Bijbelgetrouw, krachtig en
praktisch onderwijs van Andrew Wommack
Overzicht van de vertaalde bijbelstudies van Andrew Wommack, klik hier...
Beperk God niet! - 4
Andrew Wommack
Inleiding:
De meeste christenen geloven dat God in Zijn soevereiniteit op aarde doet wat Hij maar wil. Is dat waar, of is het mogelijk
dat Hij zichzelf heeft gebonden aan zijn eigen Woord? Als dat zo is, dan zijn de enige beperkingen in jouw leven
waarschijnlijk door jou zelf aangebracht!
Als MP3 bestand te downloaden van: www.awmi.net
Deel 1: Jij bent aan zet
Deel 2: Wat je niet weet, beperkt God
Deel 3: Waar ben je bang voor?
Deel 4: Met je hart zien
Deel 5: Je zult doen wat je je hebt
voorgesteld
Deel 4: Met je hart zien
Terwijl ze het offer ophalen wil ik zeggen dat dit onderwijs dat ik nu geef over de beperkingen van God wegnemen, krachtig is.
Het bouwt mij op. En ik geloof dat het heel veel mensen heeft geholpen. Ik denk dat dit voor de meeste mensen precies op het
goede moment komt. Ik heb als het ware het fundament gelegd en ik geloof dat iedereen die naar deze samenkomsten is gekomen nu
zo ongeveer op hetzelfde niveau zit en hierdoor echt is gezegend en geïnspireerd.
Maar nu is het moeilijk voor mij, omdat er heel veel dingen zijn die God beperken en ik heb nog maar twee sessies over! En ik
heb gewoon geen flauw idee hoe ik dat allemaal hierin moet proppen. Ik kan het niet alleen maar noemen zonder het uit te leggen.
Ik raak nog maar nauwelijks het oppervlak aan, dus ik zou je werkelijk willen aanmoedigen om de CD’s en de DVD’s van deze
samenkomsten aan te schaffen en ze nogmaals te beluisteren. Het onderwijs van dit weekend is het soort waar je meer dan een keer
naar moet luisteren. Je hebt hier zo af en toe een dosis van nodig om gemotiveerd te blijven. En dat is ook een geweldige manier
om deze waarheden met iemand anders te delen.
Het is soms makkelijker om ze gewoon de CD of DVD te geven, dan te proberen dit allemaal uit te leggen. Ik moedig je dus aan om
dit allemaal aan te schaffen. En van al het materiaal dat hier ligt, kan ik waarschijnlijk wel vijf of zes series noemen, die
verder uitwerken waar ik vanmorgen over zal spreken. Dus daar is in ieder geval al dat materiaal voor. Het enige wat wij hebben
gedaan is een fundament leggen en ik moedig je aan om echt de Heer te zoeken, want er zijn zoveel dingen die wij doen, die God
beperken.
Ik heb dus gesproken over de beperkingen van God wegnemen, vanuit Psalm 78:41 waar staat dat de kinderen van Israël God
beperkten. Ik heb geprobeerd duidelijk te maken dat een van de grootste vergissingen die in het Lichaam van Christus wordt
gemaakt deze extreme leer is over de soevereiniteit van God, waarin God alles gewoon bovennatuurlijk bepaalt. ‘Que sera sera,
wat zal zijn zal zijn.’ Dat is niet waar. Jij zult met God moeten samenwerken. Als jij je autoriteit niet neemt en niet
gehoorzaamt en doet wat God je zegt te doen, kun jij Gods wil verhinderen in jouw leven tot stand te komen. En als je dit dus
niet begrijpt, als je deze instelling hebt dat God als door het lot dingen bepaalt en dingen bewerkt, zul jij God beperken. Jij
zult jezelf moeten opwekken en de dingen van God najagen om ze te krijgen.
Daarna hebben we erover gesproken dat iedereen een bestemming heeft en dat je moet uitzoeken wat die bestemming is, want je kunt
Gods wil niet per ongeluk vervullen. En dat je nog voordat je in de moederschoot werd gevormd, was geroepen en toegerust om
specifieke dingen te doen. En dat je misschien in staat bent om voorspoedig te zijn en bepaalde dingen te doen. Maar je zult
nooit voorspoedig zijn in de mate die God eigenlijk voor je wil, tenzij je erachter komt wat God voor je wil.
Toen hebben we gesproken over hoe vrees God beperkt. En we hebben het over verschillende soorten vrees gehad. Vrees voor mensen,
vrees voor mislukking, vrees voor succes. Al dit soort dingen beperken God. En ik heb heel veel mensen gesproken bij wie dit
echt aangekomen is en dit een Woord voor hen was.
Waar ik vanmorgen over wil spreken, is een reusachtig onderwerp. En het is onmogelijk om alles voldoende te behandelen. Er zijn
sommige dingen die elkaar gedeeltelijk overlappen bij wat ik allemaal verteld heb over hoe vrees God beperkt. Ongeloof beperkt
God. En vrees is ongeloof, of ongeloof is vrees. Die twee dingen hangen zeer zeker met elkaar samen. Maar in de Schrift staat
het zo vaak: ‘als je gelooft zul je ontvangen’ en ‘als je tot deze berg spreekt en in je hart niet twijfelt zal die
gehoorzamen’. Maar als jij aan God twijfelt, zul je beperken wat God in jouw leven kan doen.
Heel wat mensen herkennen dit niet. Maar broeders en zusters, wij leven in een cultuur die gewoon met twijfel is doordrenkt.
Sommigen van jullie begrijpen precies wat ik bedoel, anderen van jullie zijn gewoon geschokt: ‘Oh nee, dit is een geweldig
land.’ Ja, ik geloof dat Amerika een geweldig land is, ik geef er niet op af, maar ik zeg dat wij gewoon met ongeloof
doordrenkt zijn. Wij zijn in ongeloof gedoopt. En de meeste kerken zijn vol met ongeloof. Maar ik ben niet tegen de kerk. Ik ben
vóór de kerk. Maar ik zeg dat er een enorme hoeveelheid vrees, twijfel en ongeloof is. Als Jezus in onze huidige religieuze
samenleving zou komen, kan ik je verzekeren dat Hij alles ondersteboven zou gooien. Hij zou het niet eens 3½ jaar in onze
religieuze cultuur volhouden. Wij zouden hem sneller vermoorden! Wij zijn echt met ongeloof vergeven.
Laat ik Matteüs 17 gebruiken en proberen hier niet te blijven hangen, want ik heb allerlei onderwijs waar ik over deze verzen
predik, wel vier of vijf keer over deze paar verzen. Ik wil deze ochtend nog heel wat dingen zeggen. Kijk naar Jezus. Hij kwam
van de berg naar beneden en ze hadden een demonisch bezeten jongen bij hem gebracht en ze wilden deze demon uit deze jongen
gedreven hebben. Jezus was met drie van zijn discipelen op de berg der verheerlijking geweest, maar zij waren er niet bij. De
vader van deze jongen vroeg de discipelen om deze demon uit te drijven en het lukte hen niet. En toen Jezus op kwam dagen, rende
de vader naar Jezus toe. En dit is wat hij zei in Matteüs 17:14 ‘En toen zij bij de schare gekomen waren, kwam iemand tot
Hem, knielde voor Hem neder, en zei: 15 Here, heb medelijden met mijn zoon, want hij is maanziek en hij is er slecht aan toe;
want dikwijls valt hij in het vuur en dikwijls in het water. – De meeste mensen denken dat dit een soort toevallen zijn.
Epilepsie of zoiets - 16 En ik heb hem naar uw discipelen gebracht en zij hebben hem niet kunnen genezen.’ Nou, hoe reageerde
Jezus hierop? Laat ik even het volgende zeggen. Als tegenwoordig mensen naar een kerk zouden gaan en zeggen: ‘Mijn zoon heeft
toevallen en hij valt en doet zichzelf pijn en hij valt in het vuur en hij schuimt om zijn mond’, hoe zou de doorsnee pastor
daarop reageren? De doorsnee pastor zou zeggen: ‘Nou, wat zeggen de dokters ervan? Wat voor behandeling krijgt hij? Je zou een
specialist moeten raadplegen. Laat me bidden dat God de artsen zal zegenen, en God vragen om de artsen te gebruiken en hen
wijsheid te schenken.’ Zo zouden de meeste pastors tegenwoordig reageren.
Als iemand met financiële problemen bij de doorsnee pastor komt, zou de doorsnee pastor zeggen: ‘Ben je al naar het
maatschappelijk werk geweest? Heb je al een uitkering aangevraagd? Ben je al bij de instanties langs geweest of zij je kunnen
helpen?’
Als iemand met emotionele problemen komt: ‘Ben je naar de psychiater geweest? Heb je dit medicijn geprobeerd? Heb je dit al
geprobeerd? Je weet dat jij je emoties kunt stabiliseren door dit en dat te doen.’
