Bijbelgetrouw, krachtig en praktisch onderwijs van Andrew Wommack
Overzicht van de vertaalde bijbelstudies van Andrew Wommack, klik hier...

Het gezag van de gelovige - 5

Andrew Wommack

Of je het nu prettig vindt of niet, ieder van ons is verwikkeld in een geestelijke strijd. God is vóór ons en de duivel is tegen ons. Wij bepalen wie het over ons voor het zeggen heeft en dat hangt af van degene met wie wij samenwerken. In deze oorlog is het onmogelijk om aan de dienstplicht te ontkomen. Onwetendheid van de reikwijdte van deze strijd is alleen maar in het voordeel van de tegenstander. De duivel houdt ervan in het geniep te werken, zijn enige wapen is bedrog. In dit onderwijs zet Andrew deze strijd uiteen en laat zien hoe de vijand werkelijk in elkaar zit.

Deel 1: We zijn verwikkeld in een geestelijke veldslag...
Deel 2: Wie 'maakte' satan...
Deel 3: Met de autoriteit komt ook de verantwoordelijkheid-1...
Deel 4: Met de autoriteit komt ook de verantwoordelijkheid-2...
Deel 5: Wetshandhaving...
Deel 6: Het strijdtoneel is in je denken...

Deel 5 – Wetshandhaving

Bij autoriteit gaat het erom dat wíj onze verantwoordelijkheid nemen en doen wat God ons heeft opgedragen te doen. De kerk als geheel heeft over het algemeen de autoriteit die haar gegeven is niet toegepast en is bezig God te vragen om te genezen, terwijl de Bijbel ons onderwijst dat Hij óns heeft opgedragen om de zieken te genezen. Het blijft Zijn kracht, maar deze genezende kracht is onder ons gezag gesteld. Maar in plaats dat wij onze verantwoordelijkheid nemen en die gebruiken, blijven wij maar aan God vragen om de zieken te genezen, ons te bevrijden, om de duivel van ons probleem af te jagen en ga zo maar door. 

Wij hebben ons van God gegeven gezag niet geaccepteerd, niet gebruikt. Dus als wij spreken over het gebruiken van dit gezag, is dit naar mijn mening cruciaal, namelijk dat wij moeten herkennen dat het handhaven of afdwingen van de wet het énige is dat dit gezag doet. 

Een politieagent noemt men ook wel een wetshandhaver. Een politieagent heeft uitsluitend autoriteit om iets te handhaven of op te leggen dat reeds bij wet is vastgesteld. Hij mag er niet op uit trekken en ter plekke wetten verzinnen. Er is geen sprake van dat hij als een dictator kan optreden en maar kan doen wat hij wil. Hij is beperkt in wat hij mag doen. Het enige dat hij kan doen, is het handhaven van de wetten die reeds gelden. 

Op geestelijk gebied werkt het net zò. Een christen is iemand die wederomgeboren is en om die reden deze bovennatuurlijke, goddelijke kracht heeft ontvangen. Maar er zijn wetmatigheden die bepalen hoe het werkt. Wij, christenen, zijn slechts in staat die wet uit te voeren. Het is niet mogelijk Gods kracht op een zelfzuchtige manier toe te passen. Er is nog nooit een wet ingesteld waarbij God Zijn macht zal gebruiken om jóu te promoten, om jou de dingen te geven waar je begeerte naar uitgaat. In plaats daarvan moet je leren wat de wetten van het Koninkrijk van God zijn en erkennen dat het gezag alleen maar gegeven is om de geestelijke wetten te handhaven of te bekrachtigen. 

In het natuurlijke zijn er mensen die de wetten van het land overtreden. Daarom zijn politieagenten nodig, wetshandhavers, die erop uit zijn om die wetten te handhaven of op te leggen. Evenzo is dat het geval in geestelijk opzicht. Niet iedereen gehoorzaamt de geestelijke wetten. En hoewel er in de geestelijke wereld engelen zijn die ons ten dienste staan, zijn er ook demonen, die voortdurend proberen ons tegen te werken, proberen hún zienswijze en hún mentaliteit aan ons op te dringen, in rebellie tegen de dingen van God. Het is aan jou en mij om de wetten toe te passen die ons ter beschikking zijn gesteld. 

Maar ik wil iets benadrukken voordat we er dieper op ingaan, en dat is dit. De meeste mensen zien niet in dat het Koninkrijk van God volgens zekere wetten functioneert. In plaats daarvan hebben zij het idee dat het onder directe controle van God staat en dat Hij van stemming kan veranderen. Mensen zeggen zoiets als: ‘Je kunt nooit weten wat God (ermee) gaat doen.’ Ze zeggen dingen als: ‘Je kunt God niet in een doosje stoppen.’ En in zekere zin is dat waar, God zal nooit in jóuw doosje passen. Jíj bent misschien niet de persoon die alles doorgronden kan. God kan groter zijn dan het kleine kader waarbinnen jíj kunt denken. Maar God hééft geestelijke wetten ingesteld, die zelfs Hij níet zal overtreden . Psalm 138 vers 2 stelt dat God Zijn Woord heeft verhoogd bóven Zijn naam . Er zijn heel veel schriftgedeelten die spreken over de Naam van Jezus en hoe krachtig die is en dat voor de Naam van Jezus iedere knie zich zal buigen en elke tong zal belijden (Filippenzen hoofdstuk 2 ) . Hoe machtig de Naam van Jezus ook is, de Bijbel stelt in Psalm 138:2 dat God Zijn Woord zelfs verhoogd heeft bóven Zijn Naam. 

Iemands naam is nooit groter dan zijn woord. Als iemand een leugenaar is en nooit zijn woord houdt, dan stelt zijn naam niets voor. De Naam van Jezus is een machtige naam. Hij is machtig omdat Hij nooit of te nimmer Zijn Woord zal breken. Als God iets zegt, wordt dat onmiddellijk een wettelijke, bindende overeenkomst. Psalm 89:35 zegt: ‘Mijn verbond zal Ik niet ontwijden, noch veranderen wat over Mijn lippen gekomen is.’ Als God spreekt, zijn die woorden bindend (verbond); als een wettelijke overeenkomst. Hij zal hetgeen Hij gesproken heeft, niet verbreken. Hebreeën 1:3 zegt dat Hij: ‘de dingen draagt door het woord Zijner kracht.’ Met andere woorden, het hele universum wordt bij elkaar gehouden door de integriteit en de kracht van Zijn Woord. Als God ooit Zijn Woord zou schenden, als Hij ooit een belofte zou breken, zou dit hele universum – met jou en mij erbij - onmiddellijk in elkaar storten. Gods integriteit houdt dat alles in stand en als God spreekt, wordt dat een contract. Het is een wet en die zal Hij niet wijzigen. Daarom moet je je deze zienswijze eigen maken, want wil je jouw autoriteit effectief kunnen gebruiken, dan moet je weten wat Gods wetten inhouden. 

Als voorbeeld neem ik weer even een politieagent. Deze agent is zojuist aangenomen en stelt onmiddellijk de vraag: ‘O.k., welke wetten moet ik handhaven?’ en hij krijgt te horen: ‘Geen idee, ga er maar op uit en kijk maar wat werkt en wat niet, kijk maar of mensen je gehoorzamen of niet.’ Dat gaat natuurlijk niet werken. Politieagenten worden gedrild zodat ze weten wat alle wetten en voorschriften inhouden. Wat is wél toegestaan, wat niet, wat is goed en wat fout. Een wetshandhaver moet weten wat de wetten zijn, wil hij de wet kunnen handhaven. Ook wordt hij door de wet beperkt. Hij kan niet verder gaan dan de wet. Hij kan niet op eigen houtje handelen. Hij heeft een absolute autoriteit, maar waar de wet ophoudt, houdt ook zijn autoriteit op. Hij kan niets doen als er geen wet bestaat die de dingen ondersteunt die hij probeert te handhaven. 

En in het geestelijke werkt dat net zo. Als jij niet begrijpt wat de autoriteit en het gezag van een gelovige inhoudt, zou je het idee kunnen krijgen dat jij gewoon zelf kunt bepalen hoe en waarop je dingen doet. Zo kan het wel, denk je dan. Maar is er een wet waarin God jou heeft beloofd dat Hij dat waarmaakt? Is er een wet die stelt dat jij deze dingen kunt doen wanneer jij probeert je autoriteit te gebruiken om dingen tot stand te brengen? Je zult moeten weten wat de wetten inhouden. Autoriteit toepassen voor je eigen zelfzuchtige grillen en daarmee doen waar jij zin in hebt, is niet aan de orde. 

Laat me hier een schriftgedeelte over geven uit Romeinen hoofdstuk 3. In vers 27, en dan val ik direct in een stuk onderwijs, staat: ’ Waar blijft het roemen dan? Het is uitgesloten. Door welke wet? Der werken? Nee, maar door de wet van geloof.’ Dit stelt dus dat geloof een wet kent. Er bestaat een wet van geloof. Als je het over een wet hebt in het natuurlijke, bijvoorbeeld over de wet van de zwaartekracht, de wet van aerodynamica, de wet van snelheid en stijgvermogen, dan geef je met die wet aan dat het een constante factor is. Het werkt áltijd zo. Bovendien is het universeel. Als iets bijvoorbeeld in Colorado onderhevig zou zijn aan de zwaartekracht, maar in een andere staat of in een ander land niet, dan zou de zwaartekracht geen wet zijn maar een fenomeen, een verschijnsel. Een wet betekent dat het constant, onveranderlijk is, overal. Dat geldt voor iedereen. Iedereen op deze planeet functioneert onder dezelfde wetten, altijd. Zwaartekracht stagneert niet zo af en toe. Hoewel er soms dingen gebeuren waardoor je haast zou gaan twijfelen. 

Een paar jaar geleden bijvoorbeeld bevond zich hier in Colorado een vliegtuig dat schuin overhing om een bocht te maken. Opeens versnelde het vliegtuig, zo hebben ze later tijdens het onderzoek ontdekt, het versnelde terwijl het overhelde en het boorde zich even later met grote snelheid de grond in. Het vliegtuig dook letterlijk de grond in en creëerde een krater. Het grootste brokstuk dat ze van dat vliegtuig vonden was een halve vierkante meter groot. Het spatte finaal uit elkaar en niemand van de inzittenden overleefde het ongeluk. Men heeft er drie of vier jaar onderzoek naar gedaan, maar er is nooit een oorzaak of een reden voor dat ongeluk gevonden. Er werd geen mechanische oorzaak geconstateerd, geen fout van de piloten ontdekt, niets van dit alles. Maar het voornaamste is, dat ze nóóit hebben gezegd dat de zwaartekracht opeens 10 keer sterker was geworden waardoor dit vliegtuig neerstortte. Nee, zoiets zeggen ze niet, want dat zou niemand accepteren. De zwaartekracht is een wet, die is constant. 

