Bijbelgetrouw, krachtig en
praktisch onderwijs van Andrew Wommack
Overzicht van de vertaalde bijbelstudies van Andrew Wommack, klik hier...
Geloofsbouwers - 3
Andrew Wommack
Deel 1: De realiteit van geloof.
Deel 2: Wandelen in geloof.
Deel 3: Hoe overwin je twijfel?
Deel 4: Het einde van je ‘zelf’ is het begin van God.
Als MP3 bestand te downloaden van: www.awmi.net
Vertaling: 2009 Jan Vossen
Inleiding:
Zonder geloof is het onmogelijk om God te behagen (Hebreeën 11:6). Geloof is onze overwinning die de wereld overwint (1
Johannes 5:4). Geloof is essentieel voor alles wat we doen in het christenleven. Maar toch hebben veel christenen moeite met
geloof. Het lijkt voor velen een illusionaire gedachte. En zelfs degenen die in geloof hebben gewandeld, hebben moeite om die
geloofswandel vol te houden. Is het echt zo moeilijk? Niet als je enkele basisprincipes begrijpt.
Deel 3 : ‘Hoe overwin je twijfel?’
Ik heb over geloof gesproken en ben met een aantal onderwerpen over geloof bezig geweest . We hebben het gehad over de realiteit
van geloof, hoe er een geestelijke wereld bestaat. En geloof probeert niet God zover te krijgen dat Hij iets doet. God heeft in
feite alles al gedaan, en het bestaat al en het is realiteit. Maar het is gewoon in de geestelijke wereld. Geloof is dus gewoon
uitreiken en aanpakken wat al waarheid is, en het doen manifesteren in het fysieke gebied. Ik verzeker je dat dit een krachtig
concept is. En het maakte een enorm verschil in mijn leven. Toen ik ophield te denken dat doordat ik dingen sprak en beleed, en
ik op God zat te wachten, en als ik het zag gebeuren, was dát het moment dat God in beweging kwam, toen begon ik te beseffen
dat het al echt was, dat het al bestond in de geestelijke wereld. En het enige dat ik hoefde te doen was ontvangen.
En toen hebben we gesproken over wandelen in geloof. Hoe je geestelijke dingen eigenlijk alleen maar kunt zien, begrijpen en
waarnemen met je hart. En we hebben als voorbeeld gebruikt hoe Jezus’ eigen discipelen Hem na de opstanding wel zagen, maar
omdat Hij in een geestelijk lichaam was, het was puur geest, ook al kon het worden aangeraakt, moest het geestelijk
onderscheiden worden. Ze herkenden Jezus niet eens, terwijl ze zo intiem vertrouwelijk met Hem waren geweest. Maar ze kenden Hem
slechts op een oppervlakkig fysiek niveau. Ze waren niet in staat Hem met hun hart waar te nemen. Wij moeten dus leren hoe we in
geloof moeten wandelen. En ik heb onderwezen hoe we dingen in feite beter kunnen leren kennen met ons hart.
Weet je, ik ben niet zo’n Star Wars fan, ik heb die films wel gezien, maar ik herinner me dat een van die dingen, ik weet niet
hoe ze heten, van die Jeddah mensen. Ik heb die star wars dingen pas na een jaar of 15 gezien en er kwam een gedachte bij mij op
dat een van de dingen die deze Jeddah mensen beweerden, was dat je op je hart af moest gaan en niet op wat je ziet. Ze trainden
hen om hun ogen te sluiten en dingen te doen geleid door ‘de kracht’. Ik vind het vervelend om daar een vergelijking mee te
maken, maar er ís een gelijkenis als jij alleen maar afgaat op wat je ziet en niet door je hart wordt geleid. Niemand is zo
blind als iemand die uitsluitend op fysiek zicht afgaat. Dat is een krasse uitspraak. Maar daar hebben we het over gehad.
Laten we de volgende verzen gebruiken om te verduidelijken waar ik het over had. Matteus 11, dat is waar Johannes de doper in de
gevangenis was geworpen. En in deze fase raakte hij ontmoedigd. En hij stuurde twee van zijn discipelen om Jezus te vragen of
Hij nu werkelijk de Christus was, of dat er toch nog iemand anders moest komen. Het is aantrekkelijk om dit te lezen en er maar
niet over na te denken, maar in feite is dit niets anders dan ongeloof van de kant van Johannes.
Johannes had in de gevangenis gezeten. En de Schrift zegt niet precies hoelang. Ik heb geprobeerd dit uit te pluizen, maar ik
kan het niet vaststellen. Het beste waar ik bij in de buurt kom is een periode van minimaal zes maanden, maar tegen de tijd dat
hij deze vraag stelde kan het best een periode van twee jaar zijn geweest.
Als je gaat nadenken over Johannes, was hij een man die vanaf de moederschoot voor God apart was gezet. Hij was met de Heilige
Geest gedoopt. De énige persoon die met de Heilige Geest was gevuld toen hij nog in de schoot van zijn moeder was! Zelfs Jezus
was niet van de schoot van zijn moeder af met de Heilige Geest vervuld! Deze man was gewoon geladen met kracht. En hij was zó
gericht op zijn roeping dat hij nooit een normale kindertijd had. Hij was nooit opgegroeid om normale dingen te doen. Hij had
nooit een vriendinnetje gehad. Hij was vanaf de schoot van zijn moeder apart gezet voor God. Hij ging in de woestijn leven. En
hij leefde bij een groep mensen, waarvan velen geloven dat het de Essenen waren. Ddat zijn degenen die de Dode Zee rollen hebben
geschreven en in de buurt van de Dode Zee woonden.
Die lui waren super wettisch, extreem dogmatisch over het Woord. Maar daar heeft hij in ieder geval zijn begrip van het Woord
gekregen. Hij was in staat grote delen van de Schrift te citeren.
Dus Johannes was vanaf de schoot van zijn moeder totaal apart gezet voor God. Toen hij dertig jaar oud was, openbaarde God hem
dat het tijd was om met zijn bediening te beginnen. En hij ging niet eens daarheen waar de mensen waren! Hij deed helemaal niet
wat een prediker normaal zou doen. Die zou uitzoeken waar de mensen zijn en dan gaan proberen hen aan te trekken, maar Johannes
ging de woestijn in en ging daar roepen: ‘Bekeer u want het koninkrijk der hemelen is nabij!’
Dat gaat gewoon tegen alle logica in. Hij stond midden in de woestijn te roepen! Wat er misschien gebeurde, was dat er iemand op
een kameel langs kwam rijden die hem hoorde, God raakte zijn hart aan, en hij werd overtuigd, ging naar huis en vertelde het aan
iemand anders. En binnen zes maanden tijd had Johannes de Doper hele menigten die naar hem toe kwamen. Niet alleen uit de
Israëlieten, maar uit alle naties rondom. Duizenden en duizenden mensen die naar de woestijn stroomden om naar die man te
luisteren. Er móet gewoon een bijzonder krachtige zalving op zijn leven zijn geweest.
Het was een van de grootste bedieningen die er ooit geweest is, maar ze duurde maar zes maanden. Deze man had zichzelf 30 jaar
lang voorbereid en binnen zes maanden had hij in wezen zijn doel bereikt! En toen kwam hij in de problemen omdat hij kritiek
leverde op Herodes, omdat die de vrouw van zijn broer trouwde. Een incestueuze relatie. En Herodes gooide hem in de gevangenis.
En hij zat ergens tussen de zes maanden tot twee jaar in de gevangenis. En je moet blijven beseffen dat deze man gewoon een ‘vuurbal’
was. Hij was zó krachtig, met zo’n passie en gedrevenheid in zijn hart om het Woord van God te verkondigen en het land te
zien terugkeren tot de Heer, dat het voor zo iemand gewoon het ergste was dat je hem kon aandoen door hem op te sluiten, zodat
hij die roeping niet kon vervullen en de bediening niet uitoefenen die op zijn leven lag.
