Bijbelgetrouw, krachtig en praktisch onderwijs van Andrew Wommack
Overzicht van de vertaalde bijbelstudies van Andrew Wommack, klik hier...
God kennen - 5
Andrew Wommack
Deel 1. Het belang om God te kennen
Deel 2. Het leven van God kennen
Deel 3. God kennen door geloof
Deel 4. God kennen door het Woord
Deel 5. Wat het Woord over God bekendmaakt
Als MP3 bestand te downloaden van: www.awmi.net
Inleiding:
Iedere “wedergeboren” Christen kent God als Redder, maar er is meer om God te kennen dan vergeving van zonden. Nadat
hij decennia lang met de Heer had gewandeld, zei de apostel Paulus dat hij ernaar verlangde om Hem meer te kennen. Wat begreep
hij over het kennen van God?
5. Wat het Woord bekendmaakt over God
Laten we naar hoofdstuk 3 van de brief aan de Filippenzen gaan. Hier begon ik afgelopen donderdagavond deze serie mee. Ik heb
gesproken over het kennen van God en ik zeg je, dit is heel belangrijk. Voor veel mensen is het op de achtergrond geraakt. Ik
denk dat we soms aannemen dat men dit wel weet. Maar de meeste mensen komen bij de Heer als ze in een crisissituatie zijn. Ze
komen omdat ze lichamelijk ziek zijn, of ze maken een trauma mee in hun leven, en dan gaan ze naar de Heer om hulp. En het is
waar dat God van je houdt en je lichaam wil genezen, je financieel wil zegenen, je huwelijk wil herstellen en al dat soort
dingen. Maar als je niet oppast, zoek je de Heer alleen maar om wat Hij kan geven en niet om Hem zelf. Dat is absoluut verkeerd.
Het gevolg daarvan is dat er zoveel problemen zijn in het christelijke leven.
Er zijn veel mensen die in zekere zin zijn als een klein verwend kind. Je gaat naar je ouders als je iets nodig hebt. Iedere
keer als je hulp nodig hebt. Je maakt gebruik van je ouders. Maar je zegt nooit “dankjewel” tegen ze. Je bouwt niet echt een
relatie met ze op. Je doet je eigen dingen. Je gaat liever met je eigen vrienden om, maar iedere keer als je in moeilijkheden
komt, dan weet je waar je bron is en dan ren je weer naar ze toe. En de ouders houden van hun kinderen en willen hen helpen.
Maar God is zoveel meer. Hij is niet alleen maar iemand van wie we dingen ontvangen. Hij houdt van ons. God is volkomen anders
dan de meeste mensen Hem kennen. Ze zien God als een barse, gemene en veroordelende persoon en zo is Hij helemaal niet. God is
een liefhebbende hemelse Vader die er meer naar verlangt om een relatie met jou te hebben dan dat jij ernaar verlangt een
relatie met Hem te hebben.
Hierover heb ik dus gesproken, dat dit het hele doel van redding is. Hier gaat het allemaal om. Gisteravond heb ik verteld dat
de allergrootste hinderpaal om God werkelijk te kennen is dat wij zo door het fysieke beheerst worden. We gebruiken alleen maar
onze vijf zintuigen en we proberen God op een fysieke, tastbare, natuurlijke manier waar te nemen. Soms lopen geestvervulde
mensen vaker in deze val dan, laten we zeggen, mensen uit de confessionele kerk, omdat, als je de doop met de Heilige Geest hebt
ervaren, er bovennatuurlijke dingen zijn. Je kunt de aanwezigheid van God voelen, je kunt echt enthousiast raken onder de
zalving van God en je kunt tastbaar de aanwezigheid van de Heer voelen. Als je niet oppast, dan word je een gevoelsverslaafde.
Als je dan niet de aanwezigheid van de Heer voelt, dan denk je niet dat Hij er is. Terwijl mensen uit de confessionele kerk, die
niet geloven dat je God op een echte tastbare manier kunt voelen, alleen maar op het geloof moeten afgaan, want dat is het enige
wat ze hebben.
Je kunt verstrikt raken in het feit dat je God hebt gevoeld. Maar als je bijvoorbeeld in je stille tijd zou bidden en God zou
vragen om een aanraking. En als God je ook inderdaad zou aanraken, waardoor je kippenvel kreeg, of als een engel aan je zou
verschijnen, of iets anders zou je gebeuren, dan zou dat je ruïneren, omdat je de volgende dag tenminste net zo’n
manifestatie van Gods kracht wilt hebben. Want anders zou je het gevoel hebben van: “God, wat is er mis? Waarom hebt U niets
gedaan?” Terwijl de waarheid is dat Hij altijd bij je is. Er gebeuren wel speciale dingen, maar we raken eraan verslaafd en
het verhindert ons om de Heer te leren kennen.
Ik sprak erover dat Paulus had gezegd dat hij Jezus naar het vlees kende, maar dat hij Hem nu niet meer op die manier kent. Je
kunt God niet echt in het vlees aanbidden. Je moet Hem in geest en in waarheid aanbidden, Johannes 4:24. Daarover hebben we het
gisteravond gehad.
En vanmorgen vertelde ik dat het Woord van God de enige manier is waardoor je werkelijk in het geestelijke gebied kunt komen.
Gods woorden, die Hij tot ons spreekt, zijn geest en zijn leven. En toen gingen we naar 2 Petrus 1, waar staat dat alles wat tot
leven en godsvrucht strekt tot ons komt door de kennis van Hem, die ons tot heerlijkheid en macht geroepen heeft. En deze kennis
heeft ons deze kostbare en zeer grote beloften gegeven, waardoor we Christus kunnen kennen.
Het komt er dus op neer dat als je in de geest wilt komen, het niet is dat jij je handen vouwt op een bepaalde manier of je ogen
sluit of het soort religieuze dingen doet die sommige mensen associëren met geestelijk zijn. Geestelijk zijn is beheerst te
worden door het Woord van God. Gods Woord is geest en is leven. Je gaat af op wat het Woord van God zegt en niet op wat je
voelt. De Bijbel zegt dat God altijd bij ons is. Hij zal ons geenszins begeven, Hij zal ons geenszins verlaten. Waar twee of
drie in Zijn naam vergaderd zijn, daar is Hij in ons midden.
Dat staat in de Bijbel, maar toch, hoe vaak komen we in een kerk en zeggen dan: “O God, kom en wees met ons vandaag. Wij
vragen U te komen en deze dingen te doen”? Dat is een dom gebed. Hij zei dat Hij altijd bij je is, dat Hij je nooit zal
begeven of verlaten, en dan bidden we, als we de kerk uitgaan: “God, ga met ons als we hier weggaan, wees deze week met ons.”
Echt een dom gebed. Hoe kan God zo’n gebed beantwoorden? De enige manier waarop Hij je gebed kan beantwoorden is als Hij zijn
belofte verbreekt, even weggaat en dan terugkomt om je gebed te beantwoorden.
Ik weet dat sommigen van jullie denken: “Wat maakt hij een drukte over niets.” Nee, het is belangrijk. Weet je waarom we van
die domme gebeden bidden? Omdat we niet geloven wat het Woord zegt. De reden dat we bij God pleiten om te komen en ons te zalven
is dat we niet geloven wat het Woord zegt dat Hij die jou heeft gezalfd, Jezus Christus is. Jezus zei: De Geest van de Heer IS
op Mij. Hij bad niet of Hij kon komen. Hij zei dat Hij er al was.
De meeste kerken waar ik naartoe ga, brengen me in een achterkamertje en dan bidden ze met me of God me wil zalven. Ik ben zo
beleefd en vriendelijk dat ik nooit iets zeg wat iemand kan beledigen, en dus zeg ik gewoonlijk niets, maar ik zit daar dan en
denk bij mezelf: “Als jullie niet geloven dat ik gezalfd ben, waarom hebben jullie me dan uitgenodigd? Waarom wachten jullie
tot tien minuten voordat ik ga spreken om te vragen of God me wil zalven?” Dat is een dom gebed. God zou onrechtvaardig zijn
als Hij me riep om Zijn Woord te spreken en me dan niet de vaardigheid zou geven om dat te doen.
Ik weet dat ik functioneer in de vaardigheid die God me heeft gegeven. Jij weet dat misschien niet en sommigen van jullie zetten
daar misschien hun vraagtekens bij, maar vroeger was ik introvert. Ik kon niet eens iemand in het gezicht kijken als ik met die
persoon sprak. Ik kon niet één op één met iemand praten en nu spreek ik tot miljoenen en miljoenen mensen. Ik doe iets wat
voor mij onmogelijk is om te doen. Ik weet dat God me heeft gezalfd en daarom hoef ik God niet te vragen om iets te doen wat Hij
al heeft beloofd dat Hij zou doen. Ik vraag God niet om mij te genezen als Hij zegt: Door Zijn striemen ben je genezen.
Zie je, al dit soort dingen zijn een aanwijzing dat we God niet kennen. Daarom moeten we beginnen met af te gaan op wat het
Woord zegt. Het Woord zegt dat God ons nooit zal begeven of verlaten. Het kan me niet schelen of je dat wel of niet voelt. God
is altijd bij je. “Maar ik voel het niet.” We zijn zover gekomen dat we gevoelens belangrijker vinden dan het Woord van God.
“Het Woord van God zegt dit, maar dit is wat ik voel. Ik voel pijn in mijn lichaam, dus kan ik niet genezen zijn.” Dat is
niet waar.
Eigen gerechtigheid
Ik wil hier vanavond meer over vertellen als ik door mijn inleiding heen kan komen. Laten we dus teruggaan naar Filippenzen 3.
In de verzen waarmee ik deze serie begon sprak Paulus erover dat hij Hem wilde kennen. In Fil. 3 vanaf vers 7 zegt hij: Maar
alles wat mij winst was, heb ik om Christus’ wil schade geacht. Voorzeker, ik acht zelfs alles schade, omdat de kennis van
Christus Jezus, mijn Heer, dat alles te boven gaat. Om zijnentwil heb ik dit alles prijsgegeven en houd het voor vuilnis, opdat
ik Christus moge winnen.
Wat een geweldige houding! Iedereen zou deze houding moeten hebben, dat het kennen van Jezus belangrijker is dan wat dan ook. In
vergelijking met het kennen van Jezus is al het andere vuilnis. Wat een woordbeeld! Als ieder van ons dat zou geloven, dan
verzeker ik je dat je leven meteen in een opgaande lijn gaat. Wonderen, vreugde, vrede, kracht, voorspoed, zegen, zalving, alles
in je leven zou meteen door het dak gaan als in ons leven onze prioriteit zou zijn om God het uitnemendst te achten zoals hier
wordt beschreven. Dat betekent dat er niets uitgezonderd is. Als je leven niet volkomen bovennatuurlijk is, dan heb je nog niet
alles in vergelijking met Jezus als vuilnis beschouwd. Je doet dan nog andere dingen waardoor je in beslag wordt genomen. Dit is
echt waar alles om gaat.