De kerk heeft géén verantwoordelijkheid op zich genomen om in de noden van de mensen te voorzien en dus zou tegenwoordig de
doorsnee persoon zeggen: ‘We moeten meelevend zijn, we moeten medelijden tonen. We moeten zeggen: God zegene je, ik zal voor
je bidden. Ga de dokter opzoeken en als je gaat zal ik voor je bidden en voorbede doen.’
Maar hoe reageerde Jezus? ‘17 Jezus antwoordde en zei: O, ongelovig en verkeerd geslacht, hoelang zal Ik nog bij u zijn?
Hoelang zal Ik u nog verdragen? Breng hem Mij hier.’ Jezus was niet politiek correct. Wat de meeste mensen tegenwoordig zouden
prediken, is dat Jezus had moeten zeggen: ‘Jongens, het spijt me, Ik had jullie niet alleen moeten laten. Dit is te veel voor
jullie. Dit is iets! Ik had hier moeten blijven, het is mijn schuld. Voel je niet schuldig. Voel je niet tekort komen, laat geen
schuld of veroordeling komen.’ Dat is de manier waarop mensen het tegenwoordig zouden benaderen. Maar Jezus zei: ‘Ongelovig
en bedorven geslacht. Wat is er mis met jullie? Ik blijf hier niet voor eeuwig! Ik probeer jullie zover te krijgen om dit te
kunnen doen!’
Broeders en zusters. De kerk zou de eerstelijnszorg moeten zijn tegen armoede en tegen ziekte en tegen depressie en al dat soort
dingen. Maar de kerk voldoet niet aan haar plichten. Als Jezus vandaag de dag zou opdagen, geloof ik dat ik het juist heb dat de
Heer zou zeggen dat we een ongelovig en verkeerd geslacht zijn. We leven in een cultuur van ongeloof. En zelfs de ‘geloofs’
kerken, zelfs de ‘geestvervulde’ kerken, voorzien tot op zeer grote hoogte niet in de noden. De grote meerderheid van het
Lichaam van Christus gelooft niet eens dat God dat soort dingen tegenwoordig doet. Maar degenen die geloven dat het kán
gebeuren, hebben geen inzicht of het wel zál gebeuren of niet. En ik verzeker je dat dit niet de manier is waarop God het heeft
bedoeld dat het zou zijn.
Ik weet geen enkele manier om deze dingen te zeggen zonder enige onrust in mensen te veroorzaken. Sommige mensen zeggen: ‘Dus
jij beweert dat wij nauwelijks zijn wat God wil dat we zijn? Jij beweert dat er iets verkeerd is?’ Ja, dat is precies wat ik
zeg! Maar voordat we het probleem kunnen oplossen, zullen we eerst moeten toegeven dat dit niet de manier is waarop de Heer het
heeft bedoeld. Wij leven in een cultuur van totaal ongeloof. Buiten het Lichaam van Christus is het vreselijk ongeloof,
demonisch, verdrukking. Er is een geest van de antichrist aan het werk. Als je dat niet beseft, wij leven in een vijandige
omgeving! Christenen zijn ongeveer de enige groep waarvan het politiek correct is om ze te discrimineren en aan te vallen! Wij
leven in een cultuur van ongeloof. En zelfs onder christenen is er een enorme hoeveelheid ongeloof. Zoals ik al zei, kan ik echt
uren besteden om deze punten duidelijk te maken. Maar of je het beseft of niet, wij zijn echt met ongeloof doordrenkt!
Ik heb echt drommen mensen gesproken deze week, die zeggen dat deze samenkomsten echt verbazingwekkend zijn. De atmosfeer,
mensen wandelen in liefde en mensen spreken over genezing en over God geloven. Mensen hebben het erover dat het een
verbazingwekkende atmosfeer is. Als ze naar onze Bijbelschool komen, kan ik je verzekeren dat het moeilijk is om onze
Bijbelsschool binnen te komen en niet gezegend te worden. Er zijn echt studenten die komen en ze hoeven helemaal niets te
zeggen. We hebben zoveel mensen rondlopen die God liefhebben en God zoeken, dat ze erin meegenomen worden. En iemand zal je
bedienen. Als je een financiële nood hebt, of je bent ontmoedigd, het is moeilijk om dat gebouw te verlaten zonder dat iemand
het heeft opgemerkt en in je nood heeft voorzien.
Het is gewoon een verbazingwekkende atmosfeer. Omdat we verzadigd zijn met het Woord van God en proberen te handelen op basis
van wat het Woord van God zegt. En we zien hetzelfde hier gebeuren. Dit is niet abnormaal. Dit zou normaal christendom moeten
zijn. En nogmaals, we zijn ver onder wat God voor ons bedoeld heeft dat we zouden zijn.
Maar de meeste mensen, als ze naar een kerk gaan, dan is er vrees, angst, en ruzie en wedijver, en ze maken ruzie over de kleur
van het tapijt of wat dan ook. Broeders en zusters, ongeloof is wijd verspreid in het Lichaam van Christus. En Jezus was niet
tevreden over het onvermogen van zijn discipelen om in de nood te voorzien. En de Heer is ook niet tevreden over de toestand van
de kerk van tegenwoordig en haar onvermogen om Hem fatsoenlijk te vertegenwoordigen. En ik sluit mijzelf daar bij in. Ik doe
niet alles op de manier waarop ik zou moeten. Maar prijs God, ik ben nog niet gearriveerd, maar ik ben vertrókken. Ik beweeg me
nog steeds die kant op en het is voor mij een doel om te bereiken dat 100% van de mensen vrijgemaakt worden.
Weet je dat in de Verenigde Staten de kerk met gevangenissen is begonnen? Want enkele honderden jaren geleden waren er geen
gevangenissen en werden mensen in het openbaar gegeseld, in het blok gezet en dat soort dingen. En als ze een stuk brood hadden
gestolen, kwam het meerdere keren voor dat ze zo iemand doodden. Ze lynchten hem. Op die manier deden ze het, omdat ze geen
gevangenissen hadden. De Presbyteranen begonnen dus gevangenissen te bouwen om mensen die iets verkeerd hadden gedaan te
rehabiliteren. Ze begonnen hen op te sluiten en het Woord van God tot hen te prediken en ze leerden hen het Woord van God en
hielpen hen zo om hun leven weer op orde te krijgen.
Het werd zo succesvol dat de regering ging denken: ‘Hé, deze mensen kunnen weer hersteld worden’. En de regering nam het
over. En ze heeft het nu veranderd in iets, dat als je nog geen schurk bent als je de gevangenis ingaat, je het zeker bent als
je er weer uitkomt! Want weet je, de kerk had deze verantwoordelijkheid in eigen hand moeten houden, maar ze heeft het
overgedragen aan de regering. De kerk gaf vroeger uitkeringen. Ze noemden het niet zo, ze noemden het liefdadigheid, maar het
was de kerk die de mensen hielp. En nu hebben we dat ook aan de regering overgedragen en we verwachten dat de regering mensen
ondersteunt. Als de kerk voor mensen zou zorgen zou je dat misbruik niet zo zien. Als de kerk het op een godvruchtige manier zou
doen in de zin van: wie niet werkt zal niet eten, zouden we mensen helpen om weer op de been te komen. We zouden het verbinden
aan voorwaarden dat ze zich gaan inspannen en de kerk zou dit heel wat beter kunnen uitvoeren dan de regering.
Wist je dat de kerk de scholen is begonnen? De kerk is begonnen de mensen te leren lezen en schrijven. Er waren ook toepassingen
in de zakenwereld en de lekenwereld, maar het was vooral bedoeld om het Woord van God te kunnen lezen. Ze gebruikten het Woord
van God als hun lesmateriaal. De kerk gebruikte lezen en schrijven om mensen op te leiden, zodat ze het Woord van God konden
begrijpen. En toen hebben we het aan de regering overgedragen. Mensen vragen zich tegenwoordig af of er wel christelijke en
openbare scholen moeten zijn. Openbare scholen zijn niet echt een goddelijk idee. Die verantwoordelijkheid was aan de gelovigen
gegeven om hun kinderen in de wegen van God op te voeden en al die dingen te doen. We hadden die verantwoordelijkheid nooit
moeten overgeven.
De reden dat sommige dingen in ons land gaan op de manier waarop ze gaan, komt omdat de regering God in grote delen buiten de
scholen heeft gesloten. Ze zijn humanistisch geworden. In het humanistisch manifest verklaarden ze dat ze God wilden uitroeien.
En hun eigen verklaring was dat ze de opleidingen wilden infiltreren en de inzichten van mensen wilden veranderen. En we hebben
nu een generatie die dat heeft gedaan. We zien dat in onze verkiezingen en zo, dat mensen dingen promoten die niet christelijk
zijn maar goddeloos. Dat komt omdat we nu een groep mensen hebben, die zijn opgevoed zonder een goddelijk fundament. Omdat
christenen die verantwoordelijkheid hadden afgeschoven.