Ik verzeker je dat dat zeer zwaar moet zijn geweest voor Johannes. Dus nadat hij in de gevangenis was gegooid, zie je hier in
Matteüs 11:2 Toen Johannes in de gevangenis over de werken van Christus gehoord had, stuurde hij twee van zijn discipelen, 3 en
zei tegen Hem: Bent U het Die komen zou, of verwachten wij een ander? Het is heel gemakkelijk om hier maar overheen te lezen.
Maar dit betekent dat Johannes de doper begon te twijfelen of Jezus wel echt de Christus was.
En dan moet je beseffen dat Johannes degene was die over Jezus had gezegd toen hij Hem zag: Zie het lam Gods dat de zonde van de
wereld wegneemt. Zijn hele leven was op dit moment gefocust. En de Heer had hem niet alleen verteld dat hij de Christus zou
aankondigen en de weg voor de Christus bereiden, maar de Heer had hem ook nog een hoorbaar en zichtbaar teken gegeven van de
juiste persoon. Hij had gezegd: “Op wie u de Geest van God ziet neerdalen in lichamelijke gedaante als van een duif en je
hoort een stem zeggen: ‘Dit is Mijn geliefde zoon, in wie Ik mijn welbehagen heb’, dat is degene.” En toen Jezus naar hem
toe kwam om Zich te laten dopen zei hij: ‘Zie het Lam Gods dat de zonde van de wereld wegneemt’. En hij nam al zijn
reputatie en gezag dat hij had verworven en ontvangen en investeerde dat in Jezus.
Hij was er zo zeker van dat twee van zijn discipelen, Andreas en Petrus, twee van zijn discipelen naar hem toe kwamen en hij gaf
hen de opdracht om Jezus te gaan volgen! En hij zei: Ga maar achter Hem aan. Hij moet groter, ik moet minder worden. De
schriftgeleerden en de farizeeërs probeerden op zijn vleselijkheid, zijn menselijkheid, in te spelen en verdeeldheid te zaaien
tussen hem en Jezus, zodat hij jaloers of kritisch over Jezus werd: ‘Beseft u wel dat Jezus meer discipelen doopt dan u?’ En
Johannes was zo overtuigd dat hij wist dat Jezus de Christus was, dat hij zei: Ik ben niet eens waard om te knielen en de riemen
van Zijn sandalen los te maken. Hij moet toenemen en ik moet minder worden.
Wat ik probeer duidelijk te maken is, dat Johannes eens zo absoluut overtuigd was dat Jezus de Christus was. Hij had een
hoorbare stem en een zichtbaar teken gehad dat Jezus de juiste persoon was. En toen was er in het hart van Johannes geen enkele
twijfel dat Jezus de Christus was. Maar nadat hij een onbekende periode in de gevangenis had doorgebracht, begon hij te
twijfelen.
En dat zegt ons een aantal dingen. Een daarvan is dat iedereen dus kan gaan twijfelen. Johannes de doper was vanaf de
moederschoot vervuld met de Heilige Geest. Dertig jaar lang was hij getrouw gebleven aan zijn bediening. Dertig jaar lang was
hij op koers gebleven en hij was zo machtig gezalfd dat hij binnen zes maanden volbracht wat de meeste mensen niet eens in hun
hele leven kunnen volbrengen. Johannes de Doper was een machtige man van God. De enige man die zo van de Geest vervuld was.
Jezus werd vervuld met de Geest bij Zijn doop. Het was dus een super bijzonder en ongebruikelijk persoon. Maar toch begon ook
hij na een bepaalde periode in de gevangenis aan alles te twijfelen.
Weet je, je zult nooit zover komen dat je onoverwinnelijk wordt, en nooit meer het risico loopt om in ongeloof te vervallen. Ik
verzeker je dat omstandigheden tot je zullen gaan spreken. Johannes bevond zich in omstandigheden die ingingen tegen alles
waarin hij geloofde. Hij was een visionair. En daar zat hij vast in de gevangenis en zag iemand anders de bediening overnemen en
dingen gebeuren. Het tastte Johannes dus aan en daardoor begon hij te twijfelen of Jezus wel de Christus was.
Dat was dus niet alleen twijfel aan het leven van Jezus, hoe ernstig dat op zich al is, maar Johannes de Doper begon in wezen
ook in twijfel te trekken of hijzelf God wel goed verstaan had: ‘Hier zit ik, de enige persoon in de wereldgeschiedenis die
met de Heilige Geest is vervuld vanaf de moederschoot. God heeft het mij toevertrouwd om de weg voor te bereiden voor de
Messias. En ik heb verkondigd dat Jezus de Messias is. En nu zit ik me af te vragen of ik het allemaal verprutst heb? Heb ik
deze geweldige gave die God mij heeft gegeven verspild? Is mijn hele leven voor niets geweest?’
Hij heeft nooit de normale dingen gedaan die mensen doen, hij heeft nooit een normaal leven gehad. Zijn hele leven was toegewijd
aan de voorbereiding voor de Messias. En als Jezus niet de Messias was, had hij de plank volledig misgeslagen! Als je het wilt
hebben over een identiteitscrisis! Je hebt het hier over je ellendig voelen. Je hebt het over een persoon die echt in een
ernstige crisis zat. Je hebt het over Johannes de Doper!
Toen zond hij twee van zijn discipelen om te vragen: Bent U de Christus of hebben we een ander te verwachten? Man, dat
impliceert zoveel! Dit was bijzonder ernstig! En kijk dan eens naar wat Jezus deed in vers 4! Daar staat: 4 En Jezus antwoordde
en zei tegen hen: Ga heen en bericht Johannes wat u hoort en ziet: 5 blinden worden ziende en kreupelen kunnen lopen; melaatsen
worden gereinigd en doven kunnen horen; doden worden opgewekt en aan armen wordt het Evangelie verkondigd; 6 en zalig is hij die
aan Mij geen aanstoot neemt.
Dit is verbazingwekkend. Als je het in Lukas 7 leest, dan staat daar dat Hij een uur lang de discipelen niet eens antwoord gaf.
Hij reageerde in eerste instantie niet eens op hen.
Daar had je Johannes de doper die in een crisis zat en zei: Help me! Bent U echt de Christus? Geef me toch zekerheid! En Jezus
negeerde hen in feite een uur lang en ging door met al die wonderen verrichten. En toen zei Hij het volgende tegen hen, Lukas
7:24: Toen de boden van Johannes weggegaan waren, begon Hij tegen de menigte over Johannes te zeggen…
En dit verbijsterde mij, want toen ik dit las, drong de wanhopige situatie waarin Johannes zich bevond tot mij door. En hoe
kritiek dit was. Hij kwam dus eigenlijk naar Jezus om hulp voor zijn ongeloof. God, help me. Ik geloof dat U degene bent, maar
ik begin te twijfelen, ik moet absoluut zeker zijn. Bent U echt de Christus? Geef me een bevestiging.
En het zag er uit alsof Jezus hen eerst een uur lang negeerde! Hij verrichtte een uur lang wonderen en zei toen tegen de
discipelen om terug te gaan en te vertellen wat ze hadden gezien. En gezegend is hij die aan Mij geen aanstoot neemt.
En pas nadat de discipelen van Johannes waren vertrokken begon hij al die geweldige dingen over Johannes te zeggen, die hem echt
zou hebben getroost en gesteund! In Matteüs 11:7 staat: Toen dezen weggingen, begon Jezus tegen de menigte te zeggen over
Johannes: Waar bent u in de woestijn naar gaan kijken? Naar een riet dat door de wind heen en weer bewogen wordt? Dit is
natuurlijk een ironische uitspraak. Hij zei: waarom zijn duizenden mensen naar de woestijn gelopen? Om het riet heen en weer te
zien waaien in de wind? Het antwoord daarop is natuurlijk nee. Het riet is daar al eeuwenlang geweest zonder dat er menigten
naar toe trokken. Dat is niet de reden. - 8 Maar waar bent u dan naar gaan kijken? Naar iemand in kostbare kleding gekleed? Zie,
zij die kostbare kleding dragen, zijn in de huizen van de koningen. Met andere woorden, ging het om de uitstraling van Johannes?
Zijn mooie kleren? Zijn geweldige schoenen? Strakke gesneden maatpakken en zo? Wat trok mensen aan?
