Bijbelgetrouw, krachtig en praktisch onderwijs van Andrew Wommack
Overzicht van de vertaalde bijbelstudies van Andrew Wommack, klik hier...

Het Woord is vlees geworden - 5
Andrew Wommack

Deel 1: Welk deel is Gods verantwoordelijkheid? 
Deel 2: Welk deel is jouw verantwoordelijkheid? 
Deel 3: Denk het Woord van God.
Deel 4: Geloof in wat je zegt.
Deel 5: Weersta de duivel.

Deze 5-delige serie is een vertaling van mp3 bestanden ‘The Word became Flesh’.
Als MP3 bestand te downloaden van: www.awmi.net

Inleiding:
Door middel van Zijn gesproken Woord heeft God de aarde geschapen en alles wat er in en onder is. Door het Woord heeft Hij de hemel op haar plaats gesteld en de mens geschapen. En het allerbelangrijkste is, dat het Woord vlees geworden is en Jezus (God in het vlees) geboren is. Zij Woord is het machtigste en krachtigste ding op aarde en in de hemel. Het is de absolute en onfeilbare waarheid. Zijn Woord verandert nooit en Hij zal Zijn Woord nooit breken. 
In deze vijfdelige serie behandelt Andrew Wommack de uitwerking die dit in onze levens heeft. Hij legt uit hoe God zichzelf aan Zijn Woord gebonden heeft, wat het verschil is tussen Gods verantwoordelijkheid en de onze, de rol die de duivel speelt, mits van toepassing. De macht die God ons heeft gegeven, hoe wij een wonder tot stand brengen en meer. Deze onderwijzingen, live opgenomen tijdens een recent Gospel Truth Seminar zullen je leven veranderen. 
De eerste twee delen leggen het fundament voor de derde (En het Woord is vlees geworden…) die de kern van deze boodschap bevat. De laatste twee delen geven verdere uitleg. 

Deel 5 van 5: ‘Weersta de duivel’

Ik wil wat verzen met jullie delen uit Kolossenzen. Ik heb geen tijd om nog eens terug te gaan en te herhalen wat ik de vorige sessies heb onderwezen. Maar ik heb vooral gesproken over hoe het gezag van God is doorgegeven aan de geloven. Ik heb getracht satan te ontmaskeren en te onthullen als iemand die vooral door religie volkomen verkeerd is voorgesteld aan ons. Religie heeft allerlei machten aan hem toegekend die hij volgens mij helemaal niet heeft. Satan kan helemaal niets tegen ons beginnen zonder onze instemming en medewerking. Wij ontmaskerden en onthulden satan dus. En ik denk dat mensen hierdoor echt geholpen zijn. 

We hebben gesproken over hoe zelfs Godzelf het gezag dat Hij aan de mensen heeft gegeven niet aantast. Dus satan kan dat al helemaal niet. Daar hebben we het over gehad. En we hebben gesproken over waarom de Heer vierduizend jaar nodig had, om de Heer Jezus in deze aarde gesproken te krijgen. En hoe het Woord vlees geworden is en onder ons heeft gewoond en hoe dit ook werkt in het leven van de gelovige. En hoe wij zwanger worden van wonderen. Maar de meeste gelovigen vragen God maar om ze gewoon bovennatuurlijk een wonder te geven, en dat is, als je het principe eenmaal begrijpt net zo dwaas als een vrouw die maar om een kind bidt, maar nooit een fysieke relatie met een man heeft. Kinderen moeten verwekt worden. Wonderen moeten ook verwekt worden. 

En vanwege de genade van God hééft God mensen met de gave van wonderen. Die kunnen je tijdelijk helpen als je in een crisis zit en op dat moment een wonder nodig hebt. Maar dat kun je vergelijken met een adoptie of zoiets. Je kunt ook een kind krijgen door dat van een ander te adopteren, maar God heeft het zó bedacht, dat als je gezond bent en van God kunt ontvangen, dat jij je eigen kind kunt krijgen. Amen? God wil dat wij wonderen verwekken en in de bovennatuurlijke kracht van God wandelen. In ieder geval, ik vond het zelf heel erg goed. Mensen ontvingen dit en het heeft hen geholpen het te begrijpen. 

Vanochtend hebben we gesproken uit Markus 11. Hoe de Heer ons gezag heeft gegeven. In plaats van dat wij God vragen om te genezen en te bewegen en dingen te doen, moeten we beseffen en erkennen dat God die autoriteit binnen in ons heeft geplaatst, en moeten wij die gebruiken en tegen ons probleem spreken. In plaats van tegen God over ons probleem te spreken moeten wij dat gezag nemen en het gebruiken. Dus dat is de achtergrond van waarover we gesproken hebben. 

Hopelijk zal dit gedeelte uit Kolossenzen 2 hier een soort samenvatting van geven, en er is nog heel wat over te vertellen. Ik denk dat dit echt een zegening voor je zal zijn. In het eerste deel van Kolossenzen 2 zegt Paulus in het eerste vers: 1 Want ik wil dat u weet hoe groot de strijd is die ik voer voor u en voor hen die in Laodicea zijn, alsook voor zovelen die mij nooit in levenden lijve hebben gezien, Dit gaat erover dat Paulus nooit zelf rechtstreeks tot deze mensen predikte. De meeste uitleggers denken dat deze kerk in Kolossenzen was ontstaan door het werk van een zekere Epaphras. Die was in Efeze toen Paulus daar twee jaar predikte en hij had het evangelie naar Kolosse meegenomen. Dit waren dus als het ware kleinkinderen van Paulus, geen rechtstreekse bekeerlingen van hem. Hij had over hen gehoord en zei dus dat hij voor diegenen die hij nooit persoonlijk had gezien, een grote strijd, een groot verlangen in zijn hart had, dat ze toch mochten begrijpen en de rijkdom ontvangen van de volle zekerheid en begrip van het geheimenis. Ik kan hier heel veel tijd over spreken. Hij bidt voor hen. En wat hij voor hen bidt is, dat ze een openbaring mogen krijgen van wat ze in Christus hebben ontvangen. Als je tegenwoordig voor mensen zou bidden, als je hebt gehoord dat ze in de Heer zijn gaan geloven, maar je maakt je zorgen of ze wel verder gaan en volwassen en stabiel in het geloof worden, dan zouden de meeste mensen tegenwoordig bidden: ‘Oh, God, wij bidden dat U uw Geest uitstort.’ – ‘Wij bidden dat God je zal aanraken. We bidden dat God iets nieuws zal doen en dat God in je leven zal bewegen’. Dat is wat de meeste Christenen tegenwoordig zouden doen als ze voor andere mensen bidden. 

Paulus bad dat ze een openbaring zouden krijgen van wat God al gedaan had! Echt de manier om mensen vrij te bidden is niet door te zeggen: ‘Oh God, raak deze persoon toch aan’. Alsof God hen in de steek zou laten als jij niet tussenbeide kwam als geweldige voorbidder! Alsof het God niets interesseert, moet jij bij God pleiten om iets te doen: ‘Oh God, stort toch uw Geest uit’. Maar in plaats daarvan is de juiste manier om dit te doen zeggen: ‘Vader, U houdt oneindig veel meer van deze persoon dan ik. Wij hoeven niet te bedelen, U hebt alles al gedaan. Oh God, help hen om te begrijpen wat U gedaan hebt. Open hun verstand en geef hen een openbaring’. Dat is wat Paulus bidt en in vers 3 zegt hij dan: In Hem zijn al de schatten van de wijsheid en van de kennis verborgen. Als jij werkelijk begint te begrijpen wat je in Christus hebt, gaat het je helpen om dwaling te onderscheiden. Ik heb deze week met een aantal mensen gesproken in het hotel, die mij hebben verteld hoe ze deze waarheden begonnen te vatten en hoe ze begonnen te begrijpen wat God al gedaan had, dat het was alsof de schellen van hun ogen vielen en ze gingen beseffen dat hen niet de waarheid was verteld. En ogenblikkelijk kun je een dwaling onderscheiden als je eenmaal de waarheid begrijpt en eenmaal begint te beseffen wat God gedaan heeft. 

En dat is ook de benadering die Paulus hier gebruikt. In vers 6 zegt hij vervolgens: 6 Zoals u dan Christus Jezus, de Heere, hebt aangenomen, wandelt alzo in Hem, (SV) Met andere woorden, hoe ben je gered? Was dat door je eigen werken of prestaties? Of was het door geloof te stellen in een redder? Was het iets dat God voor je heeft gedaan of heb jij jezelf gered? En het overduidelijke antwoord is, dat het Gods genade was die je redde en dat jij daar geloof in hebt gesteld. En zegt hij: ‘en zo moet je ook verder gaan in je wandel’! 

Maar veel mensen vallen terug in het idee: ‘Nu ik gered ben, moet ik wat gaan doen om God tevreden te houden zodat Hij blij is met wat ik doe’. Je bent echt niet gered omdat jij de beste kandidaat daarvoor was. Je bent gered ondanks wie jij was, niet dankzij wie jij was. En op exact dezelfde manier blijf je de relatie met God houden. 
Vervolgens zegt vers 7 dat je moet zijn: geworteld en opgebouwd in Hem, en bevestigd in het geloof, zoals u onderwezen bent. Wees overvloedig daarin in dankzegging. Mensen, dit is een geweldig vers. Daar heb ik heel wat uit gepredikt. Ik doe echt mijn best door dit hoofdstuk heen te komen. Maar ik vind het moeilijk. 

