www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu
6 RECENSIES
Israëlvisies in beweging
Gevolgen voor kerk, geloof en theologie
Steven Paas
Uitg. Brevier, Kampen
270 pag.
9789491583353
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)... of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl
Israel mag zich onder christenen in warme belangstelling verheugen. Maar is alle enthousiasme over
Israël en de joodse religie wel bijbels genormeerd? Mogen christenen sympathie hebben voor een religie die Christus verwerpt? Of drijft
de angst voor vervangingstheologie mensen in het tegenovergestelde kamp, terwijl de waarheid in het midden ligt? Is het huidige Israël
gelijk te stellen aan het verbondsvolk van het Oude Testament? Steven Paas gaat op deze vragen in en behandelt de historische
ontwikkeling van christelijke aandacht voor Israël en het Joodse volk. De verwikkelingen binnen het hoofdbestuur van de Gereformeerde
Bond laten zien hoe actueel dit boek is en hoezeer bezinning nodig is.
Lees ook deze recensies:
Christian Zionism examined (2012)... | Israelvisies in beweging (2013)... | Liefde voor Israël nader bekeken (2015)...
6. Vrijheid
in waarheid - 18 februari 2014 - www.waarheid.info
Israëlvisies in beweging?
Recensie door Simon van Groningen
Met stijgende verbazing en groeiende ergernis heb ik het boek van Steven Paas “Israëlvisies in beweging” zitten lezen. Stijgende
verbazing omdat er zoveel aannames in zitten en in feite ook zoveel ongeloof, dat ik gewoonweg niet begrijp hoe een toch verstandig mens
dat zonder onderbouwing kan poneren.
Ergernis omdat de z.g. Israëlisten van alles en alles van elkaar in de schoenen wordt geschoven en daarna onder ongeveer één en
dezelfde noemer bestreden worden. Alsof je de 'oudgereformeerdegemeente op uitverkoren grondslag' vergelijkt met de vrijzinnige PKN
gemeente van de “God die niet bestaat”.
Verbond
Eén van de eerste aannames die je vervolgens vanaf elke bladzijde tegenkomt, is dat er maar één verbond is, “het” genadeverbond.
Het uitgangspunt zal wel zijn dat er ook een werkverbond was onder de eerste Adam, maar dat ben ik niet zo expliciet tegengekomen in dit
boek. Nu is er in de Bijbel af en toe wel sprake van een verbond én genade (bv. in Psalm 106:45) maar ik weet niet van “het”
genadeverbond. Minstens had dhr. Paas moeten uitleggen hoe hij daaraan komt en wat hij eronder verstaat en hoe hij dat Bijbels fundeert.
Nu ben ik bang dat hij dat niet doet, omdat al te letterlijk lezen van de Bijbel in feite zonde is die tot Israëlisme zou leiden.
Letterlijk
Het subkopje van hoofdstuk 2 is dan ook “Letterlijkheidswaan”. Op diezelfde bladzij wordt geheel ten onrechte beweerd dat
Israëlisten de Bijbel zo letterlijk zouden lezen dat bij wijze van spreken in de fabel van Jotam, de bomen des velds letterlijk
gesproken zouden hebben. Dit noemt hij niet letterlijk, maar dat kan in dit geval geen kwaad denk ik. Om vervolgens Augustinus aan te
halen als iemand die niet meeging in de “letterlijkheidshermeneutiek” is een gotspe. Juist Augustinus allegoriseert er dikwijls zo
op los dat er wel andere hermeneutische kritieken op hem te leveren zijn. En wie zijn “Belijdenissen” heeft gelezen weet ook dat hij
zich meer dan ééns schuldig () maakt aan letterlijkheidswaan. Als op blz. 26 wordt vermeld dat letterlijk lezen de basis is voor het
geestelijk verstaan, begrijp ik Paas niet meer, of hij zijn eigen tekst niet zozeer.
Het proces van vergeestelijking verloopt dan vervolgens “progressief” dwz zeggen dat het tot aan de laatste bijbelboeken, en met
name Openbaring, een geheel geestelijk verstaan is geworden. Wie nog gelooft dat er een toekomst is voor Israël (als etnisch volk), dat
het evangelie ook gaat over de landbelofte, is in feite niet geestelijk. Dat klopt volgens Paas ook wel, want als je dit soort dingen
gelooft, zoek je in feite ruzie, misleid je de kerk en ben je dus niet geestelijk. Je moet maar durven.
