Bijbelgetrouw, krachtig en praktisch onderwijs
van Andrew Wommack
Overzicht van de vertaalde bijbelstudies van Andrew Wommack, klik hier...
Lessen Discipelschap Evangelisatie
Niveau 2 - Les 15: Financiën (deel 2)
Andrew Wommack
Vandaag wil ik nog meer vertellen over financiën. In onze vorige les heb ik uitgelegd dat het Gods wil is dat je welvarend bent. Nu wil ik je enkele sleutels geven, hoe dat werkt.
Lukas 6:38 zegt: ‘Geeft en u zal gegeven worden: een goede, gedrukte, geschudde, overlopende maat zal men in uw schoot geven. Want met de maat, waarmede gij meet, zal u wedergemeten worden. Hier zijn veel principes bij betrokken, maar je kunt niet spreken over welvarend zijn zonder over geven te praten.
Als je over financiële voorspoed spreekt, zeggen heel wat mensen: ‘Ok, dus God wil dat ik voorspoedig ben, maar ik hoef niet te geven.’ Je kunt in de Bijbel lezen waar Jezus sprak over de weduwe die haar laatste twee duiten in het offerblok gooide. Hij had zitten kijken hoe rijke mensen enorme sommen geld erin wierpen, maar toch riep Hij zijn discipelen bij elkaar en zei dat deze vrouw méér had gegeven dan alle anderen bij elkaar. Hij zei: ‘Want ze hebben uit hun overvloed gegeven, maar zij gaf uit haar armoede.’ God kijkt niet naar de omvang van jouw gift, het geldbedrag, maar naar het percentage wat je kunt geven. Als iemand zegt: ‘Ik heb niets dat ik kan geven’, is dat niet waar. Als je niets anders hebt, kun je een kledingstuk dat je hebt weggeven. Iedereen heeft iets om te geven, dus reken af met dit argument dat je niets zou hebben om te geven. In feite is het zo dat de periodes dat je heel weinig hebt van wat dan ook, de periode is dat je een groter percentage kunt geven dan anders. Iemand die tien dollar heeft en er vijf weggeeft, heeft een veel grotere gift gegeven dan iemand die een miljoen dollar geeft, en miljarden over heeft. God heeft het zo in elkaar gezet dat ieder individueel persoon kan geven.
Waarom heeft God ons gezegd te geven? Daar spelen verschillende dingen bij mee, maar een van de belangrijkste doelen is, dat je Hem moet vertrouwen op ieder terrein van je leven. Als er geen God zou zijn, en Zijn Woord niet waar zou zijn als Hij zegt: ‘Geef en jou zal gegeven worden’, dan zou een deel van wat je hebt nemen en weggeven het domste zijn wat je maar kunt doen. In plaats van dat je dichter bij je doel komt, in al je behoeften voorzien, raak je er verder vandaan, als God niet beloofd zou hebben je te zegenen. Er is geloof nodig om te geven op de manier zoals God zegt, en dát is de reden waarom Hij jou opdraagt het te doen.
In Lukas 16 staat een gelijkenis over een rentmeester die zijn heer bedriegt en uiteindelijk komt het hier op neer, dat als je niet trouw bent in de onrechtvaardige mammon (sprekend over geld) wie zal jou dan de ware rijkdom toevertrouwen? Als je God niet kunt geloven in de kleinere dingen, met betrekking tot geld, hoe zul je dan omgaan met de grote en meer belangrijke dingen, zoals geestelijke waarden?
Verzen als dit stellen geld als een van de minste niveaus van rentmeesterschap. Als je God al niet kunt vertrouwen voor je financiën, hoe kun je Hem dan vertrouwen voor je eeuwige toekomst? Hoe kun je werkelijk geloven dat Jezus jouw zonden heeft vergeven en dat je de eeuwigheid in de hemel zult doorbrengen? In vergelijking zijn de geestelijke dingen waarvoor we geloof in de Heer moeten stellen veel belangrijker dan geld. Geld is maar een gering ding, maar het is het kleine begin om God te gaan leren vertrouwen
Spreuken 11:24 zegt dat er mensen zijn die meer weggeven dan nodig lijkt en toch zijn ze meer welvarend dan anderen die maar opstapelen wat ze hebben, en daarmee alleen maar armoede binnen in zich creëren.
Als jij het éérst Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid zoekt, dan zal Hij je al deze dingen bovendien schenken. Als je zegt dat je wilt dat God je helpt in je financiën en je bidt voor Zijn hulp – maar je zoekt niet éérst het Koninkrijk van God, en je neemt niet de stap in geloof, Hem te vertrouwen met jouw financiën en gaat geven, dan geloof je Hem niet echt.