Het is zo belangrijk om Jezus te kennen. En hier is het resultaat daarvan. In vers 9 staat: en in Hem moge blijken niet een
eigen gerechtigheid, uit de wet, te bezitten, maar de gerechtigheid door het geloof in Christus, welke uit God is op de grond
van het geloof. En dan vers 10: (Dit alles) om Hem te kennen en de kracht zijner opstanding.
In vers 8 zegt Paulus dat hij alles al als schade en vuilnis beschouwde vergeleken met het kennen van Christus en in vers 10
zegt hij “om Hem te kennen”. Dit is een voortgaande ontwikkeling. Het is niet zo dat je op een gegeven moment God kent en
weet wie Hij is en dat je het dan verder niet meer hoeft uit te zoeken. In vers 13 gaat Paulus verder met te zeggen: Broeders,
ik voor mij acht niet, dat ik het reeds gegrepen heb, maar één ding (doe ik) – dit is weer een geheim, namelijk om slechts
één ding te doen. Zet God op de eerste plaats. Zoek eerst het koninkrijk van God en ik verzeker je dat al het andere zal
worden geschonken – maar één ding (doe ik): vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen vóór mij
ligt, jaag ik naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is, in Christus Jezus.
Dus het kennen van God is niet iets statisch. Het is niet zo dat je God één keer ontmoet en dan heb je Hem helemaal door. Ik
wilde wel dat ik tijd had om naar Exodus 32 en 33 te gaan waar het gaat over Mozes. Mozes kende God zoals niemand anders in zijn
dagen deed. God sprak persoonlijk met hem. Het is zelfs zo dat God andere mensen bestrafte. In hoofdstuk 16 van Numeri kwamen
Korach, Dathan en Abiram naar voren en ze zeiden tegen Mozes: “Waarom denk jij dat jij de enige bent die God kan gebruiken?
Wij zijn allemaal Levieten. We zijn allemaal dienaren van God. Jij doet veel te veel zelf.” En God kwam naar beneden, Hij
spleet de aarde, Korach, Dathan en Abiram en 250 andere mannen werden verzwolgen en zij kwamen levend in het dodenrijk, en toen
ging de aarde boven hen weer dicht. Toen verscheen God en Hij zei met een hoorbare stem: “Als er iemand onder jullie met Mij
wil praten, dan zal ik je een droom geven, een gezicht, een openbaring. Maar Mijn knecht Mozes is zo niet. Ik zal met Hem
persoonlijk spreken.”
Mozes was een krachtige man. En toch riep Mozes in Exodus 33 het uit en hij zei: “God, maak mij toch Uw wegen bekend, zodat ik
U ken.” Dit was de man die al persoonlijk met God had gesproken, die Hem in de brandende braamstruik had gezien, die de tien
plagen over het land Egypte had uitgeroepen, die de Israëlieten had bevrijd, die de berg was opgegaan en weer naar beneden kwam
met een glans op zijn gezicht. Na al deze dingen zei hij: “Maak mij toch Uw wegen bekend, zodat ik U ken.”
Je kunt God nooit helemaal kennen. God is oneindig. God is groter dan wat wij in onze kleine eindige hersens kunnen ontvangen.
Het is een doorgaand proces. Als God alles over Zichzelf in één keer aan ons zou bekendmaken, dan zou je overbelast raken.
Amen? Je zou jezelf vernietigen. Weet je waarom ik geloof dat de Bijbel zegt dat niemand God kan zien en zal leven? Het is niet
omdat God je zal doden als je Hem ziet, omdat Hij verborgen wil blijven. Zo is het niet. Het is omdat God zo overweldigend is.
Onze fysieke lichamen kunnen de heerlijkheid van God niet bevatten. Als je alles van God zou zien, dan zou je vernietigd worden.
Soms missen we dat, omdat we Jezus hebben gezien. Zoals ik gisteravond vertelde, had Jezus een lichaam dat verhulde wie Hij
werkelijk was. Maar toen Johannes op het eiland Patmos was en de verrezen Christus zag, viel hij als dood aan Zijn voeten. Het
was niet langer meer zo dat hij zijn hoofd aan Zijn borst kon leggen. Nu zag hij Jezus zoals Hij werkelijk was. Als wij
werkelijk God in al Zijn heerlijkheid zouden zien, dan verzeker ik je dat je dat gewoon niet zou kunnen doen en blijven leven.
Daarom zegt Paulus in Fil. 3: “om Hem te kennen”. Dit is een voortgaande ontwikkeling. Paulus kende Hem al, maar Hij wilde
Hem nog meer kennen. Ik geloof dat vers 9 van Fil. 3 een sleutel is. En wat ik vanavond wil doen is in plaats van slechts over
één ding te onderwijzen, een heleboel verschillende dingen vertellen, waarvan ik denk dat het sleutels zijn om God te kennen.
Ik zal ook naar een aantal studies verwijzen, zodat, als iets voor je tot leven komt, je die studie zou moeten bemachtigen en
het verder zou moeten bestuderen.
Dit is de manier waarop ik God leerde kennen. Allereerst werd ik wedergeboren toen ik acht jaar was. Ik kende Jezus als mijn
Verlosser en het was echt. De volgende dag staken ze op school de gek met me aan omdat ik een christen was geworden. Ze konden
zien dat ik anders was geworden. En ik was nog maar acht jaar oud. Eén van mijn vrienden vroeg: “Wat is er toch anders aan
jou?” Ik was gered. Amen? En ik kende Hem als Verlosser, maar ik werd religieus. Ik las iedere dag mijn “dagelijkse
Bijbellezing” zoals wij het in de Baptistenkerk noemden. Iedere dag van mijn leven, vanaf de tijd dat ik acht jaar was totdat
ik achttien was. Ik heb nooit een dag gemist. Ik herinner me dat ik eens na een rodeo naar huis werd gebracht. Het was ongeveer
één uur ’s nachts en ze stopten me in bed. Maar ik werd weer wakker, omdat ik mijn dagelijkse Bijbellezing nog niet had
gelezen, en die moest ik lezen voordat ik kon slapen. Ik bedoel maar, dat deed ik allemaal. Ik bestudeerde het Woord, maar het
was niet levend voor me. Het was zoiets waar ik vanmorgen over sprak. Ik las het met een religieuze denkrichting. Jezus zei in
Marcus 7:13 dat je het Woord van God krachteloos maakt door de overleveringen die je hebt gekregen. Overleveringen en menselijke
leerstellingen kunnen de kracht van het Woord van God tenietdoen. Dat is wat er met mij gebeurde.
Ik herinner me, nadat ik mijn ervaring had op 21 maart 1968, dat het Woord levend voor me werd als ik de Bijbel opendeed. Ik
wist teksten, ik had ze gelezen. Zoals bijvoorbeeld Handelingen 3, waar Petrus de verlamde man bij de poort van de tempel genas.
Vanuit mijn religieuze achtergrond had ik hierover onderwijs gehad, maar elke keer werd het vergeestelijkt. Ze zeiden dan dat we
allemaal als verlamden waren voordat we Jezus ontmoetten en als je Jezus in je leven had gevraagd, dan was je niet langer meer
een geestelijke emotionele verlamde. Jezus zou je genezen en je kon opstaan en met Hem de hemel inwandelen. Op die manier gingen
ze het vergeestelijken. Het klinkt misschien raar, maar nadat ik die ervaring met de Heer had en ik Handelingen 3 las, drong het
voor het eerst in mijn leven tot me door dat deze man lichamelijk genezen werd. Ik had het zo vaak vergeestelijkt gehoord dat
het nooit bij me was opgekomen dat dit een echt wonder was. Want het was altijd symbolisch uitgelegd.
Religieuze tradities en menselijke leerstellingen halen het Woord van God helemaal onderuit en halen de kracht eruit. Maar dat
is de manier waarop ik mijn Bijbel las. Ik las de Bijbel wel, maar het was niet levend voor me. Ik kende Hem als mijn Verlosser,
maar ik kende de Heer niet echt. Het was alsof ik altijd luisterde naar iemand anders. Ik herinner me dat toen mijn vader stierf
de Baptisten dominee langs kwam. Het was op Paaszondag en hij zei: “God had je vader meer nodig dan jij. Vanmorgen haalde de
Heer je vader thuis.” Dat zei hij. En ik herinner me dat ik als twaalfjarige jongen dacht: “Waarom heeft God mijn vader
nodig? Dat snap ik niet.” Maar weet je, ik kende God niet. Dus ik nam klakkeloos aan wat iemand anders zei. En ik dacht: “Nou
ja, het moet Gods wil zijn geweest.” En ik accepteerde dat.
Op deze manier leefde ik mijn leven. En één van de dingen die mij waren geleerd - tenminste ik geloof dat het op de volgende
manier werd geleerd, omdat bijna iedereen die door een religieus systeem is gegaan tot dezelfde conclusie komt – is dat ik
ging geloven dat God van me hield, mijn gebeden zou beantwoorden en mij zou gebruiken in verhouding tot hoe heilig ik leefde. Ik
moest ervoor werken om de zegen van God te verdienen. Dus vanaf de tijd dat ik acht jaar was tot mijn achttiende zocht ik God en
wilde ik Gods kracht. Ik herinner me dat, voordat mijn vader stierf, ik een half jaar lang voor hem bad en zelfs voor hem
vastte. Ik was elf jaar en ik vastte voor hem, want ik dacht dat God hem dan misschien zou genezen. Ik deed alles wat ik wist.
En toch zag ik geen enkele overwinning. Ik had geen enkele kracht in mijn leven, maar ik liep in de tredmolen om te proberen de
gunst van God te verdienen. Zoals ik je al heb verteld, was ik introvert. Ik kon niemand in het gezicht aankijken. En toch werd
mij zo vaak verteld dat je iets moest doen voor God, dat je moest getuigen, want als je niet getuigde, dan zou er bloed aan je
handen kleven, en ik voelde me zo veroordeeld en bang dat ik mezelf oppepte. Ik was een uur bezig om mezelf op te peppen, zodat
ik in staat was erop uit te gaan, aan deuren te kloppen en iemand over Jezus te vertellen. Ik dwong mezelf om dingen te doen en
ik deed alles wat ik maar wist. Ik leefde heiliger dan de predikanten die in onze kerken voorgingen. In al mijn 59 jaar heb ik
nooit gevloekt. Ik heb nooit een druppel alcohol gedronken, ik heb nooit een sigaret gerookt, ik heb nooit koffie geproefd.