Men heeft nooit de oorzaak kunnen achterhalen waarom dat vliegtuig neerstortte. Het is afgehandeld als ‘oorzaak onbekend.’ Nooit heeft men de wet van de zwaartekracht of de aerodynamica in twijfel getrokken. Men heeft nooit gezegd dat één van die twee stopte met functioneren, omdat dit wetten zijn. Wetten zijn constant en betrouwbaar, die functioneren altijd. 

Dit is één ding waarvan ik geloof dat je dat echt zult moeten begrijpen. Wil je een effectieve, krachtige relatie met God kunnen hebben, reken dan af met het idee dat God dit of dat soms wél wil doen, en soms niet. Reken af met het idee dat je maar nooit kunt weten wat God zal doen, wat God van plan is. Dat God zomaar kan willen dat déze persoon zijn leven lang het Down Syndroom heeft, gewoon omdat God dat nodig vindt, om vervolgens een ander persoon volkomen te genezen. Je moet afrekenen met het idee dat je kunt nooit weten wat God gaat doen. Want zo is God niet en zo werkt het Koninkrijk helemaal niet. 

God is Degene die de hemel en de aarde geschapen heeft. Deze zijn zó geordend, zó systematisch, dat je tienduizend jaar terug in de tijd kunt gaan en uit kunt rekenen waar op dat moment precies Mars, Jupiter en de maan hebben gestaan. Omdat het net als een raderwerk volmaakt constant en samenhangend is. Je kunt naar de toekomst kijken en voorspellen wanneer een maansverduistering en wanneer een zonsverduistering zullen plaatsvinden. Alles is zó geordend op de manier zoals God het geschapen heeft. Het verbaast mij daarom dat mensen kunnen denken dat God bepaalde dingen zomaar willekeurig doet, terwijl Hij al die andere dingen met zó’n orde heeft geschapen. Orde kwam beslist niet uit chaos voort. God Zelf ís geordend, Hij heeft wetten geschapen, Hij is constant én voorspelbaar omdat Hij werkt volgens geestelijke wetten die Hij Zelf heeft ingesteld. 

Als je déze gedachtegang te pakken hebt zul je dus moeten leren ontdekken wat die geestelijke wetten zijn en moet je vervolgens als gelovige jóuw gezag ter hand nemen. Daarna ben je simpelweg een wetshandhaver. Als jij onwetend bent van het Woord van God, zul je nooit effectief autoriteit kunnen toepassen in je leven, omdat satan je er gewoon uit zal kletsen. 

Ik heb eens een verhaal gehoord van een man uit de tijd dat je nog per schip de Atlantische oceaan overstak. Deze man kocht van zijn spaargeld een kaartje om naar de VS te komen. Van zijn allerlaatste geld kocht hij beschuit en kaas. De hele reis lang, die een maand of twee duurde, at hij alleen maar beschuit met kaas. Soms keek hij naar de mensen in de eetzaal, waar ze genoten van de overvloed aan voedsel, want het eten dat op die schepen werd opgediend was van grote klasse. Hij zag dat, maar had geen geld voor deze maaltijden. Dus leefde hij de hele reis op beschuit met kaas. Op één van de laatste dagen van de reis, kwam één van de kelners op hem af en vroeg hem: ‘Mijnheer, ik heb gemerkt dat u nooit hebt deelgenomen aan de maaltijden in de eetzaal. Was er misschien iets wat u niet aanstond? Waarom heeft u tijdens deze reis nooit met ons meegegeten?’ Waarop de man zei: ‘O nee, er was niets, ik had dolgraag meegegeten. Het zag er allemaal geweldig uit, maar ik had er geen geld voor. Ik had net genoeg voor wat beschuit met kaas. Meer geld had ik niet.’ Waarop de kelner zei: ‘Maar wist u dan niet dat de maaltijden bij de prijs van het kaartje waren inbegrepen? Het was inclusief de prijs die u heeft betaald!’

Deze man was dus onwetend van wat rechtens aan hem toebehoorde. Daarom moest hij honger lijden en het zonder stellen, terwijl de waarheid was dat hij lekker mee had kunnen eten. Hij had kaviaar en alles wat hij maar had gewild kunnen krijgen, de hele reis lang. Op dezelfde manier zijn wij onwetend van wat God ons gegeven heeft. En daarom heeft satan sommige mensen kunnen overtuigen dat ze nóóit voorspoedig zullen zijn, dat ze maar nauwelijks genoeg zullen hebben om rond te komen. Je bent gezegend in álles wat je doet, zegt Deuteronomium hoofdstuk 28 . Maar als jij niet weet dat voorspoed één van de wetten is die God geboden heeft als onderdeel van de zegen op jou, als jij niet op de hoogte bent van de wetten van voorspoed en hoe God Zich verheugt in de voorspoed van Zijn dienaren, Psalm 35:27 , als jij deze dingen niet wéét, dan zul je door onwetendheid nooit in staat zijn af te dwingen en te eisen wat rechtmatig van jou is en dat dan ook niet ontvangen. Dus als een gelovige zijn autoriteit wil gebruiken en dingen wil laten gebeuren, hangt het er dus helemaal van af of je beseft wat de wet inhoudt. Je moet weten waarin voor jou is voorzien. Dit inzicht moet je hebben, namelijk dat God niet willekeurig beweegt, dat Hij niet de ene keer die persoon wel geneest en de andere keer die andere persoon misschien niet. 

Onlangs werd ik door een vriend van ons gevraagd om voor een vrouw te bidden met artritis. Voordat ik met haar bad, vertelde ik haar over mensen die ik daarvan had zien genezen en dat artritis geen enkel probleem was. Dat ik al duizenden mensen van artritis had zien genezen. Ze keek mij aan en zei: ‘Nou, ik geloof dat God wel kán genezen, maar ik geloof niet dat jíj kunt genezen.’ Nu was dat waar in die zin dat het niet míjn kracht is, maar weet je, die autoriteit is wél aan mij gegeven. Zij nam onmiddellijk aanstoot en begon als het ware te weerstaan wat ik aan het doen was. Toen deed ze de uitspraak: ‘Nou, het hangt er gewoon allemaal van af, of het wel Gods wil is.’ Zij geloofde wel dat God het kón doen, maar zij zag het niet als een wet, als iets dat reeds volbracht was. 

Ik ga hier niet over genezing onderwijzen, maar gebruik het als een illustratie, dat God iedereen al genezen heeft, iedereen die ooit zal genezen. Door Zijn striemen is ons genezing gewórden . De Heer geneest geen mensen nu op dit moment. Hij genas mensen 2000 jaar geleden toen Jezus de striemen op Zijn rug kreeg. En door Zíjn striemen zíjn wij genezen, 1 Petrus 2:24. Zíjn deel is dus al gedaan. De wet is al aangenomen en ingevoerd. Het recht is er al en behoort ons toe. Maar nu is het aan ons, als gelovigen, om te wéten wat Gods wil is en te gebieden dat het ook zal manifesteren. 

Nog een schriftgedeelte dat hiermee overeenstemt. 1 Johannes 5:14-15 ‘En dit is de vrijmoedigheid, die wij tegenover Hem hebben, dat Hij, indien wij iets bidden naar Zijn wil, ons verhoort. En indien wij weten, dat Hij ons verhoort, wat wij ook bidden, weten wij, dat wij de beden verkregen hebben, die wij van Hem hebben gebeden.’ Hier staat dus dat wij de vrijmoedigheid hebben dat als wij iets bidden NAAR zijn wil, wij wéten dat Hij ons hoort en als wij wéten dat Hij ons verhoort, weten wij ook dat wij onze gebeden verkrégen hebben. Het hangt dus allemaal af van de vraag: ‘Wat is Zijn wil?’ 

Sommige mensen zeggen: ‘Je kunt nooit weten wat Gods wil is.’ Maar nogmaals, dat soort denken staat lijnrecht tegenover het principe dat ik hier probeer uit te leggen. Als jíj denkt dat God de ene keer wel iemand redt en een andere keer niet; dat God iemand soms geneest en soms niet; dat God de ene persoon voorspoedig maakt en de andere in armoede laat leven; als jij denkt dat God volledig onvoorspelbaar is, zul je nóóit effectieve autoriteit kunnen uitoefenen. Je zult het nóóit gebruiken, omdat je er niet zeker van bent wat de wet is, want je weet gewoon niet wat Gods wil is. 

Nog een keer terug naar de politieagent. Stel dat zijn gedachtegang zou zijn: ‘Soms is het in orde om te hard te rijden, soms is het niet in orde om te hard te rijden.’ Soms is de wet van toepassing en soms is de wet níet van toepassing. Soms is het in orde om een bank te beroven en soms niet. Soms is het o.k. om te moorden en een andere keer niet. Nee, zo is de wet absoluut niet. Dat werkt zo niet. De wet is constant. Het is hetzelfde voor iedereen. Wij spreken uit dat níemand boven de wet staat. Zelfs politici, of wie dan ook, of de politieagent zelf, wanneer zíj de wet overtreden, worden ze ter verantwoording geroepen. In de praktijk gaat het helaas niet altijd zo, maar dat hoort wel zo te zijn. Zo willen we het in de praktijk wel zien werken. 

In geestelijk opzicht is het exact hetzelfde, ook daar zijn er geen uitzonderingen. Het is helemaal niet zo dat er bepaalde mensen zijn, voor wie het Woord niet werkt en andere mensen voor wie het wel werkt. Het is niet God, Die bepaalde mensen zou mogen waardoor het voor hen wel zou werken en anderen niet, waardoor zij nooit zullen ontvangen. Zo is het gewoon helemaal niet. Gód heeft wetten ingesteld en als je zegt: ‘Dit is de vrijmoedigheid die wij in Hem hebben, dat als wij ook maar íets bidden in overeenstemming met Zijn wil’, dan móet je weten wat Gods wil is. 

Maar sommige mensen zeggen: ‘Je kunt Gods wil helemaal niet weten.’ Jawel, dat kun je wel: de Bijbel is Gods wil. Als God heeft gezegd in 3 Johannes vers 2: ‘Geliefde, voor alle dingen wens ik, dat het u wel gaat en dat gij gezond zijt, gelijk het uw ziel wel gaat’, dan betekent dat woord “wens”, dat het Gods wil is. Zijn wens, dat is Zijn verlangen voor jou. Gods wet is, dat Hij wil dat ieder individueel persoon welvarend en gezond is, evenzo als het met hun ziel goed gaat. Dat is de wet van God. God wil dat jij welvarend bent en dat je gezond bent, God wil dat jij een overwinnaar bent. Johannes hoofdstuk 10:10. Dit is recht toe recht aan, maar het is waarheid in iedere situatie. ‘De dief komt niet dan om te stelen, te slachten en te verdelgen; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed.’ Satan is degene die is gekomen om te stelen, te slachten en te verdelgen. Jezus is gekomen om je leven te geven en dat in overvloed. Als het dus leven is, als het goed is, als het overvloed is, is het van God. Als het stelen, slachten en verdelgen is, is het van de duivel. 