Ik weet nog toen de hippiebeweging echt groot was, dat ik het ‘Jesus People blad’ in Vietnam las, en ik herinner me nog hoe
zij de manier waarop ze gekleed gingen probeerden te rechtvaardigen en zo. En een van de dingen die ze noemden was Johannes de
Doper. Ze zeiden dat hij kameelhaar droeg. En het enige dat erger stonk dan kameelhaar was kameelhaar dat nat was geworden. En
Johannes de Doper stond de hele tijd in de rivier te dopen. En ze hadden afbeeldingen van hem met honing in zijn baard en de
sprinkhaanpootjes er nog aan geplakt en zo.
Maar ik weet niet of het precies zo was, maar Johannes de Doper trok bepaald geen menigten omdat hij er zo knap uitzag, dat was
wat Jezus hier wilde zeggen. En in vers 9 zegt Hij: Maar waar bent u dan naar gaan kijken? Naar een profeet? Ja, Ik zeg u, zelfs
naar veel meer dan een profeet. 10 Want hij is het over wie geschreven staat: Zie, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht, die
voor U uit Uw weg gereed zal maken. 11 Voorwaar, Ik zeg u: Onder hen die uit vrouwen geboren zijn, is niemand opgestaan die
groter is dan Johannes de Doper; maar wie de minste is in het Koninkrijk der hemelen, is groter dan hij.
En toen ik besefte hoe wanhopig deze situatie voor Johannes was, en hoe hij om hulp vroeg, en Jezus smeekte om hem te helpen, en
hoe Jezus hem hielp, toen dacht ik dat Jezus Johannes veel meer zou hebben geholpen door al die mooie dingen tegen hem te
zeggen. Hij haalde de Bijbel aan en zei: Dit is degene, dit is de boodschapper die de weg voor Uw aangezicht gereed maakt. Dat
verwees naar Maleachi 4, Jesaja 40 en andere plaatsen.
Man, wat zou het jou doen als jij het moeilijk had en ze zouden zeggen: Jij bent degene over wie meer dan vierhonderd jaar
geleden is geprofeteerd. Jezus was op dat moment de populairste figuur op aarde wat de gelovige mensen betreft. Enorme menigten
kwamen naar Hem toe en Hij was bezig de hele wereld te veranderen. En als deze figuur over jou zou gaan zeggen dat jij degene
bent over wie de Schriften meer dan vierhonderd jaar geleden hadden gesproken. Jij bent degene in wie de Schrift en de profetie
werden vervuld. En vervolgens wordt er gezegd dat uit degenen die uit vrouwen zijn geboren, dat omvat bijna iedereen, zo
ongeveer iedereen behalve Jezus (die was wel uit een maagd geboren), maar exclusief Jezus omvatte dit ieder persoon die ooit op
aarde had rondgewandeld.
Dat betekent dat Johannes de Doper dus groter was dan Mozes, groter dan Elia, David en wie je ook maar wilt opnoemen. Wat een
geweldig compliment uit de mond van de krachtigste religieuze leider op de hele aarde! Je zou denken dat dat je zou hebben
bemoedigd! Je zou denken dat dit je pas echt bemoedigd zou hebben, als deze man zoiets over jou zou zeggen.
Ik las dit dus allemaal en zei: ‘God, het komt mij voor dat het antwoord dat U aan Johannes gaf, lang niet zo goed was als wat
U aan die andere mensen vertelde. Waarom vertelde U al die complimenteuze dingen niet aan Johannes?’ Is er nog iemand die zich
dit afvraagt? Niemand anders? Nou, dan laat ik je kennismaken met de manier waarop ik denk.
Ik herinner me een keer dat ik bij Pastor Bob Nichols was. Dat was lang geleden. En daarvoor had ik hem maar één keer ontmoet
en dat was een slechte ontmoeting vanuit mijn gezichtspunt. Een buurman wilde altijd maar dat ik Bob Nichols zou ontmoeten.
Elmer Hanibuk. Hij is nu in de heerlijkheid. Misschien luistert hij wel naar ons vandaag. Maar Elmer Hanibuk wilde me altijd
maar koppelen aan Bob Nichols. En ik zei: Ik wil Bob Nichols best wel ontmoeten, maar ik ben niet van plan op zijn stoep te gaan
liggen of dat soort dingen Dus Elmer nodigde Bob en Joy te eten en Jamie en mij ook, maar zei dat niet tegen een van ons. Wij
wisten dus niet dat de ander ook zou komen. Hij stopte ons dus in een kamer samen en zei in feite: Ontmoeting! Ik voelde me echt
vernederd. Ik was echt in verlegenheid gebracht. Weet je, ik zou Bob en Joy zoiets nooit hebben aangedaan. Je zo aan hen
opdringen. Maar Bob was heel genadig. Bob en Joy waren supervriendelijk tegen ons.
Dit was de enige ervaring die ik ooit met hen had om hen te ontmoeten. En dat was enkele jaren voor dit voorval. Ik ging naar
Calvary Cathedral en daar hadden ze een ICFC samenkomst. Er waren tweeduizend mensen daar. In die kerk hadden ze een rij stoelen
in het midden van wel twintig of vijfentwintig stoelen breed. Daar tussenin liep geen gangpad. En daarom zat ik in het midden
daarvan, vijftien mensen verwijderd van het pad, en ergens midden tussen die tweeduizend mensen. Het was dus heel onhandig om
naar mij toe te komen.
En toen ze zeiden ‘sta op en omhels iemand’, zat ik in een wanhopige situatie. Ik was ontmoedigd en had zo hard een
bemoediging nodig. En ze stonden daarvoor allemaal te profeteren over Hagin en Copeland en al die grote namen en al dat soort
dingen. En ik had het gevoel ‘ik ben een nul zonder randje, niemand kent mij, niemand interesseert het, ik heb net zo hard een
Woord nodig als wie dan ook van die geweldige predikers’. Ik zat mezelf daar een beetje af te kammen. En toen ze zeiden ‘ga
iemand omhelzen’, liep Pastor Bob van het podium af. Ik zou niet eens weten hoe hij mij had kunnen zien vanaf dat podium. Maar
hij rende het pad af, drong zich door de mensen heen en begon mij te omhelzen. En hij liet me niet meer los. Het was niet zo’n
charismatische knuffel, zo van ‘leuk je weer te zien broeder’, ik bedoel, hij liet niet meer los en begon te zeggen ‘geef
niet op, geef niet op. God heeft je lief, etc’. En weet je, het deed me gewoon iets dat Bob Nichols, de pastor van deze grote
kerk, mij uit tweeduizend mensen opzocht en me eerde en vertelde dat hij van me hield. Man, dat bemoedigde mij.
Ik las dit dus en dacht: ‘Waarom deed Jezus dat niet voor Johannes? Waarom bemoedigde Hij hem niet? Waarom deed Hij niets?’
Het leek mij heel wat meer bemoedigend om te horen dat Jezus al die geweldige dingen over je zei dan alleen maar: ‘Zeg hem wat
je hebt gezien en gehoord, en als hij geen aanstoot aan Mij neemt, is hij gezegend’. Dat heeft me gewoon jarenlang dwars
gezeten. ‘God, ik begrijp gewoon niet wat U hebt gedaan’.
En jaren daarna, kijk eens in Jesaja 35, vele jaren nadat ik met die vraag zat, was ik gewoon aan het lezen in Jesaja 35 en kwam
ik dit tegen. En als ik tijd had, zou ik kunnen gaan aantonen dat dit in feite een profetisch vers is over de Messias en over
wat er zou gebeuren als de Messias zou komen.
Maar in Jesaja 35 wordt gesproken tot de boodschapper die de weg zou bereiden voor de Messias. Dat was Johannes de Doper. Dit
waren Bijbelverzen waar hij vertrouwd mee was. Hij citeerde zelf uit Jesaja 40: ‘Ik ben de stem van een die roept in de
woestijn, bereid de weg van de Heer.’ Johannes was dus vertrouwd met deze verzen.