Sommigen van jullie denken nu: “Koffie? Koffie en drank zijn toch niet hetzelfde?” Er is een tekstplaats waar staat dat je
koffie kunt drinken. In Marcus 16:18 staat dat je iedere dodelijke drank kunt drinken en het zal je niet deren. Amen?
Ik zeg alleen maar dat ik een heilig leven leefde. Mensen, jullie kijken hier naar Meneer Rechtvaardigheid. Maar weet je wat er
gebeurde? Ik dacht dat God niet van me zou houden en me niet zou zegenen tenzij ik heilig was. Ik ging proberen om heilig te
zijn en ik leefde waarschijnlijk heiliger dan wie dan ook hier in de zaal. In ieder geval is er waarschijnlijk niemand die me
daarin kan verslaan. Misschien zijn hier wel mensen die volgens dezelfde normen leven. Maar ik leefde heiliger dan de meeste
mensen en toch was er nog steeds geen kracht en nog steeds geen overwinning in mijn leven. Ik probeerde het wel en ik dacht dat
als ik maar een klein beetje meer mijn best deed, nog een beetje meer, nog een beetje meer, dan zou God misschien wel in mijn
leven gaan bewegen.
En nu komt datgene wat mijn leven veranderde. Ik geloof dat dit precies is zoals Fil. 3:9 beschrijft. Het was op 21 maart 1968,
een zaterdagavond. Dit toont wel aan hoe religieus ik was. Jarenlang kwamen mijn beste vrienden en ik op een zaterdagavond
bijeen en dan gingen we vanaf ongeveer 22.00 tot 23.00 uur bidden. Dat deden wij als achttienjarigen. We baden op een
zaterdagavond. We kwamen bij elkaar en we gingen bidden. Soms waren de leiders van de kerk er ook bij. En deze avond was onze
jeugdleider, Marion Warne er bij. Hij was anders. Hij was de man waar ik vanmorgen over vertelde. De kerk had over hem gestemd
of ze hem uit de kerk zouden zetten, want hij zei dingen als “Prijs de Heer, Halleluja!” Ze dachten dat het heiligschennis
was als iemand dit soort dingen zei. Hij had een enthousiasme dat andere mensen niet hadden.
In ieder geval was hij bij de gebedsbijeenkomst en terwijl wij nog een beetje aan het kletsen waren, viel Marion op zijn knieën
en begon te bidden. Als Marion aan het bidden was, dan was dat geweldig. Hij ging met de Heer praten en de Heer praatte terug.
Het was heel anders dan mijn gebeden. Ik bad gewoon van: “God, vergeef ons onze vele zonden, zegen ons, zend een opwekking,
help ons, als het Uw wil is, omwille van Jezus, amen.” Het kwam altijd op hetzelfde neer. Ik had het van anderen geleerd. Ik
bad als een papegaai de gebeden van andere mensen na. Maar Marion praatte met God over van alles en God praatte met hem. Het was
heel interessant. Ik genoot ervan om ernaar te luisteren als Marion bad. Maar als hij klaar was met bidden, dan was er niets
meer over voor mij om te zeggen. Dit was voordat ik de doop met de Heilige Geest had en in tongen sprak. Ik zorgde ervoor altijd
als eerste te gaan bidden en mijn gebed gedaan te hebben, zodat ik van zijn gebed kon genieten.
Deze avond viel hij dus op zijn knieën en begon te bidden en hij bad wel 30 of 40 minuten lang. Hij bad voor iedereen ter
wereld. En weet je wat ik dacht? Ik dacht: “Wat voor figuur zal ik straks slaan als het mijn beurt is om te bidden? Deze vent
had alles al gezegd. Iedereen zal denken dat ik een sukkel ben.” En ik was kwaad op Marion omdat hij eerder dan ik bad. Er was
kwaadheid en bitterheid in mijn hart en ik dacht slechte dingen over Marion terwijl hij aan het bidden was. Ik weet niet meer
hoe het precies gebeurde, maar het was alsof God een gordijn wegtrok en me liet zien hoe zelfrechtvaardig en hoe religieus ik
was en wat voor hypocriet ik was.
Het is precies zoals het in dit vers staat. Ik had geprobeerd een eigen gerechtigheid vast te houden, een gerechtigheid die van
de wet was. Ik leefde heilig, ik dronk niet, ik vloekte niet, ik rookte niet en ik ging niet om met mensen die dat deden. Ik
leefde heilig en keek neer op anderen en veroordeelde hen. Maar ik beging de vergissing om te denken dat God van me zou houden,
mijn gebeden zou beantwoorden en me zou zegenen in verhouding tot hoe goed ik leefde. En hier zegt Paulus dat in Hem moge
blijken niet een eigen gerechtigheid, uit de wet, te bezitten, maar de gerechtigheid door het geloof in Christus, welke uit God
is op grond van het geloof.(Fil. 3:9)
Er zijn twee soorten gerechtigheid. Er is een eigen gerechtigheid, een rechtschapenheid of deugdzaamheid, wat je nodig hebt om
met mensen om te kunnen gaan. Als je niet een deugdzaam, Goddelijk leven leidt gaan mensen je veroordelen. Je kunt worden
gearresteerd, je kunt in de gevangenis terecht komen, er kan van alles gebeuren. Je moet een deugdzaamheid hebben om met mensen
te kunnen omgaan. Maar als het God betreft, dan is deze eigen gerechtigheid waardeloos. Voor Hem is het van nul en generlei
waarde. Snappen jullie wat ik bedoel te zeggen? Ik weet niet of je het begrijpt, maar wat ik hier zeg staat haaks op 99 procent
van de christelijke boodschap. Het christendom predikt dat als je wilt dat God je gebeden beantwoordt, je heilig moet zijn. Je
moet dit doen en dat doen en je moet waardig zijn voor God voordat Hij in je leven kan bewegen. Dat is precies zoals het bij mij
was. En ik vertel je, als het ook zo bij jou is, dan is dat de allergrootste hindernis om God te kennen. Je moet begrijpen dat
God niet in ons leven beweegt in verhouding tot wat we verdienen.
Maar de meeste mensen denken dat je heilig moet zijn en van alles moet doen. Ik heb het meegemaakt dat mensen kwaad werden en
mijn bijeenkomsten verlieten als ik over dit soort dingen sprak. Ik ben uit een radiostation gezet omdat ze zeiden dat ik zei
dat je gewoon in zonde kunt leven en God houdt toch wel van je. Ze zeiden dat dit onmogelijk is en ze zetten mij eruit. Ik ben
uit televisiestations gezet. Veel mensen hebben me vervolgd en hebben tegen me geprotesteerd. Wat ze niet begrijpen is dat als
je zegt dat je gelooft dat je heilig moet zijn, dit een relatieve verklaring is. Heilig in vergelijking met wie? Als jij jezelf
met andere mensen vergelijkt, dan mag je misschien goed lijken. Je hebt misschien een heiliger leven geleid dan een ander. Je
hebt nooit de dingen gedaan die een ander heeft gedaan. Maar wie wil de beste zondaar zijn die ooit naar de hel ging? “Allen
hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods.”
De waarheid is dat ik misschien goed lijk in vergelijking met jou, maar als jij jezelf vergelijkt met de standaard van God, dan
heeft niemand, niemand, niemand van ons enig recht om voor het aangezicht van God aanspraak te maken op rechtvaardigheid. Het
maakt niet uit hoeveel je bidt. Het maakt niet uit hoe vaak je het Woord bestudeert. Het maakt niet uit hoe heilig je bent. Je
bent gevallen en je schiet oneindig tekort aan Gods standaard van volmaaktheid. Dus er is een eigen gerechtigheid, wat je helpt
om met andere mensen en met de wet om te gaan, maar als het op God aankomt, kun je niet rechtvaardig genoeg zijn. We hebben
allemaal gezondigd en derven de heerlijkheid van God. Als je slechts een centimeter tekort komt om de hemel te bereiken, dan had
het net zo goed een kilometer kunnen zijn. Allereerst moet je aan het eind komen van het vertrouwen op jezelf.
Dit is precies wat er met mij gebeurde. Ik was in die gebedsbijeenkomst en ik dacht al die slechte gedachten. Het was allemaal
gebaseerd op egoïsme. Ik dacht: “Wat zullen de mensen wel niet van me denken?” Ik was trots op mijn heiligheid en mijn
standaard en iedereen keek naar me op als een geestelijke leider en een geestelijke reus. Ik dacht: “Wat zullen de mensen wel
niet van me denken?” God trok gewoon een gordijn weg. Ik weet zelfs niet eens hoe dit gebeurde, maar ogenblikkelijk zag ik
mezelf door Gods ogen, mijn buitenkant, niet in de geest, maar uiterlijk, en ik besefte dat ik een hypocriet was. Ik besefte dat
ik op mijn eigen rechtvaardigheid vertrouwde en niet op de rechtvaardigheid van God. En ik besefte dat mijn rechtvaardigheid als
een bezoedeld kleed was. Dat staat in Jesaja 64:6: Wij zijn allen geworden als een onreine, al onze gerechtigheden als een
bezoedeld kleed. Als je dat woord opzoekt in het Hebreeuws, dan gaat het over maandverband. Vuil en bezoedeld, zoals
maandverband. Jouw goedheid en al de dingen waar je over opschept, je geweldige vaardigheden, zijn niets in vergelijking tot
God.
Als iemand zich ergert aan wat ik vertel en zegt: “Hoe durf je dat te zeggen over mij!”, dan toont dat aan dat je God niet
kent. Daar is de God die in Zijn troonzaal zit en jij verlaagt Hem naar een niveau waar God aan ons gelijk is. Ik moet altijd
lachen om die programma’s waarin ze God in een of andere menselijke vorm laten zien. Hij heeft dan altijd van die menselijke
trekjes en gewoonlijk heeft Hij een beetje zonde en van die maniertjes. We proberen God op een menselijk niveau te plaatsen. Ik
verzeker je dat als je ooit God hebt gezien er geen vergelijking mogelijk is. Dat is onmogelijk. Iemand die zijn eigen goedheid
verkondigt en zegt dat hij gelooft dat hij heilig moet zijn voordat God hem kan gebruiken, begrijpt er geen snars van. Je kunt
misschien goed lijken in vergelijking met mij, maar niet in vergelijking met God.