Allemaal heel simpel gesteld, maar als algemene regel volkomen waar. God is een goede God en Hij geeft goede dingen. De duivel is een slechte duivel. Wat slecht is, komt van de duivel; wat goed is, komt van God. God heeft wetten ingesteld om jou goed te doen, om jou voorspoedig te maken, en je moet leren wat deze zijn zodat jíj op zult staan en je rechten gaat opeisen. 

Nogmaals terugkerend naar de burgerlijke wetten. Als iemand iets van je steelt, heb je het recht om aangifte te doen en een aanklacht in te dienen. Politieagenten kunnen aan de slag om de dief op te pakken en hem vervolgen. Want dan komt er een rechtszaak en als die persoon schuldig wordt bevonden, kan hem een straf worden opgelegd. Van hem kan een vergoeding worden geëist, hij kan zelfs gevangenisstraf krijgen. Maar dat is wél afhankelijk van het feit of jij, als benadeeld persoon aangifte doet en een aanklacht indient. Als jij weigert zo’n aanklacht in te dienen, kun je wel letterlijk het recht hebben op vergoeding, het recht om iemand in de gevangenis te laten stoppen, het kan alleen als je daadwerkelijk een klacht indient en jouw autoriteit gebruikt om te zeggen: ‘O.k., ik maak gebruik van mijn rechten.’ 

In het geestelijke is dit exact hetzelfde. God heeft Zíjn wil voor ons vastgelegd, maar het is aan jóu om op te eisen wat Jezus voor jou heeft gedaan. Je zult jouw zaak voor moeten leggen. Je zult jouw autoriteit moeten nemen en de geestelijke wetten die voor jouw welzijn zijn ingesteld moeten afdwingen en handhaven. Onwetendheid van de geestelijke wetten zal voorkomen dat jij aanspraak maakt op jouw rechten. Het zal jou verhinderen om satan uit de buurt te houden, omdat je satan zijn gang laat gaan in het idee dat jij geen enkel gezag hebt, geen enkele macht. We weten gewoon niet wat ons rechtens toebehoort. Er zijn christenen die geloven dat we ziek moeten zijn, dat we arm moeten zijn, dat we ontmoedigd en verslagen moeten zijn, dat het zó behoort te gaan. Ze beseffen helemaal niet dat Jezus ons van die dingen heeft verlost. 

Dit zijn machtige, machtige waarheden, die ik hier deel! God heeft Zijn Koninkrijk zó geschapen dat het functioneert op basis van geestelijke wetten, op dezelfde manier als de fysieke wereld functioneert op basis van natuurlijke wetten. En het enige dat je kunt doen, is met die natuurlijke wetten meewerken. Je kunt ze niet negeren, je kunt ze niet veranderen. Ze zijn consistent, constant en universeel. En op precies dezelfde manier werken de geestelijke wetten. Je kunt eenvoudigweg niet zeggen: ‘Op basis van mijn gezag als gelovige, gebied ik dít huis of deze auto. Het staat onder míjn gezag en autoriteit en daarom is het zo.’ Nee, je zult moeten meewerken met de geestelijke wetten van God. In feite zijn er wetten van God die je expliciet vertellen dat je niet het huis of de vrouw van je naaste mag begeren of wat ook maar. 

Ik heb daar al eerder voorbeelden van gegeven, sprekend over mensen die probeerden Bijbelteksten te gebruiken om andermans partner te claimen. Om te proberen iemand te gebieden te sterven en uit de weg te gaan. God heeft helemaal geen wet gemaakt zodat je Zijn kracht kunt gebruiken voor eigen grillen of zelfzuchtige doeleinden. En daarom kun je zeggen wat je wilt en in de naam van Jezus maar raak claimen en beweren dat deze persoon zal sterven zodat jij zijn of haar partner als echtgenoot krijgt, maar dat gaat niet werken. Omdat God in dat soort dingen niet heeft voorzien. Er zijn geen geestelijke wetten die dit regelen. 

Laat ik een voorbeeld geven van waar we het hier over hebben. In Marcus hoofdstuk 5 wordt de geschiedenis beschreven van de bloedvloeiende vrouw. Zij kwam en raakte de zoom van Jezus’ kleed aan en was genezen. Als je goed naar dit voorbeeld kijkt, zie je een illustratie van wat ik probeer over te brengen, dat God werkt op basis van wetten. Hij heeft wetten vastgesteld en ons nu autoriteit gegeven om die wetten af te dwingen, om ze toe te passen. In Marcus 5:25-34 staat: ‘En een vrouw, die twaalf jaar aan bloedvloeiingen geleden had, en veel doorstaan had van vele dokters en al het hare daaraan ten koste had gelegd en geen baat had gevonden, maar veeleer achteruit was gegaan, had gehoord, wat er van Jezus verteld werd, en zij kwam tussen de schare en raakte van achter Zijn kleed aan. Want zij zei: Indien ik slechts Zijn klederen kan aanraken, zal ik behouden zijn. En terstond droogde de bron van haar bloed op en zij bemerkte aan haar lichaam, dat zij van haar kwaal genezen was. En Jezus bemerkte terstond bij Zichzelf de kracht, die van Hem uitgegaan was, en Hij keerde Zich om in de schare, en zei: Wie heeft mijn klederen aangeraakt? En zijn discipelen zeiden tot Hem: Gij ziet, dat de schare tegen U opdringt en Gij zegt: Wie heeft Mij aangeraakt? En Hij keek rond om te zien, wie dat gedaan had. De vrouw nu, bevreesd en bevende, wetende wat met haar geschied was, kwam en wierp zich voor Hem neder en zei Hem de volle waarheid. En Hij zei tot haar: Dochter, uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede en wees genezen van uw kwaal.’

Dit voorbeeld illustreert wat ik ‘de wet van geloof’ of ‘de wetten van God’ noem. Hier is deze vrouw, die zich van achteren tussen de schare doordrong. De discipelen zeiden later dat de mensen tegen Jezus aandrongen. Dat betekent dat er een menigte om Hem heen was die Hem aanraakte. Mensen raakten Hem aan in een poging om zo genezen te worden. Omdat er van Zijn lichaam ‘deugd’ uitging, en wel zoveel dat mensen werden genezen door Hem alleen maar aan te raken. Er was dus een menigte rondom Hem, die samendrong en Hem aanraakte. Dus Jezus stootte voortdurend tegen hen aan en mensen reikten naar Hem uit om hun genezing te ontvangen. En in dit gedrang kwam een klein vrouwtje die leed aan bloedvloeiingen, zij raakte de zoom van Zijn kleed aan en boem, ogenblikkelijk stroomde de kracht van God uit Jezus’ lichaam, door Zijn kleed, naar de zoom van Zijn kleed tot in deze vrouw en instantelijk was zij genezen van de kwaal waar ze twaalf jaar aan had geleden. 

Nadat dit allemaal gebeurd was draaide Jezus Zich om en vroeg: ‘Wie raakte mij aan?’ Besef je dat het religieuze concept dat men hierover heeft is dat Jezus álle dingen wist? Dat ‘Wie raakte mij aan?’ daarom een retorische vraag zou zijn en die vraag daarom niet echt gemeend zou zijn, omdat Hij toch alles wist wat er gebeurde. 

Ik geloof helemaal niet dat dit zo is. De Bijbel zegt dat in Lucas 2:52 ‘En Jezus nam toe in wijsheid en grootte en genade bij God en mensen.’ Ik geloof dat Jezus God was, maar dat Hij ook in het vlees was. En in Zijn fysieke lichaam moest Jezus dingen op dezelfde manier leren zoals jij en ik dat moeten leren. Hier staat dat Hij toenam in wijsheid en grootte. Ik geloof dat Hij in Zijn geest, HEER was over alles. Als je teruggaat naar wat traditioneel het kerstverhaal wordt genoemd, in Lucas 2, zul je zien dat de engelen tegen de herders zeiden om naar Bethlehem te gaan, naar Christus de Koning en zij noemden Hem Heer bij Zijn geboorte . Hij was dus God in de geest, maar kwam als Jood uit de baarmoeder. Hij moest leren en ontdekken wie Hij was. Hij moest leren eten en lopen. Hij moest dingen leren. En evenzo had het fysieke lichaam van Jezus beperkingen, maar geen beperkingen die uit de zonde voortvloeiden. God heeft ons fysieke lichaam zo gemaakt, dat het alleen leert door middel van fysieke zintuigen. 

Toen Jezus door de menigte liep en de vrouw Zijn kleed aanraakte, ging er deugd, kracht van Hem uit. Hij kon waarnemen dat de kracht van God door Hem heen stroomde, maar Hij wist niet wie Hem had aangeraakt. Sommige mensen zijn het hier niet mee eens, maar ik geloof dat het overduidelijk is als je dit schriftgedeelte serieus neemt, dat Jezus niet wist wie Hem aanraakte. 

En hier gaat het mij om, de meeste mensen denken dat als je God bijvoorbeeld benadert voor genezing, je in principe je verzoek bij Hem voorlegt. God onderzoekt dan hoe heilig jij bent, of hoe waardig, of je wel gebeden hebt, je tienden hebt betaald, lang genoeg gevast hebt, of je goed of moreel genoeg bent, of je situatie wanhopig genoeg is, hoeveel extra mensen voor je aan het bidden zijn, etc.. Zij geloven dat God je op deze criteria beoordeelt, of je het wel waard bent. En op grond van Zijn persoonlijke inschatting zet Hij óf Zijn kracht vrij en word je genezen, óf Hij houdt haar in en zegt: ‘Nee, je hebt niet genoeg gebeden. Je hebt niet genoeg gevast, je bent niet heilig genoeg. Je hebt nog deze of die zonde in je leven en totdat je daarmee afrekent, zal Ik je niet genezen.’ Dat is één van de manieren waarop mensen God zien: als Iemand die daarboven zit en ons beoordeelt en vervolgens op grond van Zijn waarneming Zijn kracht vrijzet óf inhoudt. 

Maar dit verhaal, deze illustratie, boort die gedachte volledig de grond in, omdat Jezus zelfs niet eens wist wie deze vrouw was. Hij had haar niet zien aankomen. Zij raakte alleen de zoom van Zijn kleed aan. Hij bemerkte de kracht van God en vroeg: ‘Wie heeft mij aangeraakt.’ Was Hij een spelletje met deze vrouw aan het spelen, was het een retorische vraag (wat dit verhaal niet leert), of Hij wist echt niet wie deze vrouw was? Maar de kracht van God stroomde instantelijk zonder dat Hij haar eerst opnam, vaststellend of ze wel of niet waardig was. Dit toont aan dat de kracht van God stroomt op basis van wetmatigheid. 

