www.vergadering.nu De Leesmap www.vergadering.nu
Opbouw - 14 april 2006

Een symposium over het gebruik van magie in fantasy verhalen
Zweinstein op de EH

Door Chris de Jong, Utrecht

Vrijdag 17 maart werd in De Lichtkring in Amersfoort een symposium georganiseerd door de Evangelische Hogeschool. De bijeenkomst had als thema 'Over magie en literatuur', met een vergelijking tussen drie fantasy boeken: de Narniakronieken van C.S. Lewis, In de ban van de ring van J.R.R. Tolkien en de boeken over Harry Potter van J.K. Rowling.

Alle drie de series gaan over een verzonnen wereld, waarin tovenaars en heksen voorkomen, mysterie en magie, zaken die veel gelovigen met name associëren met het verbod uit Deuteronomium: doe daar niet aan mee. Desalniettemin leeft het onderwerp bij die gelovigen, want de zaal zat vol. Velen zullen met de vraag gekomen zijn: Wat moeten we hiermee? Als het verboden is, mag je er dan wel over lezen, laat staan schrijven? Een studiemiddag over letters en geesten. Drie sprekers kregen van dagvoorzitter W.J. Ouweneel het woord: drs. Pieter van Kampen, theoloog en Lewiskenner, drs. Enny de Bruijn, literatuurwetenschapper en boekenredacteur bij het Reformatorisch Dagblad en mr, Henk Medema, uitgever en Tolkienfan.

Voorbeeldig gedrag

Van Kampen ging met name in op het spanningsveld tussen aan de ene kant de auteur die als schepper de plicht heeft een geloofwaardige wereld neer te zetten, met zijn eigen wetten en logica, en aan de andere kant de vraag in hoeverre de verwerking van elementen als tovenaars, magie en heksen in strijd is met de bijbelse geboden. Een interessante uitdaging, vond hij, omdat fantasy bij uitstek geschikt is om het menselijk verlangen naar een goede wereld en een goed einde te bevredigen. Uiteindelijk is voor hem beslissend in hoeverre het boek voorbeeldig gedrag laat zien. Wat betreft de boeken van Rowling hield hij een voorbehoud omdat de serie nog niet af is en bovendien de hoofdfiguren niet zo voorbeeldig zijn als hij had gewild. Voorzichtigheid bleef volgens hem geboden, omdat de zaken die beschreven worden bepaald niet onschuldig zijn.

Magie als middel

De Bruijn kwam met een literair-wetenschappelijke benadering. De magie in de genoemde boeken is volgens haar te zien als een stijlfiguur, als vehikel voor humor, verbazing en onverwachte wendingen. Het gebruik daarvan alleen maakt een boek niet meer of minder christelijk. De boeken van Lewis zijn het meest herkenbaar en het minst verontrustend voor gelovigen, maar psychologisch niet de sterkste van de drie. Toch is het gebruik van magie als stijlfiguur ook weer niet waardevrij. Wat dat betreft is er een parallellie te zien tussen de discussie die nu gaande is over de boeken van Rowling en de discussie die in de 17e eeuw werd gevoerd over het gebruik van Griekse mythologie. Volgens de wat rekkelijker Revius was dat geoorloofd als de lezer in staat is de mythologie te ontmythologiseren. Naar analogie daarvan zou je kunnen zeggen dat magie geoorloofd is in zoverre de lezer die als stijifiguur weet te duiden. Wat dat betreft heeft de lezer een zwaardere dobber aan Harry Potter dan aan de verhalen over Narnia. Maar daarnaast vroeg De Bruijn zich af of bepaalde passages in de boeken van Rowling wel zo gruwelijk moeten zijn. Ze had wat meer terughoudendheid in de beschrijving van het kwade wel gewaardeerd.