Paulus zegt dus in Fil. 3:9 dat je moge blijken niet een eigen gerechtigheid te bezitten, maar de gerechtigheid van God door
geloof. In vers 10 schrijft hij dan: (Dit alles) om Hem te kennen. Ik geloof dat dit de allereerste stap is om God te kennen,
dat je allereerst een relatieve vergelijking hebt tussen je eigen gerechtigheid en Gods volmaakte standaard van heiligheid, en
dat jij beseft dat er niets is wat jij kunt doen om ooit de toorn van God te verzoenen door met Hem te onderhandelen en Hem te
beloven dat je goed zult zijn en dat je dit en dat nooit zult doen als Hij dat en dit doet. Je moet begrijpen dat niemand van
ons voor God kan staan op basis van onze eigen goedheid. We moeten komen en onszelf overgeven aan genade. We moeten onszelf
vernederen en zeggen: “God, wees mij, een zondaar, genadig.” Je moet op basis van genade een relatie met God ontvangen. Als
jij denkt dat je dingen moet doen om ervoor te zorgen dat God in je leven beweegt, dan ken je God niet. En dat is een grote
hindernis om God te kennen, omdat je denkt dat God met de mensheid omgaat op basis van wat wij verdienen.
Ik zal je een hint geven. Bij God is nooit iemand gekwalificeerd genoeg dat hij voor Hem kan werken en het zal ook nooit
gebeuren. God gebruikt ieder van ons door genade. Daarom kunnen sommige mensen niet begrijpen waarom God bepaalde mensen
gebruikt. Die mensen plegen overspel of ze stelen geld en de mensen denken dan: “Ik dacht dat die persoon van God was. Ik
dacht dat God door hem werkte.” Dat deed Hij ook. Maar de mensen zeggen: “Maar het blijkt dat hij een oplichter is.” Met
andere woorden zeggen deze mensen dat als er zonde in hun leven was, God hen niet zou gebruiken. Als God alleen die mensen
gebruikt die geen zonde in hun leven hebben, dan zou Hij niemand gebruiken. Er is niemand die geen enkele zonde heeft. Jij
pleegt misschien geen overspel of jij liegt niet en steelt niet, maar niemand van ons heeft alles piekfijn voor elkaar. God
gebruikt ons omdat Hij genadig is, niet vanwege onze heiligheid. Als je dat niet begrijpt, dan weet je nog niet eens de eerste
beginselen van het kennen van God. Je denkt nog steeds dat God met mensen omgaat op basis van hun prestaties en hen geeft wat ze
verdienen. Maar zo is God niet.
Weet je, jij zou kunnen proberen een relatie met mij te hebben en elke keer als je iets verkeerds deed, zou je mij alle
Goddelijke kwaliteiten kunnen toerekenen, waarbij ik alles over je wist. Ik zou iedere gedachte van je weten, iedere daad. Ik
zou weten wat je aan het doen was als niemand anders wist wat je aan het doen was. Ik wist alles over je en elke keer als je een
stuk chocolade at, waarvan jij had beloofd dat je het niet zou eten, iedere keer als je naar een programma keek, iedere keer als
je naar iets op het internet keek, iedere keer als er een gedachte door je heenging die je niet zou moeten hebben, dan zou ik
daar zijn en tegen je zeggen: “Je doet het verkeerd. Hoe durf je dat te doen!” Je zou het in zulke menselijke termen kunnen
zetten. Als ik alles over je wist en die houding had, dan zou er niemand zijn die mijn vriend zou willen zijn, omdat ik je
alleen maar zou veroordelen en je zou vertellen wat je allemaal verkeerd deed en je op alles zou wijzen dat verkeerd is.
Maar aan ons is verteld dat God zo is. De mensen die God niet kennen zeggen dat. Maar dat is niet zoals God is. God rekent jou
je zonden niet toe. Ik ga hier nu niet verder over praten. Ik rond het praten hierover bijna af. Ik wil alleen maar noemen dat
dit iets is dat je moet leren. Je zou die serie tapes te pakken moeten krijgen die ik daarover heb, getiteld: Whose
righteousness (Wiens rechtvaardigheid?). Het beschrijft de twee soorten rechtvaardigheid en toont aan dat alleen de
gerechtigheid die door geloof komt, een geloofsgerechtigheid, niet een gerechtigheid uit werken, ons in staat stelt om in de
aanwezigheid van God te komen.
Je moet dit echt gaan begrijpen. Ik leerde het omdat de Heer me al mijn eigen gerechtigheid liet zien en dat ik probeerde in
mijn leven Gods zegen te verdienen. In een ogenblik realiseerde ik me dat dit verkeerd was. Het was een openbaring. God klaagde
me gewoon aan. Normaal duurden mijn gebeden een minuut, hooguit twee of drie minuten, maar toen was ik wel 45 minuten bezig om
mezelf binnenste buiten te keren, waar mijn beste vrienden bij waren en waar de leiders van de kerk bij waren en waar de
jeugdleider bij was. Ik beleed iedere slechtheid. Ook dingen waarvan ik niet eens wist dat ze verkeerd waren totdat God me dit
liet zien. Ik keerde mezelf binnenste buiten en deed mezelf kennen als een smerige hypocriet. Ik beleed alles wat ik maar kon.
En op basis van de theologie die ik had, dacht ik dat God me zou doden. Ik overdrijf niet. Ik verwachtte dat God me die nacht
zou doden. Maar toch beleed ik alles wat ik maar kon, zodat als Hij me zou doden ik hopelijk naar de hemel zou gaan in plaats
van naar de hel. Ik beleed alles en ik noemde alles op.
Maar het was een verrassing toen ik alles had opgenoemd. Ik bedoel dat er niets meer was om te zeggen. Ik had niets
achtergehouden. Toen ik mezelf helemaal bloot had gelegd en had gezegd: “God, het spijt me. Ik heb er berouw van. Wees mij
genadig”, en toen ik niets meer had te zeggen en plat op mijn gezicht lag, stroomde opeens de bovennatuurlijke liefde van God
door me heen. Vier en een halve maand lang was ik van de wereld. God stortte een tastbare, fysieke liefde uit. Charles Finney
heeft gezegd dat het was als golven van vloeibare liefde die over hem heen stroomde. Moody had het over een gevoel dat er honing
of zoiets over hem kwam. De liefde van God overweldigde mij letterlijk. En weet je, ik begon God te leren kennen. De sleutel was
dat ik niet meer mijn eigen gerechtigheid verkondigde, maar ik kwam bij God en vernederde mezelf.
God zal je eigen gerechtigheid niet belonen door je een ervaring te geven of je leven aan te raken. Alleen als je het einde van
je “zelf” bereikt, begin je God te vinden. Eén van de redenen dat veel mensen God niet werkelijk kennen is dat ze nooit aan
het eind van zichzelf zijn gekomen. Ze denken nog steeds dat God zo gezegend is om hen te hebben. “Wat een geweldige keuze
hebt U gemaakt. Nogal logisch dat U mij koos. Ik kan daar de wijsheid van inzien. Zet me maar op het podium, stel me maar voor
aan de mensen en dan kan ik het daarna zelf wel af.” Help! Dat is niet goed. Je moet aan het einde van jezelf komen. Je moet
ontdekken dat je niets bent voordat je kunt ontdekken wie God is. Want als je denkt dat God een relatie met jou heeft omdat Hij
zo in Zijn sas is om iemand zo geweldig als jij te hebben om gemeenschap mee te hebben, dan ken je God helemaal niet.
Nogmaals, we zijn teveel op mensen gericht. We kijken naar onszelf en vergelijken onszelf met anderen en meten onszelf af met
onszelf en volgens de Bijbel is dat niet verstandig. Toch doen we dat en we hebben een gevoel van relatieve waarde. In onze
maatschappij hebben we iets met zelfwaarde. Iedereen moet een goed zelfbeeld hebben. We hebben zelfs kerken die seminars
organiseren om je eigenwaarde op te bouwen en we vertellen onze kinderen dat ze geweldig zijn. We willen ze geen testen laten
afnemen waardoor ze er misschien achter komen dat ze niet zo goed zijn als iemand anders. We willen niet dat ze aan
competitiesport meedoen waar ze misschien niet de eerste plaats kunnen winnen, want dat zou hun eigenwaarde kunnen beschadigen.
Ik zeg je dat dit een demonische houding is.
Ik geloof in eigenwaarde, maar dat is feitelijk een christelijke waarde, de waarde van mijn wedergeboren zelf. Ik weet wie ik
ben in Christus en ik heb een goed beeld van de wedergeboren mij, maar ik weet dat mijn eigen “zelf” een gevallen menselijk
wezen is en dat mijn vlees in staat is tot alles waar het vlees van iemand anders toe in staat is. Je moet aan het eind komen
van jouw “zelf”, voordat je begint om God te vinden. Dit is krachtig. En op 21 maart 1968 gebeurde het bij mij en ik kan je
verzekeren dat ik God meteen begon te kennen op een manier waarop ik Hem nog nooit eerder had gekend. Eén van de dingen die ik
wist is dat God volledig van me houdt, onafhankelijk van alles wat ik verdiende. Het was niet gebaseerd op het feit dat ik zo
aardig was. God houdt van me omdat Hij liefde is en niet omdat ik lieflijk ben. En dat wist ik.
Gods liefde
Het volgende belangrijke ding dat gebeurde was dat ik ging worstelen. Nadat de emotie was versleten en ik de liefde van God niet
meer tastbaar kon voelen, ging ik me afvragen wat ik had gedaan om dit te laten gebeuren, wat ik had gedaan dat dit me had
verlaten. Ik ging wanhopig op zoek naar God en ik probeerde uit te zoeken hoe God van me kon houden terwijl ik op mijn
aller-slechtst was. Voor het eerst in mijn leven wist ik dat ik het niet waard was om van te houden toen ik de liefde van God
ervoer. En ik begon te proberen dit uit te puzzelen, want ik begreep het niet. Er was ongeveer twee tot drie jaar voor nodig
voordat ik een openbaring kreeg. Het kwam eigenlijk omdat ik opgeroepen werd voor militaire dienst en naar Vietnam gestuurd
werd. Dat was één van de beste dingen die me konden overkomen. Ik kon niets anders dan daar zitten met mijn neus in het Woord,
15 uur per dag. Uit wanhoop begon ik het Woord te lezen. Er was niets anders voor me om te doen.
Ik begon het Woord te lezen en God begon me dingen te laten zien en me dingen te leren. Ik kreeg één van de grootste
openbaringen over God waardoor mijn leven veranderde. Ik spreek erover in een onderwijsserie getiteld Geest, Ziel en Lichaam. Ik
begon te begrijpen dat God een Geest is, Joh. 4:24, en dat degenen die Hem aanbidden Hem moeten aanbidden in geest en in
waarheid, en dat God naar mij kijkt in de geest. En ik begon door het Woord te leren dat als iemand in Christus is, hij een
nieuwe schepping is. Het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen (2 Kor. 5:17) . Ik worstelde om te begrijpen hoe God
van me kon houden. “God, hoe kunt U van me houden, want ik houd niet eens van mezelf. Er zijn dingen in mij die verkeerd zijn.
