis mee naar het land waar van alles gebeurt, dingen die soms helemaal niet kunnen. Een land waar wezens - in wezen! - meer en anders zijn dan ze lijken. Misschien wagen sommigen zich hiermee in dit onbekende land, mogelijk zelfs dichter bij Iemand die nergens genoemd, maar overal vermoed wordt.

Met bijdragen van o.a. Henk P. Medema, Andy Crouch, Nynke Dijkstra-Algra, Pieter van Kampen, Johan Klein Haneveld, Willem Ouweneel, Hans Schouten, Arjan Wilschut.


3. Friesch Dagblad - 14 december 2005

Narnia als geloofsopvoeding?

door Justed

Volgende week gaat de bioscoopfilm The Chronicles of Narnia: The Lion, The Witch and The Wardrobe in première. Het is de eerste verfilming van de Kronieken van Naria van de Engelse christelijke schrijver C.S. Lewis. Hoe is om opgevoed te worden met de verhalen van Naria, die sterke parallellen hebben met het Evangelie? Ds. Nynke Dijkstra-Algra over de plek van Narnia in hun gezin. 
Wij hebben drie kinderen, Elja is nu 23, Reinier 21 en Arend 18. Vanaf het moment dat onze oudste in staat was ‘Narnia’ enigszins te begrijpen, ben ik begonnen met voorlezen. Aanvankelijk vanuit het Engels vertalend (wat een vermoeiend klusje is) later vanuit vertalingen, die de kinderen tenslotte zelf gingen lezen.

In die tijd zond de BBC verfilmingen van de verhalen uit, die we op zondagavond met z’n allen bekeken, terwijl ik simultaan probeerde te vertalen. Een aantal van deze afleveringen waren later in Evangelische Boekwinkels te koop. Ze worden nog steeds af en toe bekeken. En dat terwijl de technische uitvoering erbarmelijk te noemen is. De inhoud van de verhalen boeit voldoende; en er zit iets van nostalgie bij: ‘wat was het heerlijk om dat toen met z’n allen te bekijken’. 
Toen ik onze kinderen ‘wat hebben de Narniaverhalen in jouw opvoeding en geloof betekend?’ kreeg ik de volgende antwoorden: 




Elja: De verhalen hebben me geholpen om een beter beeld te krijgen van de hemel en van het kwaad. Vooral het verhaal van de dwergen, die in de hemel zitten, maar niet meer in staat zijn om het te zien, omdat ze verblind zijn door een patroon van cynisme - zo maak je dus je eigen hel als je verkeerd blijft kiezen, en verstokt raakt.

En hoe Aslan is: niet in je broekzak te stoppen, soms opeens weer weg, soms opeens weer daar, geen tamme leeuw, maar wel volstrekt veilig, betrouwbaar. 
Reinier: Als kind is Jezus voor mij altijd belangrijk geweest. Er zijn meerdere zaken die daaraan bijgedragen hebben, maar de boeken over Narnia van C.S. Lewis hebben hier absoluut een bijdrage aan geleverd. Lewis weet op een perfecte manier laagdrempelig, boeiend en sprookjesachtig verhalen te schrijven waarin de leeuw Aslan (Jezus) een hoofdrol speelt. Door zijn manier van schrijven over deze leeuw Aslan, werd ik direct een enorme fan van Aslan. 
Omdat Lewis duidelijk maakt dat deze leeuw Jezus symboliseert, heeft dit bijgedragen om als kind mijn liefde voor Jezus te ontdekken. 

Een paar maanden terug heb ik opnieuw de boeken over Narnia gelezen en opnieuw deden ze me heel erg goed. Daarbij zag ik nu allerlei dubbelzinnigheden, die ik als kind nog niet kon zien. Vooral het laatste boek over Het laatste Gevecht (spiegelverhaal over de eindtijd) maakt indruk op me, omdat het bijdraagt aan het begrip en de voorstelling van hetgeen nog komen gaat: het eindoordeel en de hemel op aarde. Ik vind dit begrip belangrijk, omdat ik daardoor weer kan verlangen naar deze tijd en omdat ik Bijbelse teksten hierover opnieuw kan lezen en begrijpen. 
Arend: Ik voelde me bij Aslan veilig. En de verhalen spraken erg tot de verbeelding. Ik kon me er goed in verplaatsen en in meeleven. 