We hebben de verantwoordelijkheid voor gezondheid aan de dokters overgegeven. We hebben de verantwoordelijkheid voor ons
emotionele welzijn overgedragen aan pillen! Ik sta echt versteld hoeveel christenen op pillen leven en pillen gebruiken voor van
alles en nog wat! Ik had in de rij voor de dienst wel tien of meer mensen die me vertelden wat hun probleem was en het kwam
allemaal door medicatie en de bijwerkingen en dat soort dingen. Blindheid! Doofheid! Mensen in rolstoelen! Verkeerde
behandelingen! Wij hebben ons geloof in God weggedaan en stoppen het in alles behalve God. Ik kan nog wel even zo doorgaan, maar
ik probeer alleen maar te zeggen: wij leven in een cultuur van ongeloof. En velen van ons hebben het niet eens in de
gaten!
Ongeloof beperkt wat God zou kunnen doen. Laat ik nog even wijzen op het 9e hoofdstuk van Markus. Hetzelfde voorval wordt daar
verteld, maar in het verslag van Markus viel de jongen, toen hij bij Jezus werd gebracht, op de grond en kronkelde en schuimde
om zijn mond. En Jezus vroeg: hoe lang heeft hij dit al? En ze zeiden: vanaf de geboorte en soms valt hij in het vuur. Maar áls
U iets kunt doen, help ons. En Jezus antwoordde, en Hij kaatste het direct terug naar hen: Het is niet of Ik iets kan doen, maar
of u kunt geloven! Dan zijn alle dingen mogelijk. Jezus weigerde alle verantwoordelijkheid op Zichzelf te nemen. De vader moest
ook geloven. Hij had iemand nodig die in geloof wilde staan. En de vader zei: ‘Ik geloof, helpt U mijn ongeloof.’ En de Heer
dreef de demon uit en genas de jongen.
Matteüs 17: ‘19 Toen kwamen de discipelen bij Jezus en zeiden, toen zij met Hem alleen waren: Waarom hebben wij hem niet
kunnen uitdrijven? 20 Hij zei tot hen: Vanwege uw ongeloof.’ Dat is een heel belangrijke uitspraak! Ik aarzel om deze dingen
aan te snijden, maar dit is een van de voornaamste principes die God me heeft geopenbaard, maar waar ik vanochtend niet over wil
spreken. Het is niet het feit dat ze geen geloof hadden, het is het feit dat ze ongeloof hadden. Als je de NIV hebt, ik heb
niets tegen een bepaalde vertaling, maar als je de NIV hebt dan staat er: ‘Vanwege uw kleingeloof’
Maar daar gaat dit helemaal niet over. Want de rest van dit vers gaat over: ‘Want voorwaar, Ik zeg u, indien gij een geloof
hebt als een mosterdzaad, zult gij tot deze berg zeggen: Verplaats u vanhier daarheen en hij zal zich verplaatsen en niets zal u
onmogelijk zijn.’ Het hele punt hier is dat Jezus duidelijk maakt dat je niet zo’n enorm geloof nodig hebt. Al heeft je
geloof maar de grootte van een mosterdzaad dan is dat al genoeg om een berg in de zee te werpen. Je hebt helemaal geen ‘groot’
geloof of reusachtig geloof nodig. Je hebt alleen een eenvoudig en puur geloof nodig dat niet verdund is of vervuild met
ongeloof. Een puur geloof dat geen ongeloof kent.
Het probleem is dus niet ons gebrek aan geloof. Jullie zijn hier en het is een zaterdagochtend. Ik ben niet in een kerk, dit is
niet de ‘knikkebollen tot God’ massa, je krijgt hier geen spaarpunten voor, je bent hier omdat je een fanaticus bent of je
bent door een fanaticus hierheen gesleept. Jij gelooft in de genezende kracht van God. Jij gelooft in de wonderbaarlijke kracht
van God. Jij hebt geloof, je hebt genoeg geloof om doden opgewekt te zien worden, blinde ogen geopend, en om genezing te zien
plaatsvinden. Je hebt helemaal geen geloofsprobleem, je hebt een ongeloofprobleem.
En sommige mensen zeggen: ‘Maar als ik ongeloof heb, betekent dat automatisch dat ik niet geloof.’ Nee, dat is niet zo. Je
kunt geloven, en ongeloof hebben op hetzelfde moment. Maar je moet het ongeloof kwijt zien te raken. De meeste mensen proberen
geloof op te bouwen. En wat ze dan doen is, als ze een nood hebben, proberen ze honderden mensen bij elkaar te brengen en hun
geloof samen te bundelen. Weet je waarom je dat moet doen? Omdat een klein beetje ongeloof het hele deeg zal doorzuren. Een
klein beetje ongeloof gaat lang mee. Dus als je diep in een cultuur van ongeloof zit, heb je heel veel mensen nodig om te bidden
om dit ongeloof te overwinnen. De andere manier is gewoon met het ongeloof afrekenen. En zo gefocust worden op de dingen van God
dat een klein mosterdzaadje hoeveelheid geloof genoeg is en dan hoef je geen gebedsketting in te schakelen en duizenden mensen
die moeten instemmen om te ontvangen.
Sommige mensen denken dat ze niet veel tijd in ongeloof besteden. Maar je kijkt TV en daar vertellen ze je dat het griepseizoen
is begonnen en vragen of je al je griepprik hebt gehad. Ze praten over alle economische problemen en zeggen dat het de ergste
instorting is sinds de grote depressie. Dat is gewoon niet zo. Ik heb op een andere avond statistieken gegeven over de jaren 80,
toen de werkeloosheid 10.8% was. Faillissementen waren veel hoger dan nu. Het is gewoon een leugen. Je luistert naar ongeloof.
Je wordt voortdurend gevoed met vrees, twijfel en ongeloof. Weet iemand nog van het milleniumprobleem? Het halve Lichaam van
Christus was er zo’n beetje van overtuigd dat dit het einde van de wereld betekende! Dit zou het begin zijn van de grote
verdrukking! Dat is ongeloof, dat waren leugens, dat was misleiding!
Herinnert iemand zich nog de vogelgriep? Ik heb een citaat van de man op de BBC, een van de leidende experts van de Britse
Gezondheidszorg. Ze vroegen hem of dit kon muteren in een soort die mensen kon infecteren, zodat er een pandemie zou ontstaan.
En hij zei: ‘Het is geen vraag of het wel of niet zal gebeuren, het is alleen maar een kwestie van wanneer. Het kan een jaar
zijn of twee jaar maximaal, maar eenderde van de wereld-bevolking zal sterven aan de vogelgriep.’ Die uitspraak werd in
oktober 2005 gedaan. Ná oktober 2007 las ik een verslag in ‘USA today’ dat er tot op dat moment 12 mensen wereldwijd waren
gestorven. Nogal een verschil met een pandemie.
Dat is een leugen, dat is ongeloof. En wij worden voortdurend met deze dingen gevoed. Ze vertellen je alleen maar het slechte
nieuws. Wist je dat er het afgelopen jaar in Irak minder doden waren onder de militairen dan daarvoor? Maar daar hoor je niemand
over! Ze vertellen het nooit als er een verbetering is en als dingen goed gaan. Maar als dingen slecht gaan, als er iets groots
gaande is, als er iets is om Amerika in een slecht daglicht te stellen, dan garandeer ik je dat onze nieuwsmedia het zullen
vertellen!
Broeders en zusters, wij leven in een cultuur van ongeloof. Wij worden voortdurend met ongeloof gevoed. En dat negativisme, die
vrees en angst, dat voortdurende tromgeroffel van vrees, twijfel, ongeloof, kritiek en dat soort dingen, tast je aan! Ik weet
gewoon niet hoe ik het helderder kan zeggen dan dit. Het beperkt wat God kan doen. Neem alleen al het economische gebied waar ze
al deze negatieve dingen zeggen. En christenen zijn bang om dingen te doen.
Ik heb de vorige avond genoemd dat sommige bedieningen in Colorado Springs hun uitbreidingsplannen hebben geschrapt. Dat ze
mensen ontslaan en terugschalen. Ze functioneren in vrees. Maar ik zeg je dat het Lichaam van Christus van deze gelegenheid
gebruik zou moeten maken! Mensen zijn onzeker en ze hebben iemand nodig die op hun weg komt en die hen de waarheid vertelt. Dit
is een geweldige mogelijkheid om uit te breiden. Christenen zouden hier gebruik van moeten maken. De vijand zit in vrees! Man,
val aan! Val aan als ze nog in vrees zitten! Doe iets! Maak hier gebruik van. Het is ongeloof dat beperkt wat God door mensen
heen kan doen.