Wegwijs in de morele jungle

Medema kwam in zijn bijdrage tot een opvallende bekentenis. Zijn eerste poging om de boeken over Harry Potter te lezen had hij afgebroken halverwege deel 4. Reden: te dubieus, te donker. Maar na lezing van de analyse van John Granger heeft hij de ontbrekende delen gelezen. Hij vond bij nader inzien zo veel bijbelse lijnen en motieven dat je volgens hem Rowling onrecht doet door de boeken als occult of verdacht weg te zetten. De wereld die zij schetst, is een wereld als een morele jungle waarin we op de tast onze weg moeten vinden en voor het goede moeten kiezen. Dat is niet makkelijk! Maar lijkt onze wereld daar niet een beetje op? Er zit weinig fantasie (of fantasy) in het beeld van de morele jungle. We hebben lang niet altijd de luxe om te kiezen voor gemak. Al associërend komt Rowling tot een verrassend scherpe schets van de morele dilemma's in haar (en onze!) wereld en onze geest. Ongemakkelijk, ja, maar dat is voor een deel de kracht van deze boeken. Dat betekent overigens geen verplichting voor jan en alleman om de boeken toch te gaan lezen. De boeken kunnen, maar je moet ze als lezer wel aankunnen.

Mythologie

Punten in de plenaire discussie waren het karakter van de hogere machten in de diverse boeken en 'wat is magie nu eigenlijk?'. Ook het begrip vrijheid kwam langs: hoe vrij zijn de hoofdpersonen in het gebruik van zaken die God heeft verboden, en hoe vrij is een auteur in zijn/haar beschrijving van het kwaad. Maar ook: hoe vrij zijn wij als ouders om deze boeken aan onze kinderen te lezen te geven?

Een eye opener bleek het beeld van magie als stijlfiguur. Dat verheldert de discussie behoorlijk. Een interessant punt in de discussie was de vergelijking tussen het gebruik van mythologie door Lewis en van magie door Rowling. Lewis is met zijn mythologie begonnen vanuit de gedachte dat het denkklimaat van zijn tijd zo op de rede gestoeld was dat een dialoog over het geloof bijzonder moeizaam was geworden. Beschamend: het oude heidendom had meer openheid naar het christelijk geloof dan onze moderne tijd. Lewis kon dat makkelijk doen omdat de Griekse goden dood waren; ze vormden geen bedreiging meer voor gelovigen, hoewel sommigen Lewis deze keuze nog steeds kwalijk nemen. Deze keuze overzettend naar onze tijd (en even los gedacht van de vraag of Rowling überhaupt missionaire motieven heeft): kan Rowling met net zoveel onschuld gebruik maken van de door haar gekozen beeldtaal? Uit de discussie die al woedt zolang haar boeken zijn uitgekomen, zou je kunnen concluderen van niet.

De Bruijn liet zien dat zoals Lewis zijn beelden haalde uit de Griekse mythologie, Rowling onze 'eigen' Middeleeuwse beeldtaal gebruikt. En die ligt veel dichterbij dan de beeldtaal van Lewis. Psychologisch boeiend: de door Rowling gebruikte beeldtaal zit als het ware nog in ons systeem en dat maakt het lastig er afstand van te nemen en als stijlfiguur te ontmaskeren. Maar daar komt het theologisch argument nog bij dat het voor ons niet meer zo duidelijk is dat hekserij zo dood is als Jupiter en Apollo. Sterker nog, de moderne tijd laat een sterke toename van dit soort praktijken zien. Waar Lewis droge voeten hield, dreigt Rowling van twee kanten door het water te worden ingesloten. Dat maakt lezing van haar boeken zo'n uitdagende onderneming.

Literaire bijsluiter

Wat moet je dan nog als ouder? In ieder geval je kind leren zwemmen, want het genieten van kunst mag best wat moeite kosten. Of, in de geest van Medema, de bijsluiter bij Harry Potter zal omvangrijker zijn dan bij Nijntje. Maar, zou ik zeggen, dan doe je er toch alles aan om die bijsluiter van gewicht te voorzien, door bijvoorbeeld meer van de schrijver te weten te komen? Uit welk 'genie' zijn deze boeken ontsproten? Wat voor 'geest' ademt het boek? Volgens de moderne literatuurwetenschap mag je een boek alleen beoordelen op het boek zelf en op hoe het boek bij je binnenkomt (de receptie), en niet op secundaire informatie van of over de schrijver. Dat vind ik te karig. Op die gronden kun je het verhaal van de schepping van de wereld van Tolkien, dat in zijn boek Silmarillion te lezen is, niet meewegen in de beoordeling van het karakter van de hogere wereld in de boeken over de ring, hoewel het dezelfde wereld betreft. Alle sprekers waren het daarover eens. Voor de bepaling van de 'geestelijke kleur' van het boek lijkt me dat niet eerlijk. Bovendien, met de bijbel doen we dat ook niet. De passage in Matteüs over het bloed dat over de Joden mag komen (27:25), krijgt bedenkelijke trekjes als je die los ziet van wat in het boek Leviticus staat over de rol van het bloed in de dienst van de verzoening. Het is dezelfde Geest die aan het woord is.