En in Jesaja 35 staan instructies voor Johannes. Er staat: 3 Sterkt de slappe handen en verstevigt de knikkende knieën. 4 Zegt
tot de versaagden van hart: Weest sterk, vreest niet; zie, uw God zal komen met wraak, met de vergelding Gods; Hij zal komen en
Hij zal u verlossen. 5 Dan zullen de ogen der blinden geopend en de oren der doven ontsloten worden; 6 dan zal de lamme springen
als een hert en de tong van de stomme zal jubelen; want in de woestijn zullen wateren ontspringen en beken in de steppe.
En toen ik dit las herinnerde de Heilige Geest mij opeens aan wat Jezus hier deed in Matteüs 11. In een uur zei Hij: ‘Ga en
zeg tegen Johannes wat je hier ziet. De blinden ontvangen hun gezicht, de lammen lopen, de doven horen, de doden worden opgewekt
en de armen horen het evangelie tot hen prediken. En gezegend is wie geen aanstoot neemt aan Mij.’
Binnen een uur tijd vervulde Jezus Jesaja 35, wat de Schrift zei dat de Messias zou doen. Jezus verrichtte ieder wonder. De
doven hoorden, de lammen wandelden, de blinden zagen. En Hij deed er ook nog een opwekking uit de dood tussendoor, zodat er geen
twijfel meer mogelijk was. Niemand kon nog denken dat dit toeval was. Hij vervulde Jesaja 35 en toen zei Hij: Ga terug en vertel
aan Johannes wat je hebt gezien en gehoord.
Wat deed Jezus hier in feite? Hij wees Johannes weer terug naar het Woord om zijn ontmoediging en ongeloof te overwinnen in
plaats van dat Hij hem een emotionele oppepper gaf. Begrijp me niet verkeerd. Ik heb genoemd hoe Bob mij hielp en bediende en
dat heeft me echt geholpen. Maar ik verzeker je dat ik diezelfde worsteling weer heb moeten doormaken, omdat Bob niet altijd bij
mij in de buurt kon blijven!
We hebben elkaar nodig, en er is helemaal niets mis als mensen elkaar liefde betonen en dingen doen om elkaar te bemoedigen.
Maar hoezeer ik ook geloof dat we elkaar moeten bemoedigen, de ultieme bemoediging is en blijft het Woord van God! En weer
teruggaan naar wat Gods Woord zegt.
Johannes wist wat het Woord zei. Johannes wist wat de profetieën over Jezus waren. En Jezus had ze tot over de rand vervuld!
Wat Johannes waarschijnlijk dwars zat, was dat hij net als de meeste mensen in die tijd de eerste en de tweede komst van de Heer
als één gebeurtenis zagen. Velen van jullie weten waar ik het over heb. Dat wordt geprofeteerd in Jesaja 61: De Geest des
Heren is op Mij, omdat Hij Mij gezalfd heeft om het Evangelie te verkondigen aan de armen, om de gebrokenen van hart te genezen,
om bevrijding aan te kondigen aan de gevangenen, herstel van zicht aan de blinden, om in vrijheid te zetten die gewond zijn, om
het aangename jaar van de Heer te verkondigen. En in Lukas 4 stopte Jezus precies op dat punt. Maar in Jesaja 61 gaat het verder
met zeggen: EN de dag der wrake van onze God.
Dat werd dus in het Oude Testament meestal in één adem genoemd, en de meeste mensen beschouwden de 1e en 2e komst van de Heer
daarom als één gebeurtenis. En ze verwachtten daarom dat Jezus een fysiek koninkrijk zou vestigen. Ze dachten dat Jezus de
Romeinse overheersing omver zou werpen. En ik denk dat Johannes ook zo dacht. Hij zag zichzelf als de aankondiger en promotor
van de Messias en dat de Messias letterlijk iedere aardse regeringsvorm omver zou gooien en Gods Koninkrijk vestigen. Maar hij
zag iets heel anders voor ogen dan dat hij in de gevangenis zou belanden en daar ergens tussen 6 maanden tot 2 jaar lang
verpieteren! Hoop die te lang gerekt wordt, maakt het hart ziek.
Omdat zijn omstandigheden niet waren zoals hij het zich had voorgesteld verlangde hij naar een bevestiging. Hij was op zoek naar
houvast. En in plaats van dat de Heer zich verlaagde tot alleen een emotioneel niveau, en Johannes op het emotionele vlak
tegemoet te komen, en hem zich tijdelijk weer goed te laten voelen, wees de Heer hem terug naar de verzen die hem dertig jaar
lang op koers hadden gezet, en ook gehouden, verzen die zijn leiding waren geweest. De Heer wees hem terug naar het Woord van
God.
En weet je waarom Hij dat deed? Omdat Hij Johannes zo enorm respecteerde! Hij gaf hem daarom geen tijdelijke oplossing, iets om
zich tijdelijk wat beter te voelen. Een dag of twee en dan zou het weer wegebben. In plaats daarvan gaf Hij hem het Woord. Hij
wees hem terug naar het Woord.
In het 20e hoofdstuk van Johannes, waar Tomas afwezig was geweest bij de eerste verschijning van de Heer na de opstanding aan de
discipelen, zegt Johannes 20:24 En Tomas, een der twaalven, genaamd Didymus, was niet met hen, toen Jezus daar kwam. 25 De
andere discipelen dan zeiden tot hem: Wij hebben de Heer gezien! Maar hij zei tot hen: Indien ik in zijn handen niet zie het
teken der nagels en mijn vinger niet steek in de plaats der nagels en mijn hand niet steek in zijn zijde, zal ik geenszins
geloven.
Dat is een stellingname, een keuze. Tomas zei: ‘Als ik niet kan zien, aanraken, voelen, ga ik niet geloven’. Hij beperkte
wat hij wilde geloven tot dingen die hij alleen maar in het fysieke gebied kon waarnemen. Hij weigerde in geloof te functioneren
in wat wij nu aan het onderwijzen zijn, boven het fysieke gebied uit.
In vers 26: En na acht dagen waren zijn discipelen weer in het huis en Tomas met hen. Jezus kwam, terwijl de deuren gesloten
waren, en Hij stond in hun midden en zei: Vrede zij u! 27 Daarna zei Hij tot Tomas: Breng uw vinger hier en zie mijn handen en
breng uw hand en steek die in mijn zijde, en wees niet ongelovig, maar gelovig. 28 Tomas antwoordde en zei tot Hem: Mijn Heer en
mijn God! 29 Jezus zei tot hem: Omdat gij Mij gezien hebt, hebt gij geloofd? Zalig zij, die niet gezien hebben en toch geloven.
Jezus zegt hier dat er een grotere zegen bestaat voor hen die in geloof zien, dan voor hen die in aanschouwen zien. Hij zei dat
er een grotere zegen bestond. En weet je wat ik denk dat Jezus met Johannes deed in Matteüs 11? Jezus respecteerde Johannes
zózeer. Hij was de grootste man die ooit uit vrouwen geboren was. Hij respecteerde hem zózeer dat Hij in plaats van af te
dalen naar een emotioneel niveau en hem op een vleselijk niveau tegemoet te komen, Hij Johannes weer oprichtte door hem de
Schrift te geven en hem weer terug te verwijzen naar de Schrift.
De Schrift laat ons verder niet zien wat de reactie van Johannes was. Maar ik geloof dat toen dit aan Johannes werd
gerapporteerd, hij er een periode over heeft nagedacht: ‘Wat heeft dit te betekenen?’ En ik verzeker je dat de Heilige Geest
hem Jesaja 35 in herinnering heeft gebracht. En hij wist weer: Jezus heeft ieder vers vervuld dat over Hem gezegd is, Hij heeft
dingen gedaan die niemand anders heeft gedaan. Ongeacht wat mijn omstandigheden zijn, ongeacht wat er met mij gebeurt, hoe kon
ik er aan twijfelen dat Jezus de Zoon van God was. En ik geloof dat hij terugkeerde naar de basis van het Woord van God, en dat
Johannes met een overwinningskreet is gestorven, standvastig op het Woord van God. En dat Jezus wist dat hij in staat was om dit
te ontvangen. En dat Jezus hem op dit niveau hielp omdat Hij zo’n respect voor hem had.