Kijk naar vers 8 waar staat: Ziet toe, dat niemand u meesleept door zijn wijsbegeerte en door ijdel bedrog in overeenstemming met de overlevering der mensen, met de wereldgeesten en niet met Christus. Het woord ‘meeslepen’ (KJV spoil) betekent niet ‘bederven in de zin van fruit dat bederft’, maar als roof of buit in een oorlogssituatie. Zie toe, let op dat niemand je meesleept, plundert. Het woord ‘Let op’ is een militaire term: ‘Wees op je hoede’. Zoals, sta klaar, want er is een vijand daarbuiten die zoekt wie hij kan verslinden. Dus laat deze vijand niet binnensluipen en je beroven. Het is dus niet een kwestie dat je God moet bedelen om je iets te geven. Als je wederom geboren bent, ben je al volmaakt. Dat staat hieronder in vers 9, daar komen we zo aan toe. Je bent al compleet. God heeft je alles al gegeven. Je hoeft God niet meer te vragen je iets te geven, wat je moet doen is waakzaam zijn, en laat satan niet binnensluipen door misleiding en je beroven van wat God je al gegeven heeft. 
Je hoeft God helemaal niet te bidden om meer. Wat je moet bidden is dat je op je hoede bent voor de leugens en de misleiding van de duivel, die van je probeert te stelen. Dus: Let op dat niemand u plundert En merk op hóe ze je plunderen: door de filosofie! 
Ik heb zés tapes over dít vers. Zes onderwijstapes van anderhalf uur per stuk die op dit vers zijn gebaseerd. Ik heb geen tijd ze te behandelen. Het heet: ‘Christelijke filosofie’. En ik verzeker je dat dit echt heel belangrijk is. 

Ik verzeker je dat satan je niet aanvalt met geweld in een poging je te overweldigen. Ik verwijs daarvoor naar Genesis 3. Hij gebruikte het meest listige dier, niet het sterkste of gevaarlijkste, om Adam en Eva te verleiden. Omdat hij totaal geen enkele macht had om hen ook maar ergens toe te dwingen. Satan’s enige macht is misleiding. Misleiding is de enige manier waarop satan iets tegen je kan uitrichten. De remedie is daarom het kennen van de waarheid, en de waarheid zal je vrij maken. Als je eenmaal de waarheid weet, heeft misleiding geen macht over je. Misleiding kan macht over je kan hebben als je de waarheid niet kent. Het allerergste van misleiding is dat je bedrogen wordt. Amen? 

Als je eenmaal de waarheid kent, kun je niet meer bedrogen worden. En dus valt satan je aan door middel van filosofie. Dat spreekt over een systeem van denken. Wij gebruiken het woord filosofie vaak om te verwijzen naar oosterse religies en dat soort dingen, en het is waar dat dat een filosofie is. Maar filosofie gaat in wezen over een systeem van denken, een paradigma, een hele manier van denken. Jij hebt een filosofie. Je noemt het misschien niet zo, maar daar spreekt het over. Je hebt een manier van denken. Een pessimist zijn is een manier van denken. Een optimist zijn is een manier van denken. Je beoordeelt alles wat op je af komt door een paradigma, een denkwijze. Door een wereldbeeld. Daar gaat dit over. 
En dit is hoe satan je plundert. Dat gaat niet door een of andere overweldiging, een demon die op je nek springt of zo. De enige manier waarop satan invloed in je leven kan krijgen is, als je hem binnenlaat door de manier waarop jij denkt. Mensen, dit is een krachtig vers hier. En wat zou ik hier graag over spreken. Ik deed het al bijna. 

Maar laten we verder gaan naar vers 9. Want in Hem woont heel de volheid van de Godheid lichamelijk. Alles wat God heeft, heeft Hij in Jezus gelegd. Jezus was de volheid, de volheid van God. Als je dit woord in het Grieks opzoekt, betekent het volledig volproppen zoals in een net. Niet gewoon een beetje volstoppen, nee helemaal volproppen, schudden, aanduwen, tot er letterlijk niets meer bij kan. Alles is daar in. Alles wat God is, was in Jezus. Zelfs zozeer dat Jezus zei: ‘Als je Mij hebt gezien, heb je de Vader gezien’! Jezus is het volmaakte beeld van Zijn persoon, de helderheid van Zijn beeld. De volheid van God is in Jezus en in vers 10 staat dan: En u hebt de volheid ontvangen in Hem, Die het hoofd is van iedere overheid en macht. Op dezelfde manier als de volheid van de Godheid in Jezus is, ben jij in Jezus en is de volheid van de Godheid ook in jou. 

Man, dat is bijna ongelooflijk. Je moet dit echt door openbaring ontvangen. Het is heel moeilijk als jij in de spiegel kijkt en je ziet iemand met rimpels, grijs haar, geen haar, en al dat soort dingen en dan te denken: ‘Is dit God? Is dit alles wat God heeft’? Maar het is niet in je fysieke vlees. In de geestelijke wereld ben je gewoon identiek aan Jezus. Zoals Jezus is, zo ben jij in deze wereld. Als jij hier geen openbaring over hebt, moet je mijn onderwijs over Geest, Ziel en Lichaam hebben. Ik verzeker je dat dit je leven radicaal zal veranderen, als je vat op deze waarheden krijgt. 
Je bent dus compleet in Hém, en Hij is het hoofd van alle overheid en macht. In vers 11: In Hem bent u ook besneden met een besnijdenis die geen werk is van mensenhanden… dat gaat niet om iets fysieks, maar het is een geestelijk iets …in het uittrekken van het lichaam van de zonden van het vlees, door de besnijdenis van Christus. 12 U bent immers met Hem begraven in de doop, waarin u ook met Hem bent opgewekt door het geloof van de werking van God, Die Hem uit de doden heeft opgewekt.

De meeste Christenen haken bij deze woorden gewoon af en denken hier niet verder over na. Want dit is zo theologisch. Ze denken er niet over na. Ik wilde dat ik meer tijd had. Ik doe echt mijn uiterste best om bij een paar verzen hier te komen. Maar dit zijn zulke geweldige waarheden! Je bent begraven! Dat betekent dat je dood bent. De meeste mensen denken: ‘Ik ben niet dood! Ik leef toch? Ik kan het voelen’. 
In het geestelijk gebied was je ooit dood. Dat vind je in Efeziërs 2. Efeziërs en Kolossenzen zijn in wezen hetzelfde onderwijs. Dezelfde opbouw. En de meeste mensen denken dat dit rondzendbrieven waren, van dezelfde auteur, die precies hetzelfde schreef, alleen in andere woorden gegoten. Maar in Efeziërs wordt dit echt uitvergroot en duidelijk gemaakt. Efeziërs 2 zegt wij waren… 
vreemdelingen van de verbonden van de belofte; u had geen hoop en was zonder God in de wereld. Sommigen van jullie beseffen dit niet, maar ik garandeer je, vóór je in Christus was, was je dood en je wist het niet eens. Je haalde misschien adem, je hart klopte, maar geestelijk gesproken, emotioneel gesproken was je dood. En nu ben je levend! 

Maar dit gaat niet over het fysieke gebied. Dit gaat over het geestelijke niveau. En de meesten van ons hebben geen echte binding met wat in de Geest gaande is. Wij beseffen niet hoe dood we waren, we beseffen niet hoe levend we nú zijn. Daar spreken deze verzen over. Wij moeten deze openbaring krijgen, dat wij in Hem begraven zijn. Het is al geschied! Je bent nu dood voor die oude mens, je bent dood voor de zonde. En als je hier een echte openbaring over kon krijgen, zou het je leven veranderen. 

Ik hoorde Kenneth Hagin eens een getuigenis geven, dat als hij ooit een natuurlijk talent had gehad, een natuurlijke gave, dan was het het vermogen om een slot open te peuteren. Hij zei dat hij ieder slot open kon krijgen dat hij zag. En voor hij wederom geboren werd, was hij altijd degene die, als ze ergens wilden inbreken om iets te stelen, zijn vrienden kwamen halen en hij kreeg ieder slot open. Hij werd wederom geboren en kreeg de openbaring dat hij een nieuw persoon was geworden. En ze kwamen hem weer vragen, ik dacht dat het de volgende dag of zo was, nadat hij wederom geboren was, en ze wilden een slot openbreken. En ze vroegen hem of hij het wilde doen. En hij zei: ‘Dat kan ik niet’. Ze zeiden: ‘Hoezo, dat kun je niet? Je hebt altijd ieder slot open gekregen’? En hij zei: ‘Ik ben een nieuw persoon geworden’. En hij had een openbaring gekregen dat hij dood was, en hij was een nieuw persoon geworden. En hij vertelde dat hij dat vermogen gewoon was kwijtgeraakt. 

Ik wou dat God iedereen van ons zou doen beseffen dat we dood zijn en dat die oude mens weg is, en we gewoon niet langer zo zouden leven. Dit is een geweldige openbaring. Je bent met Hem begraven door de doop. En daarin ben je ook met Hem opgewekt, door het geloof in de werking van God, die Hem uit de dood heeft opgewekt. Je bent niet alleen dood voor de zonde en dood voor mislukking en dood voor nederlaag, je bent nu opgewekt met Christus en nu levend voor God. Op dezelfde manier dat velen van ons niet beseffen hoe dood we waren en hoe dood we nu zijn, hebben de meesten van ons ook geen echte openbaring dat wij met Hem zijn opgewekt (Col.2:12). 

In vers 13 staat: En Hij heeft u, toen u dood was in de misdaden en de voorhuid van uw vlees, samen met Hem levend gemaakt door u al uw misdaden te vergeven. Hij vergaf ons ál onze misdaden! Alle! Weet je dat het grootste deel van de kerk beweert dat dit betekent: alle, tot het punt dat jij je zonden hebt beleden en wederom geboren bent. Maar iedere keer als je daarna zondigt, moet je die zonde weer onder het bloed brengen en opnieuw belijden. 
Als ik tijd had, zou ik je uit Hebreeën 9:12,15 kunnen onderwijzen. Hebreeën 10:1,2,10,14 en Hebreeën 12:23, dat ál je zonden, verleden, heden en toekomstige zonden vergeven zijn. Jouw zonde is uitgewist, van voor naar achteren en toen je wederom geboren werd, zelfs als je dan zondigde, ook die was al vergeven. Het is allemaal al vergeven. Je bent van álle zonde vergeven. Met ál je zonden is afgerekend. Betekent dit dat je ze niet meer hoeft te belijden en je er niet meer van hoeft te bekeren? Nee, want je hebt niet alleen met God te maken bij zonde. Satan maakt gebruik van zonde en als je zondigt kun jij je maar beter ervan bekeren en terug tot de Heer keren en met Hem overeenstemmen: ‘Vader, ik ben verkeerd bezig, ik belijd het en bekeer me ervan’. Als je dat niet doet, zal satan zich zo toegang tot je leven verschaffen en dat wil je niet. Dus, jazeker, je bekeert je nog steeds van zonde, maar het geweldige nieuws om te weten dat: ‘God, U wist al dat ik dit zou doen, toen ik U aannam, maar dit heeft U niet van mij doen afkeren en heeft mijn gerechtigheid bij U niet verandert. U houdt van mij, U hebt mij al vergeven en ik ben al vergeven van álle overtredingen’. Mensen, dat is zo’n geweldige waarheid! 