Reformatorisch Dagblad - 20 maart 2006 

Zuchten om de zevende Harry Potter

Als in Deuteronomium 18 staat dat we ons verre moeten houden van waarzeggerij en tovenarij, dan moeten we boeken met dergelijke elementen toch afwijzen? Maar zo makkelijk is de discussie over magie en literatuur niet af te doen, stelde ds. P. J., van Kampen vrijdag tijdens een symposium dat de Evangelische Hogeschool belegde over boeken van Tolkien, Lewis en Rowling.'

Mariëlie Buys

Vooral veel - al dan niet voormalige EH studenten bezoeken de bijeenkomst waar ds. Van Kampen, samen met RD redacteur Enny de Bruijn en uitgever Henk Medema, zijn mening geeft over de populaire, maar omstreden fantasyboeken.

Gewapend met een puntenlijstje magische zaken concludeert de Nederlands gereformeerde predikant dat Rowling zich in de Harry Potterserie met hekserij en ander kwaad bezighoudt, maar het wel met een korreltje zout neemt. "De naam van waarzegster Zwamdrift geeft al een indicatie. Zo zou ik niet willen heten."

De Bruijn is niet zo op deze puntenmethode, blijkt in haar lezing. “Natuurlijk is het makkelijk een boek het stickertje occult op te plakken als bepaalde thema's aanwezig zijn. Maar dan beoordeel je alleen de oppervlakte. Onder de magie van Potter zit een verhaal dat over wezenlijke vragen van goed en kwaad gaat."
Vormt de juiste strekking van een boek dan een verontschuldiging voor foute beelden? Nee, stelt De Bruijn. Rowling gaat te ver als ze over geesten schrijft en ook Tolkien gaat op dit gebied een grens over in zijn serie "In de ban van de ring". “Omdat ik geesten van doden als een stukje realiteit ervaar, niet als pure beeldspraak, doet het verhaal me geen goed", aldus De Bruijn.

Ds. Van Kampen legt een link tussen magische elementen in een herkenbare, niet fantastische wereld en naaktfiguren op een natuurgetrouw schilderij. “Naakt was alom geaccepteerd om een mythologisch figuur of een begrip als schoonheid op het doek uit te beelden. Maar toen impressionistische schilders halfblote vrouwen in een realistische wereld plaatsten, vonden de mensen het pornografie."

Tijdens het betoog van de predikant glijdt een boek van de lessenaar. "Gewoon een natuurlijk gebeuren", stelt de spreker zijn publiek gerust naast EH studenten ook docenten, jeugdwerkers, een enkele jeugdboekenauteur en oma's die willen weten wat verantwoord leesvoer is voor hun kleinkinderen.

Ds. Van Kampen noemt Deuteronomium 18. “Dan zijn we er toch uit? De Heere God wil geen magie." Zo makkelijk ligt het niet, geeft hij toe. De vraag is wel of een auteur duistere elementen mag gebruiken om voor het Licht te strijden. In de discussie met het publiek komt de predikant terug op deze kwestie: “Er is geen reden de diepte van de satan te willen kennen. De Bijbel maakt het duistere nooit interessant.”

Een opmerkzame bezoekster wijst ds. Van Kampen erop dat Tolkiens tovenaar Gandalf de dood als iets positiefs noemt. “Waarom wijst u dat bij hem niet af, en bij Rowling wel?", vraagt ze. De predikant werpt zijn humor in de strijd. "Als ik consistent wil zijn, moet ik daar ook vragen bij hebben, en die heb ik vanaf nu." De zaal lacht. “Ik heb die passage over het hoofd gezien", geeft hij toe. “Ik ben fel op alles wat de dood relativeert. Als de dood niet erg was, had Jezus niet hoeven komen."