Sommigen van jullie hebben waarschijnlijk ook plannen op een lager pitje gezet. Dingen die God jou had gezegd om te doen maar je
hebt afgeschaald omdat je naar het ongeloof hebt geluisterd van andere mensen. Geloof komt door het horen en het horen door het
Woord van God, Romeinen 10:17. Ongeloof komt op precies dezelfde manier. Het komt door horen. Ongeloof komt door het horen van
al die troep, door blootgesteld te worden aan alle negativiteit van deze wereld. En broeders en zusters, als wij ons daar niet
van losmaken en beginnen het Woord van God in te gaan en ons denken te vernieuwen en in geloof gaan opereren, dan zul je God
beperken. Er is geloof nodig om te opereren in wat God je geroepen heeft om te doen.
Er is heel wat geloof nodig om in grote dingen te gaan geloven. Als wat jij doet geen geloof nodig heeft, als jij het kunt doen
in je eigen vermogens en je hebt het niet nodig om tot God te roepen en op God te vertrouwen, dan betwijfel ik ernstig of je wel
Gods wil voor jouw leven gevonden hebt! God zal je roepen om iets te doen waar je gedwongen zult worden om te roepen: ‘God,
help! Dit is meer dan wat ik kan.’ Als jij het in je eigen kracht wel aankunt, dan heb je niet gevonden wat God wil dat je
doet. God zal je leiden om iets te doen dat geloof nodig heeft. Zonder geloof is het onmogelijk om God te behagen, Hebreeën
11:6. Je móet dus met ongeloof afrekenen! En je moet in geloof gaan staan!
Ik verdeel ongeloof in drie categorieën. Er is ongeloof dat voortkomt uit onwetendheid. De politiek correcte manier om dat te
zeggen is: mensen hebben een gebrek aan kennis. Dat is voor diegenen onder jullie die erg gevoelig zijn en snel beledigd worden.
Voor de rest van ons: je bent gewoon onwetend, je weet niet wat het Woord van God zegt. Want als je ontwetend bent in een
bepaald gebied, zul je van nature niet geloven. Want geloof komt door het horen en het horen door het Woord van God. Hoe overwin
je dus dat soort ongeloof? Je vertelt hen de waarheid. Je leert hen het Woord van God en als hun hart open is ontvangen ze de
waarheid en zijn ze in staat dat soort ongeloof te overwinnen.
Dan is er nog een ander soort ongeloof, dat wordt veroorzaakt door verkeerde informatie. Doordat je de verkeerde dingen zijn
geleerd, dat ze je hebben verteld dat God vandaag níet meer geneest, dat God géén wonderen doet, dat God soeverein is en dat
jij geen enkele keus hebt. Dat soort lering zal jou ook in ongeloof laten functioneren, maar dat komt omdat je het verkeerde is
geleerd. Het tegengif hiervoor is hetzelfde als de eerste soort ongeloof, je moet iemand de waarheid vertellen. Maar het is veel
moeilijker om iemand over dat soort ongeloof heen te helpen, omdat je probeert te schrijven op een schoolbord dat al gevuld is.
Je zult het eerst moeten uitwissen voordat je er op kunt schrijven. Als iemand dus verkeerd is geleerd, zul je eerst dat
negatieve onderwijs moeten weerleggen, voordat je het juiste onderwijs erin kunt leggen. Het is moeilijker maar het is dezelfde
aanpak.
Hoe raak je het derde soort ongeloof kwijt? Het derde soort ongeloof is wat ik ‘natuurlijk’ ongeloof noem. Je hebt ogen en
oren en gevoel. En God zegt iets, en je hebt geloof, je weet wat het Woord zegt: ‘Door Zijn striemen ben je genezen’, maar
je lichaam zegt dat je pijn hebt. Dat is niet omdat je onwetend bent van wat het Woord zegt, en ook niet omdat jou het verkeerde
ding is onderwezen, maar je bidt voor iets, en hier is wat het Woord zegt, maar dit is wat ik voel! Hoe overwin je het ongeloof
dat dááruit voortkomt?
Nou, dat is wat moeilijker, omdat je echt in de dingen van God moet doordringen en zover komen dat jij je zesde zintuig, ‘geloof’,
ontwikkelt en dat oefent tot op het niveau dat dit meer realiteit voor je is dan wat je ziet, hoort, proeft, ruikt en voelt. En
sommige mensen kunnen dat niet. Of laat ik het anders stellen: sommige mensen hebben nog niet de inspanning erin gestopt om dat
te kunnen doen. Wij hebben allemaal het vermogen om in geloof te wandelen. Ik geloof dat Adam en Eva daarmee geschapen waren. Er
staat in Genesis 3:6 dat toen ze de boom zágen dat die goed was om van te eten en plezierig voor de ogen en begeerlijk om wijs
door te worden, tóen nam ze van de vrucht en at ervan en gaf haar man en hij at. En dan staat er in vers 7 dat hun ogen geopend
werden en ze beseften dat ze naakt waren.
Wat betekent het als er staat dat hun ogen geopend werden? Denk je dat ze voor die tijd met dichte ogen rondliepen? Denk je dat
ze die boom nog nooit hadden gezien omdat ze de hele tijd met hun ogen dicht rondliepen? Dat is niet waar dit over gaat. Hun
fysieke ogen waren echt wel open, maar ze hadden een zesde zintuig, dat was geloof. Je kunt dingen met je hart zien. En ze waren
geschapen naar het beeld en gelijkenis van God. Ze wandelden in geloof. En ik geloof dat ze zo door geloof beheerst werden, dat
wat ze met hun ogen zagen niet zoveel invloed op hen had.
Ze hadden die boom wel gezien. De Bijbel zegt dat die in het midden van de hof stond en als je dat woord opzoekt is het een
meetkundige term, en dat als je de hoeken met twee diagonalen verbind, dan staat de boom midden in het kruispunt van die
diagonalen. De betekenis daarvan is dat ze, gewoon door de wet van kansberekening, vaker langs die boom hadden moeten komen dan
langs enige andere boom in de hof. Hij stond niet in een afgelegen hoekje van de hof. Hij stond precies in het centrum. Ze
liepen er dus langs en toch staat er in Genesis 3:6 dat ze de boom zágen. Ik weet zeker dat ze hem gezien hadden, maar ze
hadden hem ook niet gezien! Omdat ze meer in het geloofsgebied waren, ze waren meer in het geestelijke gebied dan in het fysieke
gebied. Hun ogen waren open. Zo navigeerden ze en konden ze rondlopen en deden ze van alles, maar ze werden niet gedomineerd
door wat ze zagen.
Bijvoorbeeld. Toen hun ogen opengingen, wat was het eerste wat er gebeurde? Ze beseften dat ze naakt waren. Maar ze waren net zo
naakt nadat ze gezondigd hadden als voordat ze gezondigd hadden. En sommige mensen zeggen: ‘Oh nee, ze waren bekleed met de
heerlijkheid van God. Ze hadden een kleed van gerechtigheid. Nou, als je de Bijbel leest, in Genesis 2 vers 22 en 23 zegt dat
zowel de man als de vrouw naakt waren en dat was voordat ze van de boom aten. Ze waren spiernaakt voordat ze van de boom aten
én nadat ze van de boom hadden gegeten. En ze hadden niet een of andere wolk van heerlijkheid om zich heen. Maar toch wisten ze
voor die tijd niet dat ze naakt waren. Ze hadden nooit opgemerkt dat de andere persoon naakt was. Hoe verenig je dat? Dat kwam
omdat ze zozeer in geloof wandelden dat wat ze zagen en wat ze voelden hen niet domineerde.
Ik weet dat sommigen van ons denken: ‘Zo kun je niet zijn.’ Maar zie je, wij zijn zó gevallen, zó ver verwijderd van wat
God bedoeld heeft, dat wij denken dat dit hier normaal is. Maar de manier waarop mensen tegenwoordig leven is abnormaal. Wij
zijn maar een schim van wat God voor de mensheid bedoeld had. Het was zijn bedoeling dat wij door geloof zouden wandelen. Als er
staat dat Adam en Eva met Hem in de avondkoelte wandelden is er geen aanwijzing dat ze Hem fysiek hebben gezien of hoorbaar
gehoord hebben. Het zou zo kunnen zijn geweest, maar het is net zo realistisch om te denken dat ze Hem door geloof hebben
waargenomen, dat ze Zijn aanwezigheid door geloof konden ervaren in de avondkoelte.
