Bijbelgetrouw, krachtig en praktisch onderwijs van Andrew Wommack
Overzicht van de vertaalde bijbelstudies van Andrew Wommack, klik hier...

Een betere manier van bidden - 2
Andrew Wommack

Deel 1: Huichelaars zijn dol op bidden...
Deel 2: Jezus de enige middelaar...
Deel 3: Het ware doel van gebed...
Deel 4: Spreek tot jouw berg...
Deel 5: Gebed is een proces...

Onderwijs vertaald van MP3 bestanden. Gedownload van TV
Oorspronkelijke titel van deze serie: ‘A Better Way To Pray’

Algemene inleiding:
Iedere christen weet dat hij zou moeten bidden, maar slechts heel weinig christenen ervaren dat ze een succesvol gebedsleven hebben. Daar zijn verschillende redenen voor. Het zal je misschien verbazen te ontdekken dat een van de voornaamste redenen waarom gelovigen zo’n moeite met gebed hebben, is dat ze er zoveel verkeerd onderwijs over hebben ontvangen. In deze serie weerlegt Andrew Wommack diverse moderne religieuze tradities over gebed en biedt een fundament waarop een bevredigend en effectief gebedsleven kan worden opgebouwd. 

Deel 2: Jezus, de énige middelaar

We beginnen met het lezen van Matteüs 6 vers 5. Het eerste wat Jezus over gebed zei, is dat Hij onderwees wat gebed níet was. En Hij zei een aantal verbijsterende dingen. Een van de dingen waar ik gisteravond op ingegaan ben is dat er in Matteüs 6 vers 5 staat dat huichelaars dol zijn op bidden. En mensen zijn hierdoor geshockeerd.
Gebed is iets geworden waar je niet aan mag komen, daar is het te heilig voor. Maar gebed is één van de gebieden waarbij je verstrikt kunt raken in een heleboel religieuze rommel. Dat is echt een probleem in het lichaam van Christus.

Gisteravond begonnen we dus enkele misvattingen over gebed te weerleggen. En ik heb het gisteravond al gezegd, maar ik zeg het hier nogmaals voor een aantal die vanavond hier nieuw zijn, dat ik dit de titel heb gegeven ‘Een betere manier van bidden’. Het is niet de enige manier om te bidden. Het is geen kwestie van dat als je niet zo bidt, dat je dan verkeerd bent, want niemand van ons heeft een volmaakte openbaring van welk onderwerp dan ook.

Alles waar ik tegen predik heb ik zelf ooit op de een of andere manier gedaan. En ik hield van God, en God hield van mij, dus ik verkondig niet dat jullie allemaal slecht zijn of dat soort dingen. 
Als je het op zo’n manier opvat, dat als ik iets weerleg wat jij net in de praktijk brengt, of als ik een bepaalde opvatting weerleg die jij hierover hebt, hoef jij je niet afgewezen te voelen, want je kunt zeggen, God houdt van me, en God verhoort mijn gebeden. Prijs de Heer voor zo’n liefdevolle Vader. En ik kan je zeggen dat Hij soms echt geweldig voor me is geweest, terwijl ik ongelooflijk domme gebeden bad.
Maar ik vertel je dat stomme gebeden, stomme resultaten opleveren. Het levert je slechte resultaten op, want er is gewoon een betere manier om te bidden. Dus gisteravond begonnen we over enkele van die dingen te spreken.

Een van de dingen waarover we het hadden, is dat Jezus expliciet zegt dat je niet verhoord wordt vanwege je vele gepraat. Lange gebeden zijn niets beter dan korte gebeden. Het gaat helemaal niet over de hoeveelheid tijd dat je bidt. Jezus heeft dat nooit onderwezen. En toch is het heel gewoon dat dit wél onderwezen wordt in het lichaam van Christus vandaag de dag. Het komt er op neer dat mensen zeggen, dat als je lange tijd in gebed doorbrengt, dat dan alles zal werken.

Er zijn veel verschillende redenen waarom dingen werken, maar laat me je vertellen dat meestal wanneer er zo over gesproken wordt, en mensen het zo opvatten dat ze het idee krijgen dat God antwoordt afhankelijk van hun prestaties, van hoeveel zij wel gedaan hebben en anders raak je uit de weg van geloof en genade, dan kom je in het gebied van werken en wetticisme. Dus dat God het als het ware aan je verplicht wordt, en dat zal je gebed heel snel onbruikbaar maken.

Het is gewoon niet waar. Je kunt God niet op die manier benaderen. Je kunt God niet manipuleren tot een punt waarop Hij je gebeden gewoon móet beantwoorden. Want je kunt het niet verdienen. En ik weet dat sommigen van jullie zullen zeggen, maar ik doe zoiets niet. Maar toch heb ik echt duizenden mensen gehad, die naar me toekwamen en zeiden: Ik heb gebeden en gebeden, en ik heb dit gedaan en dat gedaan en ze vertellen me alle dingen die ze hebben gedaan en dan vragen ze: hoe kan het toch dat God mijn gebed niet heeft beantwoord?

Wél, je hebt me net verteld waarom Hij je gebed niet beantwoordt, want je hebt niet gesproken over wat God voor jou gedaan heeft, maar je hebt alleen maar gesproken over wat jij voor Hem gedaan hebt. Gebed en bepaalde perioden tijd besteden en door allerlei toewijdingen heen gaan, kunnen de grootste gebieden van gevangenschap vormen in het leven van een christen. Dank je voor die oorverdovende stilte.

Dat kán dus. Is er iets verkeerd met toewijdingen? Nee, als je het doet als een vorm van zelfdiscipline. En als je zegt: ‘God, ik weet dat U niet méér van mij zult houden als ik dit doe, en U houdt ook niet minder van me als ik het niet doe. Maar ík heb het nodig mijzelf te disciplineren, want ik ben een ongedisciplineerd mens, en de drukte van het leven is zo groot, dat ik dan dagen doorbreng, zónder me te verdiepen in het Woord, dus daarom ga ik elke ochtend om 6 uur opstaan, en breng een uur door met de Bijbel.’ Als je het doet om jezelf te disciplineren, en je zegt: ‘God, dit is wat ík nodig heb’, dan is het prima, uitstekend.

Maar weet je, de meeste mensen doen al deze dingen, omdat ze denken dat God het eist, en als je het dan voor elkaar krijgt, dan ga je heel wat van jezelf denken. Kijk eens wat ik gepresteerd heb. Dat is níet volgens de Bijbel. Zo werkt het gewoon niet.

Hier in Lukas hoofdstuk 11 vers 1 staat: ‘En het geschiedde, terwijl Hij ergens in gebed was, dat een van zijn discipelen, toen Hij ophield, tot Hem zei: Here, leer ons bidden, zoals ook Johannes zijn discipelen geleerd heeft.’

We hebben het gehad over Mattheüs hoofdstuk 6 vers 9 t/m 13, wat gewoonlijk het gebed des Heren, het Onze Vader, wordt genoemd. Hier in Lukas 11 staat hetzelfde gedeelte. Het is een beetje ingekort in het verslag van Lukas. Vanaf vers 2 staat er: ‘Hij zei tot hen: Wanneer gij bidt, zegt: Vader, uw naam worde geheiligd; uw Koninkrijk kome; geef ons elke dag ons dagelijks brood; en vergeef ons onze zonden, want ook wijzelf vergeven een ieder, die ons iets schuldig is; en leid ons niet in verzoeking.’
En dan in vers 5 is het punt wat ik duidelijk wil maken. Jezus gebruikt hier een gelijkenis, waaruit heel veel over gebed onderwezen is. En wat meestal geleerd wordt naar aanleiding van deze gelijkenis, is precies het tegenovergestelde van wat Jezus hier zegt. En ik denk dat we dit helemaal moeten behandelen om een aantal zaken te onderzoeken.

Hier in vers 5 zegt Hij: ‘Wie van u zal een vriend hebben, die midden in de nacht bij hem komt en tot hem zegt: Vriend, leen mij drie broden, 6 want een vriend van mij is op zijn reis bij mij aangekomen en ik heb niets om hem voor te zetten; 7 en dat dan hij, die binnen is, zou antwoorden en zeggen: Val mij niet lastig, de deur is reeds gesloten en mijn kinderen en ik zijn naar bed; ik kan niet opstaan om ze u te geven. 8 Ik zeg u, zelfs al zou hij niet opstaan en ze geven, omdat hij zijn vriend was, om zijn onbeschaamdheid zou hij opstaan en hem geven, zoveel hij nodig heeft.’

Nu wordt er over het algemeen onderwezen dat God net zo zou zijn als deze vriend. Dat je tot Hem moet gaan als je een nood hebt. Dan ga je tot Hem. En de eerste keer zegt Hij misschien: nee! Hij is er niet toe bereid, en je moet blijven aandringen bij God, en blíjven aandringen, en bidden, met onbeschaamdheid, en aandringen en opnieuw en opnieuw, tótdat je God dwingt je te geven wat je nodig hebt. 

Het wordt misschien niet precies op die manier gezegd, want zo is het nogal erg schaamteloos. Maar in wezen is dit tóch wat er wordt onderwezen: dat je moet bidden, aandringen, en de hemel bestormen. En dit is een variant hierop, in principe onderwijzen ze hetzelfde als ze zeggen: God zal niet reageren op jouw gebed in je eentje, dus je zult anderen erbij moeten gaan betrekken en gezamenlijk gebed organiseren. En dan moet je honderdduizenden mensen erbij betrekken om te bidden voor opwekking. En als we dán de hemel bestormen en bestoken, zal God uiteindelijk deze dingen gaan schenken.

Het is stil hier. Weet je, er zijn een heleboel mensen die dit in feite geloven. Maar dat is níet wat hier door Jezus wordt gezegd. Weet je wat Jezus hier doet? Verderop, als we verdergaan met deze verzen, wordt dat heel duidelijk. Als ik jullie hier bij me had en met ieder van jullie een op een zou spreken, en als ik dan zou zeggen: Wie van jullie heeft een vriend, en als je een nood had, en je ging naar hem toe, alleen maar omdat het midden in de nacht is, en hij al in bed ligt, zou die uit het raam schreeuwen: Laat me met rust, ik lig te slapen, en mijn vrouw en kinderen ook, ga weg! Hoeveel van jullie hebben een dergelijke vriend?