Er zijn dus wetten. Als jij in geloof functioneert, als jij je autoriteit neemt en functioneert in deze wetten, dan stroomt de kracht van God automatisch. Er is dan geen sprake van dat God je bekijkt en beoordeelt of jij wel waardig bent, en indien positief, Hij dan Zijn kracht vrijzet. Zo gaat het helemaal niet. Er zijn eenvoudig wetten die bepalen hoe de kracht van God functioneert. En als jij in overeenstemming met die wetten functioneert en ze toepast, dan stroomt die kracht. Doe je dat niet, dan stroomt de kracht niet. En het heeft er echt niets mee te maken of God meer van de één dan van de ander houdt. 

Het is gewoon een kwestie van een wet. God heeft Zijn Koninkrijk gevestigd op basis van geestelijke wetten. En wat wij als gelovigen moeten doen, is uitzoeken wat die wetten zijn en leren daarmee samen te werken. Besef je dat elektriciteit volgens wetten werkt? Als je een stroomdraad vastpakt die binnen die wetten functioneert en je bent geaard en er staat ook nog stroom op die draad, besef je dan dat dit je zal kunnen doden? Er is geen sprake van dat de elektriciteitsmaatschappij denkt: ‘Zo, die gaan we even een lesje leren’, en je vervolgens vermoordt. Nee natuurlijk niet, het zijn simpele natuurwetten en als je die wetten in beweging zet, gaat die stroom vloeien. Zo kan een vogel op een hoogspanningsdraad gaan zitten zonder dat die hem elektrocuteert. Omdat het vogeltje niet geaard is, merkt het er niets van. Dat komt echt niet omdat de elektriciteitsmaatschappij meer van vogels houdt dan van mensen. Nee, je hebt te maken met wetten. Er zijn wetten die bepalen hoe kracht stroomt. 

Weet je dat elektriciteit al sinds de schepping bestaat? Het is er altijd al geweest. Zo is het ook met onweer, bliksem, statische elektriciteit, enzovoort. Mensen hadden elektriciteit al drieduizend jaar geleden kunnen gebruiken als ze de wetten die het beheersen hadden begrepen. Er is geen sprake van dat God elektriciteit pas in de laatste twee- tot driehonderd jaar heeft geschapen en sindsdien de mensen in staat heeft gesteld het te gebruiken. Welnee, elektriciteit is er altijd al geweest, maar onze onwetendheid van die wetten heeft ons belemmerd er gebruik van te maken. 

Op geestelijk gebied werkt dat ook zo. Er is geen sprake van dat God in de donkere middeleeuwen, dingen als genezing, wonderen, gaven van de Geest, doop met de Heilige Geest en dergelijke heeft ingetrokken. Echt niet. God heeft de stekker er niet uitgetrokken, de mensen gingen zelf de donkere middeleeuwen in en raakten zo de kennis van de dingen van God kwijt. De vroege nieuwtestamentische kerk functioneerde zeer sterk in de wetten van God. Maar door allerlei oorzaken begon men te geloven dat Gods wonderen en bovennatuurlijke krachten ophielden en verdwenen waren na de dood van de apostelen. Pas in 1904 was er in ‘Azuzastreet’ opnieuw een uitstorting van de Heilige Geest. Dat was heus niet de eerste en enige keer, maar het is een belangrijke en bekende keer geweest, die veel publiciteit kreeg. Toen begon de kracht van de Heilige Geest zich weer te manifesteren. 

In de beginperiode van de Pinksterbeweging, begin 1900, was er een toevloed van genezingen die voortgaat tot op de dag van vandaag. We zien grote, gróte wonderen plaatsvinden. Maar het is helemaal niet zo dat God in cyclussen opereert en daarom in de eerste tweehonderd jaar bovennatuurlijke kracht vrijzette. In de periode daarna zou Hij het dan zo’n 1500 jaar hebben afgesloten en daarna opeens weer hebben aangezet, waardoor wij nu weer in een beweging of een golf van God zitten. Zo werkt het helemaal niet. Net zo min als dat God mensen duizenden jaren zou hebben verhinderd om elektriciteit of auto’s of vliegtuigen te gebruiken. Nee, die wetten golden ook in die tijd al. Maar de onwetendheid van mensen weerhield hen ervan om van deze wetten gebruik te maken. En daardoor zijn er mensen gestorven van de hitte, terwijl ze air-conditioning hadden kunnen gebruiken, als ze de wetten hadden gekend. Er zijn mensen gehinderd omdat ze niet over grote afstanden hebben kunnen reizen. Ze moesten lopen of gebruikmaken van een ezel of een kameel. Dat kwam niet omdat God hen in onwetendheid had gehouden, zij wisten die dingen gewoon niet. 

Het ligt niet aan God dat Hij jou niet zou genezen, jou niet zou zegenen. Het is niet God Die zou willen dat jij lijdt, maar er liggen wetten aan ten grondslag en jij moet ontdekken wat die wetten zijn en daarmee gaan samenwerken, om vervolgens te leren hoe je die wetten moet ‘handhaven.’ Dit is zo’n geweldige en krachtige waarheid. Maar er zijn mensen die nu hun wenkbrauwen fronsen en zeggen: ‘Ik ben het niet eens met wat jij zegt, want dit legt de verantwoordelijkheid bij mij, het ligt dan aan mij dat ik deze dingen onder de knie moet krijgen.’ 

Ja, zo is het precies! Ik zeg je nogmaals dat het niet aan God ligt dat Hij jou niet heeft genezen, voorspoedig gemaakt of bevrijd. Dat komt door je eigen onwetendheid. En ik zeg dat niet om op je af te geven, het is ook mijn onwetendheid die u en mij in dit soort gevangenschappen houdt. Maar God heeft Zijn gedeelte gedaan. Het Woord van God leert ons dat de Heer ons reeds genezen heeft en wij zijn degenen die daar gebruik van moeten leren maken. 

Kijk naar Marcus 5, naar de vrouw die de zoom van het kleed van Jezus aanraakte. Besef je dat daar staat dat ‘er een menigte was die Hem aanraakte’? We weten niet precies uit hoeveel mensen deze menigte bestond. Persoonlijk denk ik dat het om meer dan honderd mensen ging, maar het kunnen er gemakkelijk 200, 300 of 400 zijn geweest, die probeerden Jezus door deze straten te volgen. In ieder geval waren het er een heleboel. Er staat dat ze om Hem heen dromden en tegen Hem aan drongen. Ze wilden niet alleen maar in Zijn buurt zijn, ze wilden Hem aanraken, omdat er deugd van Hem uitging en die genas mensen. Er was dus een menigte om Hem heen en heel veel mensen hadden iets nodig: genezing, bevrijding. De mensen hadden noden en toch was er maar één uit deze hele menigte die genas. Dat is niet de enige keer dat je dit ziet. Iets soortgelijks gebeurt in het vijfde hoofdstuk van het boek Johannes, waar Jezus bij het bad van Bethesda kwam. Er lagen daar heel veel zieke mensen en er werd er slechts één genezen. Hoe kwam het nou dat er toen maar één persoon werd genezen, terwijl er een heleboel waren die het nodig hadden? 

Hoe komt het, dat sommigen van jullie die dit lezen, geen genezing ontvangen terwijl je weet dat een ander wél ontvangen heeft? Of je hoort mij op televisie een getuigenis geven over iemand die genezen is, maar hoe komt het dat jij niet geneest? Ik verzeker je dat één van de redenen is, dat jij niet begrijpt dat God Zijn deel al gedaan heeft en dat jij jouw autoriteit niet gebruikt om die wetten te ‘handhaven.’ Je bent onwetend van de wetten die God heeft ingesteld en in plaats daarvan ga je passief en afwachtend naar God. ‘God, wilt u mij alstublieft genezen, mocht het Uw wil zijn.’ ‘Heer, wilt U mij bevrijden.”, “Heer, wilt U iets doen in mijn leven?’ Er zijn een heleboel manieren om dit te zeggen. Maar de Bijbel noemt dat in wezen ongeloof. Je gelooft eenvoudig de Bijbel niet, waarin staat: ‘Door Zijn striemen zijt gij genezen’ (1 Petrus 2:24). Daar staat het in de verleden tijd, als iets dat reeds gedaan is. Hij heeft het al gedaan. 

Ga het anders doen, sta op in geloof en zeg: ‘Ik wéét dat Hij het gedaan heeft, dezelfde kracht die Jezus uit de doden heeft opgewekt is in mij geplaatst. Want dat zegt Efeziërs 1:18, ik neem mijn autoriteit, ik spreek tot mijn probleem en ik gebied dat deze dingen plaatsvinden.’ 

Maar in plaats van dat wij onze autoriteit nemen, gaan wij passief naar God toe en vragen: ‘God, wilt U mij alstublieft genezen, mocht het Uw wil zijn.’ De Bijbel noemt dat ongeloof en dat is de reden waarom wij niet ontvangen. Wij zijn onwetend van de wetten van God. De vrouw in het vijfde hoofdstuk van Marcus werd door God genezen, ‘Want zij zei (vers 28): Indien ik slechts Zijn klederen kan aanraken, zal ik behouden zijn.’ Eén van de wetten, en het zijn er vele, maar één van de geestelijke wetten die bepalen of je van God ontvangt, is de kracht van jouw woorden. 

In Spreuken 18:20-21 staat: ‘Van de vrucht van iemands mond wordt zijn binnenste verzadigd; hij verzadigt zich van de opbrengst van zijn lippen. Dood en leven zijn in de macht der tong, wie aan haar toegeeft, zal haar vrucht eten.’ Deze schriftplaatsen en vele andere, zoals Matteüs 12:36,37; Jakobus 3 en Marcus 11 spreken over de macht van onze woorden, maar deze tekst is heel duidelijk: dood en leven zijn in de macht van de tong. 

Velen van ons negeren deze wetten wanneer wij proberen genezing van de Heer te verkrijgen. We zeggen: ‘Nou, ik heb mensen over deze “name it and claim it” (“spreek het en grijp het”) horen spreken. Je kunt hebben wat je zegt en je moet zeggen dat je genezen bent, terwijl je je helemaal niet genezen voelt.’ En ik heb eerder mensen horen zeggen dat ze hier niet in geloven. Daarom doen ze maar wat en als iemand vraagt: ‘Hoe gaat het met je?’, reageren ze met: ‘Ik ga dood.’ ‘Ik heb nog maar een week te leven volgens de dokter.’ ‘Ik voel me vreselijk beroerd.’ Ze spreken ‘dood’ uit met hun tong, ze spreken negatief, en tóch bidden ze: ‘Oh God, genees me toch als het Uw wil is.’ Als ze daarna geen fysieke genezing zien, worden ze boos op God alsof Hij tekort geschoten is. 

Maar zie je, er zijn wétten die regelen hoe dingen werken en één daarvan is dat je zult hebben wat je spreekt, Marcus 11:23 . Nog een tekst, het is hetzelfde principe maar op een andere plaats in de Schrift, Spreuken 18:21: “Dood EN leven zijn in de macht van de tong.” Als jij dood uitspreekt door middel van je tong, maar vervolgens leven wenst, werkt het gewoon niet. En dan kun je wel zeggen dat je het niet gelooft, maar dan ben je net als iemand die zegt: ‘Ik geloof gewoon niet dat koper een betere geleider is dan hout en daarom ga ik mijn huis met hout bedraden in plaats van met koper.’ Vervolgens koppel je alle elektra aan op een houten leidingstelsel. Ik garandeer je dat dit niet gaat werken, geen van je apparaten zal het doen. 

