Reformatorisch Dagblad Kerk en Godsdienst Reformatorisch Dagblad
3 september 2001
--------------------------------------------------------------------------------
Voorzitter Van der Veer na ziekte weer op EO-familiedag
„We hebben een grandioze Vriend”
Van onze kerkredactie
UTRECHT – „Zullen wij onze harten niet sluiten? Mag Jezus Zich aan u en mij toevertrouwen? God wil Zich aan ons toevertrouwen.
Zullen we onze harten openstellen?” Deze oproep deed presentator Bart Bazuin zaterdagmorgen toen hij de 29e EO-familiedag in de
Jaarbeurs in Utrecht opende. Hij wees op wat hij noemde „het meest dramatische woord” van de Heere Jezus in Johannes 2. „Hij
vertrouwde Zich hun niet toe, want Hij kende hen. Hij wilde zo graag, maar de mens sloot zich af.”
De familiedag had als thema ”Meer dan een vriend”. Het programma bestond net als andere jaren voor zeker driekwart uit muziek en
koor- en samenzang. Twee toespraken en gesprekken over het thema - van tevoren gefilmd of live op het podium - ontbraken ook deze keer
niet.
Ds. A. van der Veer sprak zaterdagmiddag weer voor het eerst in het openbaar, nadat hij in het laatste halfjaar viermaal is
geopereerd. De EO-voorzitter toonde zich dankbaar. Toen hij tegen vieren het podium opkwam, kreeg hij een groot applaus. Daarbij wees
hij naar boven. „Doe maar zo. God zij alle lof.” Hij vertelde hoe hij zich voor de operaties dicht bij God voelde. „Erna was God
zo ver. Weet u wat mij heeft getroost? Dat God meer is dan een vriend. Dat Hij zelfs een knecht is. Ik ben erbij bepaald dat Jezus de
barrière van pijn en moeite heeft weggenomen. Dat Hij naar mij toekwam. Ik hoef niet bij Hem te komen. Hij was bij mij.” Die
Koningknecht is, aldus de EO-voorzitter, niet „je vriendje”, maar „de heilige God en tegelijk knecht. Hij ruimt het vuil op en
wast je voeten.”
Dunnetjes
Volgens prof. dr. W.J. Ouweneel doen sommige christenen er „minachtend” over als iemand zegt: „Jezus is mijn vriend.” „Zij
vinden dat dunnetjes. Maar het is geweldig als je inderdaad mag zeggen: Jezus is mijn vriend. Ik hoop dat als u dat vandaag niet kunt
zeggen, dat u jaloers wordt.”
Vanuit Johannes 15:12-15 haalde hij zaterdagmorgen drie trefwoorden bij het thema vriendschap naar voren: offerbereidheid,
vertrouwelijkheid en dienstbaarheid.
Liefde kun je volgens hem op geen grotere wijze bewijzen dan door voor elkaar door het vuur te gaan. „Elke dag mag ik Hem danken dat
Hij voor mij de dood is ingegaan."
Maar dat is volgens hem niet alles: „Het is iets geweldigs dat Jezus zegt: „Wat heb jij voor mij over?” Als u kunt beamen: Jezus
is voor mij de dood ingegaan, wanneer was het dan de laatste keer dat u voor Hem een offer hebt gebracht?”
Echte vriendschap kan niet van één kant komen. „Jezus is geen therapeut. Hij is een vriend. Hij stort Zijn hart ook bij ons uit.
Hij wil zo graag delen wat Hij in Zijn hart heeft.”
Daarom maakt Ouweneel zich zorgen dat er steeds minder in de Bijbel wordt gelezen. „Want bijbellezen betekent luisteren naar de
hartsgeheimen van de Heere.”
Dienstbaarheid betitelde Ouweneel als de vreemdste van de drie eigenschappen. „Jezus zegt in vers 14: Jullie zijn Mijn vrienden als
je doet wat Ik zeg. In aardse verhoudingen betekent dit het einde van de vriendschap. Waarom kan Hij dat zeggen? Hij is meer dan een
vriend. Hij is ook meester. Ik weet ook dat Hij dat zegt omdat Hij het beste met me voor heeft. En wat gebiedt de Heere dan? Dat we
elkaar moeten liefhebben. Ik zeg het heel persoonlijk: Leeft u in onmin met familie? Als u meent te kunnen lopen over mensen en Jezus
vriend noemt, is er iets radicaal mis. Mijn offer moet uitstralen naar andere mensen.”