Hier is er eentje die zijn hand opsteekt! Nou ik zal je zeggen, dat is helemaal geen vriend. Dat is niet de manier waarop vrienden elkaar behandelen. Je ként misschien wel iemand die zo zou handelen, maar dat is geen vriend! Jezus gebruikt hier een fysiek voorbeeld, en Hij toont ons, dat als een vriend je al beter zou behandelen, waarom denk je dat God dan lastig gevallen en gesmeekt en gepleit moet worden om iets te doen? Mensen behandelen je al beter dan zo. En God, de schepper van hemel en aarde, die zijn eigen Zoon gezonden heeft om onze zonden te dragen, die véél en véél meer van ons houdt dan wie dan ook, waarom denken we dat Hij véél minder bereid zou zijn om iets te doen in ons leven dan een fysieke vriend die slecht is en allerlei fysieke problemen en beperkingen heeft. 

Het punt dat Hij maakt is dat je niet eens zou verwachten dat een méns je zo zou behandelen. En zelfs al zou jij je iemand kunnen voorstellen, die zou zeggen, alleen maar omdat het niet gelegen komt, kom morgen maar terug, laat me met rust, gewoon omdat het laat is, en om met rust gelaten te worden en weer terug in bed te kunnen, alleen daarom al zou deze jou geven wat je nodig hebt.
Je hebt meer geloof dat ménsen je goed zullen behandelen, dan dat je vertrouwen hebt dat Gód je goed zal behandelen. Hij leert helemaal niet dat God zo is en dat God je zo zal behandelen. Wat Hij hier gebruikt is geen vergelijking, maar een tegenstelling.
En deze logica gebruik ik de hele tijd. Ik herinner me een man, hier in Colorado Springs, die op zijn sterfbed lag. Don Krow en ik gingen elke dag bij hem langs om hem te dienen, maanden lang, en het is in ieder geval een lang verhaal, maar deze man, had gewoon moeite om te geloven dat God hem zou genezen.
En zijn vrouw was daar en bad liefdevol voor hem, huilde over hem. Zij was zó bewogen met hem. En op een dag, alleen om mijn stelling duidelijk te maken, zei ik tegen hem: ‘Denk jij, dat als jouw vrouw de mogelijkheid had om jou te genezen, dat zij zou weigeren dat te doen, alleen maar omdat jij bijvoorbeeld je bijbel niet had gelezen, of omdat jij niet de man bent geweest die je had moeten zijn. Zou er ook maar iets in jouw leven kunnen zijn geweest, dat er voor zou zorgen dat zij jou gewoon liet sterven, alleen maar omdat je iets niet goed gedaan hebt?’
En hij werd een beetje beledigd. ‘Op geen enkele manier’, zei hij. ‘Ze zou bereid zijn álles te doen, zelfs om voor me te sterven als dat zou helpen.’
En ik zei tegen hem: ‘En jij denkt dat de almachtige God mínder van jouw houdt dan jouw vrouw?’ Het punt waar het me om gaat is, dat hij meer vertrouwen had in de liefde van zijn vrouw voor hem, dan in de liefde van God.

Ik heb precies dezelfde logica gebruikt bij mensen. En dat is wat de Heer hier zegt. Hij zegt niet dat God net zo is als deze vriend die je moet lastig vallen, en dat je de Heer moet aangrijpen en niet meer loslaten, nét zolang tot God eindelijk toegeeft, en je de dingen waar je om gevraagd hebt overhandigt. Dat gaat gewoon helemaal tegen God in. Dat is gewoon een belediging van God. Maar toch is dat de houding, die de meesten van ons geleerd hebben en toegepast hebben in onze gebeden. Je moet God gewoon aanhoudend vástklampen en God, om wat voor reden ook, is misschien niet geneigd om het aan je te geven, maar je kunt God overréden en manipuleren om het te doen. 

Ik zal je zeggen, je kunt God nooit overreden of manipuleren om wat dan ook maar te doen. Als God niet reeds in zijn genade in jouw nood heeft voorzien, zal jouw geloof Hem nooit overreden om het alsnog te doen.
Geloof is níet in staat God in beweging te krijgen. En dit is totaal anders dan heel veel mensen denken. Ik zeg je, God is niet degene die vastzit. Híj is niet degene die in beweging moet komen. Hij heeft alles al gedaan. Hij heeft zelfs al in jouw nood voorzien voordat jij deze ook maar had. Hij schiep de voorziening reeds, voordat jij ook maar een nood had. God is nog nooit voor verrassingen komen te staan.

De Heer heeft reeds iedere ziekte en ieder gebrek genezen, vóórdat jij ook maar het probleem had. Het is niet zo, dat God er op uit moet en nog een antwoord moet gaan vinden. God heeft zíjn deel reeds gedaan. En wij hoeven helemaal niet bij hem te smeken en te bedelen, God heeft het allang gedaan.
Het is niet zo dat God daarboven met zijn armen over elkaar zit en zegt: Smeek eens wat harder, wat vuriger. Je bent niet serieus genoeg, je moet nog wat meer lijden. Je hebt nog niet lang genoeg geleden. Dat is zo’n beetje de houding die mensen hebben. Maar God is helemaal niet zo. 


God doet zijn uiterste best om zijn zegening aan jou te geven. Als de Heer niet afhankelijk was van onze medewerking om zijn kracht gemanifesteerd te krijgen, dan zou er geen ziekte zijn. Er zou hier zelfs niemand zijn die een bril hoefde te dragen, niemand die verkouden zou zijn, er zou hier niemand zijn met een pijntje of een steek of een allergie. God is meer dan bereid om in elke nood en behoefte te voorzien. En ik garandeer je, dat God niets anders doet dan te proberen genezing bij jou te krijgen.
God probeert ons allemaal te zegenen. Je hoeft helemaal niet te smeken en te bedelen bij God om zijn kracht uit te storten. God wil nog veel liever een opwekking dan wij dat willen! En de manier waarop ons geleerd is, dat wij moeten pleiten en smeken voor een opwekking bij God is absoluut verkeerd. 

Voorzover ik weet ben ik de enige die dit verkondigt. Ik ben er zeker van dat anderen dit ook zeggen, maar daar heb ik nog niet van gehoord. Voor zover ik weet ben ik een eenzame stem. Ik heb nog niemand anders dit horen zeggen. Alle anderen zeggen: ‘Oh, laten we bij God gaan bidden en pleiten voor een opwekking. Laten we God gaan bidden om zijn Geest uit te storten.’ 
Weet je wat je dan eigenlijk zegt? Dat God verantwoordelijk is voor de dode levenloze toestand van de kerk! En dat als God dat wilde, Hij gewoon zijn Geest kon uitstorten. En wonderen zouden gewoon gebeuren, mensen zouden opgewekt worden, kerken zouden volstromen. Onze regeringen zouden veranderen, de algemene houding zou veranderen. We zouden al deze verschrikkelijke dingen die gebeuren kunnen omkeren.
Het enige dat God hoeft te doen, is zijn pink bewegen en pats boem, de kracht van God is uitgestort. 

Maar dat is helemaal fout! God is niet degene die in gebreke blijft! Hij is niet degene die zegt: ‘Ik ga jullie niet zegenen, want jullie hebben niet gedaan wat ik jullie heb bevolen, jullie houden je niet aan de 10 geboden en jullie hebben dit of dat gedaan, zie maar of je mij in beweging kunt krijgen’!
Zo is God helemaal niet. God probeert ons te zegenen. God wil zich met alles wat maar mogelijk is manifesteren. Het is helemaal geen kwestie van bedelen bij God en proberen Hem gemotiveerd te krijgen.
Als jij gaat zeggen: ‘We moeten bidden en God bestormen en bestoken om zijn Geest uit te storten’, belaster je eigenlijk God, zonder dat je dit rechtstreeks zo zegt. Je zegt eigenlijk: ‘God doet niets. Hij is uit zijn hum, vanwege onze zonde of zoiets, en wat wij moeten doen is om genade smeken.’ Dat is verkeerd!

Ik kan zien dat een heleboel van jullie het met mij eens zijn. Jullie zitten echt te kijken van: waar komt dít nou weer vandaan! De Heer houdt van ons. De Heer ís niet uit zijn hum. God staat niet op het punt om ons te oordelen.

Vroeger zei ik dat als God ons land niet zou oordelen, Hij zich zou moeten verontschuldigen bij Sodom en Gomorra. Maar nu zeg ik: als God ons land wél zou oordelen, zou Hij zich moeten verontschuldigen bij Jezus! Want Jezus heeft verzoening gedaan voor onze zonden. Sodom en Gomorra, dat was vóór Jezus. Dat maakt nogal verschil. God is niet ontstemd, God staat niet op het punt om ons land te oordelen. 

Betekent dit dan dat ons land veilig is, en dat wij geen problemen zullen hebben? Omdat God ons niet gaat oordelen? Nee, wij zijn bezig ons zelf te vernietigen. Wij maken zelf ons land kapot. Wij geven satan alle ruimte, en ik garandeer je dat als we ons niet bekeren, we de verkeerde kant op gaan. De toekomst ziet er niet goed uit. Maar het is niet God die rampen en tragedies veroorzaakt. En het is niet God die ons verlaten heeft, en niet God die weigert zijn Geest uit te storten. 

Wíj zijn degenen die Hem de rug hebben toegekeerd. En wíj zijn degenen die ons moeten bekeren en terugkeren tot Hem. Maar wij hoeven niet bij God te smeken om zijn Geest uit te storten. Ik moet een andere kant uit. 
Laten we eens kijken in Genesis 18 en laat me je de tegenstelling tonen tussen de manier van bidden onder het oude verbond en het nieuwe verbond. En nogmaals, de meeste mensen geloven dat het enige verschil tussen het oude en het nieuwe verbond een witte bladzijde in hun bijbel is. Ze begrijpen het verschil niet.
Maar het maakt gewoon een enorm verschil in de manier waarop alles werkt. In het 18e hoofdstuk vinden we, dat God naar beneden kwam en Abraham enkele overweldigende zegeningen beloofde, en tegen het einde van dat hoofdstuk vertelde Hij aan Abraham dat hij Sodom en Gomorra zou gaan vernietigen. Hij zond twee engelen daarheen en vertelde Abraham dat als de zaken die Hij gehoord had waar waren, Hij Sodom en Gomorra zou vernietigen.

‘22 Toen wendden die mannen zich vandaar en gingen naar Sodom, maar Abraham bleef nog staan voor de HERE. 23 En Abraham trad nader en zei: Zult Gij dan de rechtvaardige met de goddeloze verdelgen? 24 Misschien zullen er vijftig rechtvaardigen in de stad zijn; zult Gij haar dan verdelgen, en aan de plaats geen vergiffenis schenken ter wille van de vijftig rechtvaardigen, die in haar zijn? 25 Het zij verre van U, aldus te handelen, de rechtvaardige te doden met de goddeloze, zodat de rechtvaardige zou zijn gelijk de goddeloze; verre zij het van U; zou de Rechter der ganse aarde geen recht doen?’ - Dit is stoutmoedig. Abraham die zich tot God richt en in feite zegt: ‘Dat kunt U toch beter doen? Hebt U niet meer rechtsgevoel dan dit? Zou U zóiets doen? Dat zou toch niet juist zijn? 