Zet dit in contrast met 2 Koningen 6. Daar heb je Elisa die aan de koning van Israël al de aanvalsplannen doorgaf van de koning
van Syrië. En iedere keer als de koning van Syrië de Israëlieten probeerde aan te vallen gaf Elisa de aanvalsplannen door en
legde de koning van Israël een hinderlaag voor de Syriërs. En dit vond zo vaak plaats dat de koning van Syrië tenslotte zei:
‘Er is een spion onder ons. Iemand geeft onze aanvalsplannen door.’ En de dienaren zeiden: ‘Niemand heer, maar Elisa geeft
aan de koning van Israëlieten de woorden door die u in uw slaapkamer spreekt.’ En toen de koning van Syrië dit hoorde,
stuurde hij zijn leger er op uit. Ze omsingelden de stad Dotan waar Elisa verbleef. En zijn dienaar Gehazi ging er ’s ochtends
op uit en stond op de muur van de stad. En toen hij naar beneden keek, zag hij al die Syriërs daarbuiten. Duizenden Syrische
troepen die de stad omsingelden om hen te pakken.
En hij ging naar Elisa en zei: ‘Ach, meester, wat moeten we doen?’ Dat is ouderwetse taal voor: hij raakte in paniek. ‘Wat
moeten we doen?’ En Elisa zei: ‘Vrees niet, want die met ons zijn, zijn meer dan die met hen zijn.’ De meeste mensen
zouden zeggen: ‘Zie je wel, dat dacht ik altijd al van jullie ‘geloofs’ mensen. Jullie liegen. Jullie beweren dingen die
gelogen zijn. Jullie denken dat als je iets zegt, dat het zo is, terwijl het in het echt niet zo is.’ Sommige mensen denken
dat geloof zo is. Elisa zei: ‘Die met ons zijn, zijn meer dan die met hen zijn.’ Als het enige wat jij gelooft dat echt is,
de fysieke wereld is, dan had hij gelogen. Maar dat is niet waar. Er is een geestelijke wereld. Er zijn geestelijke realiteiten
en als je deze geestelijke wereld meerekent, dan loog Elisa helemaal niet! Elisa sprak de waarheid. Er waren er meer met hen dan
met hun vijanden.
Mensen die vleselijk of natuurlijk zijn, die alleen maar met hun vijf zintuigen denken, die geen geloof gebruiken, zullen altijd
denken dat geloofsmensen liegen. Want zij denken dat het enige dat realiteit is, datgene is wat je kunt zien, horen, proeven,
ruiken en voelen. Ze lopen dus hun vijf zintuigen langs: de Bijbel zegt dat ik genezen ben, maar de waarheid is dat ik nog
steeds pijn heb! Ik ga dus maar zeggen dat ik genezen ben, terwijl ik in werkelijkheid nog niet genezen ben en als ik het maar
lang genoeg zeg, dan wordt het misschien echt zo. Dat denken sommige mensen dat geloof is.
Maar nee, geloof is erkennen dat er meer gaande is dan wat jij met je kleine kersenpit kunt bewijzen. Op dit moment zijn er
radiosignalen en televisiesignalen in deze zaal, maar je hoort ze niet, je ziet ze niet, maar ze zijn er wel. En als jij zegt:
‘Nee, het bestaat niet, als ik het niet kan zien, horen proeven, ruiken, voelen’, dan betekent het nog niet dat ze er niet
zijn, alleen maar dat jij niet heel erg slim bent. Ze zíjn hier. En het enige wat je hoeft te doen om te bewijzen dat hier
televisiesignalen zijn, is een Tv-toestel pakken, het aansluiten en aanzetten en afstemmen. En het moment dat jij het signaal
dan gaat zien en horen is níet het moment dat het signaal opgewekt wordt. Het signaal is al hier, je hebt alleen een ontvanger
nodig die het uit het onzichtbare gebied kan oppakken en vertalen in het zichtbare gebied.
Er zijn televisie- en radiosignalen in deze zaal. Als jij je toestel aanzet, is dat niet het moment dat het station begint uit
te zenden, maar het moment dat jij begint te ontvangen.
En zo is het precies hetzelfde in het geestelijke gebied. God doet allerlei dingen. Hij zet Zijn kracht vrij. Er gebeuren dingen
in het geestelijke gebied, die jij met je zintuigen niet kunt waarnemen. Een zintuiglijke kennis, een vleselijk persoon zou daar
bij Elisa staan en de Syriërs gaan tellen met: eenduizend, tweeduizend, drieduizend, vierduizend. En dan kijkt hij aan deze
kant en telt: een, twee. En dan zegt zo iemand: ‘Dat is een leugen.’ Nou, het is een leugen als jij denkt dat het enige wat
echt is de fysieke wereld is. Maar Elisa bad en zei: ‘Heer, open de ogen van de jonge man dat hij zien zal.’ En de Heer
opende zijn ogen. En ik verzeker je dat dit niet ging om zijn fysieke ogen. Zijn fysieke ogen waren zo groot als schoteltjes aan
het kijken. Dit ging niet om het openen van zijn fysieke ogen, dit gaat over de ogen van zijn hart. Hij begon in geloof te zien
en toen hij in geloof kwam, was hij in staat in het onzichtbare gebied te kijken. Een echt gebied, realiteit, alleen niet
zichtbaar voor zijn ogen! En maar al te zeker waren er meer paarden en wagens om hen heen dan vijandelijke soldaten. En daarom
hief Elisa zijn hand op en zei: ‘Heer, sla hen allen met blindheid.’ Hij liep naar hen toe, gaf ze opdracht elkaars hand
vast te houden en leidde het complete leger van Syrië in gevangenschap naar de koning van Israël. En toen opende hij hun ogen
en nam het hele leger gevangen.
Weet je wat dat is? Dat is exact het tegenovergestelde van wat met Adam en Eva gebeurde. Adam en Eva waren zo geschapen dat ze
in dat gebied lééfden, waarin ze in geloof zágen. Zij konden geestelijke dingen zien. Ze leefden in het bovennatuurlijke
gebied en ze waren er zo door gedomineerd dat ze de boom die precies in het midden van de hof stond nooit hadden opgemerkt. En
ze hadden nooit opgemerkt dat hun partner naakt was. Ze waren zó Godbewust dat ze nooit beseften dat ze naakt waren. Voor de
meesten van ons gaat dit gewoon totaal boven onze pet. Wij kunnen zo niet eens denken.
Maar stel je eens voor dat je zó Godbewust kunt worden, dat jij je denken zó op God en op geestelijke dingen gericht kunt
houden, dat je niet eens beseft of je wel of niet kleren aanhebt. Nou, zelfs al zou jij zo geestelijk kunnen worden, de rest van
ons in ieder geval niet, dus… heb begrip voor ons en houd je kleren aan! Maar ik zeg dat Adam en Eva zó Godbewust waren dat
ze deze dingen niet eens opmerkten. Denk daar eens over na! Weet je dat dit de manier is waarop God ons heeft gemaakt? Maar wij
zijn gede-evolueerd. Ik geloof in evolutie. De-evolutie. Wij zijn van deze mensen die zes zintuigen hadden, die in geloof konden
wandelen, die verder konden zien dan hun vijf zintuigen, maar verworden tot mensen die nu totaal door hun zintuigen beheerst
worden.
Als het Woord van God zegt dat je door Zijn striemen bent genezen, en dat je ontvangt als je bidt, dan weet je dat dit er staat,
maar je lichaam zegt dat je pijn hebt en dat overheerst ogenblikkelijk alle andere dingen. ‘Maar, ik kan er niets aan doen.
Dit is de realiteit, ik heb nog steeds pijn, dus dat betekent dat God nog steeds niets gedaan heeft.’ - ‘Oh, is dat zo?’
Als ik de tijd had zou ik je verzen kunnen geven vanuit Daniël 9 en Daniël 10 waar de Heer een bevel gaf en Zijn kracht in
werking zette, en de ene keer kostte het 3 minuten nadat Hij gehandeld had en voordat Gods kracht zich kon manifesteren. En de
volgende keer duurde het 3 weken. Niet omdat God niet bewoog, maar omdat satan in de weg stond en ertegen streed. Maar God had
Zijn kracht al vrijgezet. Het was al een gedane zaak, maar er gebeurden dingen die het vertraagden.
Er zijn allerlei dingen gaande in de geestelijke wereld, die je met jouw kleine oogjes niet kunt zien! Dus als jij zo iemand
bent, dat als je het niet kunt zien, proeven, horen, ruiken of voelen, dat dan betekent dat het niet is gebeurd, dan zul jij God
beperken! Jij zult God tegenhouden, omdat jij je wonder hebt afgebroken toen het nog onderweg was, terwijl het uitvoeringsproces
nog gaande was.
Hier in 2 Korintiërs 4 spreekt de apostel Paulus en hij zegt in vers 17: ‘Want de lichte last der verdrukking van een
ogenblik bewerkt voor ons een alles verre te boven gaand eeuwig gewicht van heerlijkheid, 18 daar wij niet zien op het
zichtbare, maar op het onzichtbare; want het zichtbare is tijdelijk, maar het onzichtbare is eeuwig.’ Weet je waar hij het
over heeft? Precies dat waarin Adam en Eva plachten te leven! Hij zegt: wij wandelen in geloof, wij kijken naar dingen die niet
gezien kunnen worden. Dat lijkt een tegenstrijdigheid. Als het niet gezien kan worden, hoe kun je er dan naar kijken? Omdat je
met je hart kijkt. Je kijkt met geloof. Hij zegt dat christenen zo zijn. Wij kijken naar de dingen die niet gezien kunnen
worden.