Zondig
Volgens Paas (blz. 28) zegt Paulus wel dat Joden in alle opzichten wat voor hebben op de anderen (de heidenen), maar onder 'alle
opzichten' valt dan niet het heilsordelijk opzicht. Het is geen Israëlvisie in beweging ben ik bang, maar een in beton gegoten kerkleer
die alleen maar uitgaat van de veronderstelling dat er voor Israël géén plaats meer is. Misschien is hier wel de plaats om te zeggen
dat ook ik geloof dat de huidige staat Israël niet het Israël Gods is, dat zijn het land niet volgens Bijbels recht in bezit heeft (al
stuurt God wel de geschiedenis aan – Ps. 2). Dat het huidige Israël een zondige natie is met een maximum aan porneia (in alle vormen)
en alle andere zonden waaronder de grootste zonde dat zij niet geloven in Jeshua, Jezus Christus als hun Messias. Dat Israël geen doel
van de geschiedenis van God is, maar een middel, wil ik nog wel aannemen. Alhoewel God in mijn letterlijkheidswaan toch tegen dat
etnische volk zegt dat Hij ze liefheeft, gehuwd heeft en tot bruid zal nemen voor eeuwig. Maar geestelijk gezien bakken ze inderdaad
niks van het geloof in Jezus. Dan doen uitverkoren oudgereformeerde gemeenten en PKN dominees die geloven in een God die niet bestaat
het beter.
Natuurlijk worden alle verbonden in en door Christus vervuld. Zeker weten is Hij de eeuwige Zoon van God door wie en tot wie alle dingen
zijn geschapen. Zeker weten gaat alles wat in het Oude Testament wordt geschreven over de Christus der Schriften. Maar dat zegt allemaal
niets over het Israëlisme. In feite heb je met deze hoofdstukken de kern van het betoog al te pakken. De volgende hoofdstukken geven
aan dat er in de geschiedenis nogal verschillend mee is omgegaan. Soms grenst dat aan ongeloof of is het dat gewoon. De tien stammen
zijn weg en kunnen ooit meer gevonden worden, dus wordt het oude Israël (Lo-ammi) nu weer Ammi als overblijfsel samen met de
heidenen.
Door het boek heen wordt ook regelmatig opgemerkt dat anti-semitisme en filo-semitisme (liefhebben van de naam Israël) bijna hetzelfde
zijn. Filo leidt tot anti. In de naoorlogse tijd wordt vooral de EO als boosdoener aangemerkt die ons geleerd heeft de Bijbel weer al te
letterlijk te nemen. Welke conclusies trekt de schrijver? De toetssteen voor zijn conclusies is de volgende: ”Hebben de antwoorden van
het Israëlisme positief ingewerkt op de kerken, op het geloof van de christenen en op de ontwikkelingen van de theologie?” Volgens
wie en wat en waarom dan dit? ben ik geneigd te vragen. Waarom zou je op grond daarvan conclusies trekken. Niet: Welke vorm van
theologie is het beste in overeenstemming met een verantwoorde hermeneutische benadering van de Schrift. Ook niet: wat is het meest
Bijbels (dat zal wel te letterlijkheidwaanzinnig zijn) maar was het goed voor de kerk?
Conclusiedocument
In het hele conclusiedocument – om het maar zo te noemen – worden de eigen paradigma’s steeds weer gesteld tegenover de breedte
van de vermeende Israëlvisies. Mijn mening is deze: Nee, inderdaad, Israël is niet Israël, is niet bekeerd, gaat soms heel verkeerd
om met Palestijnen (alhoewel de strijd zonder Bijbel ook nog wel te begrijpen is. Zonder Koran wordt het iets moeilijker), Zionisme en
Judaïsme zijn niet Bijbels. Wij kunnen de wederkomst van de Heer niet in schema brengen, maar er zijn wel wat feiten te noemen. Dat wij
Hem tegemoetgaan in de lucht staat vast en dat Hij zal wederkomen op de Olijfberg ook wel (waarom eigenlijk daar? Wat gaat Hij daar doen
als Hij terug is? Is er wel een wederkomst of gaan we met z’n allen ineens hup naar andere sferen om geoordeeld te worden?)