Ik zal je wat vertellen, dit is geen goede manier om te bidden. Abraham kwam ermee weg, omdat er sprake was van een ander verbond, en Jezus had nog geen verzoening voor ons gedaan. Ik probeer mezelf in te houden, want hier wil ik morgenavond echt uitgebreid op ingaan.
Het zou volkomen fout zijn voor een gelovige onder het nieuwe verbond om op deze manier te pleiten. Het was wel juist voor Abraham, omdat God inderdaad boos was op de zonde onder het oude verbond. En God vernietigde Sodom en Gomorra onder het oude verbond.

Maar mensen nemen dit als voorbeeld en zeggen: ‘God is boos en als ons land zich niet bekeert, gaat God een oordeel over ons brengen’, dan is dat gewoon niet waar. Hier ligt een groot verschil. Hij bracht een oordeel over Sodom en Gomorra, maar dat gaat Hij nu niet meer doen. Hij gaat geen oordeel meer over ons land brengen. 
Dank jullie voor die oorverdovende stilte!
Maar ik weet dat dit wel aan velen van jullie is onderwezen. Velen kregen te horen dat 11 september Gods oordeel over de VS was, omdat we God niet gediend hebben. En God gaf zo een waarschuwing af om ons wakker te schudden. En als we ons niet bekeren dan gaan er nog veel grotere en ergere dingen gebeuren.

Maar dat is helemaal niet van God. De toorn van God is verzoend. Ten tijde van Abraham was die niet verzoend. En dus kwam Hij naar de aarde en vernietigde Sodom en Gomorra. Hij bracht een oordeel over hen. Maar onder het nieuwe verbond is er een verschil. Jezus maakte een enorm verschil. Want vóór Jezus was Abraham hier een middelaar. Het woord middelaar betekent volgens het woordenboek: iemand die optreedt als bemiddelaar, speciaal om te proberen tegenstellingen te overbruggen tussen twee of meer partijen die boos zijn op elkaar. En een middelaar zoekt om die twee weer met elkaar te verzoenen. God was heilig en de mens was onheilig en daarom was er een vonnis en toorn, en was het terecht en juist om die toorn uit te oefenen. En God had voorbidders nodig om te zeggen ‘bekeer U van Uw woedende toorn’. Dat was wat Abraham aan het doen was. En Mozes deed precies hetzelfde in het Exodus 32. God werd zo boos dat Hij zei: ‘Mozes ga opzij, laat mij begaan en ik vernietig al deze mensen en ik zal jou gaan gebruiken en uit jou een nieuw volk bouwen’. Maar Mozes zei tegen de Heer, laat ik dit even voorlezen, want sommigen van jullie zullen het niet geloven als ik dit niet uit de Bijbel voorlees: ‘10 Nu dan, laat Mij begaan, dat mijn toorn tegen hen ontbrande en Ik hen vernietige, maar u zal Ik tot een groot volk maken.’

Hier zitten nogal krasse uitspraken in. Weet je dat God in feite zegt: ‘Mozes, laat Mij met rust, zodat Ik kan doen wat Ik wil doen.’ Op een heel subtiele manier zegt Hij: ‘Mozes, jij hebt invloed bij Mij, en als jij gaat bidden en om genade pleiten bij Mij, dan zul je Mij weerhouden om mijn wraak te voltrekken.’ Nou, dat is toch gewoon verbijsterend? Dat de almachtige God überhaupt enige rekening met onze mening zou houden!
Maar God is zo’n God van liefde! Hij hield van deze man, van Abraham. Hij had een verbond met hem gemaakt en hem verteld: ‘Ik zal je eren en je zegenen.’ Niet omdat hij het verdiende. Abraham was bereid iemand zijn vrouw te laten nemen en overspel met haar te plegen, alleen maar om zijn eigen huid te redden. Abraham was niet de meest edele persoon op aarde. Ik kan je garanderen dat als hij nu zou leven en zoiets vandaag de dag zou doen, zouden wij hem als een schoft beschouwen.
En Abraham deed dat niet één keer, maar twee keer. Abraham heeft enkele ernstige fouten gemaakt, maar God had zijn woord aan hem gegeven en eerde zijn woord. God had hem met eer bekleed en daarom alleen zei God tegen hem: Abraham, mijn verbond met jou heb Ik gezworen, en als jij daar gaat staan kun jij Mij weerhouden om te doen wat Ik wil doen. 
Dat is verbazingwekkend. Niet omdat Abraham het waard was, maar God is zó rechtvaardig en zó heilig, dat Hij ons dat privilege, dat voorrecht, bij Hem heeft gegeven. Dus Hij zegt: ‘Ga uit de weg, zodat ik kan doen wat Ik met deze mensen wil.’ 

En dit is wat Mozes toen zei: ‘11 Toen zocht Mozes de gunst van de HERE, zijn God, en hij zei: Waarom, HERE, zou uw toorn ontbranden tegen uw volk, dat Gij uit het land Egypte hebt geleid met grote kracht en met een sterke hand? 12 Waarom zouden de Egyptenaren zeggen: Tot hun onheil heeft Hij hen uitgeleid, om hen te doden in de bergen en hen van de aardbodem te vernietigen? Laat uw brandende toorn varen en heb berouw over het onheil, waarmede Gij uw volk bedreigt.’
Hier is Mozes die tegen God zegt: ‘Heb berouw, bekeer U!’ Man, dat is verbazingwekkend! Waar haalt hij het léf vandaan! En weet je wat nog verbazingwekkender is? Dat staat hieronder in vers 14: ‘En de HERE kreeg berouw over het kwaad, dat Hij gezegd had zijn volk te zullen aandoen.’

Hier is een mens die zegt: ‘Heer, bekeer u, heb berouw! Beseft U wel dat de Egyptenaren zullen horen wat hier gebeurd is en zullen zeggen: God heeft hen wel uit Egypte kunnen brengen, maar Hij was niet in staat hen het beloofde land binnen te brengen. God is te zwak. God, dat zal niet goed op uw CV overkomen! Heer, heb berouw!’ En God kréég berouw! Dit is verbazingwekkend. 

Maar je hoort mensen op basis hiervan onderwijzen over voorbede en zij leren te bidden: ‘Oh God, bekeer u van uw toorn, giet geen oordeel over ons land uit.’ En mensen zullen zeggen: ‘En wat is daar mis mee?’
Want Abraham zei: God, als er 50 rechtvaardigen zijn, zou U de hele stad vernietigen als er 50 rechtvaardigen zijn? En God zei: Nee, als er 50 rechtvaardigen zijn, zal ik het niet doen. Abraham zei: En wat als er 40 zijn? Als er 40 rechtvaardigen zijn, doe Ik het niet. Wat als er 30 zijn? Als er 30 rechtvaardigen zijn, zal Ik het niet doen. Hoe zit het met 10? Hij bracht het eindelijk terug tot 10, en het bleek dat er zelfs geen 10 rechtvaardigen gevonden konden worden. Er was maar één rechtvaardige te vinden, in heel Sodom, en dat was Lot. En God ging verder en verwoestte Sodom en Gomorra.

Maar weet je, God reageerde bovennatuurlijk op de voorbede van mensen zoals hier. Je zult tegenwoordig mensen ontmoeten die leren: dat is wat wij moeten doen, God is geïrriteerd, God is boos en wij zijn zondaren, wij hebben zonde in onze levens en God is boos en Hij gaat een oordeel over ons land brengen; en deze personen gaan Hij niet genezen tot zij zich in het stof wentelen en totdat zij zich bekeren en berouw hebben of totdat een voorbidder om zijn genade smeekt. In principe is dit zoals gebed wordt onderwezen. We moeten naar God gaan en Hij is net als deze vriend die zegt: ‘Val me niet lastig, ik ben ontstemd over je, ik mag je niet, je verdient wat je krijgt’. En God is gewoon niet genegen om onze gebeden te verhoren, dus je moet gaan smeken en bedelen en bij God blijven aandringen, tótdat God zijn Geest uitstort. 
Maar dat is verkeerd. Dat is absoluut de verkeerde houding in gebed. En toch wil ik wedden dat iedereen hier aanwezig tot op zekere hoogte door deze houding is beïnvloed en met dit soort houding tot de Heer bidt. Weet je dat dit zó beledigend is voor God? Je vertrouwt Hem niet. Je gelooft niet wat Hij al gedaan heeft.

Verderop in Numeri 16 vind je dat gedeelte waar Korach en Dathan tegen Mozes in opstand kwamen en zijn gezag betwistten. Het is een lang verhaal, maar ze wilden niet meewerken en tenslotte werd Mozes boos en zei: Als deze mensen een natuurlijke dood zullen sterven, zul je weten dat God mij niet gezonden heeft. Maar als iets volkomen nieuws zal gebeuren, zodat de aarde opensplijt en hen levend verslindt in de afgrond, met alles wat hen toebehoort, dán zullen jullie weten dat ik een ware man van God ben.
Dat is nogal een bewijsvoering! En onmiddellijk spleet de aarde open, en verslond Korach, Dathan en Abiram en de 250 mannen die hen volgden, en de aarde sloot zich boven hen. En de mensen vluchtten weg in verschrikking. De volgende dag verzamelde heel Israël zich en riep: ‘U hebt het volk van God vermoord.’ En ze werden hierom boos op Mozes. Toen zij Mozes bekritiseerden verscheen de glorie van God boven de Tabernakel, en Mozes zag het en hij zei tegen Aäron: ‘God is woedend op deze mensen.’ En nogmaals zei God: ‘Ga uit de weg, zodat Ik hen zal vernietigen.’ En Mozes zei tegen Aäron: ‘Pak gauw een vuurpan en doe er kolen van het altaar in, en geurend reukwerk, dat symbool staat voor gebed. Neem deze vuurpan en ga naar het volk en ga tussen de levenden en de doden staan, dan zal de plaag ophouden.’ En hij rende langs de doden en tenslotte stond hij vóór de plaag en toen de plaag kwam tot aan de vuurpan die hij vasthield, stopte de plaag en was Gods wraak gestild.