De familiedagbezoekers kregen een kaart om die versturen naar een persoon
die misschien een beetje uit beeld is geraakt. „Als de kaart is opgestuurd, komt er daarna een belletje en daarna de ontmoeting”,
aldus Bazuin.
Met een andere kaartenactie probeert de EO een massa kaarten richting Pakistan te krijgen. Daar zit de christen Ayub Masih gevangen.
Ter dood veroordeeld. „We willen spreken voor onze broeder. Op die manier kunnen we vrienden zijn.”
Schoen uit
De opkomst was ongeveer gelijk aan vorig jaar. Er waren circa 10.000 volwassenen en ruim 3500 kinderen bezochten het kinderfeest.
Mensen tussen de 35 en de 55 waren ondervertegenwoordigd. Staffunctionaris W. de Knijff zei desgevraagd dat de jongerendag de
prioriteit naar zich heeft toegetrokken. „Dat is nu een groot megaproject geworden. Als dat eenmaal zo is, kun je niet meer terug.
Je kunt het je niet veroorloven artiesten van mindere kwaliteit te vragen. Je probeert met jongeren te communiceren. Daarbij is het
elk jaar een punt hoe we de inhoud krachtig houden. Hoe versterken we de boodschap? De jongerendag heeft meer uitstraling en is
duurder.” Dat laatste betekent volgens De Knijff dat de EO niet de mogelijkheid ziet nog iets anders te ontwikkelen voor de groep
die tussen de jongeren en de familiedagbezoekers inzit.
Voor de kinderen van acht tot en met twaalf verzorgde Ben Ketting twee keer het programma ”Prinsen & Prinsessen”. In het
middagdeel kregen de kinderen onder andere door drama en liedjes te horen hoe „we vrienden met de Heere Jezus kunnen zijn en hoe Hij
vriend is met ons.”
Mimespeler Gert van der Vijver liet –in rook gehuld en onder paars, groen en roze licht– zien hoe er een „reuzenrel” ontstond
onder de discipelen over de vraag wie de meeste is als de Meester straks zal regeren. „Een zei: Namens koninklijk besluit, deel ik
naast de Heer de lakens uit. Jezus, Hij deed water in een kom en knielde bij hun voeten neer. Au, wat deed dat zeer. Het water was
niet te heet. Het was de les van de Meester die hun harten smeedt. Je bent pas vriend voor groot en klein als je voor een ander de
minste wilt zijn.”
Verkocht
Henk Binnendijk sprak 's middags over Abraham, die in de Bijbel drie keer de vriend van God wordt genoemd. Dit kun je volgens hem niet
omdraaien: „Abraham zou nooit gezegd hebben: Mijn vriend God. Dat kan niet.” De tekst: „Heere, ik heb mij verstout tot U te
spreken”, geeft volgens Binnendijk goed weer hoe Abraham over God dacht.
Uit het feit dat God Abraham Zijn vriend noemt, leidde Henk Binnendijk af dat God in Zijn hart wil laten kijken, wil laten zien wat
Zijn verlangen is. „Hij is veel mooier dan wij Hem vanbuiten zien. God is grandioos. God is veel meer dan een vriend. In de mate dat
u bij Hem naar binnen kunt kijken, bent u verkocht.”
God heeft aan Abraham veel vriendendiensten bewezen, aldus de gepensioneerde EO-medewerker. De op een na grootste was volgens hem dat
Abraham nog een kind kreeg op zijn 99e. „Izaäk, een lachertje.” En de grootste vriendendienst –„ik huiver om het te zeggen”–
is dat Abraham Izaäk moet offeren. Het was een vriendendienst van God, legde Binnendijk uit, omdat Hij voor Abraham niet wilde
verbergen wat Hij zou gaan doen. „Wat ging Hij doen? Hij ging met Zijn enige Zoon naar Golgotha, naar het altaar. En God sloeg door.
Niemand hield Zijn hand tegen. Begrijpt u? Ik niet. Die God is zo grandioos. Hij had er behoefte aan in alle eeuwigheid iemand naast
zich te hebben die in Zijn hart kon kijken, die innerlijk door kon maken wat Hij door zou maken.”
Zullen we stil zijn, vroeg Binnendijk aan het eind. „Dan kunt u God iets zeggen. Bijvoorbeeld: „Vader, U bent grandioos.” |