Laat me nog enkele dingen hierover zeggen. Dit zal denk ik sommigen van jullie helpen. Ik weet nog toen ik net in vuur en vlam
voor de Heer stond. Ik was als Baptist opgevoed en we geloofden niet dat er zulke dingen bestonden als engelen en demonen, ik
bedoel, we geloofden wel dat ze bestonden, maar niemand had ze ooit gezien. Dat soort dingen gebeurde nooit. Alle demonen waren
ergens in Afrika of zo. Demonen bestonden hier niet. Het bovennatuurlijke was gewoon geen onderdeel van de baptistentheologie.
Ik ben niet tegen ze. Ik ben wederom geboren in de Baptisten kerk, maar geloof in bovennatuurlijke manifestaties van de kracht
van God waren gewoon geen onderdeel van de baptistencultuur.
En toen ik met de Heilige Geest werd gedoopt en ging beseffen dat deze dingen werkelijk waren, begon ik demonen uit te drijven
uit mensen en dat soort dingen. Want ik begon te horen over mensen als Kenneth Hagin, die had vuur dat oversprong tussen zijn
handen. En hij kon dingen voelen en zag engelen en had visioenen. En toen ik over dit soort dingen begon te horen, dacht ik: ‘Geweldig.
Als hij dat kan, dan kan ik het ook’. En ik was echt de Heer aan het zoeken op dit gebied. En ik bad om dit soort dingen te
zien. En nogmaals, daar is allemaal niets mis mee. Ik beweer helemaal niet dat God niet in visioenen en dromen spreekt.
Maar ik zeg dat ik begon te verlangen naar echte fysieke manifestaties. Om dingen te zíen, om dingen te vóelen. Om zalving
door mijn handen te voelen stromen, zodat ik dingen kon voelen. En de Heer liet me precies deze dingen zien. En de Heer zei in
feite tegen mij: ‘Er is een grotere zalving op hen die in geloof wandelen, die nemen wat het Woord zegt en gewoon op het Woord
van God gaan staan, dan voor diegenen die zien vanwege iets fysieks’.
Tomas viel op zijn knieën en zei: ‘Mijn Heer en mijn God’. En hij erkende eindelijk dat Jezus uit de dood was opgestaan. En
Jezus zei: ‘Omdat je gezien hebt, geloof je, maar gezegend zijn zij die niet gezien hebben en toch geloven’. De Bijbel geeft
een grotere zegen voor hen die in geloof wandelen, dan die in aanschouwen wandelen.
En toen ik dat inzag, veranderde ik. En ik zei: ‘Heer, ik wil de grotere zegen. Ik wil in een grotere zegen functioneren. Ik
ga niets afwijzen of verwerpen wat U wilt doen. Als U me vandaag een visioen wilt geven, dan ontvang ik het.’ Maar ik stopte
met ernaar te zoeken en te verlangen en zei: ‘God, ik wil zijn zoals die centurion’. In Matteüs 8, toen Jezus zei: ‘Zal
Ik komen en je knecht genezen?’, zei hij: ‘Nee, ik ben een man onder gezag. Ik begrijp uw gezag. U hoeft alleen het Woord te
spreken en mijn knecht zal gezond zijn’. Jezus zei: ‘Zo’n groot geloof heb ik nooit gezien’. Wat was er zo groot aan
zijn geloof? Hij had gewoon geen enkel fysiek, tastbaar bewijs nodig! Er hoefde niemand aanwezig te zijn voor hem, niemand
hoefde zijn hand heen en weer te bewegen over de knecht. ‘U spreekt alleen het Woord en ik geloof’. Iemand die gelooft omdat
Gods Woord gesproken wordt, dát is het grootste geloof dat Hij ooit in Zijn leven had gezien.
En broeders en zusters, ik geloof dat heel wat van ons eigenlijk proberen om God onder druk te zetten om dingen tastbaar en
fysiek te laten manifesteren. En nogmaals, ik zeg niet dat het niet gebeurt, maar ik zeg dat het niet onze focus zou moeten
hebben. Wij zouden moeten streven naar de hogere dingen, door te zeggen: ‘God, als Uw Woord zegt dat ik door Uw striemen ben
genezen, dan is dat voor mij genoeg. Ik heb geen kippenvel nodig, ik heb niet nodig dat iemand gaat profeteren en mijn naam
noemen en me vertellen dat ik dit heb. God, Uw Woord zegt het. Uw Woord is voldoende. Ik ga op het Woord van God staan.’ Dat
is de grootste manifestatie van geloof. Er is een grotere zegen en beloning op dat soort geloof dan er op wat dan ook is.
Maar velen van ons mikken niet op de hoogste vorm van geloof. In plaats daarvan hebben we altijd nodig dat iemand onze naam
roept, dat er iets speciaals gebeurt. En omdat God van ons houdt, komt Hij ons tegemoet waar ons geloof is. In mijn eigen
samenkomsten zijn de dingen natuurlijk anders, maar als ik samenkomsten van een ander ben, krijgt zo ongeveer ieder ander een
profetie, voordat ik aan de beurt ben. Het is gewoon verbazingwekkend hoe vaak ik geen profetie krijg. Echt, niemand spreekt tot
mij.
Ik herinner me een keer dat ik naar Californië ging. Dat was in de tijd dat de Heer mij leidde om kerken te verlaten en rond te
gaan reizen en te prediken op de manier zoals ik dat nu doe. Dat was een enorme stap in geloof voor mij. En ik ging naar een ‘Believers
Convention’ van Kenneth Copeland in Anaheim, California. Ik geloof dat het in 1978 was. En ik ging in de verwachting een Woord
van God te ontvangen. Ik geloofde dat God tot mij zou profeteren uit alle duizenden mensen die daar waren.
En wij zaten in een achteraf sectie op het bovenste balkon. Kenneth Copeland was zó ver weg dat ik hem van daar nauwelijks kon
zien. En we zaten daar boven en ik legde een claim op hem. Ik had mijn hoofd naar beneden en zat maar te bidden, en opeens begon
hij te zeggen: ‘Zo spreekt de Heer’. En ik keek op en hij wees recht naar mij. En ik dacht: ‘Dank U Jezus, dit is het’.
En ik luisterde aandachtig en het ging allemaal over: ‘Stap uit, doe wat God je zegt te doen. Maak je geen zorgen over mensen,
maak je geen zorgen over financiën. Volg gewoon Gods leiding en God gaat het doen’. En álles waar ik voor aan het geloven
was, dit was een absolute bevestiging van alles wat ik had gezegd. En ik dacht: ‘Man, dit is gewéldig’. En toen voegde hij
eraan toe: ‘Heb je dat begrepen, Ed’? En het bleek dat hij stond te profeteren tegen Ed Dufrayne. En de manier waarop hij
wees, ik zat precies in die richting. En ik dacht eerst dat het voor mij was. Maar het was helemaal niet tot mij gesproken, maar
tot Ed Dufrayne.
En ik zat daar: ‘Oh God, ik dacht dat dit voor mij was’. En mijn emotionele kick veranderde in een emotionele domper. En ik
ging daar weg, terwijl ik dacht: ‘God, dit had toch voor mij kunnen zijn’? En de Heer sprak tot mij: ‘Als het voor jou was
geweest, als er Andrew op was gevolgd, had je dan iets gehoord wat Ik je nog niet eerder heb gezegd’? En ik zei: ‘Nee,
helemaal niets, ik wist alles al’. En Hij zei: ‘Waarom geloof je Mij dan niet gewoon? Waarom geloof je niet gewoon het Woord
dat ik spreek en hoef je geen bevestiging?’ En toen nam ik mijn besluit om te gaan reizen en de dingen te gaan doen die wij nu
doen. Dat was van God.
En God heeft me in deze richting geleid, en eerlijk, als ik een bevestiging krijg dan is het geweldig. Ik ben niet tegen die
dingen, maar ik heb ze niet nodig! Ik heb ze niet nodig! Ik probeer zo te leven, en ik ben er nog niet helemaal, maar ik ben in
ieder geval onderweg. Ik probeer te leven op een niveau van: ‘God, als U tot mij spreekt, heb ik geen teken nodig, geen
visioen, geen kippenvel of profetie of bevestiging. Ik heb al die andere dingen niet nodig. God, als U tegen me spreekt, dan wil
ik iemand zijn die Uw stem hoort en dat is goed genoeg voor mij.’ Ik geloof dat dat een hogere vorm van geloof is.