En kijk dan hiernaar in Kolossenzen 2 vers 14: en het handschrift dat tegen ons getuigde, uit te wissen. Dit handschrift was met zijn inzettingen tegen ons gericht, en Hij heeft dat uit het midden weggenomen door het aan het kruis te nagelen.
Wat is dit handschrift met inzettingen? Dat is de Oudtestamentische wet. En sommige mensen zeggen: ‘Nou, dit gaat niet over de héle wet, dit gaat over de ceremoniële wet, de offers, de feestdagen, en dat soort dingen. Maar de 10 geboden die moet je nog steeds naleven’. 

Nu is weten wat goed en wat verkeerd is nog steeds bijzonder nuttig. Ik zeg niet dat we de 10 geboden maar in de vuilnisbak moeten gooien, maar ik zeg dat je niet meer lééft door de 10 geboden. En om dat te bewijzen kun je 2 Korintiërs 3:7 lezen: Als nu de bediening van de dood in letters, in stenen gegraveerd, er een in heerlijkheid was, zodat de Israëlieten hun ogen niet gericht konden houden op het gezicht van Mozes, vanwege de heerlijkheid van zijn gezicht, hoewel die tenietgedaan zou worden. Wat was er in stenen gegraveerd? Niet alle ceremoniële wetten, niet alle rituelen en voorschriften over de kleding die je droeg en het soort voedsel dat je at en dat soort dingen. De 10 geboden waren in steen gegraveerd. En daarvan wordt gezegd dat die teniet gedaan zou worden. De wet had het niet over de ceremoniële wet, het ging over de Wet. Het handschrift van inzettingen, die tegen ons getuigde. 
De wet was goed. Het probleem was dat wij niet goed waren. En daardoor bracht de wet veroordeling. Dat staat in 2 Korintiërs 3. Vers 7 noemt het een bediening des doods. Vers 9: een bediening van veroordeling . Romeinen 3:19 : de wet maakt ons schuldig voor God. Romeinen 7: het maakte de zonde levend, het deed ons naar dingen begeren. 1 Korintiërs 15:56: De prikkel nu van de dood is de zonde en de kracht van de zonde is de wet. Hier zijn heel wat krachtige dingen, maar Hij nam deze wet die tegen ons getuigde weg en nagelde die aan het kruis. Jezus vervulde de wet. Hij kwam niet om de wet te vernietigen. Hij vervulde haar. Hij voldeed de eisen van de wet. Hij leefde naar de wet. En Hij vervulde haar door een volmaakt heilig leven te leiden. 

En in vers 15: Hij heeft de overheden en de machten ontwapend, die in het openbaar tentoongesteld en daardoor over hen getriomfeerd. Het woord ‘ontwapend’ hier betekent hetzelfde als in vers 8, en het gaat hier over het volledig leeg plunderen. Je verslaat een vijand en als je hem gedood hebt, beroof je hem van alles wat ook maar enige waarde heeft. Alles wat hij heeft en iets waard is, pak je af en neem je mee. Je neemt de buit van de veldslag. Jezus overwon satan. Jezus heeft satan volkomen verslagen. En Hij heeft hem ontwapend en beroofd. 
Want als je vijand niet verslagen is, kun je hem niet plunderen. Je kunt hem niet beroven en zijn wapenrusting nemen, en je kunt niet al zijn kleding en gewaden nemen als hij nog leefde, want dan zou hij je bevechten over deze dingen. Als jij de buit rooft, betekent dit dat je de vijand hebt verslagen. Jezus versloeg de vijand en plunderde overheden en machten. Dat gaat over demonische dingen. Efeziërs 6 zegt: 12 Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de machthebbers van de wereld, van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke boosheden in de hemelse gewesten. Dit gaat over demonische geesten. Geestelijke boosheden in de hemelse gewesten. 

Hij heeft overheden en machten ontwapend. Maar toch zijn er tegenwoordig mensen die geloven dat die overheden en machten nog steeds al hun macht en invloed uitoefenen en al die dingen doen. En ze voeren ‘geestelijke-oorlog-conferenties’, waar ze de overheden en machten boven een stad of land denken te overwinnen. Hoe verenig je dat met het feit dat Hij ze al heeft ontwapend? Ik heb het eerder gezegd, maar de definitie van oorlog is: een conflict tussen twee niet verslagen vijanden. Als jij beweert dat je in oorlog met de duivel bent, heb je hem onterecht meer macht toegeschreven dan hij werkelijk heeft. Hij is een verslagen vijand. Hij is al ontwapend. Hij heeft helemaal niet de macht om dit te doen. 

Het enige dat satan doet is mensen bedriegen. En als je de waarheid weet, hoef je niet te strijden met een verslagen vijand. Amen? Hij is al verslagen. Dus: Hij heeft de overheden en de machten ontwapend en openlijk tentoongesteld. Dit woord ‘openlijk tentoongesteld’ is het woord waar wij tentoonstelling van hebben. Toen ik op de middelbare school zat lieten ze ons al die kevertjes en zo verzamelen. Je stopte ze in een potje met een of ander gas of zo. Je doodde ze en dan prikte je ze op karton. Je stak er een speld doorheen en daaronder schreef je de wetenschappelijke naam op. Heeft iemand van jullie dat moeten doen? In ieder geval, wij deden dit en je vangt die kevers en doet dan al die dingen en dan stel je ze ten toon. Je prikte ze op. Je stak er iets recht doorheen. En zo zie ik dat hier. Hij maakte een openbare tentoonstelling van deze demonische machten. Ik zie satan en al zijn demonen gewoon op het kruis geprikt. Ze hangen er met een grote spijker dwars door ze heen. Aan het kruis genageld. Amen? Voor wat ter wereld zou je bang zijn? Voor een kever die al dood is, en als exemplaar is opgeprikt en tentoongesteld? 

Mensen, dit betekent dat satan verslagen is. Hij is openlijk tentoongesteld. En kijk verder waar staat: en zo over hen getriomfeerd. Als je het Griekse woord dat hier wordt gebruikt bestudeerd, is dit een woord wat verwijst naar wat de Romeinen een triomftocht noemden. Het is een militair begrip. Nadat de Romeinen er op uit gingen en een vijand bevochten, namen ze die overwonnen vijand mee. Ze grepen de generaal of de koning of wie dan ook met de hoogste rang, en kleedden ze volledig naakt uit. Sommige mensen dragen hun koninklijke gewaden of hun wapenrusting of wat ook, en dat is zeer indrukwekkend. Het geeft een indruk dat ze iets heel bijzonders zijn. Maar zo gauw je ze volledig naakt uitkleedt, zijn ze niet meer zo indrukwekkend. Amen? Ze zien er precies zo uit als ieder ander. 

Ik weet nog dat we in het leger waren, we werden opgeroepen en ze zonden ons naar de kazerne in Dallas. En op de dag dat we werden opgeroepen, waren er honderden en honderden van ons kerels. En ze kleedden ons volledig naakt uit. En we liepen van de ene verdieping naar de anderen, terwijl we onderzocht werden en opgejaagd. En weet je, je kon niet langer zien wie er bankier was of dit of dat. Als je naakt bent, ben je gewoon naakt. Niemand maakte meer enige indruk. Het brengt je terug tot de basis. Je bent anders als je naakt ben. 
Ze namen dus die vijand, kleedden hem naakt uit, vernederden hem volledig. Ze sneden hun duimen af. Allebei de duimen en de grote teen van allebei de voeten. Zodat ze nooit meer een zwaard konden hanteren en vechten en nooit meer rennen en iemand achtervolgen. Ze bonden hen aan een paard of een wagen vast en sleepten ze zo in een optocht door de straten. Zo konden ze alle Romeinse burgers laten zien dat deze persoon, die hen schrik had aangejaagd, en voor wie ze bang waren dat ze overwonnen waren. Kijk maar eens, als ze nog iets hadden kunnen doen, hadden ze zich nooit laten uitkleden, nooit hun duimen of tenen af laten snijden. Ze zouden zich nooit door de straten laten slepen. Ze hielden een optocht om iedereen te laten zien dat deze persoon die je had beangstigd je nooit meer schrik kon aanjagen. Dat was een triomftocht bij de Romeinen. 

En dit betekent dat Jezus dit met de duivel heeft gedaan! Hij ontwapende hem, plunderde hem, nam alles van hem af. Nam zijn kleding af, en heeft hem zijn tanden afgenomen. De duivel is alleen maar áls een brullende leeuw. Hij kan je niet bijten. Hij kan hooguit aan je sabbelen. Alleen maar sabbelen. Met een grote bek je alleen maar die dingen toebrullen en tegen je liegen. Maar hij heeft geen tanden meer, geen klauwen meer, zijn duimen afgesneden en zijn grote teen. Hij kan niets meer. Het enige wat hij nog is, is een grote bek. 
En door de hele Bijbel is een optocht gehouden om je te laten zien dat satan verslagen is. Satan is verslagen. Dat is deze triomftocht. Maar weet je wat het probleem is? Het lichaam van Christus heeft de parade gemist. Het lichaam van Christus is degene die satan afschildert als deze enorme indrukwekkende vijand.
Je kunt maar beter gaan bidden en vasten en al dat soort dingen doen. 