Ik hoor mensen spreken over ditzelfde gedeelte van Numeri 16. En zij zeggen dat Gods toorn is uitgestort en de vernietiging is begonnen, en dat als wij als voorbidders gaan staan en zeggen: ‘Bekeer U van uw woedende wraak’, dan kunnen we God afhouden van het uitstorten van zijn toorn over dit land. Wij kunnen dit land redden en behouden. Dat is wat in feite wordt onderwezen en wat gebed wordt genoemd. En dat is volkomen verkeerd.

In Galaten 3 zegt de Schrift dat de wet op last van God door engelen in de hand van een middelaar is gegeven (Gal 3:19). De Schrift noemt Mozes dus een middelaar. Een middelaar is iemand die tussen twee partijen in staat die boos op elkaar zijn, in een conflict en die probeert de twee met elkaar te verzoenen en vrede te brengen. Mozes was een middelaar. 
Maar kijk eens naar dit vers in 1 Timotheus 2. Als je dit gaat begrijpen, gaat dit de manier waarop je bidt volkomen veranderen. Het spreekt over bidden: ‘1 Ik vermaan u dan allereerst smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen te doen voor alle mensen, 2 voor koningen en alle hooggeplaatsten, opdat wij een stil en rustig leven mogen leiden in alle godsvrucht en waardigheid. 3 Dit is goed en aangenaam voor God, onze Heiland, 4 die wil, dat alle mensen behouden worden en tot erkentenis der waarheid komen. 5 Want er is één God en ook één middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus.’
Onder het nieuwe verbond is Jezus de middelaar die stond tussen de Vader en de mensen. En Jezus deed verzoening voor onze zonden, niet alleen voor de mensen in díe tijd, maar voor álle mensen van alle tijden.
Zonde is niet langer een probleem voor God. Voor de zonde is verzoening gedaan. God is niet boos. God staat niet op het punt ons land te vernietigen zoals Hij met Sodom en Gomorra deed. Want Abraham deed voorbede, en Abraham kreeg God zover dat Hij dat niet zou doen op basis van slechts tien rechtvaardigen in dat hele gebied. God zou op die basis hen gespaard hebben. Zou je niet denken dat Jezus op zijn minst net zo effectief is geweest in zijn voorbede? Denk je niet dat Jezus op zijn minst even goed tussenbeide heeft kunnen komen en voorbede heeft kunnen doen als Abraham deed? Als Abraham er al in slaagde om God te verzoenen met Sodom en Gomorra op basis van slechts tien rechtvaardigen, denk je niet dat Jezus God volkomen en compleet verzoend heeft?

Jezus is de énige middelaar tussen God en mensen. Het was juist voor Mozes om te bidden op de manier zoals hij deed, want Jezus was nog niet gekomen. God was niet verzoend. God wás woedend en toornig en zonde móest geoordeeld worden. Wat ik wil zeggen is dat Jezus ons oordeel op zich genomen heeft, niet alleen voor de zonden uit het verleden, in zijn dagen op aarde, maar ook voor onze dagen. En zelfs niet alleen voor jouw zonden uit jouw verleden of heden, maar zelfs voor jouw zonden in de toekomst. Al die zonden zijn reeds gedragen door Jezus. 

Jezus leed onder de toorn van God, en was van God gescheiden, en daarom is Jezus nu de enige middelaar tussen God en ons.
En als jij gaat proberen een middelaar te zijn zoals Mozes een middelaar was, en Abraham een middelaar was, dan ben jij anti-Christus! Je bent tegen Christus. Jij bent tegen zijn werk! Jij probeert de plaats van Christus in te nemen!

Als jij zegt: ‘Oh God, heb genade, alstublieft, stort Uw toorn niet uit’, dan heb jij Jezus opzij geduwd en je zegt: ‘Jezus ik weet dat U verzoening hebt gedaan en dat U hiermee hebt afgerekend en dat U de enige middelaar bent, maar ik denk dat ik nog kan helpen, en het is nodig dat ík ga pleiten’, en dit soort dingen. En jij gaat proberen iets toe te voegen aan wat Jezus heeft gedaan.

Jezus plus wat dan ook staat gelijk aan niets. Jezus plus niets staat gelijk aan alles. Maar Jezus plus wat dan ook staat gelijk aan niets. Als jij in gebed probeert voorbede te doen zoals Abraham dat deed, of zoals Mozes dat deed, en op de manier zoals dat door andere mensen werd gedaan in het oude verbond, dan schat je níet op waarde wat Christus voor ons heeft gedaan. En jij probeert een middelaar te worden.

Broeders en zusters, de modellen in gebed die ons worden aangereikt, met name die voorbeelden van geestelijke oorlogvoering en voorbede, gaan allemaal terug tot het Oude Testament. En ze nemen die voorbeelden die op zich verbazingwekkende voorbeelden zijn, dat moet ik gewoon toegeven, maar ze gelden níet voor ons vandaag de dag.

God is niet geïrriteerd. God is niet uit zijn humeur. God is blij. God voelt zich gezegend en gelukkig. Zijn toorn is volkomen uitgestort op zijn Zoon en het heeft Hem volkomen genoegdoening gedaan en God is niet meer boos op mensen.

Betekent dit, omdat God niet boos is, dat we niet meer hoeven te prediken tegen mensen? Nee, God heeft de voorziening gemaakt voor iedereen, en het is beschikbaar, maar om het voor mensen van toepassing te krijgen, dus dat het voor hen zal wérken, zullen ze moeten geloven.
Als zij niet geloven in het werk van Jezus, dan is de wraak en de veroordeling van God nog steeds op hen van toepassing. En als mensen Jezus niet aanvaarden als hun redder zullen ze naar de hel gaan.

God heeft de hel bereid voor de duivel en voor zijn engelen. Het was nooit de bedoeling van God om de hel te maken voor mensen. Maar als wij de keuze maken ons met de duivel te identificeren en niet de redding van Jezus te aanvaarden, maar het zelf proberen op te lossen, zullen wij deel krijgen aan het oordeel over satan.
Dat is nooit Gods bedoeling geweest. Het was helemaal niet Gods wil dat mensen naar de hel zouden gaan. Er is gerechtigheid. Maar mensen die Gods verzoening niet aanvaarden, zullen naar de hel gaan. Niet vanwege hun individuele zonden. Mensen denken dat ze naar de hel gaan omdat ze homoseksueel zijn, of dronken, of omdat ze drugsverslaafd zijn of zoiets. Nee, al je zonden zijn reeds vergeven. De enige zonde die jou naar de hel zal sturen, is als je de betaling voor je zonden niet aanvaardt. Het gaat er allemaal om, hoe jíj op Jezus reageert.

Als je in de hemel komt, zal het niet zo gaan dat God zegt: Hoe zit het met déze zonde, en met déze, en díe daar. Wat Hij gaat vragen is: Wat heb jij met Jezus gedaan?
En jouw relatie met Jezus, of jij je knieën hebt gebogen voor Hem en Hem de Heer van je leven hebt gemaakt, zal beslissen of je aangenomen of verworpen bent. En degenen die Jezus hebben verworpen zullen dan verantwoordelijk zijn voor hun zonden, omdat ze Gods verzoening niet hebben aanvaard. En dan zullen zij voor hun zonden ter verantwoording worden geroepen. Dan zullen ze alles vanwege hun individuele zonden moeten ondergaan.
Maar het enige waar het werkelijk om draait, is de vraag wat heb je gedaan met Jezus. Jezus, heeft voor onze zonden betaald, Jezus heeft hier volkomen genoegdoening voor gedaan. Maar de kerk als geheel begrijpt dit niet goed. Wij hebben nog steeds een idee van God als die oudtestamentische God, geïrriteerd en boos, en wij moeten voorbede doen, en God afhouden om te doen wat Hij eigenlijk wil doen, deze mensen oordelen. En wij moeten smeken en bedelen om zijn genade. Maar dat is volkomen verkeerd. Dat is niet wat de Schrift ons onderwijst. Ik wil dat je weet dat God van je houdt. Je hoeft helemaal niet te bedelen en te pleiten bij God. Mensen, dat is gewéldig!

Als dit allemaal waar is, en het ís waar, dan zullen velen van ons zeggen, wat is dan nog de zin van gebed? Ik ben blij dat je dat gevraagd hebt. Ik zal deze vraag later deze week beantwoorden. Niet vanavond. Ik heb hier een spoor te pakken. Ik voel me als een hond die een spoor gevonden heeft, en vanavond zal ik me hierin vastbijten.
Morgen en overmorgen zullen we spreken over wat het doel van gebed is. Maar gebed is niet bedoeld om God af te wenden van zijn toorn, zodat jij als deze vriend moet zijn: ik weet wel dat U het niet wilt geven, maar ik ga hier niet weg tótdat U mij gezegend hebt. Ik laat niet los tot ik van U gekregen heb wat ik wil. Ik weet dat U gezegd hebt dat ik door Uw striemen genezen ben, en ik zal niet stoppen, totdat U mij genezen hebt. Ik wil je zeggen, dat is gewoon ontkennen en niet op waarde schatten wie Jezus Christus is. Je hebt gewoon geen flauw idee, dat God reeds voor álles betaald heeft en dat God van je houdt en je alles wil geven. Laten we teruggaan naar Lukas 11 en kijken of we dit hier weer kunnen oppakken.

Want dit is precies wat de Heer hier zegt. Hij is niet bezig te zeggen dat God is als deze vriend, Hij maakt juist een scherpe tegenstelling. Je zou zelfs van een méns niet verwachten dat hij je zo slecht zou behandelen. God houdt véél meer van jou dan dit. En nadat Hij deze gelijkenis gaf, kijk wat Hij verder zegt in vers 9, direct na deze gelijkenis: ‘En Ik zeg u: Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden. 10 Want een ieder, die bidt, ontvangt en wie zoekt, vindt en wie klopt, hem zal opengedaan worden.’
En dan gebruikt Hij dezelfde logica nogmaals. Hij gebruikt fysieke relaties om een geestelijke toepassing te maken. ‘11 Is er soms een vader onder u, die, als zijn zoon hem om een vis vraagt, hem voor een vis een slang zal geven? 12 Of als hij om een ei vraagt, hem een schorpioen zal geven? 13 Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader uit de hemel de heilige Geest geven aan hen, die Hem daarom bidden?’
Zie je wat Hij zegt? Dat hoeveel van jullie zullen je kind als hij om brood vraagt een steen geven, zodat als hij erin bijt, hij zijn tanden ruïneert (Matteüs 7:9)? Hoeveel van jullie zouden je kinderen op die manier behandelen? Hoeveel van jullie zullen hen een schorpioen geven, als ze om een ei vragen? En als ze om vis vragen, hoeveel van jullie zullen hen een slang geven, die hen kan bijten?
Als jullie je eigen kinderen niet zo zouden behandelen, hoe kun je dan denken dat God gewoon zou blijven zitten en niet in jouw behoefte voorziet? Hij zegt dus het tegendeel. Als jullie die slecht zijn al weten hoe je een goede gave moet geven aan je kinderen, hoeveel te méér zal de Hemelse Vader de Heilige Geest geven aan hen die erom vragen.