En het mooiste wat ik me herinner was dat ze op de boot voeren en bij het eiland kwamen in de duisternis, waar je dromen (nachtmerries) werkelijkheid worden. Dan raakt iedereen in doodsangst en bidt Lucy heel zachtjes: o Aslan, als je er bent en ooit geweest bent kom dan nu. Dan vliegt er een albatros rond de mast die zoiets zegt als: mijn kind, wees niet bang. En ze worden door Aslan (want hij is het) uit de duisternis geleid. 

Tien jaar geleden waren we als gezin in Engeland, Oxford. We bezochten de kroeg waar Tolkien en Lewis pijp rookten en elkaar hun verhalen voorlazen. We vonden het huis waar Lewis gewoond heeft (nu een huis voor studie en retraite, gerund door een Amerikaanse stichting, die Lewis nagedachtenis wil eren) en we bezochten zijn (toen verwaarloosde) graf. 
Ooit schreef een moeder aan Lewis: ‘Mijn zoon Laurence is bang dat hij meer van Aslan dan van Jezus houdt.’ Lewis antwoordde: ‘Laurence kan niet echt méér van Aslan houden dan van Jezus, ook al heeft hij zelf dat idee. Want de dingen die Aslan zegt en doet en waarvan hij zo houdt, zijn gewoon de dingen die Jezus in werkelijkheid zei en deed. Dus als Laurence denkt dat hij van Aslan houdt, heeft hij eigenlijk Jezus lief: en misschien houdt hij wel meer van Hem dan ooit tevoren... God weet precies hoe de verbeelding van kleine jongetjes werkt (Hij heeft haar tenslotte zelf gemaakt). Hij weet dat pratende en vriendelijke dieren op een bepaalde leeftijd een heel aantrekkelijk idee zijn. Dus ik denk niet dat Hij het erg vindt als Laurence van het leeuwenlichaam houdt. Hoe dan ook, als Laurence ouder wordt, zal hij ontdekken dat dat gevoel vanzelf weg zal gaan, zonder dat hij daar iets voor hoeft te doen. Dus hij hoeft er zich geen zorgen over te maken.’ ‘Ik zou het bijzonder op prijs stellen als u nog eens schrijft hoe het met Laurence verder gaat. Ik zal hem vanzelfsprekend dagelijks noemen in mijn gebeden. Hij moet een prachtexemplaar zijn: ik hoop dat u er rekening mee houdt dat hij zich wel eens zou kunnen ontpoppen als heilige. Moeders van heiligen hebben het volgens mij lang niet altijd gemakkelijk!’ 

Verborgen verhaal 
Op het einde van zijn leven (oktober 1963) schrijft Lewis aan de kleine Ruth: ‘Heel erg bedankt voor je aardige brief en het was heel goed dat je schrijft dat je mijn boeken mooi vindt; en wat een ontzettend mooie brief heb je geschreven voor je leeftijd! Als je van Jezus blijft houden, kan er niet veel verkeerd gaan met je, en ik hoop dat je dat altijd zult blijven doen. Ik ben zo blij, dat je het ‘verborgen verhaal’ in de Narniaboeken zag. Het is vreemd - kinderen lukt dat bijna altijd, grote mensen bijna nooit. Ik ben bang dat er een einde is gekomen aan de Narniareeks en het spijt me dat ik je moet vertellen dat je geen nieuwe hoeft te verwachten. God zegene je.’ (Beide citaten zijn uit C.S. Lewis, Liefs van C.S. Lewis. Brieven aan kinderen. Callenbach 2000) 

We hebben inmiddels een heel rijtje boeken van Lewis in de kast staan, de serie van Narnia zelfs meerdere malen in verschillende edities. Daarnaast nog een aantal boeken over Narnia. 
Je kunt wel zeggen dat ons gezin ‘iets met Narnia’ heeft. We zien uit naar de film en we hopen dat velen de boeken gaan lezen en Aslan zullen ontmoeten! 


2. Bode - december 2005

Een kIein grijzig boekje en een kIeurig land

Boekbespreking door Hans Schouten
(emeritus predikant in Baanbrugge en mede auteur van Het Lam en het land van de leeuw)

Het was 1947, en ik was net mijn studie theologie begonnen aan de Stedelijke Universiteit van Amsterdam. Als je de Oudemanhuispoort binnengaat, zie je, recht tegenover de ingang naar het Universiteitshofje, op één hoog de ramen van wat toen de theologenzaal was.

Vlak voor de Kerst beleefde ik daar mijn eerste confrontatie met de liberale godgeleerdheid.