Je vindt het misschien niet leuk, maar zó heeft God deze wetten ingesteld. Geloof stroomt door woorden. In de macht van woorden ligt leven EN dood. Jouw onwetendheid van deze wetten zal ze echt niet buiten werking stellen. Je kunt wel beweren dat jij alles kunt zeggen wat je maar wilt en dat het geen verschil uitmaakt, maar dat is gewoon niet waar. Zo functioneert het Koninkrijk niet. En ik geef je op een briefje dat iemand die beweert dat elektriciteit net zo gemakkelijk door hout stroomt als door koper, er faliekant naast zit, omdat die wetten zo niet functioneren. 

Het is gewoon niet aan jou om die wetten te maken. Je moet ze gewoon leren kennen en toepassen. Dat is wat Gods Woord zegt; je moet het spreken. De vrouw in Marcus 5 sprak: ‘Als ik maar de zoom van Zijn kleed aanraak, dan zal ik genezen.’ Zíj zette enkele van de bovennatuurlijke geestelijke wetten van God in werking. Toen ze dat deed, stroomde de kracht van God. Jezus had haar totaal niet bekeken of beoordeeld of ze wel waardig genoeg was. De kracht van God stroomt gewoon als wij die wetten in werking stellen. 

Ik heb het voorbeeld aangehaald van elektriciteit. Elektriciteit is helemaal niet persoonlijk bedoeld als het iemand doodt, het zijn wetten. Óf je werkt ermee samen en gebruikt ze tot jouw voordeel, óf je overtreedt die wetten en door precies diezelfde wetten kun je gedood worden. Op dezelfde manier werkt het in het Koninkrijk van God. Er zijn heel wat mensen die voor genezing bidden. Maar omdat ze de geestelijke wetten niet begrijpen die genezing bepalen, worden ze boos op God wanneer ze iemand niet zien genezen. ‘God, als U het had gewild, had U deze persoon kunnen genezen.’ Zo gaat het niet, God heeft het Koninkrijk ingesteld, functionerend onder wetten en Hij kan die wetten niet overschrijden. 

De Heer wil helemaal niet dat mensen overlijden als gevolg van de zwaartekracht doordat ze bijvoorbeeld van een brug vallen, dat is helemaal Gods wil niet. Recent hadden we hier een man in Colorado Springs, een soldaat die uit Irak was teruggekomen. Hij was in de bergen tussen de rotsen aan het klauteren en opeens gleed hij weg en viel. Ik ben vergeten hoever precies, 100 meter of zo en aan de gevolgen van die val is hij overleden. Hij had Irak overleefd en kwam terug, gleed van die rots en overleed. Het was helemaal niet Gods wil dat deze man stierf. Maar wat moet de Heer daaraan doen? Moet Hij de wet van de zwaartekracht opheffen om het leven van deze man te redden? Hij heeft deze wetten in de fysieke wereld ingesteld. En als God de wet van de zwaartekracht had opgeheven om het leven van deze man te sparen, zouden de levens van vele anderen die op de zwaartekracht rekenden, gestorven zijn. Bijvoorbeeld mensen die in een auto reden en op de zwaartekracht rekenden om hun auto op de weg te houden. Als de zwaartekracht opeens zou wegvallen, konden ze geen bocht maken, dus zouden ze uit de bocht vliegen en misschien sterven. Er zouden verschrikkelijke dingen gebeuren. 

God heeft deze wetten ingesteld en gaat ze niet zomaar opheffen. Er gaan mensen dood, omdat ze niet goed samenwerken met de wet van de zwaartekracht. Als je van een gebouw met 10 verdiepingen springt, zal de zwaartekracht je doden. God heeft zwaartekracht ingesteld om jou te dienen, te helpen. Het helpt ons op aarde te functioneren. Ik zit op een stoel, niet vastgeschroefd en vastgesnoerd en ik hoef mijzelf niet te forceren om er op te blijven zitten. Ik maak gebruik van deze wet. En deze zelfde wet, die mij helpt als ik ermee samenwerk, zal mij doden als ik haar overtreed. 

In geestelijk opzicht is het net zo. Ik weet dat er mensen zijn die deze benadering helemaal niet op prijs stellen, omdat het je gerust stelt als jij denkt dat God Degene is, wiens wil het was dat mensen stierven; dat het Gods wil is dat een huwelijk gestrand is. Je kunt daar een zekere troost uit halen, omdat het alle verantwoordelijkheid van je wegneemt en jou legitimeert om te zeggen: ‘Het gaat, zoals gaat het’, en je buigt maar met alle klappen mee. Ik kan mij voorstellen dat wat ik hier zeg voor een aantal mensen zeer pijnlijk is, maar het is de waarheid. Maar het is de waarheid, en de waarheid die je begrijpt, die je zal vrijmaken. 

We hadden een kennisje en toen zij stierf was ik bij haar. Zij bad: ‘Als God mij wil genezen dan moet het nú gebeuren, het is nú of nooit.’ Dit kind had werkelijk geloof voor genezing. Toen zij toch stierf waren wij geschokt, omdat wij serieus verwachtten dat God haar zou genezen. Maar jaren later ontdekte ik, het kostte me 3 tot 4 jaar om uit te zoeken wat er gebeurd was, dat we veel wetten geschonden hadden. Wij hadden zoveel dingen verkeerd gedaan, het vraagt te veel tijd om dat allemaal uit te leggen, maar laat ik er dit over zeggen. 

In die tijd zat ik onder een leer, een doctrine waarin beweerd werd dat God problemen en tragedies in je leven plaatst om je te volmaken. Dat God je kan zegenen met kanker, zegenen met een tumor; omdat je door je moeilijkheden een beter mens zou worden. Daar ben ik het nu absoluut niet mee eens. Maar in het begin geloofde ik dat allemaal. Ik aanvaardde dat. Ik kwam uit de plaats Mildew Louisiana, waar ik iemand had horen onderwijzen dat satan Gods boodschappenjongetje is en hij voor alles wat hij in jouw leven wil doen, toestemming nodig heeft van God. Dus uiteindelijk zou God Degene zijn Die alles bepaalt, zelfs het slechte en verkeerde. Dus, dat slechte dingen in feite van God zouden komen om ons te helpen en te vervolmaken. Ik geloof dat nu absoluut niet meer. Maar in de tijd kwam ik thuis van een conferentie, pakte een tape, zo’n ouderwetse spoelentape, getiteld: ‘Satan is Gods boodschappenjongen’ en gaf die aan dat meisje. Op deze band gaf de man die dit onderwijs gaf een voorbeeld van een jongen op de middelbare school, die te verlegen, te schuw was om te getuigen. Hij had de vrijmoedigheid niet om tegen mensen te spreken, maar wilde graag dat God hem zou gebruiken. Daarom zei hij: ‘God ik wil alles voor U doen, legt U maar een ziekte op mij, bijvoorbeeld kanker, zodat mensen zullen zien dat ik niet bang ben om te sterven.’ De volgende dag had deze jongen plotseling leukemie, waar hij uiteindelijk ook aan overleed. Hij speelde American Football en de hele school kwam naar zijn begrafenis. Op zijn begrafenis gaven vier mensen hun hart aan de Heer. Deze man gebruikte dit als voorbeeld dat God het gebed van de jongen had verhoord door hem leukemie te geven, dat dit dus Gods manier was om Zijn zegen op hem te leggen. Nu weet ik beter, máár, zo werd ons dat toen geleerd en onderwezen. Dit nam ik dus mee naar huis. Dat meisje luisterde naar die band en zij bad exact hetzelfde gebed dat op deze tape stond: ‘God geeft U mij leukemie zodat ik ook een getuige kan zijn.’ De volgende dag viel ze flauw. Ze werd met spoed naar het ziekenhuis gebracht en bleek acute leukemie te hebben. Zij stierf eraan, maar God was beslist niet Degene Die dit gebed had verhoord. 

God is niet Degene die ziekte en kwalen op ons legt. Wij zetten onze hele verdediging open en satan maakt er misbruik van. Wij stellen ons open voor leukemie en geloven dat dit van God zou zijn. Dit meisje stierf en op haar begrafenis kwamen vier mensen tot wedergeboorte. Ik was erbij. Op de uitnodiging om Jezus te aanvaarden zag ik vier mensen gaan staan en wederomgeboren worden. Kijk, sommige mensen dachten: ‘Het zal Gods wil geweest zijn’, maar hoe dom kun je zijn en nog steeds ademhalen! Ik bedoel dit niet om dit meisje of mijzelf af te kraken. Ik was er tenslotte zelf bij betrokken. Maar wij waren zo dom dat wij God om kanker gingen vragen! God geeft je absoluut geen kanker. Maar ik kan je garanderen dat als je erom gaat vragen en denkt dat God daar de bron van is, er leugengeesten rondhangen die zichzelf voordoen als engelen des lichts, die beweren dat ze boodschappers van God zijn. Ik kan je ook garanderen dat als je gaat bidden voor een tragedie in je leven, je er beslist meer dan één zult krijgen. En dan ga je nog denken dat het van God komt ook. 

Kijk, er zijn wetten die bepalen hoe God werkt. En wij hebben om deze ziekte gevraagd, wij onderwierpen ons eraan. Wij beweerden dat het van God kwam en daarom hebben we er nooit echt tegen gevochten. Wij hebben de duivel niet actief weerstaan, omdat dit in onze ogen overeenkwam met vechten tegen God. Wij dachten dat God Degene was, Die deze ziekte had gegeven. Wij vroegen dus om ziekte en dachten dat God ons gebed had verhoord door dit meisje leukemie te gegeven. Vervolgens gingen we God vragen om het weg te nemen. Dat is dubbelhartig en een dubbelhartig mens moet niet denken dat hij iets van God zal ontvangen. Dat gebed met de vraag om kanker schendt de wetten van God en ik ben er zeker van dat dit meisje stierf vanwege mijn invloed; want helaas speelde ik daar een rol in. 

Er zijn mensen die het niet kunnen aanvaarden dat iemand gestorven is of dat een huwelijk strandt. ‘Dus u bedoelt, dit huwelijk ging kapot omdat ik de wetten van God niet begreep en niet wist hoe ik ervoor moest vechten en blijven staan? Betekent dit dat als ik negatieve dingen en tragedies meemaak dat het niet Gods wil is? Dat het mijn eigen schuld was of van de duivel of van iemand anders?’ 