Zie je dat het precies het tegenovergestelde is van het idee dat de meeste mensen hebben, namelijk dat God in principe níet bereid is om in onze behoeften te voorzien, en dat wij moeten bedelen en smeken en pleiten. En dat God chagrijnig is en met zijn armen over elkaar zit, ‘Ik ga jou helemaal niets geven’, en wij moeten pleiten, smeken, bidden, Hem bestormen en vasthouden, totdat Hij er uiteindelijk moe van wordt en gaat toegeven.
Maar dat is niet wat Jezus hier zegt. Hij zegt precies het tegenovergestelde hiervan. En toch hebben mensen precies deze schriftgedeelten genomen en onderwezen dat je gewoon vastberaden en brutaal moet zijn in gebed, je moet God blijven lastigvallen en niet opgeven, tótdat Hij je geeft wat je nodig hebt. 

Mensen, dat is een verdorven instelling! Kijk in het 18e hoofdstuk van Lucas. Hier is nog een gedeelte dat mensen gebruiken om exact hetzelfde te onderwijzen. Vers 1: 1 ‘Hij sprak een gelijkenis tot hen met het oog daarop, dat zij altijd moesten bidden en niet verslappen. 2 En Hij zei: Er was in een stad een rechter, die zich om God niet bekommerde en zich aan geen mens stoorde. 3 En er was een weduwe in die stad, die telkens tot hem kwam en zei: Verschaf mij recht tegenover mijn tegenpartij. 4 En een tijdlang wilde hij niet, maar daarna sprak hij bij zichzelf: Al bekommer ik mij niet om God en al stoor ik mij aan geen mens, toch zal ik, 5 omdat deze weduwe het mij moeilijk maakt, haar recht verschaffen; anders komt zij mij ten slotte nog in het gezicht slaan.’
De mensen zullen dit gebruiken en zeggen: ‘God is net als deze onrechtvaardige rechter, die niet genegen is je de eerste keer al te antwoorden.’ Deze vrouw bleef maar achter hem aanzitten, zodat hij uiteindelijk zei: ‘Ik moet haar antwoord geven, want ze laat me gewoon niet met rust, en ik moet haar gewoon recht verschaffen.’ Ze zeggen dan dat God net is als deze rechter, en dat je in gebed moet gaan, de hoorns van het altaar vastgrijpen en daar net zolang aan rammelen totdat God te voorschijn komt. Je moet de kracht van God gewoon dwíngen om te voorschijn te komen. 
Maar dat is helemaal niet wat dit schriftgedeelte zegt. God is juist níet als de onrechtvaardige rechter. Wat Jezus hier doet is een tegenstelling opvoeren. Hij zegt hier: ‘Hoeveel van jullie kunnen zich voorstellen dat dit mogelijk is bij een onrechtvaardige rechter?’

Ik ben niet echt zwaar onder de indruk van ons rechtssysteem in de VS. Ik vind dat zij zich ernstig vergrijpen aan de oorspronkelijke bedoeling van de grondwet en deze herdefiniëren. Ik heb niet bepaald veel achting voor ze. Maar toch geloof ik dat zelfs deze vrijdenkers iemand beter zouden behandelen dan in dit voorbeeld. Ik kan me niet voorstellen dat zoiets mogelijk zou zijn in onze maatschappij van tegenwoordig.
Dit is gewoon volkomen buitenproporties en onredelijk. Hij gebruikt dus gewoonweg een absurd voorbeeld. Hoeveel van jullie kunnen je voorstellen dat de rechter iemand zó zou behandelen. En zelfs al zou dit voorkomen, dan zou de vrouw hem uitputten, zodat hij uiteindelijk zou toegeven.
Jullie zouden een betere behandeling van je rechtssysteem verwachten, dan wat de meeste mensen van God verwachten! Jullie hebben gewoon meer geloof in een rechter dan in God. Dus Jezus gebruikt een tegenstelling om de absurditeit aan te tonen van de manier waarop wij over God denken.
En dan zegt Hij in vers 6: En de Here zei: Hoort, wat de onrechtvaardige rechter zegt. 7 Zal God dan zijn uitverkorenen geen recht verschaffen, die dag en nacht tot Hem roepen, en laat Hij hen wachten?
Sommige mensen leggen dit zo uit dat God je recht zal verschaffen, maar soms duurt het heel lang. En dan laat Hij je wachten, en je moet vragen, vragen, vragen. Het duurt soms heel lang, maar God zal je uiteindelijk antwoorden. Als dat echter de manier is waarop je dit uitlegt, dan slaat vers 8 helemaal nergens op: 8 ‘Ik zeg u, dat Hij hun spoedig recht zal verschaffen.’ Hij zegt: God zal zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen recht verschaffen, ook al zou die onrechtvaardige rechter lang wachten, God is helemaal níet zo. Gód zal hen spóedig recht verschaffen. Je hoeft bij God helemaal niet te bedelen en steeds opnieuw te vragen.

Maar dit vers gaat dan als volgt verder: ‘Doch, als de Zoon des mensen komt, zal Hij dan het geloof vinden op aarde?’
Het probleem is niet Gods bereidheid om te geven. Het is niet Zijn vermogen wat het probleem is, maar ons vermogen om te geloven. Wij benaderen God alsof Hij een tegenstander is. Wij benaderen Hem alsof Hij onze gebeden niet wil verhoren. Wij benaderen God met minder vertrouwen in Hem, dan in onze eigen ouders. Wij verwachten dat onze ouders, onze buren, ja, zelfs een rechter, ons beter zou behandelen dan wij van God verwachten.

Ons is echt zó’n slecht beeld van God voor ogen geschilderd, dat wij denken dat het Gods wil is, dat baby’s met afwijkingen worden geboren, en dat God degene is die ons kanker geeft om je iets te leren, en dat God veroorzaakte dat een gebouw afbrandde en alle mensen erin stierven, omdat zij eigenaar waren van een pornozaak. Dat is Gods oordeel over hen.
Dit is het beeld van God dat ons is voorgehouden, en wij denken dat wij als christenen tussen God en dit land moeten staan en smeken en pleiten om zijn genade, om geen oordeel over dit land te brengen. Er zijn ontelbaar veel mensen die zich aangemeld hebben in gebedsketens om te pleiten voor Gods genade, en die de plaats innemen die Christus allang heeft ingenomen.

Ik weet dat voor sommigen van jullie dit onderwijs al een zegen is. Sommigen van jullie zijn misschien lid van deze gebedsketens en smeken God om zijn genade uit te storten en zijn toorn in te houden. Jullie zijn hierin meegezogen, maar ik zeg je dat dit niet van God is. God is niet degene bij wie wij moeten pleiten en smeken om genade, en om zich te bekeren van zijn wraak. 

Als dit het beeld is dat je van God hebt, en als dit de houding is, die je in je gebed hebt, dan benader je God alsof Hij een tegenstander is. Je benadert God vanuit ongeloof. En door je benadering belaster je zijn karakter. Je benadert God zonder respect en begrip en waardering voor Christus, alsof wat Jezus gedaan heeft, niet voldoende zou zijn geweest. Alsof de voorbede van Jezus niet voldoende is, zeg je tegen Hem: ‘Uit de weg, ík ga het doen.’
Je neemt de plaats in die Christus toekomt en dan ga jij je afvragen waarom je gebed niet werkt! Het is gewoon verbazingwekkend dat wij niet een hoop smeulende as zijn! Het is uitsluitend te danken aan het feit dat Jezus zó’n volmaakt werk deed, dat God niet woest is geworden op ons, vanwege de manier waarop wij Hem benaderen. Wij geloven de leugens van de duivel, we hebben een verkeerd beeld van God, waarbij God onze tegenstander is, en dat wij Hem moeten dwingen, verleiden om toch mensen te genezen, en wij hebben eigenlijk meer medeleven met de mensen dan God!

Ik wil weer een keer benadrukken dat alles wat ik tegen jullie zeg, God tegen mij heeft gezegd, of heeft moeten zeggen. Ik ben zelf schuldig geweest aan alles wat ik tegen jullie zeg. Tot ik zelf echt voor het eerst op de Heer gericht werd, bestookten wij de poorten van de hemel. Wij zouden er voor zorgen dat God zijn kracht zou uitgieten. En ik kan me herinneren dat tijdens een van die gebedsnachten, ik het uitschreeuwde en met mijn vuisten op de muren sloeg. Ik dacht hoe luidruchtiger hoe beter. Weet je, God is een beetje doof, je moet je stem verheffen. Man, ik sloeg op de muren en ik schreeuwde en op een gegeven moment kwam het volgende voor een hele groep mensen uit mijn mond: ‘God, als U half zoveel van de mensen van Arlington Texas zou houden als ik, zouden we nú een opwekking hebben.’ En zo gauw ik dat had gezegd, realiseerde mijn supersnelle verstand zich dat er iets ernstig fout zat met mijn theologie. Ik stopte midden in mijn bezigheid en zei: ‘Dit klopt niet.’

Maar dit is het niveau waarop de meeste voorbidders zijn. De meeste voorbidders zijn bezig met pleiten bij God: ‘Oh God, alstublieft, heb deze mensen minstens evenveel lief als ik.’ Dat zijn misschien niet de woorden die jij gebruikt, maar dat is wel waar het op neerkomt wat je doet. Je gelooft dat God boos is, dat God hen zou laten sterven, en dat God hen naar de hel zou laten gaan als jouw geweldige gebeden niet tussenbeide zouden komen. Als jij er niet was zou God helemaal niemand genezen. Jij bent degene die aan het pleiten is bij God, en jij bent degene die God zich laat bekeren. Dat is absoluut helemaal verkeerd.

Broeders en zusters, God houdt oneindig veel meer van mensen dan wij doen, en als jij van mensen houdt en een verlangen hebt om dit land te zien veranderen, dan wil ik je zeggen dat God allang eerder jouw hart heeft aangeraakt, opdat jij dat verlangen zou hebben. Dat is helemaal niet de natuurlijke aard van de mensheid. De aard van de mensheid is absoluut zelfzuchtig; je geeft helemaal om niemand anders, dan alleen jezelf. Als jij een bewogenheid hebt om het leven van iemand anders aangeraakt te zien worden, dan is dat omdat God allang bezig is aan jou te sleutelen.