En dan gaat hij in de eerste paar verzen van hoofdstuk 5 spreken over dat dit fysieke lichaam vernietigd zal worden, en dat er
in de hemel een lichaam voor ons is bereid. Daar hebben we geen enkel fysiek bewijs van! Dat kun je niet bewijzen door enige
ervaring of fysieke bewijsvoering. Hij geloofde dit door geloof en hij gebruikt dit als voorbeeld. Wij leven in geloof. Hij
moest geloven dat hij een verheerlijkt lichaam zou ontvangen. Hij moest geloven dat er een hemel bestond. Er is geen fysiek
bewijs te leveren dat er een hemel bestaat. Hij moest in geloof wandelen. En hij zei dat het gewoon zo is. En middenin dat hij
dit allemaal zegt, zegt hij in vers 7: ‘want wij wandelen in geloof, niet in aanschouwen.’ Dat is normaal
doorsnee-christendom! Zo zouden wij moeten leven, wandelen in geloof.
Maar de meesten van ons zijn zó gedomineerd en bepaald door zicht, gehoor, gevoel, dat we wel weten wat het Woord zegt, we
wéten dat God beloofd heeft dat als je vraagt, je ontvangt, en dat als jij spreekt, de berg zal verplaatsen. Wij weten wat het
Woord zegt, maar… ik voel dit, ik zag dat, ik hoorde de dokter dit zeggen.’ En die dingen breken alles af, omdat de meesten
van ons meer gedomineerd worden door onze vijf zintuigen dan door wat het Woord van God zegt. De meesten van ons wandelen in
aanschouwen en niet in geloof. Broeders en zusters, wij leven midden in een cultuur van ongeloof. We worden daardoor gedomineerd
en bepaald en het beperkt God. En als jij de beperkingen van God weggenomen wil zien, dan zul je moeten veranderen totdat je in
geloof wandelt en niet door aanschouwen.
Hij zegt in vers 16 verder: ‘Zo kennen wij dan van nu aan niemand naar het vlees. Indien wij al Christus naar het vlees gekend
hebben, thans niet meer.’
Dat is ouderwetse taal om te zeggen dat hij in geloof wandelde en dingen niet beoordeelde op basis van wat hij zag en niet op
basis van wat hij voelde. Hij kende gewoon niemand naar het vlees. Als het Lichaam van Christus op deze manier zou wandelen, zou
het vooroordelen totaal uitschakelen! Je zou mensen niet meer beoordelen aan hun huidskleur, of dat ze zich modieus kleden, of
dat ze schoon zijn, lekker ruiken en er goed uitzien. Zoveel van wat wij doen is gebaseerd op uiterlijke dingen.
Wij hebben een echtpaar dat heel wat met ons samen reist. Ze zijn deze week niet hier. Maar ze leiden de ‘Ambassadors to the
Nations’. En ik ben 20 jaar naar hun kerk gegaan. Zij hebben een programma waarin ze 100% van alles wat binnenkomt
rechtstreeks aan deze wezen geven, en aan de kinderen en hun scholen en zo. Het is een geweldig programma. En ik heb met hen
gereisd en ze geven lezingen, en mensen ondersteunen hun programma, en ze bouwen huizen en zo. Het is echt een geweldig stel.
Maar ze komen uit Charlotte, North-Carolina en ze zien eruit alsof ze onder een steen vandaan zijn gekropen. Darry is indiaan,
een volbloed indiaan en hij draagt zijn haar lang. En ze hebben nooit mooie kleding aan en ik heb zo vaak meegemaakt dat mensen
hen aan hun uiterlijk beoordeelden. Maar nadat ze hen hebben leren kennen, zijn er geen twee mensen op aarde die meer van God
houden en hun leven totaal geven. Ze zijn gewoon geweldig, echt heel geweldige mensen.
Maar ik ken mensen die wel van God houden, maar direct een besluit namen op basis van hoe zij eruitzien en hoe zij zich
presenteren. Paulus zegt: Ik oordeel helemaal niemand op basis van het vlees. Ik ken niemand naar het vlees. Hij zag mensen van
geest tot geest. Hij gebruikte zijn geest en zijn geloof om te zien hoe die persoon van binnen was. Hij oordeelde hen niet op
basis van hun uiterlijk. Hij zei: wij kennen Christus niet eens meer naar het vlees. Ik kende hem ooit naar het vlees, maar nu
ken ik hem niet langer zo.
De apostel Paulus heeft Jezus waarschijnlijk gezien toen Hij nog op aarde was. Hij was toen geen discipel, maar hij was toen wel
in Jeruzalem als leerling van Gamaliël. En ik weet zeker dat Jezus het middelpunt van de aandacht was en dus ben ik er dus vrij
zeker van dat hij Jezus gezien heeft. Je kon Paulus vragen hoe Jezus eruit zag en hij had je kunnen zeggen hoe lang hij was, wat
voor kleur haar of ogen hij had, hoe lang zijn haar was of wat dan ook. Hij had je een fysieke beschrijving van Jezus kunnen
geven.
Maar hij zegt: ooit kende ik Hem op die manier, maar nu ken ik Hem niet langer op die manier. Hij kende Jezus naar de geest,
niet door natuurlijke, fysieke dingen. Wist je dat degene die de helft van het Nieuwe Testament heeft geschreven, de apostel
Paulus, niet eens een discipel was toen Hij hier op aarde was? En hij had een grotere openbaring van wie Jezus was en van de
genade van God dan de discipelen die letterlijk met Jezus hadden gewandeld en gesproken. En die Jezus hadden kunnen voelen en
Hem dagelijks gezien hadden toen Hij hier op aarde was. Hoe kon hij dat doen?
Ik heb de tijd niet om deze dingen uit te leggen. Maar ik zal dit snel moeten zeggen: jouw zintuigen zijn een van de grootste
belemmeringen die je hebt om met God te wandelen! Als jij een fysieke discipel van Jezus was geweest was het moeilijk, heel erg
moeilijk geweest om te geloven. En de meeste mensen denken dat het precies omgekeerd was. ‘Als ik een van de discipelen had
kunnen zijn, als ik had kunnen zien dat Lazarus uit de dood werd opgewekt, als ik Hem op het water had kunnen zien wandelen,
dán was ik pas een gelovige geweest.’ Nee, het is precies het tegenovergestelde. Want jouw zintuigen zouden tegen jou
geschreeuwd hebben: Hij is een mens. Hij is natuurlijk. Weet je, wij hebben van die geromantiseerde beelden van deze dingen.
Maar Jezus was vuil. Hij had geen hotel om in te verblijven en kon niet iedere dag een douche nemen. Hij had geen shampoo om
Zijn haar te wassen. Zijn haar werd vuil en verward. Hij had geen koffer bij Zich die hij overal mee naartoe nam. Hij had geen
schone kleren bij zich. Ze liepen 20 mijl per dag in de hete Judeese zon en ze werden zweterig en roken en stonken. Je zou naar
Hem kijken en je kon Hem ruiken. Jezus moest alle dingen doen die wij moesten doen. Hij moest ook naar het toilet. Zijn
discipelen hadden hem dat zien doen en dachten: ‘Dit is God!’ Weet je, het zou juist heel moeilijk zijn om in Hem te
geloven. Wij hebben een voordeel! Het is voor ons veel gemakkelijker, omdat wij onze ogen kunnen sluiten en het Woord van God
nemen en ons zo een beeld van Hem schilderen, gezeten aan de rechterhand van de Vader in heerlijkheid en in macht. Voor ons is
het gemakkelijk om ons Jezus voor te stellen. Wij hebben het verslag. Wij kennen de afloop van het verhaal. De discipelen hadden
moeite om in Jezus te geloven. Omdat het fysieke gebied hen belemmerde.
En dit is ook waarom de meeste mensen tegenwoordig strijd hebben, omdat ze God op een fysieke manier proberen te ervaren in
plaats van hun geloof te gebruiken. Want zonder geloof is het onmogelijk om God te behagen. Je zult in geloof een relatie met
Hem moeten hebben.
De apostel Johannes was zo intiem met de Heer. Hij was degene die in de geschriften die hij schreef, zichzelf beschreef als
degene die Jezus liefhad. Hij had een geweldige relatie met de Heer. En bij het laatste avondmaal, in die tijd zaten ze niet aan
een tafel met stoelen zoals wij doen, maar ze leunden op een kussen en ze hadden zeer lage tafeltjes, en hij lag ook aan en
leunde met zijn hoofd op Jezus borst tijdens het laatste avondmaal. Hij lag tegen Hem aan omdat ze zo’n geweldige relatie
hadden. Diezelfde Johannes zag Jezus op het eiland Patmos en schreef daarover in Openbaring 1, en hij schreef dat hij Jezus zag.