Sommigen van jullie willen geen verantwoordelijkheid aanvaarden. Ik begrijp best hoe jij je voelt. Maar weet je, ik heb het ook meegemaakt en toen ik doorkreeg hoe het zat, heb ik mijn verantwoordelijkheid genomen. Ik besefte: ‘Vader, wij hebben zoveel dingen verkeerd gedaan. Wij hebben Uw Woord geschonden, wij hebben een deur voor de duivel opengezet vanwege verkeerd onderwijs, verkeerd geloof.’ Maar ik heb mijn verantwoordelijkheid aanvaard. Ik ben veranderd en ben de waarheid gaan spreken. En ik heb heel veel mensen zien genezen van leukemie. Ik kan dit probleem oplossen door de waarheid te verkondigen en daardoor mensen vrij te zien worden. 

Kijk eens naar in Marcus 6:2-3. Hier gaat het over Jezus, toen Hij naar Zijn eigen woonplaats ging. ‘En toen de sabbat aangebroken was, begon Hij te leren in de synagoge. En zeer velen van die Hem hoorden, stonden versteld en zeiden: Waar heeft Hij deze dingen vandaan en wat is dat voor een wijsheid, die Hem gegeven is? En zulke krachten, als door Zijn handen geschieden? Is dit niet de timmerman, de zoon van Maria, en de broeder van Jakobus en Jozef en Judas en Simon? En behoren zijn zusters hier niet bij ons? En zij namen aanstoot aan Hem.’ Dit vond dus plaats in Zijn eigen Vaderstad, zoals je ziet in vers 1 en dat kun je ook zien aan de reacties van de mensen. Ze kenden hem als timmerman. Ze kenden hem als de zoon van Jozef en Maria. Maar de waarheid was, dat Hij niet de zoon van Jozef was. Men kende niet de hele waarheid. Jezus was helemaal geen timmerman. Hij was de zoon van God die een periode als timmerman werkte. De mensen kenden Hem alleen op het natuurlijke, fysieke vlak. Zij wisten niet wie Hij in werkelijkheid was en daarom verwierpen zij Zijn bediening. ‘Hij denkt dat Hij beter is dan wij’, dachten ze. ‘Hij is bij ons opgegroeid. Hij heeft met onze kinderen gespeeld. Ik heb hem zien opgroeien en nu staat Hij te beweren dat Hij de Zoon van God is.’ En vanwege hun ‘vertrouwdheid’ met Hem, verwierpen zij Hem. En er staat dat zij aanstoot aan Hem namen en vanaf vers 4 staat er: ‘En Jezus zei tot hen: Een profeet is alleen in zijn vaderstad en onder zijn verwanten en in zijn huis ongeëerd. En Hij kon daar geen enkele kracht doen; alleen genas Hij enige zieken door handoplegging.’ Let op dat in vers 5 staat dat Hij daar geen enkele kracht KON doen. Daar staat niet dat Hij het niet WILDE. 

Dit is iedere keer opnieuw één van de punten die ik probeer over te brengen. Mensen bidden en vragen om iets en als het niet gebeurt, denken ze dat God heeft verkozen het niet te doen. Ik zal je iets zeggen, God is niet vrij om los van ons onafhankelijk te opereren. Hij heeft een gelovige nodig die Zijn autoriteit opneemt en wéét hoe de wetten werken om door ons heen te werken. Wij moeten met God samenwerken. En als jij bidt en iets niet tot stand ziet komen, dan moet je onderzoeken of hetgeen waarvoor je gebeden hebt in één van de wetten van God staat. Heeft God je deze dingen beloofd? Als je bidt voor iets dat niet in het Woord is geopenbaard, dan moet je stoppen met ervoor te bidden. Dat is niet goed voor je want God heeft er niet in voorzien. Maar als je iets kunt vinden dat je beloofd is en in het Woord gegarandeerd wordt, zoals genezing, waarvan staat dat door Zijn striemen je genezing is gewórden (3 Johannes 1:2 zegt daarover: ‘Geliefde, ik bid, dat het u in alles wèl ga en gij gezond zijt, gelijk het uw ziel wèl gaat.’), neem dan als gelovige je positie in, neem die plaats van autoriteit in en zeg: ‘Dit is een wet van God en ik gebied mijn lichaam te reageren. Ik gebied de dingen die God reeds gedaan heeft te manifesteren.’ Maar dit moet je wel weten. 

Er staat geschreven: ‘Jezus KON geen enkele kracht doen.’ Niet dat Hij het niet wilde doen, maar dat Hij het niet KON doen. God zal nooit over onze vrije wil heen walsen, Hij zal je nooit dwingen te ontvangen. Hij heeft de kracht opgewekt en beschikbaar gesteld, maar jij moet de schakelaar omzetten. Jij zult moeten leren ermee samen te werken. God laat mensen niet sterven of naar de hel gaan. Mensen kiezen ervoor naar de hel te gaan omdat God ons een vrije wil heeft gegeven, maar Hij doet al het mogelijke om te verhinderen dat iemand verloren gaat. Als ook maar iemand voor Gods troon zal staan en naar de hel wordt verwezen, kan ik je garanderen dat er niet één persoon zal zijn, uit de hele geschiedenis, die zijn vinger naar Jezus zal kunnen uitsteken en zeggen: ‘Het is niet eerlijk, je hebt mij nooit een kans gegeven.’

Ik garandeer je dat God obstakels, barrières en bergen op het pad van elk mens heeft gezet, waar ze overheen hebben moeten klimmen om op die weg verder te kunnen gaan. Bergen in hun eigen geweten om hen te overtuigen en te vertellen dat ze verkeerd zaten en ermee moesten stoppen. Mensen die op hun weg gekomen zijn; obstakel na obstakel op hun weg. Ik verzeker je dat God getrouw is, Hij heeft geprobeerd met ieder mens die ooit op aarde heeft gewandeld om te gaan en getracht hen af te brengen van hun desastreuze koers. Maar zij hebben zélf gekozen om redding af te wijzen, om over iedere versperring heen te klimmen en niemand zal ooit maar in staat zijn naar God te wijzen en te zeggen: ‘Het is niet eerlijk.’ Zij zullen weten dat het absoluut hun eigen keuze is geweest. 

God stuurt geen mensen naar de hel, zij kiezen zelf en God staat het toe uit respect voor hun vrije wil. Zo is het ook met genezing. Het is niet God, die mensen leidt om ziek te zijn. God heeft al voorzien in de genezing van ieder mens, maar wij zijn onwetend van Zijn wetten en zoals Jezus in Zijn eigen vaderstand geen krachten KON doen, kunnen ook wij niet veel grote werken doen vanwege het ongeloof dat zo alomtegenwoordig is. In Matteüs 13:58 staat hetzelfde: ‘En Hij deed daar niet vele krachten wegens hun ongeloof.’ Er staat niet vanwege Zijn ongeloof, ook niet vanwege een gebrek aan bereidheid om het te doen, maar vanwege hun ongeloof. 

Deze uitspraak zal velen van jullie wellicht shockeren, maar het is absoluut waar: ‘Jouw ongeloof verhindert God om te doen wat Hij wil doen.’ God zal niet bewegen in jouw leven, zonder jouw medewerking. Je zult met God overeen moeten stemmen. Dat is één van de wetten van God. De heiligheid van jouw vrije wil is iets dat God nooit zal schenden of overtreden. En ook al begeer je van harte de eindresultaten, als je onderweg daarnaar toe iedere wet overtreedt die daarmee te maken heeft, zul je niet ontvangen. Een voorbeeld: iemand begeert van harte een goede gezondheid. Maar als hij tegelijkertijd zijn gang gaat en seksueel immoreel gedrag vertoont door met iedereen zomaar de koffer in te duiken, of door homoseksualiteit te bedrijven, zal hij niet ontvangen. Met jouw handelingen zet je wetten in werking. Er zijn wetten van zaaien en oogsten. Je zult hebben wat je zaait. Geloof zonder werken is dood. Je kunt wel bidden voor gezondheid, maar als je er een levensstijl op na houdt die niet in lijn is met gezondheid, die je kwetsbaar maakt voor allerlei andere dingen, dan zet je een wet van God in werking, dat je oogst wat je zaait. 

En dan kom je terug en probeert te bidden om die wetten te breken, maar dat werkt niet. Ik weet dat sommigen van jullie bepaald niet waarderen wat ik zeg, maar het is de waarheid, zo werkt het nu eenmaal. Onlangs bad ik met een vrouw in het ziekenhuis. Ze was al héél dicht bij de dood. Vreselijk zoals ze eruit zag, ze leefde nog amper. Praten kon ze niet meer, communiceren lukte niet en ik moest alles op alles zetten om uit te vinden op welke manier ik haar of haar familie kon bedienen. Ik kon werkelijk niets vinden of bedenken. Dus ik bad zo goed als ik maar kon en vertrok. Juist vóór ik de stad verliet belden ze me op dat het echt bergafwaarts ging en de artsen verwachtten dat ze binnen één of twee uur zou overlijden. Ik moest naar een bijeenkomst en stuurde andere mensen naar het ziekenhuis. Ook zij konden geen enkel aanknopingspunt vinden. Later spraken we met de familie, die ons vertelde dat deze vrouw het had opgegeven. Ze was er klaar voor om te sterven, ze hield ermee op en was gestopt met geloven. Ik heb geprobeerd mijn autoriteit te gebruiken en haar genezen te krijgen, maar dat was tegen haar wil in. Ze had het al opgegeven en daarom werkte het niet. 

God geeft ons de vrije keus. Als iemand op het punt komt van opgeven en het bijltje erbij neer wil gooien, houdt het op. Zelfs de medici zullen je kunnen vertellen dat als iemand de wil om te leven verloren heeft, zelfs als het om iets onbenulligs gaat dat met medicijnen te behandelen is, die persoon zal kunnen sterven. De andere kant is, dat er situaties zijn dat iemand te ver heen is om nog door medici geholpen te kunnen worden, terwijl de artsen zeggen: ‘Deze gaat sterven, er is niets dat wij nog kunnen doen’, zo iemand een enorme levenswil kan hebben en zich er doorheen knokt. Jouw persoonlijke wil is een heel belangrijke, krachtige factor. Dat is ook één van de wetten die God gegeven heeft. 

Je kunt niet jouw wil de ene kant op gericht hebben en resultaten verwachten die alleen kunnen komen vanuit een andere richting. Je kunt niet de deur open zetten voor satan, aan hem toegeven, volledige toegang tot je leven geven en verwachten dat je de voordelen van een goddelijk leven zult oogsten. Dat komt niet omdat God het niet wil laten stromen, niet omdat God naar je kijkt en zegt: je bent niet waardig. Wat dat betreft is helemaal niemand van ons ‘waardig.’ God beweegt niet in ons leven omdat we het verdienen. Maar je moet wel meewerken met God, je moet weten wat de wetten zijn en ermee samenwerken. Je kunt niet naar dingen op televisie gaan zitten kijken die depressiviteit aanbieden. Je kunt geen slecht nieuws kijken, naar overspel, hoererij, homoseksualiteit en bepaalde films, zulke dingen doen en verwachten een zuiver hart te bewaren op bijvoorbeeld het gebied van seksualiteit. Als jij een zuiver hart wilt hebben, zul je dingen moeten bedenken die puur en lieflijk zijn. 