God is degene die jou die bewogenheid heeft gegeven. God heeft jou opgewekt, niet zodat jij zou beginnen om bij Hem te pleiten om net zo genadig te worden als jij bent, maar in plaats daarvan, is Hij degene die bij jou aan het pleiten is, zodat jij er op uit zou gaan en er iets aan gaat doen, en de kracht van God gaat vrijzetten.

Ik heb nu geen tijd om te gaan onderwijzen over opwekking en dat soort dingen, ik heb hier wat uitspraken neergezet, die uitgelegd moeten worden. Maar ik wil graag zien dat mensen hun levens worden aangeraakt, ík zou graag dezelfde honger, hetzelfde verlangen, dezelfde vurige passie en het zoeken naar God zien, hier in Amerika, dat ook plaatsvindt in andere landen in de wereld.

Maar ik zeg je dat dit níet komt omdat God zijn Geest niet zou hebben uitgestort over Amerika. Weet je wat het is? Het komt omdat Amerika zo geobsedeerd is met zijn DVD’s en televisies en videorecorders en naar het strand gaan. Als natie besteden wij méér geld aan amusement, sportuitrusting en dat soort dingen dan het bruto nationale product van veel landen. Wij worden gewoon verteerd door allerlei soorten dingen. Wij hebben gewoon geen tijd voor God.

Het ligt niet aan God, dat Hij zijn uitstorting zou inhouden. God is degene die wíl bewegen in dit land. Maar Hij doet dat alleen dóór mensen heen. God stort zijn Geest niet uit onafhankelijk van mensen. Hij heeft óns opgedragen om uit te gaan en de zieken te genezen, de melaatsen te reinigen, de doden op te wekken, demonen uit te drijven.


Maar weet je wat de kerk aan het doen is? In plaats van te doen wat God ons heeft opgedragen om te doen, zitten wij maar te bidden tot God: ‘Oh God, stort Uw Geest uit, genees de zieken, reinig de melaatsen, wek de doden op.’ Wij bidden tot God om te doen wat Hij allang gedaan heeft. God heeft allang diezelfde kracht die Jezus uit de doden deed opstaan, binnen in ons gelegd, en Hij heeft ons opgedragen om te gaan en dat te doen. Het is niet God die nog zijn Geest moet uitstorten. God hééft zijn Geest reeds uitgestort en deze woont in iedere wedergeboren gelovige.

Wat wij moeten doen, is beginnen met de waarheid tot elkaar te spreken en elkaar te gaan opbouwen en bemoedigen. En dan ga jíj uit en wekt iemand op uit de dood morgen. En zeg dan tegen alle mensen die erbij staan als dat gebeurt: ‘Wil jij naar een bijeenkomst komen waar ze je uit kunnen leggen hoe je dit doet?’ Ik garandeer je dat deze plek zou uitpuilen van de mensen.
We hoeven helemaal niet te bidden dat Gods kracht uitgestort zal worden. God wil niet anders dan dit te doen. Wat wij moeten doen is beginnen te geloven, en er op uit gaan en het doen, en de tekenen zullen óns volgen.

Ik ga hier iets zeggen dat velen van jullie zal shockeren, maar jullie zijn toch al van streek, dus ik heb niets meer te verliezen. Maar ik geloof dat satan achter veel van het onderwijs over gebed in het lichaam van Christus zit. De manier waarop het wordt voorgesteld, sluit mensen op in hun gebedsruimtes, leert hen níet te waarderen wat Christus heeft gedaan, leert hen Zíjn plaats in te nemen, God te zeggen dat Hij zich zou moeten bekeren, en proberen om God nét zo genadig te laten worden als zij zijn. Al deze leringen vernielen en verminken volkomen jouw beeld van God, en het houdt je in je gebedsruimte, om te bidden voor een uitstorting van zijn Geest en ondertussen gaat je buurman naar de hel, en jij hebt geen tijd om met hem te praten, want je hebt het te druk om God te smeken zijn Geest uit te storten.

Je zou bezig moeten zijn met iemand te praten en het te laten zíen. Genéés ze. Beveel genezing om in hun lichamen te komen! …Dank jullie voor die oorverdovende stilte. Het is gewoon een verzinsel van de duivel. Echt waar.

Laat me je hier een voorbeeld geven van iemand die gered wordt. Ik heb mensen bij me gehad, duizenden mensen, die zeggen: ‘Broeder, deze persoon is niet gered, ik heb al meer dan 20 jaar voor hem gebeden en God heeft mijn gebed niet verhoord.’ Weet je, dat is gewoon een zielige instelling. Als ík God was, zou een geest van klappen geven mij bekruipen, maar sommigen van jullie zullen zeggen: ‘Wat is dáár nou weer verkeerd aan?’
Nou op de eerste plaats denk jij dat iemand anders kan worden gered op basis van jóuw geloof. Maar dat kán helemaal niet. Je kunt iemand anders helemaal niet redden op basis van jouw geloof.
Nou zeggen sommigen dan, in Handelingen 16:30 vraagt de gevangenbewaarder van Fillipi: ‘Heren, wat moet ik doen om behouden te worden? 31 En zij zeiden: Stel uw vertrouwen op de Here Jezus en gij zult behouden worden, gij en uw huis.’

Weet je dat op basis van dit schriftgedeelte wordt beweerd dat jíj behouden kunt worden en dat je ook de redding van je gehele huis kunt claimen? Claim je hele huis en al je verwanten, en jij zou hun redding kunnen claimen. Je kunt gewoon niet de redding van een persoon claimen. Dat is helemaal niet wat dit vers zegt. Dit vers zegt: ‘Geloof in de Here Jezus en u zult behouden worden, én uw gehele huis’, als zíj óók geloven tenminste. Dan zullen ook zíj gered zijn. 

Dit werkt voor íedereen. En dat is het enige wat Paulus hier zegt. Je kunt helemaal niet de redding van een persoon claimen. Als dat mogelijk zou zijn, zouden wij onmiddellijk moeten stoppen over alle andere dingen onderwijs te geven en uitsluitend op dit ene punt onderwijzen, en zorgen dat ieder van jullie allemaal jullie familieleden zouden claimen totdat zij behouden zijn. En als zij dan behouden zijn, hen leren om weer hún familie leden te claimen, en binnen korte tijd, zouden we de hele wereld gered hebben. We zouden gewoon de hele wereld kunnen claimen als dat waar was.

Maar dat kan helemaal niet. Je kunt helemaal niet iemand anders behouden op grond van jóuw geloof. Zij zullen persoonlijk geloof in God moeten hebben. En in 1 Petrus 1:23 staat: ‘als wedergeborenen niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en blijvende woord van God.’ Weet je waar dat op neer komt? Je zult een zaad moeten planten. In het natuurlijke gebied erkennen wij dat allemaal. Maar in het geestelijke zouden we alleen maar deze persoon hoeven te claimen en ze zullen behouden worden?
Zij zullen níet wedergeboren kunnen worden, zónder dat het Woord van God bij hen binnenkomt. Zij zullen een conceptie van behoud moeten hebben en wedergeboren moeten worden. Maar in plaats van dat we bezig zijn het Woord te spreken en te verspreiden en te verkondigen aan mensen, sluiten wij mensen op in hun binnenkamers, waar ze zitten te bidden en voorbede te doen opdat iemand gered zou worden. Maar dat is helemaal niet de manier om dat te doen.

Laat ik het eens op déze manier stellen. Jezus organiseerde nóóit gebedsstrijders en voorbidders op de manier zoals wij dat nu tegenkomen in het lichaam van Christus. Zo werd het nooit gedaan. Je kunt gewoon geen schriftuurlijk voorbeeld en model vinden voor gebed en voorbede op de manier waarop dat tegenwoordig wordt beoefend. Daar bestaat gewoon geen bijbels voorbeeld voor. 

Jezus zond nooit zijn discipelen er op uit om voorbede te doen voor een stad of gebied en het terrein voor te bereiden en al dat soort dingen. Er is gewoon geen schriftuurlijk model voor. Hij zond wél zijn discipelen en de 70 voor Zich uit om zijn komst aan te kondigen en publiciteit te maken. Ze hadden geen radio of televisie of kranten in die tijd, dus stuurde Hij zijn discipelen uit en gaf hen de opdracht om aan te kondigen dat Jezus zou komen en te vertellen over de wonderen die plaats hadden gevonden, etc.
Dat moesten ze doen, maar Hij stelde nooit voorbidders aan. Paulus stelde nooit voorbidders aan. Hij vroeg wel aan mensen om voor hem te bidden, er is wel degelijk een juist gebruik van gebed, en als je me blijft volgen, kom ik daar nog aan toe. We praten hier de hele week nog over, maar vanavond heb ik het over dit misbruik. 

Paulus organiseerde nooit voorbidders die zijn handen omhoog moesten houden. Er komen voortdurend mensen naar me toe die mij vragen wie mijn voorbidders zijn. Ik zeg: ‘Geen idee, ik heb helemaal geen voorbidders.’ Ik weet zeker dat velen van jullie voor mij bidden, en dat waardeer ik echt, maar ik heb geen aangestelde voorbidders. Jezus had ze niet, Paulus had ze niet, Petrus had ze niet, niemand van die mensen in de Bijbel die de wereld op zijn kop hebben gezet had voorbidders. Dit is iets nieuws, dat alleen gebeurt in onze dagen, in onze tijd, en het is niets dan dwaasheid. 

De logica hierachter is dat er demonische machten zijn, die bepaalde gebieden in gebondenheid houden. En je moet die sterke macht binden en zijn macht breken vóór je een gebied kunt binnengaan en het evangelie prediken. Maar Jezus deed het niet op die manier, en Paulus deed het niet op die manier. 

Beweer ik nu dat er geen demonische machten zijn? Nee, er zíjn demonische machten. Ik heb meegemaakt dat demonen uit mensen kwamen. Ik geloof dat er demonische machten zijn boven Colorado Springs. Er zijn zelfs demonen in deze zaal.
Sommigen van u zeggen nu: ‘Nou, dat zou niet het geval moeten zijn. Je moet op het bloed van Jezus pleiten zodat het bloed ze allemaal hier buiten zou houden.’ Je kunt dat soort dingen helemaal niet doen. Realiseer je wel dat satan het laatste avondmaal van Jezus bijwoonde. Er staat geschreven dat nadat Jezus het brood in de schotel doopte en aan Judas gaf, dat satan in Judas Iscariot voer. Satan was aanwezig bij het laatste avondmaal. Als Jezus satan niet kon weghouden van zijn gemeenschapsmaal, hoe kom jij op het idee dat jij dat wel kunt?