Toen wij nog pastor waren in Childess Texas, waren er mensen die contact met ons opnamen. Ze hadden gehoord dat er wonderbaarlijke dingen gebeurden en dat er demonen werden uitgedreven. En ze vertelden ons over een vrouw, waarbij satan fysiek naar binnen liep en in haar stoelen ging zitten. Hij kwam haar opzoeken en kwelde deze vrouw en hij had een datum genoemd. Op die en die dag zou ze volledig afvallig zijn geworden en zou hij haar bezitten. In ieder geval, dit was een beroerde situatie. En deze vrouw werd geterroriseerd door deze demonische dingen. En ze wilden dat ik voor haar ging bidden. Dus ik zei: ‘prima, neem haar maar mee’. Maar ze zeiden: ‘Dit is echt heel ernstig’. En ik zei: ‘Ik denk dat we het wel aan kunnen’. Maar ze zeiden: ‘Nee, dit is echt heel ernstig, dit is heel sterk’. En ze gaven steeds meer informatie en tenslotte lieten ze me niet voor haar bidden tenzij ik een hele week zou gaan vasten. Ik vastte dus zeven dagen en ze namen deze vrouw mee en deze vrouw was helemaal van de wereld. Ze was er slecht aan toe. Ik bedoel, ze had een ernstig, ernstig probleem. Totaal beangstigd. 
Ik begon dus met haar te praten. En door de gaven van de Geest en door met haar te praten liet de Heer me zien dat zij onder deze pinksterleerstelling zat dat als jij niet tot iemand getuigt, hun bloed aan jouw handen kleeft. En zij had niet tot een buurvrouw getuigd die door een auto-ongeluk stierf. En zij kwelde zichzelf dat ze onwaardig was en daarom had God haar verworpen. En door dit verzwakte geloof, waarin ze zichzelf onwaardig voelde en geen beroep op Gods kracht kon doen, had satan zichzelf aan haar gemanifesteerd en begon haar al die dingen te vertellen. En ik twijfel er niet aan dat ze demonen zag. En dat demonen in haar huis rondliepen. En daarom voelde ze zich volkomen machteloos. Ze had tot God om hulp geroepen, maar had geen enkel vertrouwen dat Hij iets zou doen, omdat zij niet waardig was. Ze vond dat ze alles verdiende wat haar overkwam. 

De Heer liet me dit zien, en liet me zien dat ze zichzelf kwelde. Ik nam dus het Woord van God en liet haar zien dat ál haar zonden vergeven waren en dat God helemaal niet afhankelijk van haar prestaties was om iets in haar leven te doen. God hield onvoorwaardelijk van haar. En ik besteedde anderhalf uur aan het uitleggen van het Woord van God en het weerleggen van deze veroordeling en al die dingen die haar in slavernij brachten. In ieder geval, ze werd helemaal vrij gezet. En toen zei ik: ‘Nu zal ik met je bidden’. En zij zei: ‘Dat heb ik niet meer nodig’. Ze werd volkomen bevrijd en verlost door haar de waarheid te vertellen. Ik hoefde niet eens demonen bij haar uit te drijven. ‘Gij zult de waarheid kennen en de waarheid zal u vrij maken’. En toen deze vrouw zag en besefte dat satan verslagen was en dat dit allemaal leugens waren, werd deze macht en misleiding verbroken en werd deze vrouw volledig vrij gezet. Ze had nooit meer enige van deze problemen. Ze was volkomen bevrijd door alleen maar de waarheid te vertellen. 

Nu is niet iedereen zo ontvankelijk voor de waarheid. Soms moet je wel je gezag gebruiken en demonen uitwerpen. Ik deed dit vroeger vaak. Wij dreven heel vaak demonen uit bij mensen. En ik kwam er achter dat er bij de meeste mensen een oorzaak is, dat ze een demon hebben. En meestal is dat omdat ze iets omarmd hebben. Ze hebben een leugen geslikt. Weet je, je kunt niet zomaar bij iedereen een demon uitdrijven, omdat heel veel mensen deze demonen graag wíllen. Heel veel mensen zijn daar afhankelijk van geworden. Vanwege de leugens en het bedrog van de vijand. Toen wij begonnen, wierpen wij demonen uit. In de jaren 60 waren wij beroemd in deze Dallas, Fort Worth streek vanwege het feit dat wij demonen uitdreven. We hadden een reputatie en mensen kwamen. Ik kan je heel wat ervaringen vertellen. Ik verzeker je dat ik heel, heel, heel rare dingen heb zien gebeuren. 

Ik herinner me dat ik in een kerk was. In feite ben ik deze week nog naar die Calvary Baptisten Kerk in Muskee gereden. Ik was daar de jeugdpastor en wij dreven demonen uit bij mensen. Tjonge, wat hebben wij rare dingen meegemaakt. Dat was nog eens wat anders. En wij hadden de gewoonte om mensen voor te bereiden op hun bevrijding. Wij bereidden hen voor, gaven onderwijs en lieten hen een formulier invullen. Ik heb Jezus nooit dat soort dingen zien doen, maar wij hadden van die boeken gelezen, en we wisten helemaal van niets. 
In feite waren we als volgt begonnen met demonen uit te drijven. We hadden een meisje tot de Heer geleid. Ze was homoseksueel, lesbisch. Ze werd wederom geboren maar ze leek meer op een man dan op een vrouw. Maar ook al had ze haar leven aan de Heer gegeven, ze had deze demonische dingen in haar, en ze worstelde er mee. En wij beseften dat dit niet normaal was. Wij wisten dat het te maken had met haar vroegere levensstijl en dat ze problemen had met die dingen. Wij hielpen haar en onderwezen haar en bedienden haar. En op een dag sloeg ze helemaal door. Ze wist niet meer wie ze was, waar ze was, ze was volkomen haar verstand kwijt. En wij wisten dat als we haar door de officiële instanties lieten helpen, dat ze haar in een inrichting zouden stoppen, terwijl wij wisten dat het de duivel was. We sloten haar dus op in een kamer. En zeven dagen lang wisten we niet wat we moesten doen, maar we zongen gewoon over Jezus en zongen over het bloed. We bestraften de duivel, bonden dit en bonden dat. En ik herinner me een keer dat we haar op het bed vasthielden. En zij had bovennatuurlijke kracht. Wij hielden haar vast op het bed en zij greep mij vast. Ik herinner me dat ik haar arm vasthield maar zij tilde mij met één arm op, gooide me over het bed heen zodat ik tegen de muur aan de andere kant van het bed vloog! Dat was woest! Wij hielden haar daar vast en we sloegen gewoon de duivel uit haar. Niet fysiek, maar geestelijk. We kwelden dat arme meisje en na zeven dagen kwamen er zo’n 27 demonen uit en was ze vrij. 

Het nieuws verspreidde zich en de mensen begonnen te komen voor bevrijding van demonische drugsverslaving en werden ogenblikkelijk bevrijd. Het nieuws verspreidde zich, en toen kwam een homoseksueel. We waren al twee maanden bezig met hem voor te bereiden en we zouden demonen bij hem uitdrijven. Ik zat in onze baptisten kerkdienst. En op een woensdagavond kwam deze man met nog een ander homoseksueel opdagen. De zaalhulp riep me en haalde me uit de dienst. En die man zei: ‘Ik kom om bevrijd te worden’. En ik zei: ‘Dat kan niet, jij staat op de agenda voor bevrijding over een week of twee’. En hij zei: ‘Ik wordt vanavond bevrijd’ En ik zei: ‘Nee, dat word je niet, want we hebben twee mensen nodig om demonen uit mensen te drijven’. En de man die me hielp met demonen uitdrijven was er niet. Hij was weg. 

Dus ik kon die demonen niet op mijn eentje uitdrijven. Maar hij zei: ‘Ik ga niet weg zonder vanavond bevrijd te zijn. Ik ga niet weg met die demonen. Dus begin maar te bidden, want die demonen beginnen er nu uit te komen’. Dat was nog voordat Jamie en ik waren getrouwd. Ik ging dus Jamie halen en Jamie ging samen met mij naar de achterkamer. Ik bleef met die man praten: ‘Ik kan die demonen nu niet uitdrijven. Ik ga het niet in mijn eentje doen’. En hij viel gewoon op de grond en begon te blaffen en heen en weer te wentelen en rond de mond te schuimen. We zaten in een hoekkamer, met ruiten aan twee kanten. En hij pakte stoelen en gooide die tegen de ruiten en dat soort dingen. En die andere demonisch bezeten man, er stonden stoelen 10 hoog opgestapeld langs de muur, en toen ik naar hem keek zat hij bovenop zo’n stapel stoelen tegen de muur gekleefd, naar al dit gedoe te kijken. En die andere man was aan het spugen en aan het blaffen en kronkelde als een slang. En Jamie maar in tongen bidden, zo snel als ze maar kon. 

Ik wist gewoon niet wat ik moest doen. Wij hadden geleerd dat je ze hun naam moest vragen. Ik herinner me nog een keer dat een vriend van mij zei: ‘Wat is je naam, in de Naam van Jezus, zeg me je naam. Geef me je naam, in Jezus’ naam’. En de demon antwoordde: ‘Leugenaar’. En hij zei: ‘Zeg je nu de waarheid? Ik zei dus: ‘Wat is je naam’. En die ene demon noemde zijn naam en voordat ik hem uit kon drijven noemde een ander zichzelf. En die man sprak met allemaal verschillende stemmen en ik had het gevoel dat ik volledig belachelijk werd gemaakt. Ik had geen flauw idee wat ik aan het doen was. Ik wist echt niet wat ik deed. Ik voelde me van ‘oh God, help!’ En weet je, er was zoveel herrie dat de zaalhulp naar de samenkomst rende, de dienst middenin onderbrak en zei: ‘Andrew is tot iemand aan het getuigen, laten we allemaal bidden’. Ik wist niet eens wat er aan de hand was.
En ik wist gewoon niet wat ik moest doen. En opeens kwam een tekst in mijn gedachten, waar Jezus de demonen beval om hun mond te houden en eruit te komen. En ik dacht: ‘Dat zou geweldig zijn’. En ik keek die man aan en zei: ‘Ik beveel jullie allemaal je mond te houden en eruit te komen, in de naam van Jezus’! En hij viel boem neer, alsof hij dood was. Ik ging naar hem toe en prikte hem. En ik draaide hem op zijn rug. En hij lag maar van: ‘Oh, dank U Jezus, ik ben vrij, ik ben vrij’. En ik dacht: ‘Waarom hebben we dit niet eerder gedaan? Waarom hebben we deze aanpak niet eerder geprobeerd’! Dit was heel wat beter dan ze in een emmer laten overgeven of ze zeven dagen lang in een kamer opsluiten en al die andere dingen die we deden. In ieder geval, ik begon te beseffen dat als iemand er klaar voor is om bevrijd te worden, er niet veel voor nodig is. Die mensen die je zeven dagen op moet sluiten zijn er gewoon niet klaar voor. 