En toch begrijpen mensen deze wetten niet. Spreuken 23 is weer zo’n wet van God. Spreuken 23:7 zegt: (King James versie) ’For as he thinketh in his heart, so is he. ’Zoals een mens denkt in zijn hart, zo is hij.’ Romeinen 8:6 zegt ‘Want de gezindheid van het vlees is de dood, maar de gezindheid van de Geest is leven en vrede.’ Dat is een wet van God. Je zult emoties oogsten, gebaseerd op waar jij je aandacht op richt. Dus als jij enerzijds naar vrede verlangt, maar anderzijds dingen bedenkt waar geen vrede in zit, zoals haat, na-ijver, goddeloosheid, en vervolgens gaat bidden om vrede, dan werkt dat dus niet. 

Zie je dat je deze dingen vanuit de Schrift moet ontdekken en begrijpen? Je emoties zullen volgen op wat je denkt. Jesaja 62:3 ‘De standvastige is veilig bij U, vrede is er voor wie op U vertrouwt.’ Je gemoed zal je gedachten volgen, dat is een wet van God. Dus als je voor vrede bidt maar niet op God blijft zien en vertrouwen, sla je de plank mis en zal het niet werken. 

Het verlangen naar de dingen van God is onderdeel van het proces, maar het is niet het enige deel. Laat me nog een schriftgedeelte aanhalen om dit aan te tonen. 2 Petrus 1:2 ‘Genade en vrede worde u vermenigvuldigd door de kennis van God en van Jezus, onze Here.’ Genade en vrede worden dus vermenigvuldigd door de KENNIS van God en van Jezus. Dat wordt NIET door gebed aan je vermenigvuldigd. Het is geen kwestie dat je maar pleit bij God. Ook dit is één van de wetten van God en dat betekent dat je moet denken aan dingen die juist, heilig en rechtvaardig zijn, wil het kunnen werken. 

Er is nog een schriftgedeelte dat daarbij past. Filippenzen 4: 4-8 ‘Verblijdt u in de Here te allen tijde! Wederom zal ik zeggen: Verblijdt u! Uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend. De Here is nabij. Wees in geen ding bezorgd, maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God. En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten behoeden in Christus Jezus.’ Merk op dat het hier gaat over je denken op God gericht houden en dat God dan je hart en je gedachten in vrede zal bewaren. In het volgende vers wordt dit nog eens benadrukt. ‘Voorts, broeders, al wat waar, al wat waardig, al wat rechtvaardig is, al wat rein, al wat beminnelijk, al wat welluidend is, al wat deugd heet en lof verdient, bedenkt dàt.’ Met andere woorden, dit is een gebod om je gedachten op de Heer gericht te houden. Jesaja 26:3 ‘Aan wie standvastig is, geeft u, Heer, vrede, ware vrede; want op U stelt hij zijn hoop.’ (Groot Nieuws Vertaling) 

Dat zijn wetten van God. Dit is de manier waarop het Koninkrijk werkt. God heeft je zó gemaakt dat je gevoelens en zelfs je gezondheid, dat alles volgt conform de manier waarop jij denkt. Als je alsmaar aan depressieve dingen denkt, zul je depressief raken. Voortdurend kom ik overal christenen tegen, die voor resultaten bidden, waarmee hun leven niet in overeenstemming is. En dat komt doordat ze hun gedachten helemaal niet op God gericht houden. 

Een ander schriftgedeelte in Spreuken 4 zegt dat het Woord gezondheid is voor het gehele lichaam en genezing voor wie haar vinden. Gods Woord, het Woord van God, betekent dus fysieke gezondheid voor jou. Er staat ook geschreven in Psalm 107: 20 ‘Hij zond Zijn woord, Hij genas hen en deed hen aan de groeve ontkomen.’ Gods Woord brengt gezondheid en toch zijn er heel veel mensen ziek. Ze bidden om gezondheid, maar schenden de instructies. Ze nemen hun medicijn niet in. Dat zou hetzelfde zijn als naar een dokter gaan en pillen voorgeschreven krijgen. Vervolgens neem je die pillen niet in en word je boos op de dokter omdat de behandeling niet werkt. Dat klopt natuurlijk niet. Als jij die pillen niet inneemt, heb je geen enkel recht om op die dokter te mopperen. Je hebt de behandeling niet gevolgd, je hebt niet meegewerkt, je hebt eenvoudigweg zijn instructies niet opgevolgd. Er werd je een behandeling voorgeschreven en die moet je opvolgen. 

God heeft ons een geneeswijze aan de hand gedaan: Hij zegt dat Hij Zijn Woord heeft gezonden, ons genezen heeft en verlost van de groeve (= van al hun verwoestingen). Gods Woord is gezondheid voor je hele lichaam en leven voor hen die het vinden. God heeft ons deze dingen verteld; het Woord is Zijn voorschrift. Zo werkt het Koninkrijk. Dit zijn wetten die geloof beheersen. En toch overtreden we die allemaal, gaan we bidden en vragen ons vervolgens af waarom de dingen niet werken. Vergeef me mijn ongezouten kritiek, maar dat is onwetendheid in het kwadraat.

Ik zeg deze dingen niet met de bedoeling om iemand te veroordelen. Waar het mij werkelijk om gaat, is dat mensen God veroordeeld hebben. Mensen hebben beweerd dat het Gods wil was dat iemand stierf. Het is Gods wil dat ik faal, het is Gods wil dat deze zaak flopte. Het is Gods wil dat dit huwelijk strandde. Het is Gods wil dat mijn kinderen opstandig zijn. Het is Gods wil en noem maar op, en we geven God de schuld van van alles en nog wat. Waarom? ‘Nou, ik heb voor iets gebeden en het is niet gebeurd.’ En dan volkomen het feit negeren dat God niet zomaar alles kan doen wat Hij wil doen. Er zijn wetten die bepalen hoe Gods Koninkrijk werkt. En als wij die wetten ontkrachten, als wij die wetten geweld aandoen, geven wij feitelijk de duivel de kans binnen te komen en te stelen, te slachten en te verdelgen. Zodoende geven we het overvloedige leven van God geen kans om te komen. 

Efeziërs 3:20 ‘Hem nu, die blijkens de kracht, welke in ons werkt, bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij bidden of beseffen.’ Hoe velen van jullie geloven dat dit waar is, dat God bij machte is veel meer te doen dan wij bidden of beseffen? Weet je dat dit niet waar is? Dat zal sommigen van jullie shockeren. Ja maar, dat staat hier toch? Nee, als je zorgvuldig leest staat er: blijkens de kracht welke in ONS werkt is Hij bij machte… Er zit dus een beperking in. Het staat God niet vrij om buiten jou om in jouw leven te werken. God heeft het zo ingesteld, dat Hij door mensen werkt. Hij beheerst jouw leven niet zonder jouw instemming en medewerking. 

Er moet sprake zijn van kracht die binnenin jou werkzaam is. In het bijzonder de kracht van geloof. Je zult jezelf moeten opporren en dat geloof levend maken. Heel veel mensen planten zichzelf voor de TV, luisteren naar allerlei ongeloof, worden ontmoedigd en depressief door het luisteren naar al dat slechte nieuws. Ze brengen bijna geen seconde door met God, spenderen geen tijd aan het Woord van God, doen een schietgebedje en als er dan niets gebeurt, heeft God tekort geschoten. Ik wil je niet veroordelen, maar ik zeg wel dat het fout is om God veroordelen, want er is geen sprake van dat God, als goede God, tekort schiet. God schiet niet tekort in het verhoren van gebeden. Wij schieten tekort in het begrijpen dat er wetten zijn ingesteld en dat ook God Zelf daar een rol in heeft. 

God weerstaat de duivel niet in jouw plaats. Hij doet niet wat Hij jou heeft opgedragen te doen. Hij heeft jou opgedragen te gaan en de zieken te genezen. Volgens Efeziërs 1:19-20 levert Hij die kracht en plaatste die binnenin jou. Dezelfde kracht die Jezus Christus uit de doden heeft doen opstaan heeft God in iedere wederomgeboren gelovige geplaatst. Hij heeft je toegerust en geeft je de opdracht om handen op te leggen op de zieken, en zij zullen genezen. Velen van ons overtreden simpelweg iedere instructie, treden ieder gebod van God met voeten, slingeren af en toe een gebedje de lucht in, en dan schiet God tekort omdat het niet werkt. Dat zit me echt dwars, daar heb ik zo’n hekel aan, omdat ik in mijn hart weet dat God trouw is. Trouw, trouw, trouw!!! 

God is zó getrouw. Ik heb ook nare dingen meegemaakt in mijn leven. Ik heb meegemaakt dat mensen in mijn directe omgeving stierven, mensen voor wiens genezing ik had gebeden. Maar in veel, zo niet de meeste gevallen, besef ik dat ik daarin tekort geschoten ben. Van sommige dingen begrijp ik nog steeds niet waarom ze gegaan zijn zoals ze gegaan zijn. Maar ik ben tot de absolute overtuiging gekomen dat God altijd getrouw is. Het ligt nóóit aan Hem als dingen anders gaan. Het ligt altijd aan mij, als ik ergens tekort schoot in het begrijpen van de wet van God. 

Heel veel mensen vinden het maar wat moeilijk om toe te geven dat zij ergens in hun leven tekort schieten, maar voor mij is het een troost om te beseffen dat het probleem bij mij ligt en niet bij God. En wat mij betreft is dit een essentieel en kritiek punt. Dit is één van de grote verworvenheden als je het gezag van de gelovige begrijpt. Want dat legt inderdaad de verantwoordelijkheid bij ons. Maar tegelijkertijd geeft het een verklaring waarom de dingen niet altijd werken. Omdat God niet altijd kan rekenen op mensen die meewerken met Zijn wetten. Het vrijkomen van Gods kracht in jouw leven hangt rechtstreeks samen met de mate waarin jij gelooft. 

Het is níet afhankelijk van jouw ‘presteren’ want wij schieten allemaal tekort. Maar voor zover jouw handelingen invloed hebben op je geloof, is het wel degelijk afhankelijk van jouw geloof. Je geeft naar wat je gelooft. Als jij gelooft dat God jou reeds genezen heeft en dat het een gedane zaak is, dat jij autoriteit hebt en die autoriteit begint op te nemen en te gebruiken, dan zul je genezing gemanifesteerd zien worden. Maar als jij gelooft dat God kan genezen, maar het nog niet gedaan heeft, dan zal genezing zich niet manifesteren. Dit is nu eenmaal zo met de wetten die van kracht zijn in het Koninkrijk van God en mensen vinden dat niet leuk. Maar het feit dat het jou niet aanstaat betekent niet dat je daarmee die wetten kunt veranderen. Zó werkt God nu eenmaal.

