www.vergadering.nu De Leesmap www.vergadering.nu

Oogst - 9 oktober 2003 - www.totheildesvolks.nl 

De betekenis van de Wet

door Dr. Willem J.Ouweneel

Wat hebben christenen met de Wet (de Torah) te maken? Om die vraag te beantwoorden moeten we eerst weten wat met de Wet bedoeld wordt. In het Oude Testament gaat het natuurlijk vooral om de Wet van Mozes, de Sinaïtische Wet. Maar tegelijk blijkt daar al dat de Wet heel wat meer is dan een lijstje geboden. De Wet is een openbaring van God Zélf en vormt een vaderlijke onderwijzing aan zijn volk voor het héle leven van de mens.

Drie visies
In het Nieuwe Testament wordt uitvoerig over die Wet geschreven, maar (vooral bij Paulus) schijnbaar op nogal dubbele wijze. Enerzijds negatief: de christenen zijn van 'de Wet' verlost. Anderzijds positief: de christenen staan nu onder de 'Wet van Christus'. Velen weten met deze tegenstelling niet goed raad en benadrukken óf de meer negatieve, óf de meer positieve kant. De belangrijkste drie visies zijn de verbondstheologie (in reformatorische kringen), de bedelingstheologie (voornamelijk in evangelische kringen) en de Messiaanse theologie (met name onder Messiasbelijdende joden). Verbondstheologen leren dat christenen nog steeds onder de Wet van Mozes staan, maar dan alleen onder het morele gedeelte ervan. Volgens hen heeft het civiele en het ceremoniële gedeelte van de Wet sinds Christus afgedaan. Bedelingstheologen leren dat christenen niets meer met de Wet van Mozes te maken hebben. Wij zijn toch niet meer onder de wet, maar onder de genade (Rom. 6:14) vrijgemaakt van de Wet (Rom. 7:6)?

Messiaanse theologen leren dat op z'n minst Messiasbelijdende Joden nog steeds onder de hele Wet van Mozes staan. of en in hoeverre dat ook geldt voor gelovigen uit de volken, daarover zijn de meningen verdeeld.

Een andere benadering
Tegenover de drie genoemde visies verdedig ik het standpunt dat er maar één eeuwige Torah is, waaronder Gods volk in alle fasen van de heilsgeschiedenis gesteld is, maar die in elke fase haar heel eigen gestalte heeft. Ik ben het met de bedelingstheologen eens dat gelovigen uit de volken nooit onder de Wet van Mozes gesteld zijn, ook niet onder het 'morele gedeelte' ervan. Maar dat wij 'niets met de Wet te maken hebben', is per se onjuist. Wij staan ook volgens Paulus onder de 'wet van Christus' (1 Kor. 9:21; Gal. 6:2). De 'eis der wet' wordt 'vervuld in ons, die niet naar het vlees wandelen, doch naar de Geest' (Rom. 8:4). De 'liefde is de vervulling der wet' (Rom. 13:10). Wij moeten blij ven bij 'de volmaakte wet, die der vrijheid' en zullen door die 'wet der vrijheid' geoordeeld worden (Jak. 1:25; 2:12).

Een eeuwige Torah
De reformatorische visie ziet terecht in dat wij altijd onder Gods geboden staan. Alleen plaatst zij ons ten onrechte onder de Wet van Mozes, althans onder het 'morele gedeelte' ervan. Daardoor komt zij ook in de knoop met het vierde gebod 'Gedenkt de sabbatdag' , dat vervolgens op de zondag wordt toegepast, terwijl in de Bijbel de sabbat nooit naar de zondag wordt overgeheveld. Niettemin, als Paulus over het christenleven schrijft, verwijst hij meermalen naar de Tien Geboden! (Rom. 7:7; 13:9v.; EL 6:2v.) Hoe kan dat dan? Heel eenvoudig: ook volgens de Wet van Christus mogen wij niet liegen, stelen, enzovoort! De vraag is dus: hoe verhouden zich de Wet van Mozes en de Wet van Christus? Ze overlappen elkaar, maar ze zijn niet identiek! Het is de ene, eeuwige Torah die zich in elke fase van de heilsgeschiedenis in een wat andere gedaante manifesteert, al naar gelang de betrekkingen die God in elke bedeling met de mensen onderhoudt. Daarom kan er geen sprake van zijn dat de Torah is afgeschaft. Dat had de Here Jezus trouwens Zelf al gezegd: 'Meent niet, dat ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen' (Matt. 5:17). Waar wij van bevrijd zijn, is niet de Torah als zodanig integendeel, in elke bedeling leeft de ware vrome volgens Gods geboden maar van het wetticisme, van de werkheiligheid.