Ik was eens in een kerk die pleitte het bloed over alle drempels en over alle deuren en over alle ramen. En als de duivel er in geslaagd zou zijn binnen te komen bij die bijeenkomst, dan moest hij wel een geredde duivel zijn, want hij zou dan door het bloed binnengekomen moeten zijn. Dat is gewoon religieuze dwaasheid. Alleen christenen kunnen in zoiets trappen. Weet je, een ongelovige zou zoiets nooit geloven. Je moet wel half bijgelovig zijn om sommige van die rare dingen die tegenwoordig gangbaar zijn te geloven.

Als wij hier alle demonen buiten de deur zouden houden, zou deze plaats zo goed als leeg zijn. Dat is waar! Wist je dat depressie demonisch is? De Bijbel maakt helemaal geen onderscheid tussen bezeten, bezet, depressief, onderdrukt etc. Het Griekse woord is gewoon gedemoniseerd. Weet je, als je depressief bent, ben je gedemoniseerd, dat is gewoon de satan die zich met jou bemoeit. En als je ziek bent, ook heel veel ziekten zijn demonisch. En er zijn zoveel andere dingen.

Als wij alle demonen zouden binden om ze buiten de deur te houden zou deze plek zo goed als leeg zijn. Velen van ons hebben demonen bij zich, die rondom ons heen hangen, die ons kwellen en beschadigen, en allerlei dingen doen. Je kunt zoiets gewoon niet doen. Het zijn gewoon rariteiten, al die dingen die we doen.

Als ik alle demonen hier in deze zaal zou kunnen binden, laten we dán ons gezamenlijke geloof inzetten en alle demonen in een straal van vijf kilometer binden. En dan gaan we naar buiten en overrompelen al deze mensen en zorgen dat ze gered worden en gevuld met de Heilige Geest en dan zorgen we dat zíj met ons eenparig bidden en álle demonen van Colorado Springs binden. En als we dan heel Colorado Springs gered hebben, laten we dan alle demonen van de staat Colorado binden en heel Colorado redden. Laten we vervolgens de demonen van heel Amerika binden met zijn allen, etc.

Het werkt gewoon niet op die manier. Je kunt dat helemaal niet doen. Je kunt helemaal niet iemand gered krijgen buiten hun wil om! Je kunt helemaal geen demon uit iemand uitwerpen tegen diens wil in. En toch wordt dit ons onderwezen over gebed: ‘claim hun redding, bindt de demonen over dit gebied’, en al die tijd zijn we niet bezig met het Woord te prediken.
We moeten begrijpen dat het Woord tot iemand moet komen, en het Woord moet ingang in die persoon krijgen, en het Woord zal hun leven veranderen. Wij schijnen te denken dat onze gebéden iemand kunnen behouden.

Mensen komen naar me toe: ‘Waarom heeft God hen niet behouden, ik heb gebeden.’ Heb je wel eens in overweging genomen dat deze persoon helemaal niet behouden wíl worden? Heb je er wel eens aan gedacht dat deze persoon geniet van zijn zonden? Heb je wel eens bedacht dat deze persoon onder demonische misleiding leeft en er werkelijk van overtuigd is, dat ‘christen zijn’ juist iets slechts is in plaats van iets heel positiefs? Ben je ooit wel eens op hen afgestapt en heb je hen de waarheid gezegd, en het ongeloof weerlegd en weersproken?

Er wordt helemaal geen nadruk gelegd op het vertellen van de waarheid aan mensen. Er ligt helemaal geen nadruk op manieren om het Woord tot hen te brengen. Nee, laten we iedereen bij elkaar halen om te bidden voor een uitstorting van de Geest, zodat wij geen getuigenis hoeven te vertellen, zodat wij er niet op uit hoeven te trekken en mogelijk een afwijzing of een verwerping ervaren. Laten we God vragen om te doen wat Hij óns heeft opgedragen om te doen.

Ik zal je zeggen dat het niet God is geweest, die ons er toe heeft gebracht om te proberen om miljoenen mensen bij elkaar te brengen, om te bidden en God te smeken om zijn Geest uit te storten. Als wij maar 10 mensen hadden die het werk van de bediening zouden doen, die de doden zouden opwekken en blinden hun gezicht geven en de waarheid zouden verkondigen, dat zou meer gewicht in de schaal leggen en meer goed doen dan miljoenen mensen die God zitten te smeken om te doen wat Hij allang gedaan heeft.

En nu ik toch bezig ben, Colorado Springs is het centrum van zoveel voorbede, ze hebben van die groepen georganiseerd, die naar Efeze zijn gereisd en ze zijn daar het amfitheater binnen gegaan, in Efeze, wel twintigduizend voorbidders die daarheen zijn gegaan om Diana van de Efeziërs te binden. En ze geloven dat dit de demonische geest is die alle moslims in slavernij houdt. Dus twintigduizend voorbidders hebben al dit geld neergelegd, om naar het amfitheater in Efeze te reizen om de Diana van Efeze neer te halen, en een eind te maken aan haar regering, zodat de moslims behouden kunnen worden. Dat is onwetendheid tot in het vierde kwadraat. Heeft iemand dat gemist? Was ik te subtiel?

Hoe rekende Paulus af met Diana van de Efeziërs toen deze wérkelijk werd aanbeden, dit standbeeld, waarvan ze zeiden dat het van Jupiter zelf naar beneden was gevallen, dat één van de 7 wereldwonderen was. En zij aanbaden dit beeld. En hele menigten mensen kwamen naar deze tempel in Efeze. 
Hoe ging Paulus hiermee om? Hij heeft nóóit de discipelen geleerd om te bidden tegen Diana van Efeze. Nooit heeft hij een gebedsdienst geleid om Diana van de Efeziërs te binden. Nooit voerden zij geestelijke oorlog of ‘spiritual mapping.’ Niets van dat alles deden zij. Zij gingen niet terug in de geschiedenis van Efeze met alle dingen die ooit in het verleden waren gebeurd, en daar vergeving voor vragen, zodat God eindelijk in beweging kon komen.
Weet je wat zij deden? Ze predikten de waarheid, dat er geen andere God is dan God de Vader en dat Jezus zijn Zoon is. Zij predikten de waarheid, de hele aanbidding van Diana van Efeze is bijna om zeep geholpen, omdat iemand de waarheid predikte en hen de waarheid openbaarde.
Zeg ik daarmee dat er geen demonische macht was, die door deze aanbidding van Diana werkzaam was? Nee, ik geloof dat er werkelijk zo’n demonische macht wás. Maar hoe rekenden ze daarmee af. Met gebed? Nee, ze predikten de waarheid aan mensen.

Weet je waarom demonische machten boven Colorado Springs macht hebben? Omdat mensen hun leugens geloven. En wíj geven deze demonen macht. Deze demonen hebben geen enkele kracht om iemand tegen zijn wil in te domineren en te beheersen. Zij hebben onze medewerking nodig. Als wij hun leugens geloven, dan zijn wíj degenen die hen kracht geven.

Mensen zeggen: ‘Nou, ik weet dat in San Francisco homoseksuele demonen zijn, die dat gebied beheersen, en wij moeten voorbidders daarheen brengen, om deze demonische homoseksuele machten te binden, zodat deze mensen vrijgemaakt kunnen worden.
Waarom denk je dat er homoseksuele demonen boven San Francisco huizen? Mensen denken dat de homoseksuele demonen de oorzaak zijn, dat er zoveel homoseksuelen in San Francisco zijn. Nee, het is precies andersom. Ze hebben een paar mensen die homoseksueel waren in regeringsposities weten te kiezen, en die zijn wetten gaan maken en die zijn aangenomen, die homoseksualiteit bevorderen en bevoordelen, en die hen een speciale status verlenen, homovakanties, voordelen in bijstandsverlening, huwelijken, en daarom begonnen homoseksuelen naar San Francisco toe te stromen. En die namen de demonen met zich mee. Het zijn niet de demonen die de homoseksuelen brachten, het zijn de homoseksuelen die de demonen meenamen.

En ik betwijfel geen moment dat er homoseksuele demonische machten boven San Francisco huizen, maar de manier om daarmee af te rekenen is niet door die demonen te bestraffen, maar de homoseksuelen de waarheid te vertellen en ze daardoor wedergeboren te laten worden. Laat ze erachter komen dat God hen als Adam en Eva heeft geschapen en niet als Adam en Steve. Zorg dat ze van die overtuiging verlost worden en de homoseksuele demonen zullen ergens anders heen moeten gaan. Maar wij benaderen het met al dit andere spul. Het is gewoon een rariteit. Onzin. Er zijn echt heel rare onzinnige zaken in het lichaam van Christus.

Ik weet dat ik op heel wat teentjes getrapt heb, en dat er heel veel van jullie zijn, die echt van God houden, en jullie zijn zo oprecht als je maar kunt zijn, en toch ben je in sommige van deze dingen ingeluisd. Als jij je aangevallen voelt, misschien denk je dat ik hier zit te verkondigen dat er helemaal niets van jou deugt. Maar ik zeg dat dit werkelijk de verkeerde benadering is, maar jouw bedoelingen kunnen echt heel oprecht zijn. En toch kun je er met alle goede bedoelingen helemaal naast zitten. 
God houdt van je en God heeft echt wel de bedoeling van je hart gezien. En God probeert echt wel van alles wat je Hem kunt geven gebruik te maken, maar dit is gewoon de verkeerde benadering. Er is een betere manier van bidden.

Als jij zou beginnen met God te eren en te zeggen: ‘Vader, ik dank U nog véél meer van mijn land houdt dan ik zelf zou kunnen, vergeef mij dat ik ooit het idee heb gehad dat ik U moest helpen om dit land en deze mensen evenveel lief te hebben als ik. Vader vergeef mijn aanmatiging, vergeef me dat ik de plaats van Christus heb ingenomen, en geprobeerd heb een middelaar te zijn tussen God en mensen. En Vader, ik weet dat u van deze mensen houdt, dus ik wil mij hier gewoon aanbieden als een vat voor U. Vader toon mij, wie ik vandaag mag spreken, schenk mij Uw wijsheid.’