En daar heb ik het deze week over gehad. Écht, de meesten van ons functioneren niet in deze hoogste vorm van geloof in het
geestelijke gebied. Wij leggen vliezen neer, voor alles of wat dan ook. En we proberen uit te vissen: ‘God, wilt U mij écht
genezen als de Bijbel zegt: Door Zijn striemen ben ik genezen?’ Maar het Woord is niet genoeg voor de meeste mensen. Zij
moeten drie bevestigingen hebben. Twee dromen en een engel die verschijnt, of iets dergelijks op de vraag: ‘God, is dit echt
voor mij’?
En je mag het noemen wat je wilt, maar het is in feite ongeloof. Het is gewoon óngeloof. Ik kan je verzekeren dat God tot velen
van ons hier heeft gesproken. God heeft je visioenen en dromen gegeven. En als je in geloof zou zijn, gewoon geloven wat Hij tot
je heeft gesproken, en je er in verheugen, dan zou je het gewoon oneindig veel beter doen dan je nu doet.
Hier zijn mensen die dromen en visioenen hebben, en als iemand je onder druk zou zetten: ‘Wat heeft God gezegd’, dan heb je
een Woord van God. Maar het probleem is, dat je niet zeker bent. Je hebt er geen zekerheid over. En je zit te wachten op
omstandigheden om het te bevestigen. En op profetieën en andere dingen. Je bent gewoon onzeker en zit te wachten op dingen.
Maar ga gewoon terug naar wat God je heeft gezegd. Als het van God is, doe het gewoon. En wat interesseert het je of iemand
anders het er mee eens is? Wie maakt het uit of de omstandigheden het er mee eens zijn? Als jij in geloof gaat, en begint in
geloof te functioneren in plaats van in ongeloof, kan je hele situatie veranderen.
Ik herinner me nogmaals pastor Bob. Eén van zijn verhalen, dit is een van mijn favoriete verhalen over toen hij met die crisis
werd geconfronteerd, een financiële crisis met zijn gebouw. Hij liep tegen een deadline op. En hij ging het veld in om de hele
nacht te bidden en een Woord van God te ontvangen. En de hele nacht lang sprak God niet tegen hem. En tenslotte werd het dag.
Het was in Fort Worth, mensen begonnen langs te rijden en zagen hem in het veld staan. Dus eindelijk trok hij zich terug en zei:
‘God, ik weet niet waarom’. Hij stapte in zijn auto en startte haar en was vergeten dat hij de radio aan had staan. En toen
hij zijn auto startte was Sham Bob daar op en zei: ‘Prediker, je hebt helemaal geen probleem! Het enige dat je nodig hebt is
geloof in God’. Man, hij zette ogenblikkelijk de auto uit, hij dacht dat God rechtstreeks tot hem sprak! En toen besefte hij
dat het Sham Bob was, maar God had Zijn punt duidelijk gemaakt.
En hij was daar de hele nacht buiten geweest, verlangend naar een speciaal Woord. God, doe toch iets, en het enige dat hij
hoefde te doen was gewoon geloven in het Woord dat God hem al gegeven had. Klopt dit broeder Bob? Is het juist zo? En dit is
precies zoals zovelen van ons zijn. ‘Oh God, ik heb een speciaal Woord nodig. Oh God, doe toch iets’. En God heeft allang
gesproken! Hij heeft je allang dingen geopenbaard, maar weet je wat het probleem is? Je gelooft gewoon niet! We zijn onzeker, we
zijn angstig. Omstandigheden zijn tegengesteld, zoals bij Johannes de Doper, omdat de dingen niet zo uitpakken als wij ons
hadden voorgesteld. En niet iedereen is even enthousiast over onze visie. Het komt er op neer dat we gewoon in twijfel zijn. En
onze twijfels veroorzaken onze ellende, en onze twijfels veroorzaken onze pijn.
Maar als we gewoon terug in geloof zouden gaan en zeggen: ‘Weet je, dit is wat God heeft gezegd en Gods Woord is voldoende. Ik
heb geen vijf bevestigingen nodig, ik heb geen engel nodig. Ik heb niets anders nodig. God Almachtig heeft me dit verteld’,
als je gewoon weer in je geloof gaat staan en je zou erin gaan functioneren, dan zou je helemaal geen probleem hebben. Het enige
wat je nodig hebt is geloof in God. Is dat niet geweldig?
Kijk ook naar 2 Petrus 1. Dit is een vers waarvan ik zeker weet dat velen van jullie haar kennen. Petrus zegt in dit boek drie
keer dat hij ons opwekt door ons denken in herinnering te brengen. Hij herinnerde mensen aan dingen. En hier zegt hij in vers
12: Daarom zal ik niet nalaten u altijd aan deze dingen te herinneren, hoewel u ze weet en in de waarheid die bij u is,
versterkt bent. 13 En ik acht het juist, zolang ik in deze tent ben, u op te wekken door de herinnering hieraan, 14 omdat ik
weet dat mijn tent nu snel wordt afgebroken, - hij spreekt hier over zijn fysieke sterven dat nabij was - zoals onze Heer Jezus
Christus mij ook duidelijk heeft gemaakt. 15 Maar ik zal mij ook voortdurend beijveren dat u na mijn heengaan deze dingen in
gedachtenis houdt. 16 Want wij zijn geen kunstig bedachte mythen gevolgd, toen wij u de kracht en de komst van onze Heer Jezus
Christus bekendgemaakt hebben, maar wij zijn ooggetuigen geweest van Zijn majesteit.
Wat hij hier doet is, dat hij schrijft, zodat je de woorden van de Heer Jezus Christus zult hebben, Zijn onderwijs, de dingen
die Hij heeft gedaan. Ik schrijf ze op, zodat je altijd in staat zult zijn ze te herinneren. En hij zegt: ‘De dingen die we je
verteld hebben, waren geen fabels, het waren geen dingen die wij zelf verzonnen hebben. Ik was een ooggetuige van de
heerlijkheid van de Heer.’ En hij zegt in vers 17: Want Hij heeft van God de Vader eer en heerlijkheid ontvangen, toen zo'n
stem van de verheven heerlijkheid tot Hem kwam: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb. 18 En deze stem hebben
wij gehoord, toen hij vanuit de hemel kwam, terwijl wij met Hem op de heilige berg waren.
Hij zegt: ‘Ik weet dat wat ik je vertel waar is, want ik heb letterlijk de hoorbare stem van God gehoord. Ik zag de Shechina,
de Glorie van God openbaar worden en boven Jezus zweven en deze hoorbare stem kwam uit de wolk. En ik zag Mozes en Elia met
Jezus spreken en uitleggen wat er in Jeruzalem ging gebeuren met Zijn sterven.
Als je dit soort dingen zou zeggen: ‘De boodschap die ik spreek is waar’, en dan ga je al deze bovennatuurlijke dingen
opnoemen, dat zou ermee vergelijkbaar zijn als ik op radio en TV zou gaan zeggen: ‘Ik heb een Woord voor je. God is aan mij
verschenen. Ik heb een engel zien komen. Een engel sprak tot mij in een hoorbare stem. Ik zag de Heerlijkheid van God. Ik was
opgenomen in de derde hemel. Kom naar mijn samenkomst, want ik heb een Woord voor deze stad.’ Als ik het op die manier zou
brengen, garandeer ik je dat we de zalen afgeladen vol zouden krijgen. Want mensen willen graag voor zoiets komen.
Maar als je ze zegt: ‘Hé, ik heb een openbaring van Gods Woord en ik wil het Woord van God delen’. Dan komen er veel minder
mensen. Want veel minder mensen worden bewogen door het Woord van God dan door een engel, of een visioen, of een fysiek
zichtbaar iets dergelijks. Ik ga hier geen groot punt van maken. Ik weet dat er overal extremen in zijn. Maar er zijn heel wat
mensen die bezig zijn met manifestaties van goudstof, veren die naar beneden vallen. De wolk der heerlijkheid van God die
neerdaalt in een samenkomst. En ik twijfel er niet aan dat al die dingen kunnen gebeuren. Maar wat maakt het uit dat ze
gebeuren?