God, hoe kunt U van me houden?” De reden dat je niet begrijpt dat God van mij en jou kan houden is dat jij naar het uiterlijk
kijkt. In 1 Sam. 16:7 staat: Doch de HERE zei tot Samuël: Let niet op zijn voorkomen noch op zijn rijzige gestalte, want Ik heb
hem verworpen. Het komt immers niet aan op wat de mens ziet; de mens toch ziet aan wat voor ogen is, maar de HERE ziet het hart
aan.
Ik ging beseffen dat de reden dat ik verward was, was dat ik altijd naar het uiterlijk had gekeken. Ik had gekeken naar mijn
daden. Ik had gekeken naar de uitwendige mens en ik had gedacht dat ik heilig moest zijn om een relatie met de heilige God te
kunnen hebben. Maar wat gebeurde was dat, toen ik wedergeboren werd, God een heilige geest binnenin me plaatste. In Efeze 4:24
staat: en de nieuwe mens aandoet, die naar (de wil van) God geschapen is in waarachtige gerechtigheid en heiligheid.
Zie je, als je wedergeboren bent, zit je niet in het proces om rechtvaardig te worden. Dat wedergeboren deel van je was
rechtvaardig geschapen en waarachtig heilig. God is een Geest en God ziet jou in de geest. Maar hier zit ook het probleem. Want
de reden dat het voor jou zo moeilijk is om te geloven hoe God jou ziet, is dat jij in de spiegel gaat kijken. Je ziet puisten
en grijze haren en rimpels en vetlagen en lelijkheid. Jij kijkt daarnaar en je denkt: “God, hoe kunt U zeggen dat ik volmaakt
ben?” Er zijn veel schriftplaatsen waar staat dat we volmaakt zijn, maar wij kijken in de spiegel. Of je onderzoekt het gebied
van je ziel, je emoties, en je denkt : “Maar ik ben niet volmaakt. Ik heb deze verkeerde houding. Ik heb
onvergevingsgezindheid. Ik maak me zorgen. Ik heb angst.” Het is moeilijk de Bijbel te begrijpen als we niet weten dat een
derde deel van ons, de geest, volkomen gloednieuw is, en dat je in je geest net zo rechtvaardig en rein en heilig bent als Jezus
is.
In 1 Johannes 4:17 staat: Hierin is de liefde bij ons volmaakt geworden, dat wij vrijmoedigheid hebben op de dag des oordeels,
want gelijk Hij is, - hier gaat het over Jezus - zijn ook wij in deze wereld. Er staat niet: zo zullen wij zijn in het zalige
hiernamaals, maar er staat dat wij zo zijn in deze wereld. De enige manier om dit vers te begrijpen is door te begrijpen dat het
niet spreekt over onze daden. Er is geen persoon hier die zo volmaakt handelt als Jezus, en die zulke volmaakte gedachten heeft
als die van Jezus. Het spreekt van onze geest. Het wedergeboren deel van je is net zo rechtvaardig en rein als Jezus. De geest
die op dit moment binnenin je is, zal miljarden jaren na vandaag nog net zo zijn als nu. Je geest zal nooit veranderd worden.
Een derde van je redding is al gedaan en volmaakt. Volgens Efeze 1 heeft die geest binnenin je dezelfde opstandingskracht die
werd gebruikt om Jezus Christus uit de dood op te wekken. Zie je, dit zijn een aantal dingen die me dingen over God lieten zien.
Zo ging ik beseffen en leren wie God is.
Veel mensen met wie ik deze week heb gebeden, kwamen bij me en zeiden: “Ik heb dit probleem, en ik heb dat.” Ik sprak
vanavond met een vrouw die zei dat het heel goed ging met haar. Maar op een dag werd ze wakker – en ik ben vergeten welke
ziekte ze nu had, maar het was iets. Ze zei: “Sinds die tijd heb ik alleen maar geleden.” Ik vroeg: “Wat deed je, toen je
met dit probleem wakker werd?” Zij zei: “Nou, ik ging naar de dokter, natuurlijk.” Ik zei: “Dat is het probleem.” Zij
vroeg: “Hoe bedoel je?” Ik zei: “Je hebt niet jouw gezag en kracht genomen. Je hebt opstandingskracht binnenin je en in
plaats van dat je gebruikte wat God je heeft gegeven, rende je naar de dokter en vroeg je aan een man om je te helpen.”
Weet je dat de meeste mensen meteen naar de dokter gaan? Dat was een deel van haar probleem. Ze had al die medicijnen en die
veroorzaakten allemaal nevenwerkingen. Iedere pil die je krijgt heeft een slecht neveneffect dat meer problemen veroorzaakt. Ik
zag laatst een reclame op de televisie. Ik denk dat het voor pillen tegen hoofdpijn was. Ze zeiden: “Gebruik deze pil.” En
toen gaven ze een kleine disclaimer, dat het invloed heeft op je stoelgang en vaak diarree kan veroorzaken, of impotentie, een
hartaanval of de dood. Waarom zou je een pil nemen die al die dingen veroorzaakt om je van je hoofdpijn af te helpen? Laat mij
dan maar mijn hoofdpijn houden. Telkens als je medicijnen inneemt, knoei je met je lichaam, en alles wat je in één gebied
helpt zal je in een ander gebied schade toebrengen. Je vraagt gewoon om moeilijkheden. Ik weet dat sommigen van jullie het niet
prettig vinden wat ik nu zeg. Maar er zijn mensen die een pil nemen als ze opstaan, ze nemen een pil als ze naar bed gaan, ze
nemen een pil om alles te doen. God verhoede het. Alles wat je nodig hebt is een goede dosis evangelie.
Je hebt het
Deze vrouw dus. Ik vroeg: “Wat deed je?” en zij zei: “Ik ging naar de dokter, natuurlijk.” En ik zei: “Weet je, als je
zou weten dat je binnenin je dezelfde kracht hebt die Christus uit de dood heeft opgewekt, dan zou je niet zo snel overal naar
toe rennen om hulp te vragen. Je hebt, op slechts een paar centimeter verwijderd van wat er aan je mankeert, opstandingskracht
in je leven. Waarom gebruik je die niet?” Laat de dokters er zijn voor de mensen die God niet kennen. Laat hen de mensen
helpen die God niet kennen. Ze zijn toch al overwerkt. Ik ben niet tegen dokters. Als het niet vanwege de dokters was geweest,
zouden alle christenen al zijn overleden. Want ze vertrouwen beslist niet op God. Dus ik ben niet tegen dokters, maar ik zeg dat
de dokters de mensen zouden moeten helpen die God niet kennen. Sommige mensen zeggen: “Maar ik heb ziekte in mijn lichaam.”
Het kan me niet schelen wat je zegt. Snap je, je staat in verbinding met je fysieke gebied. Je weet wat voor pijn je hebt. Maar
je weet niet wie je in de geest bent.
Ik ontdekte dat God me had veranderd en dat ik in Christus niet in een proces zit om rechtvaardig te worden. Ik was geschapen in
gerechtigheid en waarachtige heiligheid. Ik zit niet in het proces om te proberen om meer geloof van God te krijgen. Ik heb AL
HET geloof van de Zoon van God dat binnenin me leeft. Ik zit niet in een proces om te proberen een relatie met God te krijgen.
God heeft me al volmaakt en volledig gemaakt in mijn geestelijk gebied. Toen ik dit begreep over God, veranderde het mijn
houding jegens Hem helemaal. Het veranderde de manier waarop ik met Hem omging helemaal.
Het maakte dat ik ging begrijpen hoe ik nu rechtvaardig kon zijn. Voor die tijd begreep ik dat niet. Ik las in de Schrift dat ik
de gerechtigheid Gods in Hem was – 2Kor.5:21. In 1Kor.1:30 staat dat Jezus ons is geworden: wijsheid, rechtvaardigheid,
heiliging en verlossing. Ik zag deze teksten, maar dan keek ik in de spiegel en dacht ik: “God, dit kan niet gerechtigheid
zijn. Hoe kunt U zeggen dat ik rechtvaardig ben?” Maar ik ging begrijpen dat God een Geest is en dat God naar me kijkt in de
geest, en mijn geest is veranderd. Nu ga ik met God om van geest tot geest en nu kan ik vrijmoedig toetreden in de aanwezigheid
van God, zelfs als ik gezondigd heb, zelfs als ik de plank volkomen mis heb geslagen, zelfs als ik niet volmaakt ben.
Maar de meeste mensen zijn zelfs nog niet eens voorbij de eerste twee kleine dingen die ik heb genoemd. De meeste mensen gaan
niet vrijmoedig naar God als ze zondigen, als ze iets verkeerds doen. Ik sprak ook met een andere vrouw die vorig jaar bij me
kwam en gebed ontving. Ze had MS, maar ze kwam zover dat ze weer kon staan en kon traplopen als ze zich vasthield aan de
leuning. Ze deed het echt goed, maar toen raakte ze het weer kwijt. Ik vertelde haar allereerst Romeinen 11:29. Want het Woord
vertelt je dingen over God. Het vertelt je hoe God is. Sommige mensen denken dat God snel beledigd is. “Laat niemand zich
bewegen. Bedroef de Heilige Geest niet. Niemand mag iets zeggen.” Ik vind dat maar raar.
In de bijeenkomsten van Jezus was het een geweldige drukte. Aan de ene kant had je de Farizeeën en schriftgeleerden die zeiden:
“U bent van de duivel. U bent Beëlzebub. U gebruikt de prins van de duivels om demonen uit te drijven.” En aan de andere
kant waren er demonen die zich manifesteerden, en dan waren er ook nog kinderen en baby’s. Bij één gelegenheid duurde het
wel drie dagen. Ik kan je verzekeren dat er vast wel iemand was die naar de WC moest. En ze hadden geen mobiele toiletten. Het
was echt een geweldige drukte. Er waren altijd wel mensen die zich bewogen. Maar de Heilige Geest was niet zo beledigd dat als
iemand kuchte of zich bewoog Hij verdween omdat we Hem hadden bedroefd. Mensen zeggen dat soort dingen omdat ze God niet kennen.
Ik ben een beetje van het onderwerp afgedwaald. Waar had ik het over toen ik dat zei? Wat zei ik? In ieder geval was het goed. O
ja, die vrouw kon weer de trap oplopen en ik zei: “De genadegaven en de roeping Gods zijn onberouwelijk. God verdwijnt niet
omdat Hij zich beledigd voelt. Je hebt niets verloren. Dezelfde kracht die vorig jaar in je werkte is er nog steeds. Je hebt er
alleen niet in gewandeld. Je voelt je waarschijnlijk veroordeeld omdat je op een zijspoor terecht kwam en niet meer in geloof
ging wandelen.” En zij zei: “Ja.” Dus ik moest haar weer bedienen.