En Zijn haar was wit en Zijn ogen als vuur en Zijn voeten als koper dat in een oven was verhit, hij zag de heerlijkheid van God.
En toen Hij sprak was dat als het geluid van de Niagara watervallen. Hij zag dit allemaal. En dezelfde Johannes die zijn hoofd
op de borst van Jezus had gelegd viel nu als dood aan Zijn voeten. En God moest hem oprichten. Dat was dezelfde Jezus!
Er was geen verschil. Het enige verschil was, dat het lichaam dat Zijn ware persoonlijkheid had afgeschermd en de heerlijkheid
van God verborg was verwijderd. En hij zag Hem in het geestelijke gebied.
Daar verwijst Paulus naar. Wij kenden Jezus vroeger naar het vlees. Ik had je kunnen vertellen hoe lang Hij was, wat de kleur
van Zijn ogen was, maar zo kennen wij Hem nu niet langer. Wij kennen Hem naar de geest. En de meesten van ons zijn er niet in
geslaagd Hem te kennen naar de geest.
Nadat Jezus uit de dood opstond waren er zo’n 10 verschijningen. En in ieder afzonderlijk voorval herkenden de discipelen, die
jarenlang met Hem waren opgetrokken, Hem niet. Geen enkele keer herkenden ze Hem! Elke keer twijfelden ze of dit de verrezen
Heer was. Twee van hen wandelden ongeveer twee uur lang met Hem samen op weg naar Emmaüs. En ze praatten met hem. En ze spraken
van: ‘Hebt u niet gehoord dat Jezus uit de dood is opgewekt?’ Ze keken Hem aan! Ze praatten met Hem! En ze beseften niet dat
dit Jezus was. En dit waren mensen die drie en een half jaar met Hem samen hadden geleefd! En die herkenden Hem niet.
De discipelen waren gaan vissen en Jezus had een vuurtje gemaakt en was vis aan het bakken en zat daar. En ze keken naar Hem.
Nog dichterbij dan de afstand tussen mij en jullie. Alleen maar over het vuurtje heen. En ze keken Hem aan en er staat: niemand
durfde te vragen wie Hij was. Want ze wisten dat het Jezus was. Ze wisten het door de Geest, maar in het natuurlijke konden ze
Hem niet herkennen! En Hij was niet veranderd! Hij zei hen: steek je vingers maar in de afdruk van de spijkers, leg je hand in
mijn zijde en wees niet ongelovig, maar geloof. Hij was nog steeds dezelfde. Hij had nog steeds de afdrukken van de spijkers en
de littekens. Hij had hetzelfde fysieke lichaam.
Weet je waarom ze Hem niet konden herkennen? In Markus 16 waar deze reis naar Emmaus wordt beschreven, staat dat Hij in een
andere vorm aan hen verscheen. Die vorm was, dat Hij nu geestelijk was en niet fysiek. Hij was geestelijk. Dat betekende niet
dat Hij er anders uitzag, maar nu was het geest. En Jezus zei in Johannes 3: ‘Wat geest is, is geest en wat vlees is, is
vlees.’ Je kunt het geestelijke niet met fysieke middelen onderscheiden. Je moet de geest met de geest onderscheiden. Hij had
nu een verheerlijkt geestelijk lichaam. Je kon het wel zien, maar je kon het niet herkennen, je kon geen relatie met Hem leggen
alleen op het vlees gebaseerd, je moest op de geest afgaan.
Er staat in 1 Korintiërs 2:14 ‘Maar de natuurlijke mens neemt de dingen van de Geest van God niet aan, want ze zijn dwaasheid
voor hem. Hij kan ze ook niet leren kennen, omdat ze geestelijk beoordeeld worden.’ Jij moet geestelijke dingen beoordelen
door je geest. Man, ik wou dat ik nog vijf uur had. Ik begin nu pas zover te komen dat ik echt een paar dingen kan gaan zeggen.
Je kunt in feite beter zien met je hart, dan dat je dat met je fysieke ogen kunt. Maar de meesten van ons leven niet zo. De
meesten van ons denken: ‘Dit is ráár!’ Nee, dit is normaal, de apostel Paulus zegt: wij wandelen in geloof niet in
aanzien. Wij kijken naar de dingen die niet gezien kunnen worden, niet naar de dingen die gezien worden.
Wij worden niet bepaald door wat wij voelen. Als God zegt dat ik genezen ben, wie kan het wat schelen wat ik voel? Wie
interesseert het wat een dokter zegt? Wie kan het wat schelen wat een bankier zegt? God zegt dat Hij in staat is in ál mijn
behoeften te voorzien naar de heerlijkheid van Zijn rijkdom. Wat kan iets anders je schelen? Sommige mensen denken: ‘Zo kun je
niet leven.’ Nou, zo leef ik! Ik ben er niet volmaakt in, maar zo leef ik. Je kunt tot een punt komen waar wandelen in geloof
meer realiteit voor je is dan wandelen in aanzien.
Ik maakte dit enkele jaren mee. Wij hadden zo’n ‘Vergroot je visie’-weekend, of een Bible College Weekend, en er kwamen
van overal mensen om de school te bezoeken. En we hadden een zaal zoals hier, met een middenpad. Ik zat in net zo’n stoel als
deze, en er waren mensen daar, en hier waren twee deuren. In ieder geval de kracht van God was gewoon geweldig. Jamie leidde de
lof en aanbidding en we waren gewoon God aan het aanbidden. En ik had mijn ogen dicht en we stonden daar en waren God aan het
aanbidden. En met mijn ogen dicht, dit was niet iets dat ik met mijn fysieke ogen zag, ik zag met mijn hart, zag ik Jezus door
die twee deuren daar binnen komen. En Hij liep naar binnen en stond voor die twee deuren. En er zaten van die veren aan die
deuren, waardoor ze langzaam achter hem sloten. En Hij stond daar.
In mijn hart zag ik dit allemaal en toen zag ik Jezus aan komen wandelen. En er was een vrouw uit Chicago hier, en Hij liep naar
haar toe en raakte haar aan. En ogenblikkelijk, boem, viel ze op haar gezicht, uitgespreid om God te aanbidden. Hij sloeg twee
mensen over en raakte een andere vrouw aan en raakte haar voorhoofd aan. Zij viel op haar knieën en hief haar handen op en
begon God te aanbidden. En ik zag al deze dingen. Ik bedoel het was écht! Ik zag het in mijn hart. En wat ik zag was zó reëel
dat ik mijn fysieke ogen open deed om te zien of ik het kon zien. En ik stond daar en keek, en die twee deuren waren dicht. Er
was daar niemand. Je kon geen persoon zien, ik kon die twee deuren zien. Ik kon in het fysieke niets zien dat er gebeurde, ik
kon Jezus niet zien. Maar toen ik naar die vrouw uit Chicago keek viel ze ineens plat voorover in aanbidding voor de Heer. En
toen twee mensen waarbij niets gebeurde en de volgende viel op haar knieën en hief haar handen op. Alles wat ik in de geest had
gezien, zag ik nu gebeuren met mijn fysieke ogen, behalve dat er een vertraging was tussen wat ik in de geest zag gebeuren en
wat ik in het natuurlijke zag gebeuren. En ik kon Jezus niet zien. Ik kon de gevolgen zien van wat Jezus deed, maar ik kon Hém
niet zien.
En weet je wat ik deed? Ik deed mijn ogen dicht en ging weer terug naar met mijn hart zien omdat ik zo beter kon zien. Ik kon
beter zien met mijn hart. Ik kon het van te voren zien en ik zag de Heer rondlopen en mensen aanraken en na de dienst ging ik
met die mensen praten en ze zeiden: ‘Ja, dat is precies wat er gebeurde!’ Ik zag al die dingen. Broeders en zusters, dat is
niet abnormaal. Daar heeft Paulus het over: wij wandelen in geloof, niet in aanschouwen. Wij zien dingen die niet gezien worden.
Wij worden niet beheerst en gedomineerd door ons zicht, door onze gevoelens, door wat wij horen.
Ik weet dat sommigen van jullie zeggen: ‘Zo kun je gewoon niet leven! Dat kan niet’. Het kan wel! Je kunt zover komen dat je
de Heer beter kunt kennen door de geest dan dat het ooit mogelijk is op een fysieke manier.