Ik heb mensen gehad die me goudstof lieten zien dat op hun Bijbel zat en beweerden: ‘Dit moet je hebben’! Wat moet goudstof
dan voor me doen wat openbaring van de kennis van het Woord van God niet voor me heeft gedaan?’ Ik heb mensen gehad die
zeiden: ‘Wij geloven dat de wolk der heerlijkheid van God in deze zaal gaat komen’. Nou, als het komt, gewéldig! Maar het
zal mij niet méér enthousiast maken dan het Woord van God! Er was een vriend van mij die zei dat er een mist en een duisternis
was in de zaal. En later kreeg hij een nieuwe bril en kwam erachter dat hij gewoon niet best zag! Amen?
Weet je dat bij een samenkomst van Jezus nooit een wolk van heerlijkheid is verschenen? Als je het hebt over de berg van de
verheerlijking, daar waren maar drie mensen bij. Jezus manifesteerde nooit wolken van verheerlijking in Zijn samenkomsten! In
Zijn samenkomsten verscheen ook nooit goudstof. In Zijn samenkomsten vielen ook nooit veren uit de lucht! Er kwam nooit olie uit
Zijn handen of op Zijn voorhoofd! En weet je, persoonlijk zou ik volkomen tevreden zijn om samenkomsten te hebben zoals Jezus
die had. Ik zoek niet meer dan dat. Als Jezus in staat was te prediken en te functioneren zonder die dingen, dan interesseert
het me gewoon niets om dat in mijn samenkomsten te hebben of niet. Het enige wat er is, zijn mensen die vleselijk zijn! En ik
weet dat dit echt veel mensen van streek maakt. ‘Oh nee, ik ben gééstelijk. Dit is echt geestelijk’.
Ik heb een keer een tv-interview gegeven in St. Louis. Ik wil hun naam niet noemen, want de meesten van jullie zouden weten wie
het waren. En het ging allemaal maar over de ‘Wolk van heerlijkheid van God. God doet iets nieuws’. En ze interviewden die
persoon 30 minuten lang. En toen kwamen ze bij mij: ‘Heb jij ooit de wolk der heerlijkheid gezien? Heeft God bij jou ooit
zoiets gedaan’? ‘Nee.’ En ze meden mij verder als de pest omdat die dingen niet bij mij gebeurden. Maar weet je, bij deze
persoon, ik sprak hem 30 minuten na het interview, en ze hadden nooit wonderen meegemaakt. Ze hadden nog nooit iemand zien
genezen, ze hadden geen blinde ogen geopend, geen dove oren geopend. Ze zagen helemaal niets van de kracht van God in
manifestatie. Maar zij hadden een mist die de zaal binnenkwam. En dáárom zaten zij van: ‘God is geweldig’
Dit is mijn eigen persoonlijke mening. Meningen zijn net als neuzen, iedereen heeft er een, en meestal met een paar gaten erin.
Maar dit is mijn mening: het is gewoon vleselijk als je meer opgewonden wordt over kippenvel dan over God Almachtig die tot je
spreekt! Sommige mensen denken dat als ik zo onderwijs geef, ik nooit de kracht van God heb ervaren of een fysieke manifestatie
of zo. Weet je, ik ben ook in de aanwezigheid van God opgenomen geweest. Maar ik vertel er meestal niks over, opdat niemand daar
een leerstelling van gaat maken.
Ik heb ook dingen meegemaakt. Ik heb ook fysieke manifestaties van de Heer meegemaakt. Maar weet je, ze zijn voor mij niet
belangrijker dan het Woord van God.
Ik heb in Vietnam op een avond gebeden. En ik was gewoon weg. Ik weet nog steeds niet wat er gebeurd is, maar ik was 10 tot 12
uur gewoon weg. Ik kwam ’s ochtends bij en ik moet wel duizend kakkerlakken over me heen hebben gehad. Die zaten me levend op
te peuzelen. En ik moet de hele nacht zo hebben gelegen, maar ik was in de aanwezigheid van de Heer en het deed me dus niets. Ik
heb geweldige dingen meegemaakt. Ik ben op manieren in de aanwezigheid van de Heer geweest, ik denk niet dat iemand grotere
manifestaties van de heerlijkheid van de Heer en dat soort dingen heeft gehad.
Maar ik weet gewoon niet hoe ik dit moet zeggen op zo’n manier dat mensen het begrijpen, maar die dingen zijn gewoon niet
blijvend! Ze zijn geweldig. Ik geniet ervan als ze komen, maar daar kun je geen leven of een bediening op bouwen. Het Woord van
God is wat de stabiliteit in mijn leven uitmaakt. Dát doet de dingen werken. En toch verzeker ik je dat als ik zou zeggen: ‘Ik
zag de Shechina de Glorie van God, ik hoorde een hoorbare stem, Mozes en Elia verschenen aan mij, kom horen wat zij te vertellen
hadden’, dan zou ik heel wat meer mensen aantrekken. Maar als je zegt: ‘Ik heb het Woord van God, ik ga het Woord
verkondigen’, dan trek je heel wat minder mensen. Want de meeste mensen zijn niet zo enthousiast voor het Woord van God.
Hier heb je dus Petrus die al die dingen zegt om te bewijzen: ‘Hé, wat ik je zeg is niet maar mijn eigen idee, dit is van God’.
Maar dan zegt hij in vers 19: En wij achten het profetische woord (daarom) des te vaster. Met andere woorden, ik heb iets nog
beters dan een hoorbare stem van God, iets nog vaster dan de glorie van God, ik heb iets wat nog vaster is dan Mozes en Elia die
fysiek verschijnen en met mij spreken. Wat kan beter zijn dan dat? En gij doet wèl, er acht op te geven als op een lamp, die
schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw harten. En vers 20 zegt: 20 Dit moet gij
vooral weten, dat geen profetie der Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat. Gods Woord is vaster en zekerder dan een
visioen, dan een engel, dan kippenvel, dan wat fysieks dan ook wat je kunt zien of horen.
Nogmaals, ik zeg niet dat wij zonder emoties zijn en dat we geen fysiek lichaam hebben en dat soort dingen. Er is een balans aan
wat ik zeg, maar ik zeg wel dat het ons verlangen zou moeten zijn, dat het zou moeten zijn: ‘God, als U mij iets laat zien in
het Woord van God, dan is dat voor mij genoeg. Als U iets in mijn hart spreekt, dan zal dat voldoende zijn. En ik heb gewoon
geen vijf, zes, zeven bevestigingen nodig.’ Als je eenmaal weet dat het van God is, dan is Gods Woord voldoende.
En ik verzeker je dat als je die instelling krijgt, dat is de hoogste vorm van geloof. Dat is wandelen in geloof.
Omdat geloof écht is, en geloof échte resultaten voortbrengt kunnen geloofsmensen heel gemakkelijk verstrikt raken in het
emotionele vleselijke gebied. Omdat het namelijk tastbaar is. Als je ziet dat mensen genezen worden, en als je mensen uit de
dood ziet opstaan en blinde ogen open ziet gaan en dat soort dingen ziet, is het gemakkelijk om te gaan zeggen: ‘We wéten dat
God hier is, want kijk eens wat er gebeurt. Kijk naar de veranderde levens.’ En dat is waar. We zíen manifestaties van ons
geloof, maar je zou nóóit mogen afdwalen van het feit dat God hier is, omdat Zijn Woord zegt dat Hij hier is. En of je nou
iemand op de banken ziet springen, gillen, schreeuwen of niet. God is altíjd hier.
Ik heb vrienden, die zijn opgegroeid in een ultra pinksteromgeving. En ik kom van een meer conservatieve achtergrond. En ik houd
van ze, en dat soort dingen. Maar ik had werkelijk vrienden die naar mijn samenkomsten komen, die ook in onze school hebben
gesproken, en zij zijn gewend om mensen gewoon zó op te werken tot er iemand rond gaat rennen, iemand gaat springen, iemand
gaat schreeuwen. Er moet iets geweldigs gebeuren. En als dat niet gebeurt, geloven zij gewoon niet dat God aanwezig is!