Begrijp je dat God niet zo is? God is niet iemand die beledigd wordt als je iets verkeerds doet en Hij zegt niet: “Nu heb Ik
het gehad. Ik ga jou niet meer zegenen.” Nee, God is een goede God en het is niet Zijn kracht die komt en gaat. Jij bent
degene die komt en weer weggaat. Je bent je daar misschien niet van bewust. Jij gaat heen en weer en op en neer, maar God is
dezelfde. God is altijd dezelfde. De meeste mensen weten dat niet van God. “Hoe kan Hij zo zijn? Hoe kan God me consequent
behandelen terwijl ik inconsequent ben?” Omdat God een Geest is en Hij kijkt naar jou in de geest, en in jouw geest ben je
rechtvaardig en rein en heilig.
Dit leerde ik over God en het gaf me een nieuwe vrijmoedigheid om in de aanwezigheid van God te komen, opdat ik barmhartigheid
zou ontvangen en genade zou vinden in tijden van nood. Niet als ik alles goed heb gedaan, maar als ik alles verkeerd heb gedaan.
Ik kan vrijmoedig tot God komen en ik ben nog steeds rechtvaardig en rein in mijn geest. Dat legde zoveel voor me open. Het
veranderde gewoon alles.
En het volgende wat ik toen ging begrijpen is dat er in het Oude Testament tijden waren dat God inderdaad mensen strafte wegens
hun daden. Er zijn voorbeelden van, zoals in Jesaja 59, dat Zijn hand niet te kort is om te verlossen en Zijn oor niet te
onmachtig is om te horen, maar uw ongerechtigheden zijn het, die scheiding brengen tussen ons en uw God. Ik zag dit soort
teksten die niet leken te stroken met het feit dat ik nu wedergeboren ben en dat ik nu rechtvaardig en heilig en rein en
geheiligd en volmaakt ben, zoals staat in Hebreeën 10 in de verzen10 en 14.
Ik zag deze schijnbare tegenstellingen en ik kon ze niet begrijpen. Maar de Heer leidde me om ze te begrijpen. Daarover gaat
mijn onderwijs in “Het ware karakter van God”, dat het Oude Testament ging over mensen voordat ze wedergeboren waren. Hun
geest was dood en verdorven, dus God ging met hen om op basis van uiterlijke daden en strafte hen, net zoals wij met een kind
omgaan. Je kunt niet wachten tot een kind volwassen genoeg is zodat je met hem kunt redeneren. Als hij nog klein is moet je hem
laten ophouden met verkeerde dingen te doen. Dus je zegt tegen een kind van een jaar: “Hou daarmee op of je krijgt een pak
slaag.” Het kind weet waarschijnlijk niet eens dat er een God is, of een duivel of een hemel of een hel, maar de volgende keer
dat de duivel zegt: “Ga dat speelgoed van je broer afpakken”, zegt het kind: “Nee”, omdat het bang is voor straf. Zo was
het ook in het Oude Testament. Mensen werden gestraft met de toorn van God; de pokken, schimmel, melaatsheid. God sloeg mensen
met melaatsheid. Hij sloeg Mirjam met melaatsheid. Hij sloeg Uzzia met melaatsheid. In één nacht doodde Hij met één engel
185.000 mensen.
Mensen lezen dit en gaan denken: “Tjonge, wat is God voor iemand?” Maar God deed dit om de mensen ervan te weerhouden de
deur wagenwijd open te gooien en de zonde te laten heersen. Hij beperkte het aantal zonden door vrees voor straf, en Hij
vermeerderde het oordeel, het zondebewustzijn en de onwaardigheid. Het had negatieve effecten, zoals deze medicijnen. Hij gaf
ons een pil voordat we wedergeboren werden en het loste een probleem op, maar het creëerde andere problemen. Het bracht een
angst voor God in de mensen en de mensen kregen een verkeerde indruk van God. Maar nu, als je wedergeboren wordt, is het anders.
God ziet je in de geest en de wet is vervuld. De wet heeft afgedaan. God gaat niet meer op die manier met ons om.
Maar erg weinig mensen hebben dit begrepen. De meeste mensen proberen nog steeds tot God te naderen met een Oudtestamentische
mentaliteit. Als ik tijd had, zou ik je uit de brief aan de Hebreeën een aantal krachtige dingen hierover kunnen onderwijzen.
Er staat dat de wet van het Oude Testament ongeldig is verklaard. Het is ingetrokken, alsof hij nooit heeft bestaan. De wet is
totaal vernietigd. Hij is uitgewist. Hij is aan het kruis genageld. Het is niet de bedoeling dat je op basis van de wet van het
Oude Testament een relatie hebt met God.
Iemand kan daar aanstoot aan nemen en zeggen: “Broeder, maar je moet nog steeds die tien geboden houden.” Wat doe je dan met
het gebod dat zegt dat je de sabbat zult houden want deze is heilig voor u? In het algemeen houden christenen de sabbat niet. Ze
houden de zondag en dat is niet de sabbat. En alle Zevendedagsadventisten roepen nu “ja!” Maar het houden van de zaterdag is
ook niet de sabbat. De sabbat is een beeld van een relatie. In Kolossenzen 2:16-17 staat dat de sabbat slechts een schaduw is
van hetgeen komen moest, terwijl de werkelijkheid van Christus is. En in Hebreeën 4 staat waar de sabbat een schaduw van was.
Het is nu een relatie met God die we binnengaan. Als jij je houdt aan een of andere dag en dan niet werkt en je denkt dat je de
sabbat houdt, dan schendt je de sabbat.
Ik zeg dit omdat bepaalde mensen denken dat jij je nog steeds moet houden aan alle tien geboden. We houden de sabbat niet. Als
je denkt dat jij je aan alle tien geboden moet houden, dan moet jij grote veranderingen in je leven aanbrengen, want het houden
van de sabbat is één van de geboden. De geboden zijn nog steeds goed. Ze vertellen je nog steeds de waarheid. Ze laten Gods
volmaakte moraal zien, maar we gaan niet met God om op basis van onze uiterlijke daden. We gaan met God om op basis van ons
geloof in Jezus. Als je eenmaal je geloof in Jezus hebt gesteld, dan maakt Hij van jou een nieuwe persoon en kom je in de
tegenwoordigheid van God in geest en in waarheid, niet in het vlees en niet op basis van je daden.
Ik heb dus drie dingen genoemd wat het Woord over God bekendmaakt en die je zullen helpen om Hem te kennen. Het eerste is dat je
moet ophouden om jezelf te rechtvaardigen. Je moet uit je eigen gerechtigheid komen en “de gerechtigheid door het geloof in
Hem moge blijken te bezitten”. Je moet begrijpen dat als je wedergeboren bent, jouw geest dat deel van je is dat is veranderd.
En in de geest ben je volmaakt en heilig en ben je in staat om zonder angst voor bestraffing in de tegenwoordigheid van God te
komen, omdat je volkomen Zijn maaksel bent. Je bent Zijn rechtvaardigheid. Je bent rechtvaardig geschapen en waarlijk heilig.
Hierdoor zul je kunnen begrijpen hoe God je nu in genade kan behandelen in plaats van je te straffen, omdat je in de geest net
zo heilig bent als Jezus en Hij niet meer op grond van de wet met je omgaat, die alleen maar gold voor de uiterlijke mens. Hij
gaat nu met je om vanwege wie je bent in Christus. Mensen, als je deze drie dingen hebt en als je hierover zou mediteren, dan
verzeker ik je dat dit je relatie met God totaal zou veranderen.
Soeverein
En er is nog iets anders wat ik vanavond wil noemen, voordat ik er een punt achter zet, omdat ik geloof dat dit de grootste
belemmering is en de grootste leerstelling die het Lichaam van Christus schade toebrengt, en dat is de soevereiniteit van God.
Sommige mensen moeten nu even naar lucht happen. “De soevereiniteit van God is toch fundamenteel? Het is toch een
leerstelling? Iedereen gelooft in de soevereiniteit van God.” Ja, ik geef toe dat God soeverein is als je het woord soeverein
gebruikt in de zin van eerste in rang, positie, klasse. Het hoogste gezag. Onafhankelijk. Als je deze definitie gebruikt om te
zeggen dat God soeverein is, dan ben ik het voor honderd procent met je eens.
Maar de religie heeft er een betekenis aan gegeven dat soeverein zou betekenen dat God alles wat er gebeurt controleert. Er
gebeurt niets zonder Zijn toestemming. En dat is niet waar. Dat is in tegenspraak met het Woord. En dat zal je relatie met God
de das omdoen. Als jij denkt dat God verantwoordelijk is voor iedere smerige, verdorven gebeurtenis op deze gevallen wereld, dat
niemand sterft tenzij het zo is beschikt, dat het God is die besluit wanneer iemand sterft, dat niemand zonder toestemming van
God met een lichamelijke afwijking wordt geboren, dat er geen ziekte of probleem is zonder dat God dit toestaat, dan zul jij
geen goede relatie met God kunnen hebben, want je gaat kwade dingen die van de duivel zijn aan God toeschrijven en ik verzeker
je dat je daarmee een verkeerde indruk van God zult krijgen en het je relatie met Hem zal belemmeren.
Nog niet zolang geleden kreeg ik een email van iemand die schreef dat, omdat altijd gezegd was dat bepaalde negatieve dingen die
in de kerk gebeurden van God kwamen, hij God had gehaat. Hij had tegen Hem gerebelleerd en was zijn hele leven God uit de weg
gegaan, totdat hij mij hierover hoorde onderwijzen en ontdekte dat God een goede God is. Toen was hij teruggekomen tot de Heer.
Er zijn tegenwoordig ontzettend veel mensen in onze maatschappij die door de religie een verkeerde voorstelling van God hebben
en daarom zeggen ze dat God degene is die de terroristische aanvallen op 11 september heeft toegestaan, dat dit het oordeel van
God op Amerika was, dat God degene is die maakt dat de brandstofprijzen omhoog gaan, dat God al dat soort dingen doet en ons
straft omdat we het gebed uit de scholen hebben gehaald. Dat is geen goede voorstelling van God.
Sommige mensen denken dat er niets zou kunnen gebeuren tenzij God het toestaat en dat satan toestemming van God moet hebben. Dat
is niet waar. Ook hier heb ik veel onderwijs over. Ik heb het boek en de tapeserie met de titel “De ware aard van God”,
waarin ik hierover uitleg geef. En ik heb de tapeserie met de titel “Het Woord is vlees geworden” die hierover gaat. Onlangs
heb ik over deze tapeserie een serie uitzendingen gehad op de televisie. Het is erg goed.