Laat me even terugkeren naar Marcus 5, het schriftgedeelte over de vrouw die erop uit was om de zoom van Jezus kleed aan te raken. Omdat zij de wetten in werking stelde stroomde de kracht van God en dat was niet op grond van een beoordeling van Jezus. Het was gewoon een geestelijke wetmatigheid. Je werkt ermee samen en boem – de kracht van God werkt. Als je tegenwerkt, stopt diezelfde kracht. Deze vrouw, dat staat in Marcus 5:26, had veel geleden vanwege de artsen, ze had haar hele vermogen uitgegeven, maar was er niet beter van geworden, eerder slechter. 

Dit schetst het beeld van een vrouw die 12 jaar lang artsen bezocht had. Iedere cent die ze bezat gaf ze eraan uit, maar het hielp haar geen sikkepit. Ik kan het even niet laten om het volgende te stellen: als de één of andere arme weduwe bij mij zou komen, tot op de cent mij haar hele vermogen zou geven en nog steeds ziek zou zijn, haar probleem nog steeds zou hebben, garandeer ik je dat dit het journaal zou halen. De media zou me afschilderen als een schurk, een kwakzalver, de media zou in het geweer komen tegen deze prediker. 

We verwachten dat de dingen van God zomaar, pats-boem, werken. Tegelijkertijd hebben we er geen probleem mee om geld uit te geven aan artsen. We besteden honderdduizenden euro’s aan artsen die mensen de vernieling in helpen en soms zelfs doden; artsen die fouten en ongelukken maken. Ik ben niet tegen artsen en ik weet dat ze niet onfeilbaar zijn. Maar niemand maakt daar een probleem van, want we begrijpen dat er wetten zijn, natuurlijke dingen en oorzaken, dat dingen mis kunnen gaan. Dat er uitzonderingen zijn, dat er complicaties kunnen optreden. Dat het niet allemaal zo eenvoudig en simpel werkt. 

Maar als het de dingen van God betreft, verwachten mensen dat het vlekkeloos werkt en er zich geen enkel probleem zou moeten voordoen. Maar er zijn geestelijke wetten van kracht in het Koninkrijk van God. En het is echt niet zo dat God moeite heeft met dingen doen. Nee, het ligt bij ons. Wij zijn met dingen bezig, dus kan zich een probleem voordoen als je probeert te ontvangen door mij. Niet omdat God het probleem is, maar ik weet en begrijp niet alles en jij weet en begrijpt ook niet alles. 

Dit doe ik vaak als ik met mensen bid. Ik bid met iemand en dan zien we bijvoorbeeld 50% van de genezing zich manifesteren. Dan blijf ik bij herhaling doorgaan met bidden. Dan komen er mensen naar me toe: ‘Als het echt van God is, hoe is het dan mogelijk dat je nogmaals moet bidden. Als het van God zou zijn, zouden ze gewoon genezen zijn.’ Maar dat zijn mensen die niet begrijpen dat er geestelijke wetten zijn, dat wij amper begonnen zijn met het ontdekken van hoe het werkt. Dat kost gewoon tijd. Niet omdat God een probleem heeft, maar omdat ik een probleem heb. Ik begrijp gewoon niet alles. Jij begrijpt ook niet alles.

Die vrouw had veel geleden van artsen. Niemand had dáár op- of aanmerkingen over. Voor mij is het duidelijk dat haar vrienden bijval gaven aan de artsenbezoeken die ze deed, terwijl die haar de vernieling in hielpen en iedere cent die ze bezat wegroofden. En ook al hielp het geen sikkepit, ze moedigden haar desondanks aan om het te blijven proberen. Maar ze zouden haar waarschijnlijk, bij de wetenschap dat ze ging proberen een bovennatuurlijke genezing te ontvangen door Jezus, een fanatiekeling hebben genoemd, misschien wel een extremist. Maar deze vrouw was vastbesloten. Zij hoorde over Jezus. Hier heb je weer een wet van God die functioneert. Romeinen 10 – ‘Hoe kunnen zij geloven in Hem van wie zijn niet gehoord hebben? Hoe horen zonder prediker? Hoe prediken zonder gezonden te zijn?’ En vers 17 zegt dan ‘Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus.’

Er zijn mensen die proberen te geloven en te ontvangen van God en toch niet in het Woord van God duiken. Ook dát is een wet van God. Je zult in het Woord moeten zijn. Geloof komt door het Woord van God. Als jij meer geloof wilt hebben en meer geloof wil vrijzetten, zul je meer openbaring van het Woord moeten hebben, zo simpel is dat. Er zijn mensen die deze wet aan één stuk door overtreden. Zij verwachten dat ze zullen ontvangen omdat ze in een wanhopige situatie zijn. Terwijl ze de allereerste beginselen over het geloven in God niet eens kennen. Zij bestuderen het Woord niet. Ze blijven maar voor de TV zitten en kijken naar al de troep die ze voorgeschoteld krijgen en dan vragen ze zich nog af hoe het komt dat ze geen geloof hebben. 

Geloof komt door het horen. Ongeloof komt óók door het horen. Als jij blijft luisteren naar alle troep op radio of TV en geen tijd besteedt aan het zoeken van God, zul je vervuld blijven met ongeloof en zul je niet ontvangen. Ook dat is een wet van God. Mensen vinden dat niet leuk. Dat past niet in mijn levensstijl, zeggen ze dan. Misschien moet je je levensstijl eens gaan aanpakken en in overeenstemming brengen met het Woord van God. Misschien moet er iets binnenin jou gaan veranderen. 

Ik ben soms hard en grof tegen mensen geweest, maar dat was dan echt nodig. Het is verbijsterend. Mensen komen naar mij toe en willen dat God ingrijpt. Maar ga je met ze praten dan is het overduidelijk dat ze in een jaar tijd nog geen uur besteed hebben aan het Woord van God. Bidden doen ze niet. Ze zoeken God niet. Ze zijn niet bezig met Gods Woord. Luisteren niet naar bandjes of Cd’s. Ze gaan niet naar de kerk. Ze leven hun leven volkomen voor zichzelf. Ze zijn volledig gebonden door de ontmoediging en de wanhoop die voortkomt uit het denken dat zich richt op boze kwaadaardige dingen. Maar ze verlangen wel alle voordelen die voortkomen uit het denken dat gericht is op God. 

Zo werkt het gewoon niet. Ik wordt echt boos als mensen God bekritiseren en Hem lasteren, alsof Hij degene is die tekort schiet. God schiet niet tekort, echt niet. Broeders en zusters, wij zijn degenen die tekort schieten in het begrijpen van de wetten van God. De vrouw in Marcus hoofdstuk 5 werd echt wanhopig en besloot met haar hele hart dat zij van God zou gaan ontvangen. Zij sprak: ‘Als ik maar Zijn kleed aanraak zal ik genezen zijn.’ Dat is één van de wetten van God. Vervolgens zette zij dat om in daden. Als zij aan de rand van die menigte was blijven staan en was blijven roepen: ‘Ik geloof, ik geloof, ik ontvang’, en niet in actie was gekomen, had ze een probleem gehad. 

Johannes 5:44 ‘Hoe kunt gij tot geloof komen, gij, die eer van elkaar behoeft en de eer, die van de enige God komt, niet zoekt?’ Met andere woorden, als je een mensenbehager bent, zal dat geloof belemmeren. Het zal je weerhouden om te geloven. Er staat dat je niet tot geloof kunt komen als je eer zoekt van andere mensen in plaats van God. Als jij je druk maakt over wat andere mensen zullen zeggen, zal dat je verhinderen te ontvangen. 

Neem opnieuw het voorbeeld van de bloedvloeiende vrouw in Marcus hoofdstuk 5. Ik zal geen tijd besteden om alle schriftgedeelten te bespreken, maar in het Oude Testament, in het boek Leviticus staat, dat als iemand een bloedvloeiing had, je die persoon niet mocht aanraken. Bloed werd als onrein beschouwd en als jij ook maar iets aanraakte dat die persoon met de bloedvloeiing had aangeraakt, zoals een zadel, een kom of beker, kleding of wat dan ook, dan was ook jij onrein. Iedereen met een bloedvloeiing was onrein en degene die hen aanraakte werd eveneens onrein. Daarom hadden de joden ingesteld dat als je een onreinheid had, ze je mochten stenigen wanneer jij je onder de mensen zou begaven. Je moest letterlijk op afstand blijven en roepen: ‘onrein, onrein’, zodat de mensen bij je vandaan zouden blijven. Dus dat was wat voor die vrouw, om door die menigte heen te kruipen en de zoom van Jezus’ kleed aan te raken. Ongetwijfeld heeft zij mensen aangeraakt. Zij nam het risico de toorn van deze mensen over zich heen te krijgen. Zij had ter dood veroordeeld en gestenigd kunnen worden. Dus, toen Jezus haar tussen al die mensen naar voren riep, vereiste dat heel wat moed van haar kant om te voorschijn te komen. 

En dat is nog zo’n principe van God. Zij kwam tot een punt waarop het haar niets meer uitmaakte wat anderen ervan vonden. Zij lette helemaal niet meer op al die dingen. Zij was meer gericht op God en wat Hij te zeggen had, dan wat mensen ervan vonden. Ik geef je op een briefje dat er een heleboel mensen zijn die niet van God ontvangen, doordat ze mensenbehagers zijn. Spreuken 29:25 zegt: ‘Vrees voor mensen spant een strik, maar wie op de HERE vertrouwt, is onaantastbaar.’ Dat is een wet van God, dat is één van de principes. Als jij dus bang bent voor wat mensen zullen zeggen, zal het een verhindering zijn voor je geloof. Het zal je weerhouden te ontvangen van de dingen waar je God voor wilt geloven. Je zult tot het punt moeten komen waar Romeinen 3:4 zegt: ’Maar het blijve: God waarachtig en ieder mens leugenachtig, gelijk geschreven staat.’ 

Je moet op het punt komen waar je zegt: ‘God U bent de enige die mij interesseert. Ik ga doen wat U me opdraagt en wat anderen van me vinden interesseert me geen biet.’ En dat is weer één van de wetten van God. Je moet met je hele hart geloven. Er mag geen voorbehoud zijn. Er mag geen vrees zijn op deze terreinen. En dit zijn nog maar een paar van die dingen. 

Er zijn wetten die het Koninkrijk regeren. Jij handhaaft wetten. Het gezag van de gelovige kan niet maar zelf uitkiezen en bepalen wat God moet doen. Het enige dat je kunt doen is aanvaarden wat God al heeft bepaald, hoe Hij heeft gezegd dat het werkt. Dan werk jij ermee samen en leg jij die wetten op. Daar hebben we het over gehad. Het is een krachtige waarheid, maar de meeste mensen begrijpen het niet!  

Deel 6: Het strijdtoneel is in je denken...


Onderwijs vertaald van MP3 bestanden. Gedownload van TV)
Oorspronkelijke titel van deze serie: ‘The Believer’s Authority’ 
Vertaling: Jan Vossen 072-75611769; e-mail: familyvossen@versatel.nl


 

www.vergadering.nu