En zij zijn in samenkomsten geweest waar onze CBC groep de Heer aanbeden heeft. En we zijn gewoon met aanbidding van God bezig
geweest en het is niet zo demonstratief geweest. Maar ik verzeker je dat de kracht van God gewéldig is, overal. Maar zij
maakten vroeger opmerkingen naar mij van: ‘Man, die mensen van jou aanbidden God gewoon niet. Ze prijzen God niet. Deze mensen
zijn niet in de dingen van God en het is moeilijk om zo te prediken’. Hij had gewoon moeite in zo’n omgeving te prediken,
omdat hij een Pinksterstijl had ontwikkeld, dat als hij geen fysieke dingen ziet en geen fysieke sensatie ondergaat, hij gewoon
niet gelooft dat God er is. Dat is verkeerd!
Maar aan de andere kant, als je meer conservatief bent, en je schreeuwt niet en roept niet en springt niet, en je kunt je niet
verheugen en verblijden waar mensen dat wél doen, dan ben je óók vleselijk. Het moet dan weer op jóuw manier. Weet je, je
moet zover komen dat als ze rennen, springen, schreeuwen, spugen en schuim om de mond hebben. Geweldig. En als ze dat allemaal
niet hebben. Geweldig. Gods Woord zegt dat Hij ons nooit verlaat of in de steek laat.
Je moet tot het punt komen waarop Gods Woord het fundament is. Ik sprak gisteren met John Williams. En hij vertelde over een
aantal dingen. En toen hij daarover sprak, ik verzeker je, dat kippenvel van de heerlijkheid besprong ons beiden! Hij zei: ‘Ik
voel het nu’. ‘Ik kan het ook voelen’. Ik verzeker je, ik heb gevoelens, ik heb emoties. Maar het is niet dat als je iets
voelt of ervaart dan: ‘Oh God, het is écht waar’! Nee, het is echt waar voor mij of ik nu iets voel of niet.
Bij enkele van de grootste wonderen die ik ooit in mijn leven heb gezien, heb ik helemaal niets, niks, nada gevoeld. We waren
naar de kamer gegaan en hebben gebeden voor een vrouw die kanker had. Zij was er vreselijk aan toe. Ik bedoel, ze was zó dicht
bij de dood als ik haast nooit iemand heb gezien die nog steeds ademhaalde. En we gingen met die vrouw bidden. Nou, Donna was
daar. Zij heeft ook met haar gebeden. En ze was er heel beroerd aan toe, was het niet zo? Deze vrouw was er echt héél erg aan
toe.
In ieder geval, ik bediende haar met het Woord, ik bediende haar familie, en er was helemaal geen enkele manifestatie van wat
dan ook. Niks geen manifestatie. Ik vind het fijn als er manifestaties zijn, en ik houd ervan als mensen automatisch opspringen,
uit de rolstoel komen, daar hou ik van. Ik geloof dat God er ook van houdt. Maar, het gebeurt niet altijd zo. En soms moet je
gewoon het Woord uitspreken en in geloof gaan staan.
In ieder geval, we predikten tot haar, spraken Woorden over haar uit, en ik wilde nog tegen David zeggen toen we de deur
uitgingen: ‘Die vrouw heeft geen schijn van kans’. Maar ik heb wat geleerd. Ze was nog maar net wederom geboren, en had net
3 weken op de TV naar me gekeken. Ze wisten geen fluit van geloof, ze hadden geen enkele openbaring. Het was gewoon heel erg. Ik
heb mijn uiterste gedaan, mijn beste gebed gebeden, maar eerlijk, ik dacht eraan tegen David te zeggen: ‘Die vrouw heeft geen
schijn van kans’. Maar ik heb geleerd mijn mond dicht te houden en mijn ongeloof niet uit te spreken.
En ik ben het vergeten. Want ieder keer als ik eraan dacht was het geen goede gedachte. Ik hield dus op met eraan te denken en
ik vergat het. En waar waren we? St. Louis denk ik? En daar kwam deze vrouw opdagen en zei: ‘Ik ben die vrouw voor wie je
gebeden hebt’. En ik kon haar niet eens herkennen. Ze zag er geweldig uit, Ze kwam het podium op. En we hadden daar een podium
dat waarschijnlijk groter was dan dit, maar zonder trap. Je moest naar de zijkant voor de trap. En ik vroeg haar naar boven te
komen om haar getuigenis te geven. En zij sprong zo het podium op. Nogal goed voor een vrouw die twee maanden daarvoor zo goed
als dood was. En deze vrouw was gewoon genezen. Charlie en Gill waren daar en zagen deze dame haar getuigenis geven.
Maar als je zover komt dat je een manifestatie vaak ziet, en als je dan géén manifestatie ziet, dat je dan zeker weet dat er
niets gebeurd is, dan gaan er mensen onder je sterven! Omdat jij je ongeloof gaat uitspreken.
Ik geloof dat we manifestaties moeten gaan zien, maar tegelijkertijd moet je soms gewoon je geloof uitspreken en weigeren
ongeloof uit te spreken en dingen uit je mond te laten komen. Je blijft gewoon sterker in je geloof als je niéts ziet gebeuren
dan dat je wél iets ziet gebeuren. Het is gemakkelijk zo dat wanneer je manifestaties ziet, dat je daar zó op gaat rekenen,
dat je niet kunt geloven als je niet iets ziet gebeuren. En weet je, dan schiet je weer terug in vleselijk zijn.
Het woord vleselijk betekent niet per se zondig of demonisch of slecht. Het woord vleselijk betekent gewoon van de vijf
zintuigen, dat wat je kunt horen, proeven, zien, ruiken en tasten. Dat je wordt gedomineerd door je vijf zintuigen. Dat betekent
het woord vleselijk. Als je het woord ‘vleselijk’ opzoekt, betekent het ‘vleselijk’, het verwijst naar het vlees van een
dier. Gehakt en zo. Dat is wat het woord betekent. Het komt van het woord waar wij het woord ‘carne’ van hebben. ‘Chili
con Carne’, Chili met vlees. Daar gaat het over.
Als je dus zegt dat je vleselijk gezind bent, zeg je dus dat je een ‘vleeshoofd’ bent (‘meat-head’ = ‘bal gehakt’).
En vleselijk betekent dus gewoon gedomineerd worden door wat je ziet. We moeten op een punt komen waar Gods Woord méér
realiteit is voor ons.
Gods Woord zegt dat je de handen op zieken zult leggen, dat deze zullen genezen. Wij zien ze graag ogenblikkelijk genezen. Maar
er staat: ze zullen genezen. En soms moet je gewoon handen opleggen en gewoon geloven, ongeacht of je iets ziet of niet. Dát is
wat de Bijbel geloof noemt. En ik zeg je mensen, wij zijn allemaal geweldige mensen, predikers, we hebben God lief, maar velen
van ons hier binnen zijn gewoon heel vleselijk.
En omdat je jouw visie niet ziet plaatsvinden, ben jij je vertrouwen kwijtgeraakt, je stoutmoedigheid. Je bent op zoek naar een
bevestiging, een profetie, op zoek naar iets anders. En dat is gewoon vleselijk. Wat je moet doen is teruggaan in geloof. Je
moet hetzelfde voor jezelf doen als wat Jezus voor Johannes deed. Hij verwees hem terug naar het Woord: ‘Wat zegt het Woord
eigenlijk’?
Heeft God tot jou gesproken? Heeft God je iets gegeven? Heeft God je geroepen? Ga terug naar wat God zei en ga God gewoon
geloven in plaats van dat je al deze fysiek dingen nodig hebt als bevestiging. Weet je wat dat is? Dát is geloof. En we moeten
terug naar het Woord van God. Amen?
Amen! Prijs God. Vader, wij danken U voor het Woord dat we hebben gehoord. Dank U Jezus.
Deel 4: Het einde van je
‘zelf’ is het begin van God...
|