www.vergadering.nu De Leesmap www.vergadering.nu
Op 21 augustus van dit jaar, 's morgens om half twaalf, zal het precies
honderd jaar geleden zijn dat de man overleed die het allergrootste stempel heeft gezet op de 'Broederbeweging (of de 'Vergaderingen van
Gelovigen') in Nederland in de negentiende eeuw. Voorhoeves activiteiten bleven niet tot Rotterdam beperkt. Nog op heel jonge leeftijd evangeliseerde hij lange tijd in Silezië, waar veel 'Vergaderingen' ontstonden. Ook was Voorhoeve een ijverig scribent: hij publiceerde op 25-jarige leeftijd een geschrift over de Heilige Geest, verder over het Avondmaal (26 jaar), over de toekomstleer (32 jaar), over heiligmaking (38 jaar), enzovoort. In 1871 gaf hij de eerste editie van de bundel Geestelijke liederen uit, die toen 147 liederen omvatte, waaronder vele van zijn eigen gedichten, maar ook vele van vooral Carl Brockhaus, de leidende 'Broeder' in Duitsland.
Tot zijn hoofdwerk behoorde zijn medewerking aan de vertaling van het Oude
Testament in het Duits (1869-70) en van het Nieuwe Testament in het Nederlands (1877; de 'Telosvertaling' of 'herziene
Voorhoeve-vertaling' gaat op deze eerste uitgave terug). Ook publiceerde hij een evangelisatieblad voor kinderen (Voor de lieve kleinen)
en voor volwassenen (De Blijde Boodschap), veel kinderboekjes en een Vragenboekje voor gebruik bij bijbellessen, een Geïllustreerde
Christelijke Scheurkalender (vanaf 1890) en, samen met gelovigen uit allerlei andere kringen, het Geïllustreerd Weekblad Timotheus
(vanaf 1895), waarvan hij tot zijn overlijden hoofdredacteur was. 'Zelfs' koningin Wilhelmina heeft zich naderhand op dit blad
geabonneerd. Verder heeft de onvermoeibare Voorhoeve verschillende 'Scholen met den Bijbel' opgericht en zich beijverd tégen de
prostitutie en de vaccinatiedwang en vóór de homeopathie (zijn broer N.A.J. was oprichter van de Homeopathische Vereeniging in
Nederland).
Uiteraard verbind ik aan dit schema geen conclusie met betrekking tot het
jaar 2042... |
Zie ook het historisch overzicht in de brief aan J.N. Darby (Bode dec. 2000)
H.C.Voorhoeve | J.N.Voorhoeve 1940 | De Dunne Bierkade | Vergadering Dunne Bierkade nu
Uit een artikel van Frank Molenkamp over de Dunne Bierkade 18: Dunne Bierkade Als onderdeel van de uitbreiding van het Spuikwartier werden in 1616 de Bierkade en in het verlengde daarvan, de Dunne Bierkade gegraven. De naam is afkomstig van de aanvoer en handel in het Dunne bier (het lichte) met een laag alcohol percentage. [ ... ] Niet alleen de allerrijksten en adelijke Hagenaars waren geïnteresseerd in een schilderij aan de muur. Ook de welgestelde burgerij had geld over voor een wandversiering. Zij zochten hun schilderij uit op de jaarlijkse Meimarkt of op een van de andere markten en kermissen. Nu terug naar wat zich achter het huis van Balckeneynde bevindt, daarvoor moeten we door een poort. "deze leidt onvermoed, naar ruimte tot ons geestelijk goed." Deze vrome tekst staat in sierlijke letters boven een poortje aan deze kade. Het bevindt zich naast huisnummer 27 en maakt daarmee deel uit van het prachtige rijtje oude panden waaraan de gracht zijn faam ontleent. Met de ruimte die zo goed is voor de geest wordt een kerkje bedoeld, dat zich achter de huizenrij bevindt. Oorspronkelijk stond daar een atelier. Wellicht het voormalige atelier van Paulus Potter. De Familie Voorhoeve heeft dit atelier laten afbreken voor de bouw van een kerk. Dat vrolijk protestantse kapelletje, zoals het kerkgenootschap door een van de Voorhoeves ooit is gekarakteriseerd, waren lid van dit kerkgenootschap. De kerk is nog steeds in gebruik. Het is het lokaal van de Darbisten, ook wel 'gelovigen' of 'broeders' genaamd. De 'zusters' vervullen in de gemeenschap namelijk een enigszins ondergeschikte taak. In West-Europa ontstonden verschillende centra van bezinning die regelmatig door de Engelse theoloog John Nelson Darby (1800-1882) zijn bezocht. Daarbij zijn aantal darbisten aanwezig geweest, onder andere H.J. Lemkes, die in Alphen aan den Rijn een christelijke school zou oprichten en de Rotterdamse effectenhandelaar Jacob Voorhoeve. Deze heeft zich bijzonder onderscheiden in de antirevolutionaire kiesvereniging en bij de stichting van de Vrije Universiteit. Het was echter zijn zoon, Hermanus Cornelis Voorhoeve die, elf jaar eerder dan zijn vader, in 1857 de band met de Hervormde Kerk verbrak. Hij koos een toekomst als darbistisch evangelist. Behalve