Maar laat me één voorbeeld geven. In 2 Petr. 3:9 staat: “daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot
bekering komen.” Je kunt het niet duidelijker maken dan dat het er staat. God wil niet dat er ook maar iemand verloren gaat en
naar de hel gaat. Het is de wil van God dat alle mensen tot redding komen. En toch zei Jezus Zelf dat meer mensen door de brede
poort gaan die ten verderve leidt dan door de enge poort die ten leven leidt. Hij zei dat wij de keuze hebben. Het is niet de
wil van God dat iemand verdoemd wordt en toch gebeurt dat. Niet omdat God het wil. Hij gaf ons de keuze. En als je het leven
niet kiest, dan zal satan je vernietigen. Mensen gaan naar de hel, maar het is niet God die dat wilde en die dat toestond. Ze
kozen er zelf voor. God staat toe waar jij voor kiest.
Goede God
Ik kan me hierover verbazen. Ik herinner me iemand die net van een begrafenis kwam en op een vergadering van de ‘volle
evangelie’ zakenmensen sprak waar ik een aanbiddingsdienst verzorgde. Deze man kwam binnen en hij zei dat hij zojuist Romeinen
8:28 had gebruikt, waar staat dat God alle dingen ten goede doet meewerken voor hen die God liefhebben, die volgens Zijn
voornemen geroepen zijn. Hij was juist naar een begrafenis geweest omdat twee tieners door een auto-ongeluk waren omgekomen. Ze
hadden gedronken en drugs gebruikt. Ze waren onder invloed geweest en ze reden op een weg die door de regen glad was geworden en
hadden een bocht te snel genomen en waren tegen een telefoonpaal gebotst, waardoor ze beiden om het leven waren gekomen. Deze
man predikte dat we weten dat God een doel moet hebben gehad. Alle dingen werken mee ten goede. God had het dus gedaan. Tjonge,
dat maakte me zo kwaad, dat hij zei dat God er de oorzaak van was geweest dat deze tieners zichzelf hadden gedood. God had hen
niet gedood.
Nu zegt iemand misschien: “Maar niemand kan sterven zonder dat God het toestaat.” God is niet met de dood begonnen. Hij
vertelde ons dat we niet van de boom der kennis van goed en kwaad moesten eten, omdat wij ten dage dat we daarvan zouden eten
voorzeker zouden sterven. Hij had ons gewaarschuwd. Hij vertelde ons om het niet te doen. God heeft de dood niet op aarde
gebracht. Wij hebben zelf de dood op aarde gebracht. In Hebreeën 2 staat dat satan degene is die de macht over de dood had. God
beheerst dat niet. God heeft in de hemel geen kalender hangen met de datum omcirkeld waarop je zult sterven.
Hij beloofde ieder van ons 70 jaar en als je sterk bent kun je 80 jaar worden. Als je jonger dan 70 jaar bent als je sterft, dan
heeft satan je koud gemaakt. Betekent dit dan dat je naar de hel gaat? Welnee, daar gaat het niet om. We zijn in een strijd
verwikkeld. Het is niets anders dan bij iemand die in een oorlog wordt gedood. Hij sterft met militaire eer. Ik zeg niet dat
iedereen die voortijdig sterft door satan mee naar de hel wordt genomen, maar ik zeg dat satan er op de een of andere manier de
oorzaak van is. God heeft ieder van ons een minimum van 70 jaar toebedeeld. Dat is niet een maximum, maar een minimum. Hij heeft
je minimaal zoveel jaar gegeven en als je eerder sterft, dan heeft satan er een eind aan gemaakt. Satan heeft je op de een of
andere manier eronder gekregen. De meesten van ons werken daaraan mee doordat we ongezond eten. Amen? We geven hem een heleboel
hulp. Maar toch is satan degene die het leven van ons steelt. God is niet degene die controleert wat er allemaal in je leven
gebeurt.
Ik zag eens een programma op de televisie waarin een vrouw vertelde dat zij en haar dochter door een man gevangen werden
gehouden. Hij bedreigde hen met een geweer, reed met hen naar het platteland en verkrachtte hen allebei, de vrouw en haar
dochter. Hij had hen op de grond gelegd en hen in het achterhoofd geschoten. De dochter werd gedood, de vrouw overleefde het. Ze
verscheen in een christelijk televisieprogramma en ze zei: “We weten dat God een doel heeft. God gebruikt dit. God wordt
hierdoor verheerlijkt.” Tjonge, dit is verschrikkelijk. Het is verschrikkelijk om dit aan God toe te schrijven. Als jij op de
een of andere manier kon bewijzen dat ik een meisje had verkracht en vermoord en de moeder in het achterhoofd had geschoten, dan
is er geen enkel beschaafd land ter wereld dat me niet zou arresteren, me voor de rechter zou brengen en dan zouden ze ook in
hun recht staan. Toch staat er in onze verzekeringspolissen dat we tegen alles verzekerd zijn behalve overmacht, tornado’s,
orkanen. We geven God de schuld van al dit soort dingen.
We leven in een gevallen wereld die wij hebben veroorzaakt. God heeft het niet veroorzaakt, wij hebben het gedaan. Wij hebben
deze wereld aan satan overgegeven, de god van deze wereld. Tragedie en slechte dingen gebeuren, niet omdat God ze veroorzaakt,
maar omdat we de duivel hebben toegestaan om dit te doen. Satan gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij kan
verslinden. Satan is degene die dat doet. De Heer vertelde ons om ons aan God te onderwerpen. Dat staat in Jakobus 4:7:
Onderwerpt u dus aan God, maar biedt weerstand aan de duivel, en hij zal van u vlieden. Dat zou een waardeloze opdracht zijn als
alles werkelijk van God kwam, als satan niets kon doen, als satan de boodschappenjongen van God was en niets kon doen zonder
Zijn toestemming, want waarom zou jij dan weerstand aan hem bieden?
Als je werkelijk gelooft dat God overal de hand in heeft, dan zou je een hypocriet zijn als je medicijnen neemt en naar de
dokter gaat om te proberen genezen te worden en onder Gods wil vandaan te komen als God degene is die je ziek maakte. Waarom zou
je weerstand bieden tegen ziekte als je werkelijk geloofde dat God alles in de hand heeft? Want het had niet kunnen gebeuren
tenzij God het toestond. Waarom zou je weerstand bieden tegen demonische dingen? Laat de demonen dan maar in je werken, want ze
zouden er niet kunnen zijn tenzij God ze toestond. Waarom zou je voor iemand stemmen die probeert dingen ten goede te
verbeteren? Want uiteindelijk komt alles wat gebeurt van God. Mensen die prediken dat God alles controleert zijn niet
consequent. Je kunt niet consequent zijn als je dat predikt.
Waarschijnlijk zijn er nu mensen hier die echt kwaad op me zijn. Elke keer als ik hierover spreek, komen religieuze mensen naar
me toe en zeggen: “Jij bent duivels. Dit is God niet. Wat jij zegt komt van de duivel.” En dan draai ik me om en zeg: “Neem
je eigen onderwijs. Ik had deze dingen niet kunnen zeggen als God niet had gewild dat ik ze zou zeggen.” Ze moeten ergens een
lijn trekken en gewoonlijk doen ze dat bij mij. Ze zeggen dat ik van de duivel kom. Maar ik zou niet van de duivel kunnen komen.
God moet me hebben geïnspireerd, want hij is soeverein. Er kan niets gebeuren zonder dat Hij het zegt. Dat is inconsequent. Je
kunt niet de leerstelling over de soevereiniteit van God consequent overal op toepassen. Maar je kunt wel de leerstelling waar
ik over spreek toepassen, dat als het goed is, het van God komt, en als het slecht is, het van de duivel komt. God controleert
niet alles. Je hebt een keuze. Wij hebben demonen in deze wereld die dingen doen en jij hebt een keuze en God staat toe wat jij
toestaat.
Zie je, toen ik dit ging begrijpen, ging het mijn leven veranderen. Daarvoor heb ik eigenlijk zelf ook die demonische
leerstelling aan mensen verteld, en ik heb gezien dat mensen stierven. Een vriendin van Jamie en mij bad en vroeg om leukemie,
zodat ze God kon verheerlijken, en zij stierf. Ik heb gezien dat mensen vanwege die leerstelling zijn gestorven. Maar weet je,
ik ging beseffen dat het niet waar was, en dat heeft me geholpen om me aan te passen. God is niet degene die mijn vader heeft
gedood. God is niet degene die andere mensen heeft gedood. Als ik merk dat iemand is gestorven, dan weet ik dat God het niet
heeft gedaan. De mensen zeggen wel: “Maar we hebben gebeden en hebben geloofd.” Maar je weet niet wat er in iemands hart
omgaat.
Ik bad eens voor een man en ik was er zeker van dat hij God geloofde, maar toch stierf hij. Later vonden we zijn dagboek. Hij
had geschreven: “Ik weet dat ik aan de beterende hand ben. God geneest me. Maar eigenlijk ben ik zo moe. Ik wil naar huis. Ik
wil sterven. Maar ik ga door en zal de juiste dingen zeggen, omdat de mensen dit misschien niet zullen begrijpen. Maar ik laat
dit dagboek achter, zodat de mensen zullen weten dat ik ermee ophield en naar huis ben gegaan.” Wij wisten dat niet, en toen
we zijn dagboek vonden, stond iedereen perplex. Je kunt niet weten wat er in iemand omgaat. Mensen waarvan ik denk dat ze niet
zouden moeten sterven, sterven toch. Maar ik weet dat God hen niet heeft gedood. God heeft daar geen zeggenschap over. Bij
genezing komen zoveel factoren kijken. Sommige mensen nemen daar aanstoot aan, maar je kunt bijvoorbeeld onvergevingsgezindheid
hebben. Er zijn zoveel dingen die we toestaan in ons leven die ons belemmeren en die de kracht van God verhinderen om te werken.
Maar ik ben tot het besef gekomen dat God een goede God is. God wil alleen maar het goede voor ons. In Jakobus 1:16-17 staat:
Dwaalt niet, mijn geliefde broeders. Juist datgene waarvan hij ons aanspoort om niet in te dwalen is waar het Lichaam van
Christus het meest in dwaalt. Jakobus zegt: Dwaalt niet, mijn geliefde broeders. Iedere gave, die goed, en elk geschenk, dat
volmaakt is, daalt van boven neder, van de Vader der lichten, bij wie geen verandering is of zweem van ommekeer. Er staat dat
bij God geen verandering is. Dat betekent dat er geen uitzonderingen zijn. Er zal nooit een tijd zijn dat Hij anders is.
Als jij denkt dat God je ziek heeft gemaakt, dat God het heeft toegestaan, omdat jij niet de persoon bent die je zou moeten
zijn, en dat je ziekte een correctie, een straf is, dan wordt jij nooit genezen. Je moet weten dat het Gods wil is dat je
genezen wordt. Je moet dat geloven als je bidt en dan bidt je eenparig met Hem. Als je dat niet doet, dan bid je in de trant van
“Heer, laat het Uw wil zijn.” Dat is een onschriftuurlijk gebed. Sommige mensen zeggen: “Maar Jezus bad het.” Nee, dat
deed Hij niet. Je kunt die tekst niet vinden. Misschien in de omgekeerde standaardversie die sommigen van jullie gebruiken. Maar
Hij bad niet: “Heer, als het Uw wil is, wat wilt U dat ik doe? Als het Uw wil is, laat het kruis dan aan Mij voorbijgaan.”