Nog even snel, want ik weet dat ik aan het uitlopen ben, maar dit is een erg omvangrijk onderwerp. Ik weet gewoon niet hoe ik dit sneller zou kunnen behandelen. Ik heb echt al een heleboel weggelaten, maar dit is de manier waarop ik denk dat je zou moeten bidden voor iemand die verloren is. Ik zal je wat schriftgedeelten geven. En als je dit doet, geloof ik dat dit de bijbelse manier is om te bidden.

In de eerste plaats bid je 2 Kor 4:4: ‘…ongelovigen, wier overleggingen de god dezer eeuw met blindheid heeft geslagen, zodat zij het schijnsel niet ontwaren van het evangelie der heerlijkheid van Christus, die het beeld Gods is.’ Dit vers zegt dat de god van deze eeuw de geest van hen die niet geloven heeft verblind, zodat zij het licht van het evangelie niet zouden zien, en geloven en tot bekering zouden komen.
Dus met andere woorden, er is sprake van demonische misleiding in iemand die verloren is. Daarom is het eerste wat ik doe, ik begin met God te prijzen: ‘Vader, het is niet Uw wil dat ook maar íemand verloren zou gaan, maar dat állen tot bekering zouden komen (2 Petrus 3:9 ). Dus Vader, U hebt deze persoon al lief, U houdt meer van deze persoon, dan ik. Ik hoef U niet te smeken. Ik dank U dat U hem/haar liefhebt.’ Maar ik weet dat er sprake is van demonische misleiding. Dus ik zit daar en zeg: ‘Ik bíndt deze verblinding in de naam van Jezus.’ Nogmaals, dat zal deze verblinding niet verwijderen, maar het zal een tijdelijke verlichting geven. Die persoon, het individu, heeft meer zeggenschap over zijn/haar leven dan ik. Maar als ze onder misleiding zijn, hebben ze mij nodig om die misleiding te breken.

Hier zit het verschil in. Als je bidt voor genezing, bijvoorbeeld voor jezelf, dan vraag je daar maar één keer om. Als je er nogmaals om vraagt, geloof je niet dat God je één van die twee keer verhoord heeft. Maar als je voor iemand anders bidt, dan bestaat deze misleiding, dus je bestraft die, maar die persoon heeft het recht om jouw gebed te weerstaan of ongedaan te maken. God kan beginnen met overtuiging bij hen te brengen en zij denken dan: ‘Wat is dit? Ik krijg het gevoel dat ik naar de kerk moet gaan, ik krijg het gevoel dat ik in de Bijbel moet gaan lezen, ik krijg het gevoel dat ik opnieuw de nabijheid van God moet gaan zoeken, dít moet wel van de duivel zijn. Geef me nog een drankje.’
En dan hebben ze jouw gebed ongedaan gemaakt. Dus zij keren zich daarvan af. Maar dat komt niet omdat God je gebed niet verhoord heeft, maar zij hebben het ongedaan gemaakt. Dus je moet dat gebed opnieuw bidden. Dus je moet blijven bidden en bidden en bidden, totdat je de manifestatie ziet. Zonder te twijfelen dat God je gebed verhoord zou hebben, maar realiseer je dat die persoon, je gebed ongedaan maakt.

Dus je bindt de verblinding, de misleiding, over die persoon. Dan denk je eraan dat deze persoon wedergeboren moet worden, niet uit vergankelijk zaad, maar uit onvergankelijk zaad, het Woord van God, 1 Petrus 1:23 . Dús ga je bidden: Mat 9:38 waar staat: ‘Bid daarom de Heer van de oogst, dat Hij arbeiders uitzende in zijn oogst’.

Zij móeten het Woord te horen krijgen. Dus begin te bidden dat het Woord op hun levensweg zal komen. Zeg: ‘Vader, ik geloof dat zij afgestemd raken op het Woord, Vader, ik spreek mijn geloof uit, en doe een beroep op Uw kracht. Dat op dit moment, zij hun televisie of radio zullen afstemmen op het Woord, naar tapes zullen luisteren. Vader, zend een arbeider op hun weg. Laat een Geestvervulde gelovige op dit moment het café binnen lopen. Laat iemand het Woord tot hen uitspreken en uitleggen. Heer, zend iemand naar hun werkplek, laat hun collega een Geestvervulde gelovige zijn. Ik zet dit vrij en zet Uw kracht vrij.’

Nogmaals, God wil dit heel graag doen, maar God móet door mensen heen werken. Dus Hij heeft iemand nodig met een fysiek menselijk lichaam om dat te doen. Als het individu God niet uitnodigt in zijn leven te komen, hebben zij een voorbidder nodig die God uitnodigt.
Niet smeken en pleiten bij God alsof Hij niet allang deze persoon liefheeft, maar gewoon iemand die dit úitspreekt en daardoor vrijzet. En je moet ook jezelf aanbieden. Bid nooit dat iemand anders iets zal doen wat jij zelf zou kunnen doen. Als jij de gelegenheid hebt tot iemand te spreken, spréék tot hen. Ze móeten de waarheid horen. De waarheid van het Woord is wat hen vrij zal maken. 

Dus je bidt dat de waarheid op hun weg komt. Dan bid je Joh 14:26: ‘maar de Trooster, de heilige Geest, die de Vader zenden zal in mijn naam, die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb.’
Dus bid dat God, als ze niet naar de radio of televisie luisteren, of wat dan ook: ‘God, breng in hun herinnering terug, al de dingen die ze ooit al van U gehoord hebben.’ God is écht bezig met íedere persoon die verloren is.

Ik garandeer je dat God versperringen op hun levenspad brengt. God is bézig met tot hen te spreken. Bid: ‘God, als er niets anders is, breng schriftgedeeltes die ze geleerd hebben toen ze klein waren, terug in hun herinnering. Breng iets tot hen terug. Johannes 3:16, Heer, gebruik dit.’ En je bidt dat deze verzen levend zullen worden voor ze. En vraag om arbeiders op hun weg. En als de Heilige Geest dit levend maakt voor hen, prijs de Heer, ze zullen tot overtuiging komen.
Er zijn nog andere dingen die ik bid. Johannes 20:23 over het kwijtschelden van hun zonden. Dat betekent niet dat je hun zonden kunt vergeven, maar kwijtschelding spreekt over de effecten die zonde op iemand heeft. Je kunt zonde niet stoppen, en je kunt geen vergeving van zonde over iemand bidden, maar je kunt de effecten aanspreken, die zonde kan hebben in het leven van een persoon.
Bijvoorbeeld als ze een seksueel immoreel leven leiden, stellen zij zich bloot aan seksueel overdraagbare ziekten en dat soort dingen. Maar hier ben jij, die voor hen bidt en zegt: ‘Vader, volgens Joh 20:23 kan ik hun zonden niet vergeven, zij moeten dat voor zichzelf ontvangen, maar ik ga hiertegen opstaan, en satan, ook al hebben ze een deur open gezet, jij zult er niet in slagen hen een seksueel overdraagbare ziekte te geven. Ik bestraf AIDS. Zij zullen het niet oogsten.

Jóuw gebed kan hen een zekere mate van bescherming bieden, maar zij kunnen dat gebed ongedaan maken. Dus je moet dat steeds weer opnieuw bidden. En blijf bidden en deze dingen vrijzetten in hun leven tótdat ze er positief op gaan reageren.

Maar uiteindelijk kun jij hen niet dwingen om positief te reageren. Je kunt druk en aandrang op hen uitoefenen, maar je kunt hen niet dwingen om gered te worden. Jezus zei in Matteüs 23:37: ‘Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt, en stenigt, wie tot u gezonden zijn, hoe dikwijls heb Ik uw kinderen willen vergaderen, gelijk een hen haar kuikens onder haar vleugels vergadert, en gij hebt niet gewild. 38 Zie, uw huis wordt aan u overgelaten.’
Jezus zegt: ‘héél vaak heb Ik U willen zegenen en beschermen, maar u hebt het níet toegestaan.’ Jezus was de volmaakte voorbidder. En als Jezus mensen niet kon overtuigen en als Hij niet in staat was om mensen vrij te maken door middel van zijn geloof, hoe kom jij er dan bij om te denken dat jij dat wél zou kunnen? Het enige wat jij kunt doen is een kanaal voor deze kracht zijn om te stromen en hen aan te raken, maar uiteindelijk is de keuze aan henzelf.

Paulus refereerde hieraan in 1 Kor 7 toen hij zei: ‘verlaat je ongelovige partner niet’, ‘16 Want hoe kunt gij weten, vrouw, dat gij uw man zult redden? Of hoe kunt gij weten, man, dat gij uw vrouw zult redden?’ Heel veel onderwijs in het lichaam van Christus zegt dat je hen gewoon kunt claimen en hen tot geloof kunt brengen. Paulus zegt: ‘Hoe kun je dat weten? Als jij niet blijft en voor hen bidt en voorbede doet.’

Arme Paulus, was hij niet zo’n geweldige geloofsheld hier? Hij had niets begrepen over het claimen van deze personen. Maar je kunt gewoon niet garanderen dat jouw partner gered zal worden vanuit jouw geloof alleen. Je kunt alleen dít garanderen, dat als je blijft bidden en de juiste dingen blijft doen, dat ze tot overtuiging zullen komen. God zal jou gebruiken dat ze de waarheid zullen horen om hen tot overtuiging te brengen. Maar de keuze of ze wel of niet naar de hel willen gaan, is aan hen. God gaat hen niet dwingen om gered te worden.

Mensen, ik heb vanavond echt een heleboel gedeeld. Maar ik kon dit gewoon niet halverwege afbreken. Als je zorgt dat je de tape te pakken krijgt en dit gaat herhalen, zal het je uiteindelijk een goed gevoel geven. Amen?


Nawoord:
Hebt u vragen of commentaar n.a.v. deze studie of vertaling, stuur een mail naar: familyvossen@versatel.nl. Indien u bent gezegend door deze studie, geef haar door aan anderen van wie u denkt dat ze er door gezegend kunnen worden. Ook kunt u de verspreiding van het onderwijs van Andrew Wommack in Nederland ondersteunen door een gift over te maken op rekening: 11.41.76.485 t.n.v. Stichting AWM Nederland, Petten, ANBI. 

Inmiddels zijn de volgende studies van Andrew Wommack in boekvorm in het Nederlands verschenen:
1. Geest, Ziel en Lichaam
2. De balans van genade en geloof
3. De nieuwe jij / De Heilige Geest
4. De ware aarde van God
5. Hardheid van hard.

Voor informatie hoe u aan deze boeken kunt komen verwijs ik u graag naar de website www.AWME.net Klik op de NL vlag voor de NL versie.

God houdt van u. 
Jan Vossen


 

www.vergadering.nu