Zelfs ‘Legioen’, de man in de Bijbel die zesduizend demonen had, rende naar Jezus toe en viel voor Zijn voeten neer en aanbad Hem. En ik verzeker je dat het niet satan was die naar Jezus rende en aan Zijn voeten neerviel en Hem aanbad. Iemand die zó demonisch bezeten was, hij had zesduizend demonen en je kon hem in ketens sluiten en hij verbrak ze als touwtjes, iemand die zó demonisch bezeten was, kon nog steeds aan komen rennen en zich aan de voeten van Jezus neerwerpen en Hem aanbidden. Als dat geldt voor Legioen, verzeker ik je dat het ook voor iedereen geldt, vandaag de dag. 

Mensen die zeggen: ‘Maar ik kan er niets aan doen, ik heb een demon’! Nou, hou gewoon op met meewerken met hem. Demonen zijn als een teek of een schimmel. Je moet ze voeden. Als je hun voedsel wegneemt, kwijnen ze weg. Ze vertrekken. Er zijn oorzaken waarom satan in mensen huist en dat komt omdat jij meewerkt. Het komt omdat jij door filosofie, ijdel bedrog, tradities en leringen van mensen satan in je leven hebt toegelaten, en hij berooft jou van de dingen die je rechtmatig toebehoren. 

De waarheid is, dat satan degene is, die beroofd is. Hij is tentoongesteld en over hem is getriomfeerd. Er is door de bladzijden van de Bijbel een optocht geweest die ons laat zien dat satan een verslagen vijand is. En als jij naar de optocht zou komen kijken, zou je zien wat er is gebeurd. Je hoeft helemaal niet bang te zijn voor de duivel. Satan bestaat en hij gaat rond als een brullende leeuw, maar hij kan helemaal niemand verslinden tenzij je in zijn leugens trapt. De geestelijke strijd vindt helemaal niet plaats in de hemelse gewesten doordat wij overheden en machten binden en terug gaan naar ons voorgeslacht en belijden wat zij verkeerd deden. En ook niet naar de Amerikaanse Indianen gaan om te belijden wat er 200 jaar geleden met hen is gebeurd.

Ik verzeker je dat er zoveel dwaasheid is, zoveel onzin in het lichaam van Christus, omdat ze de waarheid niet kennen. We komen met uitvluchten waarom wij zo weinig effectief zijn. Ik heb over de hele wereld gereisd, maar het verbijstert me dat op iedere plek waar ik kom, echt overal waar ik ga, is het de occulte hoofdstad van de wereld! ‘Oh, hier is zoveel demonische activiteit, oh, het is hier zo erg! Er wordt hier gegokt, we hebben dit en dat. Dit is een afgesloten gebied, mensen willen God niet hier’. En ze komen met al deze redenen om maar te rechtvaardigen waarom ze niet effectief zijn. En ze vinden het heerlijk om te zeggen: ‘Oh, hier is zoveel demonie, dat is de reden dat onze kerken niet groeien. Dat is de reden dat mensen niet vrijgezet worden. Dat is de reden dat we al deze problemen hebben’. We gebruiken altijd maar de duivel als smoes waarom de dingen niet werken. 

Ik geef toe dat satan een rol speelt. Ik geloof in hem de schuld geven voor alles waar hij maar schuldig aan is, maar de waarheid is, broeders en zusters, dat hij helemaal niets kan zonder jullie instemming en medewerking! Satan is verslagen. En wij moeten gaan beseffen dat er geen vijfhonderd occulte hoofdsteden in de VS kunnen zijn! Het doet er helemaal niet toe wat er gaande is. Het maakt helemaal niet uit wat de duivel doet. 
Deze vriend van ons zegt dat mensen soms komen zeggen: ‘Oh, kun je de bedrukking voelen? Er is een bedekking over deze plek’. Ik weet nog dat ik een keer naar Oostenrijk ben geweest, en naar Roemenië en Hongarije en al die plaatsen. Nog voor de val van de Berlijnse muur. En wij reden door Checkpoint Charlie naar Oost-Berlijn. En een vrouw die voorbidster was, was bij ons. En zij zei: ‘Oh, kun je die bedekking voelen’? En toen we Roemenië binnen reden: ‘Oh, het is hier nog veel erger’. En zij was maar in tongen aan het bidden en zo beladen en zo bedrukt en ik zat grapjes te maken. Wij hadden plezier. Wij hadden pret en prezen God en maakten grappen. En deze vrouw was zo beledigd dat wij ongevoelig waren voor al dat soort dingen. En ze werd boos en zei er wat over. 

En dan hadden we samenkomsten, ik preekte en er gebeurden wonderen, mensen werden vrijgezet, en wij zaten maar te lachen onderweg daarnaar toe. We predikten, dreven demonen uit, mensen werden vrijgezet en lachten terwijl ze eruit kwamen. En na een week of zo kwam deze vrouw naar me toe en zei: ‘Er klopt iets niet, óf met jou, óf met mij’. Ze zei: ‘Voel je dan niet al deze bedrukking’? Ik zei: ‘Dat zou best kunnen als ik er naar op zoek was, maar ik zoek Jezus en Hij zal me nooit verlaten of begeven. Waarom zou ik meer afgestemd zijn op wat de duivel doet dan op wat God aan het doen is’? 

Mensen die zo gevoelig zijn dat ze alles van de duivel ‘voelen’, en ze voelen de ‘bedekking’, en ze voelen een demon op iedere deurklink. Ik garandeer je dat jij dan een probleem hebt. Dat klopt gewoon niet. Kun je je Jezus voorstellen die Jeruzalem binnenloopt, met zijn discipelen die als 12 kleine eendjes achter Hem aan lopen en opeens zegt Hij: ‘Stop’! - ‘Wat is er’? En Hij zegt: ‘De duivel is in Jeruzalem! Ik voel de druk, kun je de bedrukking voelen? Kun je dit voelen’? De Bijbel zegt dat satan opdook bij het laatste avondmaal en in Judas voer. Satan was bij het laatste avondmaal aanwezig! Maar dat past helemaal niet in de theologie van de meeste mensen.

De kerk waarin ik opgroeide, pleitte altijd op het bloed. En ze pleitten het bloed over de drempels en al de deuren en al de ramen. En een van hun favoriete uitspraken was: ‘De duivel kan hier niet binnen komen. Als hij binnenkomt, moet hij door het bloed en is het een geredde duivel’. Ze dachten dat als mensen binnen kwamen, de demonen buiten moesten blijven zodat mensen vrij zouden worden. 
Als dat waar was, maar het werkt niet zo, maar als dit kon werken en er zouden geen demonen binnen kunnen komen als wij op het bloed pleitten, zouden er bij lange na niet zoveel mensen in deze zaal zitten. Dat is een ware uitspraak. Je hoeft helemaal niet volledig demonisch bezeten te zijn. Gewoon een beetje ontmoedigd, of teleurgesteld. Ontmoediging, teleurstelling, depressie, ik garandeer je dat dat demonisch is. Er hangen altijd demonen bij je rond als je depressief of ontmoedigd bent. Heel veel ziekten zijn demonisch. Jezus dreef demonen uit bij mensen om fysieke genezing te bewerken. Haat. Als je onvergevingsgezindheid in je hart hebt, is dat demonisch. Ik verzeker je dat er hier heel veel demonen zijn. 

Jezus hield de duivel niet weg bij het laatste Avondmaal. Als Hij de duivel niet uit Zijn samenkomst weghield, kun jij hem niet uit jouw samenkomst weghouden. Maar Hij stortte niet als een kaartenhuis ineen omdat de duivel er was. Ik erken dat satan bestaat. Maar ik ben niet op zoek naar de duivel. Het doet er niet toe. De meeste van ons hebben wel het verhaal gehoord van Smith Wigglesworth. Hoe hij op een avond naar bed ging. Voor hij zijn kaars uitblies zag hij iets bewegen aan het voeteneind van zijn bed. Hij hield zijn kandelaar omhoog en zag de duivel aan het voeteneind van zijn bed. Wat zou jij doen als je de duivel aan je voeteneind zag staan? De meeste van ons zouden gaan gillen, schreeuwen, bestraffen, iets gaan bidden. We zouden hulp gaan vragen of wat dan ook. Hij zag de duivel aan zijn voeteneind staan en zei: ‘Oh, jij bent het’. Blies zijn kaars uit en ging lekker slapen. 
Weet je, als je zoiets doet omdat je onwetend bent van de duivel of omdat je probeert hem te negeren, dat is niet zo slim. Wij zijn niet onwetend van zijn gedachten. Maar als je weet wie jij bent, als je eenmaal weet dat hij beroofd is en dat hij nooit meer iets kan uitrichten, zijn duimen afgesneden zijn en zijn grote tenen afgesneden zijn, hij in triomf door de Schrift heen gesleurd is. Als je dit eenmaal weet en beseft, wordt je van: ‘wat kan het iemand schelen wat de duivel doet’? Jíj bent degene met de macht en de autoriteit. Satan is bang voor jou. Jij zou niet bang moeten zijn voor de duivel. Je moet deze vrees voor de duivel die ons is aangeleerd eens onder ogen moeten zien. En je moet beseffen dat het irrationeel is. Het stemt niet overeen met het Woord van God en je moet zijn gebluf doorprikken. Je moet hem aanpakken. 