Medema noemt de magie van Lewis' Narniaverhalen "de scheppingsmagie." Harry Potters duistere kant moet volgens hem niet te serieus worden genomen. "Het is een literaire methode voor humor en onverwachte ontknopingen." Hij roept het publiek op de Potterserie tot het laatste deel te lezen. "Anders kun je de boeken niet goed begrijpen." Dagvoorzitter Willem J. Ouweneel, zuchtend: “We gaan steeds heviger verlangen naar deel 7."

De Bruijn laat zien dat het probleem dieper zit dan het al dan niet accepteren van feeën en dwergen. “Zondeloze literatuur over een zondige mens is per definitie onmogelijk." En: “Zonder contrasten en conflicten heb je geen verhaal; tegenover het goede móét dus altijd het kwade staan." Belangrijk hierbij is volgens haar hoe ver de schrijver gaat in de uitbeelding van het kwaad.

Een jeugdbibliothecaresse staat op vanuit het publiek. “Ik hoor niets over auteurs als Paul van Loon. Boeken van hem zijn voor Nederlandse kinderen veel gevaarlijker. Ze spelen zich dicht bij huis af, op Nederlandse graven, onder Nederlandse kinderen", stelt ze. "Kom op, wees een beetje kritisch!"


Nederlands Dagblad - 18 maart 2006 - www.nd.nl

'Bijbelse elementen in Harry Potter'
door onze redacteur Hilbert Meijer
Christenen doen boeken waarin een fantasiewereld wordt geschapen, zoals Harry Potter, al snel af als onbijbels. Een heksenjacht op het occulte ontneemt echter de ruimte voor nuchtere bezinning.
     AMERSFOORT - Bijgeloof, toekomstvoorspellingen, astrologie, spiritisme en hekserij. De boekenreeks van Harry Potter staat er vol mee en wie de Bijbel erop naslaat, wordt het al gauw duidelijk: God verbiedt alles wat in de buurt van het occulte komt. Maar dat betekent nog niet dat de Harry Potters zonder meer het raam uit moeten, vindt anglicist en theoloog Pieter van Kampen. ,,Want literatuur, daar hoort verbeelding bij.''
    De door auteurs geschapen fantasiewerelden zijn mateloos populair en leiden tot de ene verfilming na de andere. Harry Potter van J.K. Rowling, In de ban van de ring van J.R.R. Tolkien en De Kronieken van Narnia van schrijver C.S. Lewis. Onder christenen scheiden de wegen: waar de een ingangen ziet voor evangelisatie, ziet de ander slechts werk van de duivel....


Reformatorisch Dagblad
- 18 maart 2006 
Beoordeel magisch verhaal op strekking...

AMERSFOORT - Fantasieverhalen moeten vooral op hun strekking worden beoordeeld, niet zozeer op de soms occult aandoende beelden. Een christen kan Lewis’ boeken vanwege de christelijke moraal vrijelijk lezen. 

Dat stelden Enny de Bruijn, boekenredacteur van deze krant, predikant P. J. van Kampen en uitgever Henk P. Medema vrijdag tijdens een symposium over magie en literatuur van de Evangelische Hogeschool in Amersfoort. 

Sommige christenen plakken ten onrechte het etiket ”occult” op alles wat naar magie zweemt, zei De Bruijn. „Occult is een boek pas als er in positieve zin sprake is van contact met doden of de geestenwereld. 


De Stentor - 18 maart 2006 - http://www.destentor.nl/cultuurstn/article181251.ece 
Kritiek op christelijke ‘heksenjacht’ op Potter
ANP
18 MAART 2006 - AMERSFOORT - De boeken over tovenaarsleerling Harry Potter zijn minder verwerpelijk dan de ‘heksenjacht’ ertegen. doet vermoeden. Dat zeiden enkele christelijke deskundigen gisteren tijdens een symposium over magie en literatuur van de Evangelische Hogeschool in Amersfoort.