Nee, Hij wist wat de wil van God was en Hij zei: “God, ik weet dat U wilt dat Ik dit doe, maar indien mogelijk, laat deze
beker aan Mij voorbijgaan, maar toch onderwerp ik Mijzelf aan Uw wil.” Dat is heel wat anders dan te zeggen: “Wie weet wat
de wil van God is? Als het Uw wil is …” en dan zendt jij een gebed op en wacht je af wat God doet. Nee, Jezus bad een gebed
van onderwerping en Hij zei: “Niet Mijn wil, maar Uw wil geschiedde.” Dat is heel anders dan de manier waarop de mensen
bidden die zeggen: “Als het Uw wil is.”
In Jakobus 1:5-8 zegt de Schrift: Indien echter iemand van u in wijsheid te kort schiet, dan bidde hij God daarom, die aan allen
geeft, eenvoudigweg en zonder verwijt; en zij zal hem gegeven worden. Maar hij moet bidden in geloof, in geen enkel opzicht
twijfelende, want wie twijfelt, gelijkt op een golf der zee, die door de wind aangedreven en opgejaagd wordt. Want zulk een mens
moet niet menen, dat hij iets van de Here zal ontvangen, innerlijk verdeeld als hij is, ongestadig op al zijn wegen.
Als jij eraan twijfelt of God je wel wil genezen, of God je huwelijk wel wil herstellen, of God wil dat het je voorspoedig gaat,
of God je emoties van vreugde en vrede wil geven, dan ontvang je niets. Als je twijfelt, kun je niet ontvangen van de Heer. Je
moet weten wat Gods wil is. En het Woord van God maakt aan ons bekend wat de wil van God is.
Vier punten
Dus ik heb vanavond vier dingen genoemd en ik verzeker je dat dit je relatie met God radicaal zal veranderen. In het Woord van
God worden honderden dingen bekendgemaakt over Zijn aard en Zijn karakter en Wie Hij is. Maar deze dingen zullen je leven al
veranderen. Je moet ermee ophouden om op je eigen goedheid te vertrouwen. Je moet je bewust zijn van jouw onwaardigheid in
verhouding tot God, voordat je werkelijk kunt begrijpen hoe goed God is dat Hij jou heeft vergeven. Dat is het eerste ding.
Je moet begrijpen dat je in de geest bent veranderd. God is een Geest en Hij kijkt naar jou in het geestelijke. Dat moet je echt
begrijpen. Voor mij was het de sleutel waarmee het Woord van God voor me werd ontsloten. Geest, ziel en lichaam was de
belangrijkste openbaring in mijn leven. Je moet dat begrijpen.
En dan moet je begrijpen dat er een verschil is tussen de manier waarop God in het Oude Testament met mensen omging en de manier
waarop Hij in het Nieuwe Testament met mensen omgaat, voornamelijk vanwege de wedergeboorte. We zijn nu vrijgemaakt van de wet.
Deze is ongeldig verklaard, helemaal vernietigd, opgeheven. Je moet ontdekken wat de manier van het nieuwe verbond is om te
bidden en met God om te gaan, want je bent niet meer onder de wet van het oude verbond.
En je moet af van het excuus dat God soeverein is en alles controleert. We moeten inzien dat God niet degene is die van de
wereld een puinhoop heeft gemaakt. Het is omdat mensen een keuze hebben en wij hebben er een potje van gemaakt. Alle tragedies
die in je leven gebeuren zijn niet door God bepaald. Ze komen van satan. Of soms denk ik dat satan zelfs van ons leert. Niet
ieder slecht ding dat gebeurt komt van de duivel. Ik denk dat de duivel soms bij zichzelf denkt: “Tjonge, daar zou ik nou
nooit op zijn gekomen.” Je maakt zelf al een geweldige troep van je leven. Dus het komt van jou of van de duivel of van een
combinatie van die twee, maar de slechte dingen in je leven komen niet van God. Je moet dat weten en je moet weten dat God een
goede God is, dat Jezus kwam om ons leven te geven en overvloed. De duivel kwam om te stelen, te slachten en te verdelgen. Als
je ooit deze twee dingen door elkaar haalt, dan verzeker ik je dat jij jezelf kwetsbaar maakt voor de duivel.
Je zou in een oorlog tegenover een vijand kunnen komen te staan en op de een of andere manier zou die vijand je kunnen
overtuigen dat hij eigenlijk door jouw regering is gezonden om je te helpen. Je nodigt hem dus uit in je vestingwerken, je geeft
hem toegang tot alles, omdat je denkt dat hij een vriend is. Mensen, de vijand zou dat geweldig vinden. Hij zou een gouden tijd
hebben. Hij zou je doden, je verwoesten. En dat is precies wat satan doet. Er zijn mensen die denken dat hun ziekte van God komt
omdat Hij je daarmee een beter mens wil maken, of omdat Hij je wil straffen. Of ze denken dat het Gods toorn op hen is. In ieder
geval omarmen ze die ziekte en aanvaarden ze het.
In de Bijbel staat dat je satan moet weerstaan en hij zal van je vlieden. Het woord weerstaan betekent dat je actief tegen hem
moet vechten. Je moet woedend worden op de duivel. In Matteüs 11:12 staat: Sinds de dagen van Johannes de Doper tot nu toe
breekt het Koninkrijk der hemelen zich baan met geweld en geweldenaars grijpen ernaar. Je moet gewelddadig worden. Je moet zover
komen dat je weet dat het niet van God komt, maar van de duivel, en dat jij zult hebben wat van God is. Je weerstaat de duivel
en je wordt woedend.
Dit vertelde ik aan een vrouw die zei dat ze wakker werd en er was iets mis met haar. Ik vroeg:”Waarom nam je niet je gezag?
Waarom gaf je geen bevel? Waarom deed je niets?” De meeste mensen doen niets omdat ze in de eerste plaats niet weten wat ze in
de geest hébben. Ze zijn verward en denken dat het niet gebeurd kon zijn als God het niet had toegestaan. Dit soort denken
verwoest je relatie met God. Je moet weten wat God al gedaan heeft. Hij heeft Zijn kracht binnenin je gelegd. Hij heeft je
verteld om de duivel te weerstaan en het allereerste wat je zou moeten doen als er iets slechts gebeurt, is dat je er middenin
springt en zegt: “Dit is van de duivel. Ik weersta het. Ik weiger het. Ik weiger dit te hebben.” Als jij de duivel
weerstaat, dan zal hij van je vlieden.
Maar in plaats daarvan zeggen de meeste mensen als er iets gebeurt: “O, mijn pijn. De dokter zei dat ik dit en dat heb.” We
gaan iedereen erover vertellen. Je noemt het en je claimt het, het is van jou. Dat is niet weerstaan. Weerstaan is niet dat je
in bed ligt, pillen slikt, naar een soap op de televisie kijkt en zegt: “Ik wacht op God.” Nee, daarmee weersta je de duivel
niet. Je moet beseffen dat je gezag en kracht hebt, en dat jij ertegen moet vechten. Jij moet iets doen. Amen?
In ieder geval, ik zou nog uren door kunnen gaan en ook nog andere dingen met je kunnen delen, maar deze vier kleine dingen waar
ik over gesproken heb zullen je relatie met God veranderen. Ik heb er 20 tot 30 jaar over gedaan om deze dingen te leren. En jij
hebt het vanavond misschien gehoord, maar je hebt het nog niet helemaal door. Ik moedig je daarom echt aan om de CD’s of DVD’s
van deze serie bijeenkomsten te pakken te krijgen, of de boeken en het onderwijs waar ik over gesproken heb. Je zou dit moeten
bestuderen. Broeders en zusters, het is niet zo dat ik het reeds verkregen heb, maar ik ben wel vertrokken. Ik kan je vertellen
dat mijn leven anders is dan het was. Ik zeg je dat dit een verschil in mijn leven heeft gemaakt. Dit heeft gemaakt dat mijn
relatie met God werkt. En het zal voor iedereen hier gaan werken.
Ik moedig je aan om deze waarheden te nemen, God te leren kennen in geest en in waarheid, door het Woord van God, en dit
binnenin je te laten werken. Want dan hoef jij je geen zorgen meer te maken over genezing, bevrijding, voorspoed, vreugde en
vrede. Deze dingen zullen je overkomen en je inhalen. Mensen, dat is geweldig. Wij zijn in een strijd verwikkeld. We zijn in
oorlog. Velen van ons gedragen zich alsof we in een vredestijd leven. Maar we leven in een gevallen wereld en je moet God
kennen. Je hebt deze dingen nodig. Amen? Prijs God.
Vader, ik dank U voor deze waarheden. Ik dank U voor wat U in mijn leven hebt gedaan. Ik dank U voor de manier waarop het Woord
mijn leven heeft veranderd. Dank U Jezus, dat U mij hebt gekozen. Dank U dat U Zichzelf aan mij hebt bekendgemaakt.
En Vader, ik bid voor deze mensen dat de Heilige Geest zal getuigen van de dingen die ik heb gezegd, dat U de mensen zult helpen
om hun begrijpen en denken aan te passen. En Vader, dat de mensen gemotiveerd worden om in het Woord van God te gaan en voor
zichzelf gaan ontdekken of wat ik gezegd heb wel of niet waar is, dat Vader, ze in het Woord gaan en dat dingen voor hen
bevestigd worden op basis van wat Uw Schrift laat zien.
Vader, ik bid ook voor de mensen die vanavond geschokt zijn door wat ik zei, omdat ik tegen hun leerstelling ben ingegaan. Ik
bid dat de Heilige Geest hen zal trekken naar het Woord van God, dat ze het studiemateriaal krijgen, dat ze er tenminste naar
zullen luisteren en voor zichzelf zullen beoordelen of het wel of niet waar is.
Dank U Jezus. Ik geloof dat de levens van de mensen door deze bijeenkomsten zullen veranderen, dat ze U zullen kennen en dat ze
U bekend zullen maken aan andere mensen. Dank U, hemelse Vader, wij bidden eenparig en ontvangen het.
Wij bidden hoofdstuk 1 van de brief van Jakobus, dat we met zachtmoedigheid het in ons geplante Woord aannemen, dat onze zielen
kan behouden. Vader, we vernederen onszelf en wij verhogen U en Uw Woord. Ik geloof dat de levens van de mensen vanavond zijn
veranderd. In de machtige naam van Jezus. Amen.
|