in Rotterdam, waar hij een groeiende -gemeente heeft opgebouwd en het eerste (nog bestaande) darbistische tijdschrift, de Bode des Heils in Christus (1858) heeft opgericht, was hij veelvuldig in Duitsland actief. Misschien met het oog op een samenwerkingsverband met zijn neef en zwager C.H. Voorhoeve, die ongeveer tezelfdertijd de drukkerij uitgeverij van C. Blommendaal op de Zuid-Oost-Buitensingel (nr. 223) voortzette, besloot Herman Voorhoeve in 1876 zijn op traktaat- lectuur geachte uitgeverij naar Den Haag over te brengen. Zijn vader werd correspondent van de Rotterdamse vergadering. Kort voor de jaarwisseling van 1876/77 slaagde Herman Voorhoeve er in, op een veiling, het Paulus Potterhuis, dat tot dan eigendom van J.L. le Rulle was, aan te kopen. Het waren de overgrootouders van Joris (minister van Defensie 1994-1998), die zich aan deze kade, in het huis van Balckeneynde vestigde. Het bovengenoemde ruime Herenhuis is sinds die tijd in bezit van de Familie. Hij is voorvechter van de monumentenzorg. Tot voor kort was de uitgeverij daar gevestigd. Nu huurt stadsherstel het, voor kantoorruimte. Er zitten zeer fraaie plafondschilderingen in die Voorhoeve eens heeft gekocht van een sloper. Deze zijn van de 19e eeuws Haagse schilder Stortebeker. Het poortje en het steegje waar de toegang toe verschaft, lopen naar nog een ander verborgen bouwsel. We lopen het steegje in en volgen het dan naar rechts, waardoor we parallel lopen aan de Dunne Bierkade en wel in de richting van het Spui. In de tuin van het zeer monumentale pand Dunne Bierkade 18 treffen we een merkwaardig huis aan. Het 'Zwitserse huis' wordt het wel genoemd en inderdaad, het zou in het Berner Oberland niet misstaan. Het bouwwerk, eigendom van de Fundatie J. H. C. Voorhoeve en in gebruik als woonhuis (drie appartementen), is gerestaureerd en is tevens leerling bouwplaats. Het Zwitserse huis kent een lange en bewogen geschiedenis en voorgeschiedenis. Het begin daarvan voert terug tot de eerste helft van de 17de eeuw. In de 18de eeuw was er in Den Haag nog maar èèn luxe industrie, die in het buitenland een zekere faam had en dat was de porseleinfabricage. De Duitser Anton Lyncker die in Saksen in een porseleinfabriek had gewerkt, besloot in Den Haag porselein te gaan maken. Hij startte in de Bagijnestraat en in 1779 begon hij een fabriek achter het huis waar hij zelf woonde, nummer 18. In 1782 werkte er 40 man. Een mooie collectie Haagsch porselein is aanwezig in het Gemeente Museum. In 1962 kreeg, toen nog koningin Juliana, als huwelijksgeschenk, (25 jaar) een 18e eeuws eetservies afkomstig van deze fabriek. Door de toenemende concurrentie was de fabriek niet meer in staat het hoofd boven water te houden. Inmiddels was de zaak door Lyncker junior overgenomen maar raakte steeds verder in de schulden. Het dure woonhuis aan deze kade moest hij van de hand doen. Het was een bodemloze put. Uiteindelijk vluchtte hij in 1790 naar de vrije stad Aken, om een rechtzaak te ontlopen. Roemloos was dus de ondergang van de fabriek. Wat er na het bankroet precies gebeurde met het gebouw in de tuin blijft in nevelen gehuld. Die trekken op rond 1850. Van 1840 tot 1946 was hier een houthandel gevestigd die dit chaletachtige gebouw onder andere als houtdrogerij benutte. De aannemer en houthandelaar Van der Lubben kocht een paar panden aan de Dunne Bierkade, waaronder nummer 18. Hij vergrootte het bestaande bouwwerk in de tuin door er een houtenhuis op te zetten voor de opslag en het drogen van hout. 'I'oen ontstond dus het Zwitserse huis. Het bleef tot 1946 in gebruik als houtopslagplaats. Voorhoeve stelde zich tot doel de Dunne Bierkade en omgeving aan de klauwen van verval, prostitutie en speculatie te ontrukken. En zo werd de gevelrij van de kade in zijn oude luister hersteld. Ook het Zwitserse huis was toe aan een opknapbeurt. Voorhoeve schakelde daartoe de Zaanse architecten A. en IJ. Kok in. Zij namen het huis onderhanden en maakten er een schilderachtig geheel van. De restauratie door bouwbedrijf Schouten werd in Augustus 1998 officieel afgerond. Rond 1900, voordat de Laakhaven in exploitatie kwam, lagen aan de Dunne Bierkade veel woningen en kantoren van vrachtschippers. Op nummer 16 bijvoorbeeld dat van de Haagsche Stoomboot Maatschappij, eigendom van W.H. Bol. Voor deze firma is dit huis in 1884 verbouwd; ter rechterzijde werd een koetshuis met paardenstal ingericht. Lees het hele artikel hier... |