Ik herinner me dat we het Arlington Christian Centre oprichtten. En wij gebruikten een huis dat op de campus van Arlington Texas Universiteit stond, een groot oud huis van twee verdiepingen. Ik huurde dat en had het geld al betaald en we trokken er in, begonnen de boel schoon te maken en kwamen er toen achter dat het huisvestingscomité ons eruit gooide. Want wij zouden daarin drugsverslaafden en alcoholisten opnemen om vrij te worden en te genezen. Dat was wat ik voelde dat de Heer van ons vroeg. Daarvoor was het een corpshuis geweest. Wij gooiden alle troep en afval naar buiten, schilderden het op. En onze kerk hield een 24 uurs gebedswake, en ik deed dan bijvoorbeeld de uren tussen 01:00 en 03:00 of zo. Ik zat dus in dat huis op de campus van UTA en was aan het bidden op die plek. 
Ik weet niet wat er allemaal in dat studenten corpshuis gebeurd is, blijkbaar een heleboel troep. Er waren demonen daar en er gebeurden dingen. En ik zat te bidden om een of twee uur ’s ochtends en er sprong iets boven op me. Er was niets zichtbaars maar ik werd gewurgd en geslagen en dingen raakten me. En het was geen droom, ik was klaar wakker, maar iets probeerde mij te vermoorden. Ik werd gewurgd, tegen de grond geslagen. Weet je wat ik deed? Ik maakte dat ik daar weg kwam, zo snel als ik kon. Man, ik sprintte naar mijn auto, reed hem achteruit van de oprit en stond op het punt in de hoogste versnelling weg te gieren toen de Heer tot me sprak en zei: ‘Er bestaat geen wapenrusting voor je rug’. Dat kwam uit Efeziërs 6, het borstschild van gerechtigheid, de helm, en als je al die onderdelen van de wapenrusting bestudeert, wordt er geen bescherming van je rug genoemd. Je moet de vijand aankijken wil je wat aan je wapenrusting hebben. 

En ik herinner me dat het ergens rond 3 uur ’s ochtends was. Ik zat midden op straat met mijn hand op de versnelling en zei: ‘Heer, U meent toch niet dat ik weer dat huis moet binnengaan met al die demonen’? En weet je, de Heer gaat nooit met je in discussie. Hij zei alleen maar: ‘Er bestaat geen wapenrusting voor je rug’ en verder niets. ‘God, wilt U dat ik terug ga’? En er kwam verder niets. Ik zette de auto weer op de oprit en zat daar heel lang na te denken. En uiteindelijk zei ik: ‘Ik ben degene met het gezag. En ik weiger om me door satan op de vlucht te laten jagen. Ik heb dit huis gehuurd en dus moet de duivel vertrekken’. En ik ging naar binnen, deed de deur op slot. En ik weet nog dat ik daar vanaf 3 uur ’s ochtends tot 6 uur bleef strijden met deze dingen. Ik citeerde verzen uit de Bijbel, en tegen de tijd dat de zon opkwam, was dit huis schoon en hadden we geen problemen meer. We hadden het verslagen. 

Vroeger of later moet je het gebluf van de duivel doorprikken en niet langer door hem geïntimideerd zijn. Je moet hem aanpakken en beseffen dat het Woord van God waar is, en satan beroofd is en dat hij ontwapend is en openlijk tentoongesteld, en meegesleurd is in een triomftocht en verslagen. En groter is Hij die in jou is, dan die in de wereld is. Dat moet je geloven en hem confronteren, zijn gebluf doorprikken en hem bevechten. En als jij terugschrikt, plaatst dat vrees binnen in je. Dan heb je satan een voet gegeven om binnen te komen, die plek in te nemen en je te intimideren. 

Ik verzeker je, broeders en zusters, dat jullie degenen zijn die de overwinning hebben, maar dat moeten we ook uitoefenen. We moeten gaan staan, en gebruiken wat God ons heeft gegeven. Je moet beseffen dat satan geen recht heeft om tegen jou te doen wat hij doet. De enige reden dat hij dit kan doen is omdat we hem verhoogd hebben. We hebben hem meer erkenning gegeven dan hij verdient. We zijn teruggeschrokken, geïntimideerd. Altijd wanneer ik zo spreek komen er mensen naar mij toe die zeggen: ‘Zo moet je niet spreken. De duivel zal het horen. De duivel zal je aanvallen’. Weet je, ik verberg me niet voor de duivel. Ik zit niet verstopt in mijn kasteel in de hoop dat de duivel niet aanvalt. 

De Bijbel zegt dat de poorten van de hel de kerk niet zullen overweldigen. Dat betekent dat wij in de aanval zouden moeten zijn. Satan zou in zijn kasteel moeten zitten bibberen, hopend dat zijn muren en versterkingen het houden. Híj zou opgesloten moeten zitten, niet wij. Hij moet degene zijn die zich terug moet trekken. Wij moeten hem opjagen. Ik jaag de duivel op. Als de duivel lang genoeg stil staat om me te confronteren, hak ik zijn kop eraf met het Woord van God. Amen? Wij gebruiken het Woord van God. Ik ben niet bang dat de duivel op me afkomt. 
Ik ben niet onwetend op dit gebied. Ik zeg niet dit soort dingen en ga dan maar vleselijk leven en laat mijn schild zakken en stel me zo bloot aan de duivel. Ik heb het niet over domme dingen doen. Maar ik zeg dat als je in het Woord van God staat, dat je moet beseffen dat Hij die in jou is groter is dan die in de wereld is. Je moet afrekenen met die geest van intimidatie, van inferioriteit en gaan beseffen dat het Woord van God waar is, en dat jij bevrijd bent van de macht van de duivel. Je bent overgeplaatst van het koninkrijk der duisternis naar het koninkrijk van Gods geliefde Zoon. Satan heeft geen enkele macht of autoriteit over je en je moet gewoon stoppen met je te laten beroven door de duivel en met je te laten intimideren en je vrees te laten aanjagen. Jij bent degene met het gezag. Je moet een ruggengraat krijgen. Je moet woest worden op de duivel. We moeten de duivel haten, niet vrezen. Je moet hem haten. 

En ik verzeker je dat als je zo boos wordt, satan net als een pestkop is. Satan wil je intimideren en zet een grote mond op en beweert van alles. Maar de meeste pestkoppen durven niet echt te vechten. Ze gebruiken intimidatie. En ze weten dat mensen zullen afdruipen. Maar als jij ze tegenspreekt, dan druipen de meeste pestkoppen af. En satan is ook zo. Satan is de ultieme lafaard. Alle negatieve dingen kwamen van de duivel. En ik garandeer je dat laf zijn een demonische karaktertrek is. Satan is in wezen een lafaard. En als jij hem weerstaat en zijn gebluf doorprikt, verzeker ik je dat hij iedere keer opnieuw in elkaar zakt. 

Ik herinner me nog dat toen ik hier in Arlington naar school ging, er een jongen was die een pestkop was. Hij sloeg kinderen in elkaar. Hij had verschillende van mijn vriendjes geslagen en geïntimideerd. Hij liet kinderen hem hun geld geven als hij iets wilde kopen in de kantine. Het was een pestkop, en het was een harde. Ik ben vergeten hoe het precies gegaan is, maar hij sloeg een van mijn vrienden in elkaar, had hem op zijn arm geslagen en dingen gedaan. Het was op de brugklas. Ik weet niet alle details meer, en ik was niet echt dapper of stoer, maar ik besefte dat als niet iemand iets deed, deze knul heel veel problemen zou geven. Hij sloeg mijn vriend en ik stond op en zei: ‘Houd daar onmiddellijk mee op’! En hij werd boos op mij en hij begon te zeggen met wat hij mij allemaal zou aandoen. 
En ik zei: ‘Je kunt doen wat je wilt, maar ik vecht terug! Ik weiger je toe te staan je zo te gedragen’. Ik stond dus tegen hem op en ging de uitdaging van zijn gebluf aan: ‘Je kunt doen wat je wil, maar je zult moeten vechten’. En deze jongen keerde helemaal om en werd een vriend van mij. Hij respecteerde mij daarvoor. En iedere keer vanaf die tijd als ik in de problemen kwam, kwam de pestkop eraan en schoot mij te hulp! In feite werd hij een soort vriend van mij. Je moet opstaan. Je moet ruggengraat krijgen. 

Wij zijn passief. Het wordt ons geleerd om passief te zijn. Vóór 11/9, als een vliegtuig werd gekaapt, was altijd de instructie: “Geef maar toe, maak ze niet boos, laat ze maar doen wat ze willen. Laat ze het vliegtuig maar meenemen naar Havana. Laat ze maar. Maak ze niet boos. Geef toe.” En daarom waren mensen in staat om met een mesje honderden mensen te overmeesteren en een vliegtuig te kapen en in het WTC gebouw en het Pentagon te vliegen. En ze waren er ook bijna in geslaagd het Witte Huis te raken. Maar de mensen op die vlucht beseften op een gegeven moment wat er aan de hand was. En die mensen op vlucht 993 vielen deze mensen aan en overmeesterden hen. Het kostte hen hun leven, maar ze verhinderden dat deze terroristen het Witte Huis of de Senaat konden treffen. Omdat iemand tenslotte opstond en weerstand bood. 

Weet je nog van die kerel met die bom in zijn gymschoenen. Hij had een bom in zijn schoenen. En toen mensen er achter kwamen overmeesterden de mensen hem. Er is nu een andere instelling. Wist je dat de staten waar het toegestaan is om wapens te dragen een lager misdaadcijfer hebben dan waar het niet mag? Want het schrikt af. De schurken gaan liever naar een plek waar de mensen meer passief zijn, zodat zij ze gemakkelijker kunnen overweldigen. Ik verzeker je dat als iedereen zou gaan staan en deze houding krijgen van ‘ik ga niet toestaan dat mensen de dingen doen die ze doen’, ja, er zouden sommige mensen gekwetst worden, jazeker, maar dan kun je aan deze dingen een einde maken. 