Discipelschapvragen.
1. Lees Johannes 3:16. Wat was Gods motief om te geven?
2. Lees 1 Korintiërs 13:3. Wat zou het motief achter ons geven moeten zijn?
3. Lees Jacobus 2:15-16. Leg de betekenis van dit vers uit.
4. Lees Lukas 6:38. Wat vertelt dit vers jou?
5. Lees Efeziërs 1:7. Heeft God gegeven uít Zijn rijkdom of náár Zijn rijkdom? Leg uit wat het verschil is.
6. Lees Spreuken 19:17. Als je aan de armen geeft, wat doe je dan? …….. Zal God jou terugbetalen?
7. Lees Psalm 41:1-3. Noem vijf dingen die God doet voor degenen die aan de armen geven.
Bijbelverzen bij de vragen.
Johannes 3:16 Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven heeft.’
1 Korintiërs 13:3 Al ware het, dat ik al wat ik heb tot spijs uitdeelde, en al ware het, dat ik mijn lichaam gaf om te worden verbrand,
maar had de liefde niet,
het baatte mij niets.
Jakobus 2:15-16 Stel, dat een broeder of zuster gebrek heeft aan kleding en aan dagelijks voedsel, 16 en iemand uwer zegt tot hen: Gaat heen in vrede, houdt u warm en eet goed, zonder hen echter van het nodige voor het lichaam te voorzien, wat baat dit?
Lukas 6:38 Geeft en u zal gegeven worden: een goede, gedrukte, geschudde, overlopende maat zal men in uw schoot geven. Want met de maat, waarmede gij meet, zal u wedergemeten worden.
Efeziers 1:7 En in Hem hebben wij de verlossing door zijn bloed, de vergeving van de overtredingen, naar de rijkdom zijner genade,
Spreuken 19:17 Wie zich over de arme ontfermt, leent de HERE; Hij zal hem zijn weldaad vergelden.
Psalm 41:2-4 Welzalig hij die acht slaat op de geringe; ten dage des onheils zal de HERE hem uitkomst geven; 3 de HERE zal hem behoeden en hem in het leven behouden; hij zal geprezen worden op aarde; aan de lust van zijn vijanden geeft Gij hem niet prijs. 4 De HERE steunt hem op het ziekbed, in zijn ziekte verandert Gij geheel zijn legerstede.
Antwoorden.
1. Lees Johannes 3:16. Wat was Gods motief om te geven? – Zijn liefde
2. Lees 1 Korintiërs 13:3. Wat zou het motief achter ons geven moeten zijn? – Liefde, dat wil zeggen, zoek het welzijn en voordeel voor anderen, ongeacht wat wij zelf voelen (Mattheüs 7:12)
3. Lees Jakobus 2:15-16. Leg de betekenis van dit vers uit. – 95% van alle liefde is niet verbaal. Het gaat niet om wat we zeggen maar om wat we doen.
4. Lees Lukas 6:38. wat vertelt dit vers jou? – de maat waarmee jij geeft (klein of groot) zal als maat gebruikt worden waarmee aan jou wordt teruggegeven.
5. Lees Efeziërs 1:7. Heeft God gegeven uít Zijn rijkdom of náár Zijn rijkdom? Leg uit wat het verschil is. – Naar Zijn rijkdom. Hij heeft alles gegeven om ons te verlossen, Zijn eniggeboren Zoon.
6. Lees Spreuken 19:17. Als je aan de armen geeft, wat doe je dan? …….. Zal God jou terugbetalen? – Je leent aan de Heer – Ja
7. Lees Psalm 41:1-3. Noem vijf dingen die God doet voor degenen die aan de armen geven. – Hij redt hen in tijden van moeilijkheden, Hij beschermt hen, Hij geeft hen voorspoed, Hij redt hen van hun vijanden, Hij geneest hen
Copyright © 2004, Don W. Krow
Permission is granted to duplicate or reproduce for discipleship purposes on the condition that it is distributed free of charge. Discipleship Evangelism P.O. Box 17007 Colorado Springs, Colorado 80935-7007 U.S.A. www.delessons.org
Deze studies zijn door Jan Vossen vertaald. Zie ook:
www.awmi.net
www.awme.net/country_holland
www.vergadering.nu/wommack
Les
2-16: Wat je moet doen als je gebeden niet beantwoord lijken te
worden...
|