De rol van de zusters in de samenkomst
Een bijbelstudie door Lex Klein Haneveld gepresenteerd op een gemeente-avond
Zwolle - juni 2004

Het relatieve zwijgen

Zwijgen in relatie tot bepaalde activiteit

In 1 Kor 14 zijn drie opdrachten om te zwijgen, voor drie verschillende groepen:

- zij die in tongen spreken (vs. 2, 5, 9-19, 27-28)
- profeten (vs. 3, 24, 29-32)
- vrouwen (vs. 34 e.v.)

Alle drie de opdrachten hebben hetzelfde doel: de orde in de (ere)dienst. Regulering van het gebruik der gaven.

- vs. 26: aspecten van het samenkomen 
     niet alle, geen gebed, geestelijke liederen of lofzangen, geen voorlezen van Bijbelteksten.
- vs. 27 e.v.: nadere regulering van sommige aspecten.
     3 x zwijgen.

Algemeen principe bij Bijbeluitleg: tekst in zijn verband = geheel zien. Niet stukjes zonder context nemen, maar context in geheel hoofdstuk etc.
Dan gaat 1 Kor. 14 over spreken in tongen en profetiën vs. 1,2 en vs. 39, plus alles wat daar tussen zit.

Het relatieve zwijgen

Absoluut zwijgen? Of voorwaardelijk? (onder bepaalde omstandigheden?)

- vs 27: spreker in tongen: 2 of 3
            vs. 28: hoe toe te passen?
            zwijgen – indien geen uitlegger
 
- vs 29: ev: profeten: 2 of 3 spreken,
           anderen moeten beoordelen
           vs 30: hoe toe te passen? Zowel spreken als beoordelen!

- vs 30-33: spreken: zwijgen indien openbaring / één voor één
           Dus: hoe verloopt het tussen de profeten onderling, welk element heeft voorrang etc.
           Geen wanorde – maar vrede

Opmerking t.a.v. vs 29: beoordelen: sommige voorstanders van zwijgende zusters stellen, dat het beoordelen hier niet betekent, dat het ook besproken werd. 
Maar ligt dat zo voor de hand? Want als er niet openlijk besproken/beoordeeld werd, hoef je het niet te noemen. Want dat gebeurde dan thuis. 
Het openlijk beoordelen/bespreken past ook binnen het kader van de kleine (huis-)samenkomst, die men toen had.

Het relatieve zwijgen

- vs 34 – 35: beoordelen: zwijgen (vrouwen) 
     Want – ondergeschikt
     Thuis aan man vragen
 
- Gezien context: Paulus bedoelt: zwijgen bij het beoordelen.

Past in structuur.

- Verder: als Paulus zegt: niet spreken, gaat het niet om het zwijgen, maar om ondergeschiktheid:
- Niet iedere uiting is in strijd met ondergeschiktheid:
     - stel vs. 34 heeft betrekking op bidden (spreken tot God):
       is dat in strijd met ondergeschiktheid?
     - een door God gegeven profetie:? Als God een zuster een
       profetie geeft, mag ze die niet uitspreken? (of God geeft
- Zusters geen profetiën voor/tijdens de samenkomst)

Men kan er over van mening verschillen wat met ondergeschiktheid precies wordt bedoeld, en aan wie een vrouw ondergeschikt zou moeten zijn, maar voor bidden en profeteren op zichzelf is dat van minder belang.
Overigens: over man-vrouw: Kuen schrijft hele mooie dingen, in het Duits zou je kunnen zeggen: Zuordnung (Zu = tot, erbij).

‘En als zij iets willen weten .....thuis aan man vragen’: woord ‘en’ in tekst; sommigge uitleggers zien dit als aanvullend, als versterking (tegenstanders)
Andere uitleggers evenwel: woord ‘en’ is in grondtekst ‘de’; betekent meestal ‘maar’. Als ‘en’ als voegwoord wordt bedoeld: ‘kai’ (kai). 
Het woord ‘maar’duidt op tegenstelling. Dus: niet spreken maar thuis vragen. Wordt dan niet veel meer dus beoordelen en vragen stellen bedoeld?

Echter: mag aan zo’n klein woordje zoveel gewicht worden toegekend in de uitleg?

Over niet spreken en ondergeschiktheid: Kol. 3:16: gaat het daar ook alleen om de mannen? 
Men kan stellen: de regel van zwijgende zusters was voldoende bekend in Kolosse. Blijkt niet uit tekst.

Het relatieve zwijgen

Essentie:

- Kritiek op manlijke profeet – misschien haar eigen man of een oudste: dat is wel in strijd met ondergeschiktheid. 
En ‘alleen maar’ vragen stellen aan een profeet, kan gemakkelijk kritiek zijn of worden.
 
- Iets anders: vrouwen moeten zwijgen: ook bij ons niet absoluut. Meezingen: mag; ‘Amen’ zeggen: mag 
Inconsequent van ons? Nee, vinden wij, want beginsel van ondergeschiktheid blijft.
 
- En daar gaat het nu om in dit gedeelte: ondergeschiktheid: in zijn context: bij het beoordelen van profeten.