Ik weet niet hoe ik mijn leven in stukjes zou kunnen hakken. Als ik ergens duidelijkheid over krijg, dan geldt dat voor alle gebieden. Ik weet niet hoe ik op één terrein sterk zou kunnen zijn en tegelijkertijd zwak op een ander terrein. En vanwege deze instelling en vanwege de dingen die God me heeft laten zien, heb ik het nog nooit fysiek hoeven te doen. En ik bid dat ik het fysiek niet hoef te doen, maar ik heb er vaak over nagedacht, dat als iemand mij wil beroven, dat ik niet ga zitten en zeggen: ‘Hier, neem alles maar, maar doe me geen pijn’. In het leger hebben ze me geleerd hoe je iemand met blote handen kunt doden. Ik heb het nooit hoeven doen en ik bid dat ik het nooit hoef te doen. En ik weet ook niet zeker of ik het zou kunnen. Maar ik heb hier vaak over nagedacht. Als iemand op mijn 20 dollar uit was, dan zou ik ze zeggen: ‘Ik ben in Vietnam geweest en ze hebben mij geleerd hoe ik iemand met blote handen moet doden. Ik krijg jullie misschien niet alle drie te pakken, maar wie van jullie wil dood vanwege mijn twintig dollar?’ Dat zou ik doen. Maar sommigen van jullie denken: ‘Oh, ik zou dit nooit doen’. Dit is de reden dat mensen wegkomen met wat ze doen. Omdat iedereen zo passief is. Ik verzeker je dat als iedereen van ons het kwaad zou haten, en als het kwaad op je pad komt zou denken: ‘Ik ga doen wat juist is, ook al kost het me mijn leven. Ik ga geen compromis sluiten, ik ga niet toegeven’, als iedereen díe instelling zou krijgen, verzeker ik je dat heel wat mensen de dingen die ze doen niet meer zouden doen, omdat de prijs hen te hoog is. 

En met satan is ook zo als jij die mentaliteit krijgt. Laat ik je deze verzen tonen in Jesaja 50. Dit is een profetisch gedeelte. Als ik er tijd voor had, kon ik je aantonen dat Jezus hier spreekt. Het wordt in het Nieuwe Testament geciteerd. Het was wel Jesaja die het uitsprak, maar het was God die door hem heen sprak. En zoals ik gisteravond onderwees, al deze profetieën over wat Jezus zou doen, moesten worden uitgesproken en geprofeteerd. En dit zijn van die profetische woorden die door Jesaja werden uitgesproken, en die waren nodig om de persoonlijkheid en houding van Jezus te scheppen. Dit waren van die dingen die noodzakelijk uitgesproken moesten worden. Jesaja 50:5 zegt: De Here HERE heeft mij het oor geopend en ik ben niet weerspannig geweest, ik ben niet teruggedeinsd. 6 Mijn rug heb ik gegeven aan wie sloegen, en mijn wangen aan wie mij de baard uittrokken; mijn gelaat heb ik niet verborgen voor smadelijk speeksel. Als je vertrouwd bent met het verhaal van de kruisiging, dan weet je dat dit aan het kruis letterlijk is vervuld. Hij heeft zijn rug gegeven aan de geselaars. Ze trokken de haren uit zijn baard. Dit spreekt over Jezus. Het is Jezus die hier spreekt in de 1e persoonsvorm. Het is Zijn houding en dit is wat Hij deed. 

En in vers 7 staat: Maar de Here HERE helpt mij, daarom werd ik niet te schande; daarom maakte ik mijn gelaat als een keisteen, want ik wist, dat ik niet beschaamd zou worden. 8 Hij is nabij, die mij recht verschaft; wie wil met mij een rechtsgeding voeren? Laten wij samen naar voren treden. Wie zal mijn tegenpartij in het gericht zijn? Hij nadere tot mij. 9 Zie, de Here HERE helpt mij, wie zal mij dan schuldig verklaren? Zie, zij allen vergaan als een kleed, de mot zal ze verteren. Weet je wat hier gebeurde? Wie is degene die een rechtsgeding tegen Jezus zou voeren? Hij zei vlak voor Zijn dood tegen Zijn discipelen: Niet veel zal Ik meer met u spreken, want de overste der wereld komt en heeft aan Mij niets, (Johannes 14:30) Jezus profeteerde dat Hij satan van aangezicht tot aangezicht zou confronteren. Niet alleen de kruisiging, niet alleen de fysieke dingen, maar Hij zou letterlijk naar de hel gaan. Dat wordt gezegd in Efeziërs 4:9, dat voordat Hij naar de hemel opvoer, Hij eerst afgedaald is in de lage gedeelten onder de aarde. Jezus bij zijn kruisiging, en hoe erg de kruisiging ook was, het ergste deel was dat satan letterlijk op hem af kwam. En satan probeerde Hem te vernietigen en daar heeft Hij het over: ‘Wie is degene die tegen Mij in het gericht treedt? Er staat: Wie zal mijn tegenpartij in het gericht zijn? Hij nadere tot mij. 
Weet je wat dit betekent? Het laat Zijn houding zien: ‘Waar zit die duivel? Haal hem maar tevoorschijn’! Als Hij Clint Eastwood zou zijn had Hij gezegd: ‘Ga je gang, ‘make my day’. Hij was er klaar voor: ‘Waar zit mijn tegenstander? Laten we beginnen. Kom maar op satan, Ik ben er klaar voor!’ 

Hij had gevraagd of er een andere mogelijkheid was. Hij wilde niet zonde worden. Hij wilde nog geen seconde van Zijn Vader gescheiden zijn. Hij wilde niet per se onze schande en schuld dragen. Maar toen Hij eenmaal wist dat dit de enige manier was om dit te doen, gaf Hij zichzelf eraan over. Hij maakte Zijn gezicht als een keisteen en het was: ‘Kom maar op duivel. Ik ben er klaar voor’. En Hij ging recht vooruit. Hij holde. Het was als David bij Goliath, hij rende op de vijand af. Hij schreeuwde naar hem. De Filistijn zei: ‘Ben ik soms een hond dat ze een kleine jongen op me af sturen’? Maar hij zei: ‘Jij bent een onbesneden Filistijn’, waarmee hij bedoelde: ‘Jij hebt geen verbond, ík ben degene met een verbond. Ík ben de koning’. 

Weet je, het was gewoon niet eerlijk. Het was gewoon niet eerlijk dat David met Goliath vocht. Goliath had geen schijn van kans. Het was een totaal oneerlijke strijd. Goliath zag het als: ‘jij klein onderkruipsel’, maar David was de gezalfde koning, hij had het verbond. God stond aan zijn kant. Het was van het begin af aan doorgestoken kaart. Goliath heeft geen schijn van kans gehad. David wist dat en rende op zijn vijand af. Zo deed Jezus het ook: ‘Waar zit die vijand? Laten we in het gericht treden’. Hij wilde het beginnen. Dát is de instelling die je moet hebben. 
In plaats van dat je probeert de duivel te ontlopen en gaat fluisteren zodat de duivel je niet zal horen. Je wilt niet te stoutmoedig of te vrijmoedig spreken. Wellicht komt de duivel om je op de proef te stellen! Hij komt misschien op je af. Man, je moet die instelling hebben: ‘Ik hoop dat hij wat langzamer rent, en zich omdraait, lang genoeg zodat ik hem aan kan kijken. Ik hak zijn kop eraf. Ik maak hem af. Ik verpletter hem’. Jij zou achter de duivel aan moeten rennen. Je zou de werken van de duivel moeten vernietigen. Dat staat in 1 Johannes 3:8 … Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, dat Hij de werken van de duivel verbreken zou. Hij was er op uit om de duivel te bevechten. Hij was tegen de duivel. 

Wij zijn als soldaten in een leger, niet om achterin te blijven en de hele tijd als we dienst hebben de strijd te ontlopen. Wij zijn hier om de duivel te vernietigen. Je moet een instelling krijgen, dat je de duivel zult laten boeten. Je valt de duivel aan. Je valt ziekte aan. Je valt armoede aan. Je valt depressie en ontmoediging aan! Ik verzeker je, de reden dat satan in staat is om te vernielen en te hinderen en roet in het eten te gooien, komt door de passiviteit van mensen, omdat wij niet weten wat we hebben. We hebben satan verheerlijkt en zijn macht verhoogd. ‘Oh God, help me toch, ik kan niets doen’. We hebben nooit echt begrepen dat Hij dat allang gedaan heeft. Hij heeft jou het hoofd gemaakt en niet de staart. Je moet ontdekken wie je bent en een superioriteitsdenken krijgen. Je moet zover komen dat je de duivel niet meer tolereert. 

Ik heb pastor Bob Nichols dit horen zeggen, en ik heb het gekopieerd en in iedere situatie toegepast waarover we ooit onderwezen hebben. Bob heeft gezegd dat zolang je kunt tolereren dat je ziek bent, zo lang zul je ziek zijn. Zolang je kunt tolereren dat je verslagen bent, zul je het zijn. En dat is in feite het punt waar het om gaat. De reden dat de dingen zijn en gaan zoals ze zijn en gaan in je leven, is dat jij ze tolereert. Je hebt je eraan aangepast. Je kunt ermee leven.
Als jij zover komt dat je zegt: ‘Zo wil ik niet langer leven, ik ben doodziek van doodziek zijn. Ik doe dit niet langer’, dan is het niet langer vanuit het vlees. Maar omdat je weet wie je bent in Christus, maak je gebruik van de macht van de Heer en val je de duivel aan. Satan zal van je vluchten als je hem weerstaat. Als satan niet gevlucht is, heb jij geen weerstand geboden. Is dat te ingewikkeld? Iemand die dit niet snapt? Als satan niet is gevlucht, heb jij geen weerstand geboden. Want de Bijbel geeft je een belofte. Onderwerp jezelf daarom aan God. Jakobus 4 vers 7: weersta de duivel en hij zal van je vluchten. Hij zál van je vluchten! Hij zal wegvluchten van jou! Als hij niet wegvlucht, heb je geen weerstand geboden! Of je bent nog bezig met weerstaan. Soms kost het enige inspanning. 

Maar ik verzeker je, als jij doodziek wordt van doodziek zijn, en als je het niet langer verdraagt en tolereert, als jij jezelf opwekt, zal satan vluchten. Als jij jezelf niet opwekt, zul je naar de bodem zakken. Amen? Je moet jezelf opwekken. Je moet jezelf aangevuurd houden.