Toen ik de film ‘The passion of the Christ’ ging bekijken had ik me voorbereid op een geweldige ervaring. Ik verwachtte een
epifanie , ik verwachtte echt iets ontzagwekkends te ontvangen. En weet je, ik ben niet kritisch op Mel Gibson, ik vind dat hij
het met die film zo goed heeft gedaan als maar mogelijk is. Ik lever geen kritiek op hem. Maar ik was zelf teleurgesteld door de
film. Ik keek naar de kruisigingscène en ik dacht: ‘Jezus, dit is echt bij lange na niet zo erg als het in werkelijkheid was.’
Het was een afknapper. Het was teleurstellend. En ik herinner me dat ik tijdens die kruisigingscène bad: ‘God, waarom reageer
ik op deze manier?’ En Hij vertelde mij dat ik door de geest duizenden uren op die verzen had gemediteerd en dat ik daardoor
dingen duidelijker heb gezien dan ooit maar in een film uit te beelden was. Het is meer realiteit voor je, meer levendig als je
met je hart ziet. Hij zei dat de kruisiging een groter effect op mij had dan op de discipelen die er toen bij aanwezig zijn
geweest.
En sommigen van jullie denken: ‘Maar dat kan gewoon niet.’ - ‘Ja dat kan wel.’ Als jij door de geest begint te zien en
te voelen, kun jij op het punt komen dat het meer realiteit voor je is dan deze fysieke natuurlijke wereld. Je kunt zover komen
dat als God zegt: ‘Door Zijn striemen ben je genezen’, het meer realiteit voor je is dan wat je in de spiegel ziet, dan wat
je in je lichaam voelt, dan wat een dokter te zeggen heeft. Je kunt zover komen dat het Woord van God meer realiteit voor je is.
Dat is wandelen in geloof.
En broeders en zusters, als wij niet uit de cultuur van ongeloof gaan komen en gaan wandelen in geloof, zul je God gaan
beperken. Want zonder geloof is het onmogelijk om God te behagen. Geloof is de overwinning die de wereld overwint. En de meesten
van ons zijn gewoon gedrenkt in ongeloof. Hoe verander je dat? Het Woord van God. Geloof komt door het horen, het horen door het
Woord van God. Je zult tijd moeten besteden in het Woord van God.
Vanochtend kwamen een aantal mensen naar mij toe, die om gebed voor iets vroegen. En ik zei tegen hen: ‘Dat zijn niet het
soort dingen waar je voor kunt bidden’ Je moet je denken vernieuwen, je moet gaan groeien in het Woord. Er zijn zoveel van ons
die gewoon willen dat God iets opknapt, zodat wij weer lekker voor de TV kunnen gaan hangen en met onze vleselijkheid doorgaan
en we onze kijkplanning niet in de war hoeven laten komen. Het zal tijd gaan kosten. Je zult in het Woord van God moeten gaan.
Sommige dingen moeten belangrijker voor je gaan worden dan het luisteren naar al het slechte nieuws en al die dingen doen die
wij doen. Er bestaat gewoon geen kortere weg voor.
Als jij de beperkingen van God wilt wegnemen en wilt zien dat de kracht van God gemanifesteerd wordt, zul je in geloof moeten
gaan functioneren in plaats van in vrees en ongeloof. En dat kost inspanning! Maar het goede nieuws is, dat ik geloof dat God
ieder van ons heeft geschapen met dit vermogen tot geloof, dit zesde zintuig. Het is misschien niet functionerend, je hebt het
misschien niet veel gebruikt, maar je hébt het. Jij hebt al hét geloof van de Zoon van God. Het moet alleen vrijgezet worden.
Het moet alleen ontwikkeld worden. Je hebt het al. Je moet alleen gebruiken wat je hebt. Het kan gedaan worden. En ik zeg je,
als je de beperkingen van God wilt wegnemen dan zul je dit móeten doen.
In zekere zin preek ik tegen het koor, want jullie zijn de mensen die honderden mijlen gevlogen hebben om hier te komen. Jullie
zetten God op de eerste plaats en jullie zijn dus bezig. Maar ik zeg jullie dat we nog een hele lange weg te gaan hebben. We
hebben nog heel wat te gaan. We worden zó bepaald door onze zintuigen, maar we moeten tot het punt komen dat we door geloof
bepaald worden en niet door onze zintuigen. En als je dat doet, opent het gewoon een hele nieuwe wereld voor je. Je zíet dingen
anders, je dénkt anders, je reageert anders dan mensen die geen geloof hebben. Dingen zijn anders. Het maakt gewoon het
verschil. Prijs God voor Jezus, prijs God voor geloof. Waarom zou iemand maar wíllen leven op een menselijk niveau waar wat je
voelt je beheerst?
Er komen telkens mensen naar mij toe: ‘Ik ben depressief.’ Ik vraag: ‘wat is er mis?’ - ‘Nou, niets. Ik ben gewoon
depressief.’ Ze hebben zelfs geen enkele reden om depressief te zijn! Ik denk dat we echt alles wat in ons leven gebeurt,
kunnen overwinnen. Maar als er iets ergs gebeurt, heb je er tenminste nog een excuus voor. Maar er zijn sommige mensen die
hebben dat niet eens! ‘Ik voel me gewoon vervelend.’ Nou, haal je duim uit je mond en word volwassen! ‘Maar ik vóel.’
Gevoel is voor veel mensen een god geworden. Wat interesseert het iemand hoe jij je voelt?
Er zijn tijden dat ik niet het ‘gevoel’ heb om te prediken, maar ik sta op en doe het. Er zijn momenten dat ik geen zin heb
om voor mensen te bidden, maar ik doe het. Er zijn tijden dat ik niet ‘voel’ dat je geneest, maar ik zeg: ‘Je bent genezen
in de naam van Jezus.’ Ik laat mijn gevoelens mij niet domineren! Wat een gebondenheid. Wat een slavernij!
‘Ja, maar ik vóel me niet lekker, dus ik kan niets doen.’ Hoe ter wereld overleef je het? Man, ik kan me niet verplaatsen
in mensen die hun gevoelens laten domineren. Het is gewoon een deel van volwassen worden. Er zijn momenten dat je geen zin hebt
om naar je werk te gaan. Maar als je volwassen bent, sta je op en ga je naar je werk. Je hebt het gevoel om door te slapen. Maar
het is deel van het volwassen-zijn dat je tegen je gevoelens ingaat en doet wat je moet doen. Er zijn momenten dat je liever
thuis blijft om te spelen. Maar als je volwassen bent, sta je op en ga je naar je werk en je neemt verantwoordelijkheid en doet
dingen.
Broeders en zusters, haal je duim uit je mond en groei op en begin af te gaan op wat het Woord zegt en houd op met je gevoelens
de macht te geven. Houd op met eraan toe te geven en je gevoelens steeds maar weer uit te vergroten. Ga in geloof wandelen. Dat
is normaal christelijk leven. Amen?
Dank U, Jezus. Vader, ik houd van U en ik dank U voor deze waarheden. En ik bid voor de mensen hier, dat U hen uitdaagt om ons
vandaag af te keren van ons ongeloof en te beginnen in geloof te wandelen. Dank U, Jezus. Prijs de Heer. Vader, ik dank U voor
de Heilige Geest en ik bid dat de Heilige Geest het Woord dat hier gedeeld is, zal nemen, en dat geloof komt. Vader, ik bid dat
mensen geen veroordeling zullen voelen en niet langer zelfgenoegzaam zullen zijn. Vader, dat ze zullen veranderen, dat ze gaan
doen wat ze moeten doen om in geloof te gaan wandelen. Wij zien dingen die niet zichtbaar zijn, Vader, dat we Jezus door de
geest zullen kennen. Wij zullen geen mens meer naar het vlees kennen, en wij oordelen dingen op basis van de geest. We zullen op
de Geest afgaan. Dank U, Jezus. Ik roep geloof tot leven binnenin mensen. Ik roep het zesde zintuig van geloof naar de
oppervlakte om binnenin mensen te gaan functioneren en domineren. Dank U, Vader. Wij ontvangen dat. Halleluja.
Ik voel in mijn hart dat sommigen van ons hier zich echt moeten bekeren. Je bent down over God, boos op God, van streek over
God, bij God aan het smeken: ‘Waarom doet U niets.’ Terwijl de waarheid is dat God trouw is en trouw blijft. Het is gewoon
onze vleselijkheid. Wij kijken alleen maar met onze ogen. Wij voelen met ons gevoel, wij luisteren alleen met onze fysieke oren.
Wij missen wat God heeft gedaan. Wij lopen de hele weg naar Emmaus samen met Hem en weten niet eens wie er met ons meegelopen
is. Het is tijd om op te houden met God de schuld te geven en het is nodig ons te bekeren. Te zeggen: ‘Vader, het spijt me,
leer mij wat ik niet weet. Help me om in geloof te wandelen.’ Prijs de Heer. Ik geloof dat er sommigen van jullie zijn voor
wie dit een belangrijk keerpunt in je leven is.
Deel 5: Je
zult doen wat je je hebt voorgesteld
|