Een van onze toenmalige hoogleraren, die met de eerstejaars de artikelen van het Apostolicum behandelde, vroeg ons, toegekomen aan het artikel 'Geboren uit de Maagd Maria': 'Wie van de heren (in die jaren uiteraard alleen studenten van het mannelijk geslacht) neemt deze uitspraak voor zijn rekening?' Twee man van de vijftien stonden op, onder wie schrijver dezes, waarop de professor zei: 'Maar, heren, dan bent u hier helemaal aan het verkeerde adres; u zou zich moeten wenden tot de medische faculteit, sectie gynaccologie. 'Waarop ik, luid en duidelijk (Amsterdammertje uit de binnenste binnenstad, met het onmiskenbare accent en idioom van mijn afkomst) zei: 'Stik' en, samen met mijn medestrijder, de zaal verliet. Dat was in die jaren volstrekt ongehoord. Ik zal u besparen hoe het gruwelijk conflict dat hier ontstaan was, uiteindelijk is opgelost. Maar het was wel de aanleiding dat ik in het jaar daarop de Stedelijke verwisselde voor de Vrije Universiteit hoewel ik, achteraf bezien, me die moeite had kunnen besparen...

Het zal januari, of februari, 1948 zijn geweest dat ik in de boekhandel Ten Have (tweede pand in de Kalverstraat aan de rechterhand, vanaf het Spui) werd aangesproken door de eigenaar van die leidende protestantse boekhandel in Amsterdam (een smal pand met drie verdiepingen boven elkaar: onvergetelijk!), de oude mijnheer Ten Have, een aristocraat met wit haar en een onberispelijke puntbaard, die mij wees naar een klein grijzig boekje dat hij in zijn linkerhand hield, en zei: 'Jongeheer Schouten, dit moet u absoluut lezen! 'Hij gaf het mij cadeau en het was: Brieven uit de hel van ene C.S. Lewis, van wie ik nog nooit gehoord had. 'Dit werkje,'zei mijnheer Ten Have, 'zal u bevestigen in ons algemeen, ongetwijfeld, christelijk geloof.'

Dat heeft het gedaan. Ik las het in één adem uit en daarna las ik er nog een paar weken elke dag een hoofdstukje van, en ik stuurde het per veldpost aan mijn broer die zijn militaire dienstplicht vervulde op Java, en daar is omgekomen en begraven. Wij correspondeerden daarover uitgebreid en toen mijn broer gestorven was, kreeg ik het boekje en al onze brieven terug, met al zijn andere spullen. Deze wond schrijnt tot op de huidige dag, en u zult begrijpen hoe dierbaar dat boek mij elke dag is. Maar, afgezien van de emotionele waarde - wat heb ik voor mijn geestelijk leven eindeloos veel gehad aan de onthullingen van de strategieën van de hel.

Lewis zegt, dat er eigenlijk geen goede kinderverhalen zijn, dat wil zeggen: verhalen waar volwassenen evengoed van kunnen genieten en daarom moeten we ze zelf maar schrijven. En als een christen een verhaal vertelt, is het onvermijdelijk, dat 'het Grote Verhaal' van de vleeswording, van het lijden en van de opstanding van Gods Zoon, zich telkens opnieuw in de kleding van het kleine verhaal vertoont. Zo begon Lewis in 1949 aan de Narnia-verhalen. In die stories, deze maand in een filmeditie op het witte doek verschijnend, wordt de blijde boodschap je niet door de strot gewrongen, maar je ademt het in. Benedicta Brittania! Gezegend Engeland, dat in een eeuw mannen mocht voortbrengen als Chesterton,Tolkien en Lewis.'Gaven gaf Hij aan de mensenkinderen.' 


1. Uitdaging – december 2005

Reisgids voor Narnia
Henk Medema, Nynke Dijkstra Algra, Pieter van Kampen en
Willem Ouweneel.


Reisgids voor Narnia

Het Lam en het land van de Leeuw, zo heet het boek dat een dezer dagen verschijnt bij uitgeverij Mederna in Vaassen. Het is een 'reisgids voor Narnia en omgeving'.

In het boek zijn bijdragen opgenomen van Henk Medema, Nynke Dijkstra Algra, Pieter van Kampen en Willem Ouweneel. Het boek handelt over de Kronieken van Narnia, de wereldberoemde serie boeken van C.S. Lewis. Eén van die boeken is inmiddels verfilmd. Dat was ook de aanleiding tot het laten verschijnen van dit boek.

Uitgeverij Medema noemt het 'een reisgids'. Het boek geeft veel achtergrondinformatie over Narnia en over Lewis.
Voor de Narnia fans - en dat zijn er velen - een must. 


www.vergadering.nu