Ik denk dat ik dit vers zo ongeveer in iedere tape serie gebruik, maar Efeziërs 4:26 zegt: ‘Word boos, maar zondig niet; laat de zon niet ondergaan over uw boosheid’. En vers 27 zegt: geef de duivel geen plaats. Dat wordt meestal alsvolgt geïnterpreteerd: God weet dat we maar mensen zijn, we zullen boos worden, dus het is niet erg als je eventjes boos wordt, maar zorg dat je het iedere avond beleden hebt, voor je naar bed gaat. Anders geef je de duivel een ingang. Maar dat is helemaal niet wat hier staat! Daar gaat dit helemaal niet over. De Heer geeft helemaal geen toestemming om overdag boos te zijn, maar ’s nachts mag het niet! Dit geeft je helemaal geen toestemming om maar driftig te worden en knorrig en tijdelijk allerlei stomme geïrriteerde dingen te zeggen en te doen! Dit gaat over een rechtvaardige toorn! Wees toornig en zondig niet! Wees toornig zonder te zondigen. Er bestaat een soort toorn die niet boosaardig is. Er bestaat een rechtvaardige woede. En daar heb ik het over. Wees boos op de duivel en laat die boosheid nooit inslapen! Hou hem wakker! Laat de zon er niet over ondergaan! Hou die toorn roodgloeiend, klaarwakker, levend en krachtig. En als je dat niet doet, zegt vers 27 dat je de duivel een voet geeft. Passiviteit is een toegang voor satan tot jouw leven. Je móet boos worden. 

Ik heb heel wat mensen van kanker zien genezen. En dit is een generalisatie, er kunnen best afwijkingen zijn, maar één van de gemeenschappelijke kenmerken die ik zie bij mensen die genezen, is dat ze boos worden. Ze willen dit gewoon níet tolereren. Ze trekken een grens en zeggen: ‘Ik ga dit ding bevechten en weiger om toe te geven’. Ze worden toornig en gaan dit bevechten. En voor mensen die het weerstaan is kanker niet moeilijk om te genezen. Het is helemaal niet sterk. Pastor Bobby Brae die hier bij ons was, zegt dat hij kankergeesten heeft gezien. Hij zegt dat ze heel klein zijn, als mieren. Het zijn er gewoon heel veel. Hij zegt dat ze niet groot zijn, en niet sterk, ze zijn gewoon heel hardnekkig. 

Ik heb heel veel mensen van kanker zien genezen. Maar de belangrijkste sleutel is, dat als mensen zich machteloos voelen en zelfmedelijden krijgen, en als ze toegeven aan smart en verdriet, en als ze hun waakzaamheid laten verslappen, dan zal de kanker in hen groeien en vermenigvuldigen. Maar als iemand boos wordt en gaat vechten, dan heb ik kanker honderden keren zien vluchten en mensen werden vrijgezet. 

Op één dag kwamen drie dames naar mij toe en ik heb hen exact hetzelfde verteld. Ik heb gezegd: ‘Je moet boos worden. Je moet gaan beseffen dat God je het vermogen heeft gegeven om dit te overwinnen en je moet jezelf opwekken en de kanker bevechten als de ziekte die het is’. Ik vertelde dit allemaal. En een van die vrouwen zei tegen me: ‘Maar zo ben ik gewoon niet. Ik ben gewoon geen boos persoon. Ik wordt gewoon op helemaal niemand boos’. Ik zei: ‘Dus niet eens op de duivel?’ Ze zei: ‘Zelfs niet op de duivel’. En weet je, ze stierf. En ze was een fantastische vrouw. Ze was een bijzonder aardig mens. Ze was lief. Ook voor kanker. En ze stierf. En ik geloof ook dat ze naar de Heer ging. Ik ben niet boos op haar. 

Maar ik zeg je, broeders en zusters, wij zijn zo passief geworden. We zijn in slaap gesust en in een positie gekomen waarin we niet langer weerstand bieden. Bij die terroristische aanvallen waren er mensen die het maar over hun kant wilden laten gaan. Laat maar zitten, laten we met ze gaan praten en alles komt wel weer goed. Dat is helemaal geen goddelijke houding. Iemand zegt: ‘Hoe zit het dan met de andere wang toekeren’? Weet je, er is een groot verschil tussen vervolgd worden vanwege de gerechtigheid, of dat mensen je gewoon in het fysieke gebied aanvallen. Jezus zei dit in Johannes 18 toen Hij voor Pilatus stond: ‘als Mijn koninkrijk van deze wereld was, dan zouden Mijn discipelen hebben gevochten’. 

Maar dit is een geestelijk koninkrijk en je kunt een geestelijke strijd niet winnen met fysieke wapens. En je kunt een fysieke strijd niet winnen met geestelijke wapens! Het hangt ervan af of het geestelijk is of fysiek. Ik heb mensen gehad die me in het gezicht spogen, en mensen die mij hebben ontvoerd. Er zijn mensen geweest die me hebben geprobeerd te vermoorden. Er zijn heel veel dingen gebeurd. Als iemand mij aanvalt vanwege het evangelie en mij bekritiseert, dus als het vanwege de Heer is, vergeef ik ze en keer ik hen de andere wang toe. Maar als jij op mijn twintig dollar uit bent, moet je bereid zijn ervoor te vechten! En ik geloof dat dit een goddelijke houding is. 

Sommige mensen zeggen: ‘Dit klopt gewoon niet’. Maar weet je, één van mijn verantwoordelijkheden is mijn vrouw te beschermen. En ik verzeker je, ik ben een aardige kerel en zal je de andere wang toe keren. Maar als jij Jamie iets wilt aandoen, zal ik mezelf tussenbeide zetten. En als het nodig zou zijn om iemand te doden om mijn vrouw te verdedigen, zou ik er geen twee keer over nadenken. Iemand zegt: ‘Oh, dat is niet goddelijk’. Ik geloof dat het juist zéér goddelijk is. Ik geloof dat het een goddelijke houding is. Sommige mensen kunnen die verbinding niet leggen, maar ik verzeker je dat je boos moet worden. Je moet beseffen dat jij degene bent met de autoriteit en de macht en je moet ophouden de duivel macht te geven door je passiviteit. Ga staan! En neem besluiten en prijs God. Ga ergens voor strijden’. Er zijn zaken die het waard zijn om voor te vechten. Het is de moeite waard voor je gezondheid te strijden. Het is de moeite waard te strijden voor de vreugde en de vrede van de Heer. Je moet stoppen met toegeven en de duivel over je heen te laten lopen. 
Ik zeg dit in liefde, maar jíj bent degene die de duivel toestaat om te stelen, te verwoesten en te verdelgen. Jezus heeft hem beroofd. Hij is uitgeplunderd, leeg geroofd en openlijk tentoongesteld. Er is een triomftocht gehouden en wíj zijn degenen die hem in staat stellen te doen wat hij doet. Als jij hem weerstaat zal hij van jou vluchten. Amen? En er zijn géén uitzonderingen op. Er zijn géén uitzonderingen op! Maar satan weet of je het werkelijk meent of niet! Hij weet precies als je maar vijf minuten probeert hem te weerstaan en dat als hij tien minuten wacht je het alweer opgeeft. Hij is hardnekkig. Hij is er al duizenden jaren en heeft mensen zien komen en gaan. Hij weet wat er binnenin je gaande is. Hij zal je dus aanvallen en uitproberen. 

De Schrift zegt dat als je eenmaal verlicht bent, je een grote strijd van verdrukking te wachten staat. Hij zal alles wat hij voor het hele jaar voor je bedacht had in één keer tegen je in de strijd gooien, in de hoop dat het je zal doen terugdeinzen. Toen ik voor de eerste keer een openbaring kreeg over genezing, was ik al lange tijd niet noemenswaardig ziek geweest. Ik begon over genezing te prediken en ik was zes maanden lang ziek. Satan gooide alles in de strijd wat hij tegen me kon vinden. Maar ik weerstond het, vocht me er doorheen en nu is het 38 jaar geleden dat ik ziek ben geweest. Ik word niet ziek. Ik geloof niet in ziek zijn. 

Sommigen van jullie zeggen: ‘Dat geloof ik niet’. Nou, dan zal het voor jou ook niet werken! Weet je, ik heb moeten vechten en ik ben zelfs zover moeten komen dat als ik maar een koudje voelde opkomen, dat ik boos werd. Ik bestreed een kou alsof het kanker was. Sommigen denken: ‘Man, ik neem gewoon een pilletje’. Daar is niets verkeerds aan, maar het Woord is gewoon beter dan welke pil je ook maar in kunt nemen. En als jij de grens trekt en zegt: ‘Tot hier en niet verder’, kun je volledige bevrijding zien. Amen? Is dat niet geweldig? Prijs de Heer.

Vader, wij houden van U en wij danken U voor het Woord van God. Vader, ik bid dat U de dingen waar we over hebben gesproken, zult nemen en onze manier van denken verandert. Dat het onze hele benadering verandert, zodat we zullen veranderen van een passieve, zwakke en machteloze houding, en van naar U gaan om medelijden te krijgen, dat het ons hele denken zal veranderen, en dat we beseffen dat wij méér dan overwinnaars zijn door Jezus Christus. En dat Hij die in ons is meer is dan die in de wereld is. En Vader, wij zullen niet langer de dingen beschouwen vanuit een menselijk, natuurlijk standpunt, maar zien wie we zijn in Christus. Wij zullen dezelfde houding krijgen als Jezus: ‘Waar zit die tegenstander? Waar zit diegene die met mij in het gericht wil treden?’ En Vader, wij zijn bereid te vechten, in de wetenschap dat de strijd de moeite waard is. Vader, ik bid en geloof dat deze woorden mensen gaan helpen om die houding te krijgen. Dat ze van binnen rechtop gaan staan en Uw kracht vrij gaan zetten. Vader, ik geloof dat mensen in rechtvaardige toorn gaan ontbranden en deze toorn niet meer laten inslapen. Dank U, Jezus. Prijs God. Dank U, Jezus. 

 


 

www.vergadering.nu