Drie gestalten
De belangrijkste gestalten die de Torah in de loop van de heilsgeschiedenis heeft aangenomen, of nog zal aannemen, zijn de volgende:

1. De Mozaïsche Torah (de Wet van Mozes), die gold van Mozes tot op Christus.

2. De Messiaanse Torah (de Wet van Christus) die geldt voor de volgelingen van Christus. Hijzelf sprak dikwijls van zijn 'geboden'. (Joh. 14:15,21; 15:10; vgl. 2 Petr. 3:2; 1 joh. 2:3v)

3. De Millenniale Torah, waarover we met name lezen in Ezechiël 43 46. Deze Torah, die zal gelden in het duizendjarig vrederijk, verschilt zowel van de Mozaïsche als van de Messiaanse Torah: zij bevat vele van de morele, civiele en ceremoniële wetten uit de Mozaïsche Torah, maar mét de verdieping en verrijking van de Messiaanse Torah erbij.

Elke gestalte van de Torah is zowel een morele als een ceremoniële, civiele en juridische Torah, dat wil zeggen: ze omvat geboden voor het individuele morele leven, geboden voor bepaalde ceremoniën (voor ons: doop, avondmaal, ziekenzalving e.d.), en geboden voor het onderling als christenen samenleven (bijv. gemeentetucht) en voor onze verhouding tot niet christenen, de maatschappij en de overheid.

Verdieping
ik laat de positie van de Messiasbelijdende joden hier buiten beschouwing, want daarover lopen de meningen behoorlijk uiteen, zelfs onder henzelf. Eén ding mag duidelijk zijn: Paulus en de andere apostelen hebben hun leven lang niet alleen de Messiaanse Torah, maar ook de Mozaïsche Torah onderhouden, zolang die niet met de Messiaanse Torah in conflict kwam. Zij bleven immer joden. De Messiaanse Torah staat niet tegenover de Mozaïsche Torah, maar is er juist de vergeestelijking, de verdieping en de verrijking van.

'Gij zult niet doden' betekent in de Wet van Christus: 'Gij zult uw broeder zo liefhebben dat gij bereid zijt zelfs uw leven voor hem te geven' (1 Joh. 3:16).

- 'Gij zult niet stelen' betekent in de Wet van Christus: 'Gij zult uw broeder zo liefhebben dat gij bereid zijt alwat gij bezit met hem te delen' (Ef. 4:28).

'Gij zult niet echtbreken' betekent in de Wet van Christus: 'Gij zult uw vrouw zo liefhebben dat gij bereid zijt zelfs uw leven voor haar te geven' (Ef. 5:25).

Geen tegenstelling
Het begrip 'wet' is alleen goed te begrijpen tegen de achtergrond van het belangrijke bijbelse begrip 'verbond'. Evangelische christenen hebben soms een nodeloze tegenstelling gecreëerd tussen het oude en het Nieuwe Verbond, terwijl allereerst de overeenkomst ertussen erg belangrijk is. Het kernpunt hier is de gespannen verhouding tussen de verkiezende genade van God enerzijds en de eigen verantwoordelijkheid van de mens anderzijds. De Bijbel kan enerzijds zeggen dat de mens niet behouden wordt door wetswerken, maar alleen door Gods genade, en anderzijds dat de mens, gezien vanuit zijn verantwoordelijkheid, alleen behouden wordt als hij in Gods wet wandelt. in dat opzicht is er geen verschil tussen het Oude Verbond en het Nieuwe Verbond. Er is dan ook geen tegenstelling tussen deze twee verbonden, want het Nieuwe Verbond is niets anders dan de vernieuwing van het Oude Verbond. Zo is ook de Messiaanse Torah de vernieuwing van de Mozaïsche Torah. Het grootste verschil tussen het Oude en het Nieuwe Verbond is dat intussen Christus is gekomen, wiens persoon en werk de basis vormen voor de vervulling van de beloften die God al onder het Oude Verbond aan de mens had gedaan.

Christus, de Torah gever
Het is de moeite waard de Mozaïsche, de Messiaanse en de Millenniale Torah nader met elkaar te vergelijken op punten als: de plaats van de drie ambten (koning, priester, profeet), de kenmerkende berg, de Godsverschijning, het basisoffer (en de verlossing), enzovoort. En wat is de plaats van de liefde en de gerechtigheid in alle drie? En wat is de specifieke betekenis van Christus als de nieuwe 'Mozes', de nieuwe Torah gever? Hij is méér dan Mozes, want Hij is in zekere zin de ene, eeuwige Torah in eigen persoon!

Voor meer uitleg zie:
Hoe lief heb ik uw wet!
De eeuwige Torah tussen Oude en Nieuwe Verbond
van Willem J. Ouweneel
(uitg. Medema, Vaassen 2001)

De Leesmap-index


 

www.vergadering.nu