Sommige behoudende christenen plakken ten onrechte het etiket ‘occult’ op alles wat naar magie zweemt, zei boekenredacteur Enny de Bruijn van het Reformatorisch Dagblad. ‘Occult is een boek pas, als er in positieve zin sprake is van contact met doden of de geestenwereld. Er zijn heel wat romans met het etiket ‘christelijk’ die veel meer dan Harry Potter doordrenkt zijn van magisch denken.’ Ze verwees bijvoorbeeld naar romans waarin kruisbeelden een wonderbaarlijke werking hebben.

De boeken van J.K. Rowling ademen volgens De Bruijn een ‘humanistisch mens- en wereldbeeld’.......





Persbericht


EH-Symposium
C.S. Lewis - Narnia                   
J.R.R. Tolkien - In de ban van de ring J.K. Rowling - Harry Potter             

vrijdag 17 maart 2006

EH-Symposium `Lewis, Tolkien, Rowling’

Amersfoort – De Evangelische Hogeschool (EH) te Amersfoort organiseert op 17 maart het symposium `Lewis, Tolkien, Rowling’. Binnen christelijk Nederland is er veel belangstelling voor de werken van deze auteurs, waarin magie een prominente rol speelt. Er is echter veel discussie over mogelijke gevaren van de boeken en hun verfilming. Een symposium over magie en literatuur.

Met de boeken In de ban van de ring van J.R.R. Tolkien, De kronieken van Narnia van C.S. Lewis en de Harry Potter-reeks van J.K. Rowling hebben alledrie de schrijvers letterlijk geschiedenis geschreven. Mede dankzij de recente verfilmingen lijkt de aandacht alleen maar te zijn toegenomen. Harry Potter en de vuurbreker draait in de bioscoop, en In de ban van de ring brak nog maar enkele jaren geleden alle records. De verfilming van het eerste deel uit De kronieken van Narnia krijgt momenteel alle belangstelling. 

Schadelijke of positieve uitwerking
In de drie genoemde werken van de auteurs zijn tovenaars en hekserij sterk aanwezig, maar alleen Lewis lijkt algemeen gewaardeerd en geaccepteerd te worden onder christenen. Maar is dat terecht? En hoe zit dat met In de ban van de ring? En met Harry Potter? Is er onderscheid en/of overeenkomsten tussen de boekenseries? En zo ja: welke? 
Mag je magie als literair middel gebruiken en (hoe) moet je daar als christen over oordelen? Hebben ze een mogelijk schadelijke of juist een mogelijk positieve uitwerking op kinderen (en volwassenen)? Welke literatuurwetenschappelijke en theologische overwegingen spelen in de beoordeling van deze boeken een rol? 

Discussie
Tijdens deze bijeenkomst zullen drs. Enny de Bruin (letterkundige en redacteur RD), drs. Pieter J. van Kampen (anglicist en theoloog) en mr. Henk P. Medema (uitgever en auteur) ieder vanuit hun eigen standpunt en expertise over genoemde vragen spreken. Daarna zal er kort onderling op elkaar worden gereageerd, om vervolgens voldoende ruimte te bieden aan het publiek om actief deel te nemen aan de discussie.
Dagvoorzitter is prof. dr. Willem Ouweneel, docent aan de EH.

Overweldigende belangstelling
De afgelopen jaren kenden de verschillende EH-symposia een sterk groeiende belangstelling. Het voorgaande symposium `Intelligent Design en Creatie’ trok zelfs het recordaantal van 540 bezoekers. Door deze studiebijeenkomsten hoopt de EH dezelfde bezinning en vorming van visie die haar onderwijs kenmerkt en uniek maakt aan een breder publiek aan te bieden. www.eh.nl. 

Symposium `Lewis, Tolkien, Rowling’
Locatie: De Lichtkring, Laan naar Emiclaer 1 te Amersfoort
Toegang: € 10,- (oud EH-studenten € 5,-)
Aanmelding is zeer gewenst i.v.m. organisatie
Voor aanmelding of meer informatie: www.eh.nl  of (033) 460 4000


Recensies over Narnia... | Meer over Narnia...


De Leesmap-index

www.vergadering.nu