Kennis
”Het Israëlisme verbreekt de eenheid van de Schrift, stelt Paas. Nu zit er in elke Schrift ter wereld al een witte bladzijde tussen
het oude en het nieuwe testament. Maar een goed gefundeerde, hermeneutisch verantwoorde bijbeluitleg verbreekt nooit de eenheid van de
Schrift. De leer van de dispensaties een ernstige belemmering noemen is één, maar in de bestrijding ervan blijk te geven er niet echt
kennis van genomen te hebben, is een ander verhaal. Het oude boekje van Maljaars (Niet allen Israël) en de reactie daarop van Ouweneel
en Fijnvandraat toentertijd, maar weer eens uit de kast genomen. In feite is dit boek er een nadere uitwerking van en wat meer
geactualiseerd.
In hoofdstuk 17 volgen er nog aanbevelingen. Ik lees ze zo: 1. Neem de Bijbel niet al te letterlijk (blz. 266) 2. Mensen die in het
1000-jarig rijk van vrede geloven zijn in de war (vloeit natuurlijk voort uit 1) en 3. Ga normaal om met Israël. Normaliseer de
verhoudingen. Ik probeer zelf altijd te horen wat alle kanten er van zeggen, een Ander Joods geluid, de rabbijnen, de niet-zionistische
joden, de Palestijnen, een schreeuw om recht, de krant van elke dag. Ik zie het allemaal voorbijkomen. En ik zie opnieuw een kind,
spartelend in het bloed van de nageboorte (Ezechiel 16:6). Ik zie de volken verdeeld. In oorlog, tegen elkaar, maar toch ook wel heel
dikwijls tegen Israël. Ik zie onrecht bij de Palestijnen, maar ook in Egypte, in Saoedi Arabie en overal ter wereld. En ik geloof (ja
echt) dat Jezus zal terugkomen op de Olijfberg en op de Troon van David in Jeruzalem zal gaan zitten. Dan zijn hemel en aarde verenigd
te zaam. Wat een dag zal dat zijn.
5. - 27 juni 2013 - www.rd.nl
Boek ”Israëlvisies in beweging” heeft veel weg van viool met één snaar
Kanttekening door Harry Sleijster bij deze sublieme recensie
Paas reageerde op deze recensie met
een merkwaardige kwalificatie: het zou om een emotionele reactie gaan. Hiermee tracht hij de recensie van
Sonnevelt te kleineren.
Dit is blijkbaar zijn manier om de aandacht af te leiden van deze nuchtere en zeer redelijke, maar vanzelfsprekend zeer kritische
beoordeling.
Lees hier...
Een treffende zin in de
reactie van Sonnevelt die hierop volgde, vond ik deze zin:
“Ik heb geprobeerd het zo veel mogelijk recht te doen. Dat ik zijn visie niet deel is een andere zaak. Dat hij aan mijn
argumenten geheel voorbijgaat, vind ik erg jammer. Zo komt het gesprek niet verder.”
Lees hier...
|
Recensie door C. Sonnevelt
Een viool met één snaar: zo zou je het jongste boek van dr. Steven Paas sr. kunnen noemen. De oud-zendingswerker is bezorgd over een
„ongezonde fascinatie” ten aanzien van het land, het volk en de religie van Israël.
Hij is bang dat door deze „overdreven aandacht” de centrale plaats van Christus verdwijnt en de
zendingsopdracht onder Joden en heidenen wordt geblokkeerd.
Dat is een legitieme zorg en het is niet verkeerd om daarover het gesprek aan te gaan. Dr. P. de Vries heeft dit onlangs ook gedaan in
zijn lezenswaardige studie ”De ene olijfboom”. Jammer genoeg slaat dr. Paas door. Met het badwater gooit hij ook het kind weg.
Israëlisme
”Israëlvisies in beweging” is de Nederlandse bewerking van het boek ”Christian Zionism Examined”. Wat in die publicatie ”christenzionisme”
heet, wordt nu ”israëlisme” genoemd. Het is een label dat op iedereen geplakt wordt die liefde heeft voor het Joodse volk. Het
maakt hen tot mensen die zich laten meeslepen door een ideologie. Dat dr. Paas dit ook zo bedoelt, blijkt uit zijn definitie op blz. 22
en 289.
Velen zullen zich niet herkennen in deze omschrijving. Zij zijn onder de indruk van Gods weg met Israël en
bewogen met het heil van dit volk. Ze zien Gods „eerstgeboren zoon” (Exod. 4:22) als de oudste broeder in het huisgezin van God en
hebben verwachting voor hem, ook als hij zich ophoudt „in het veld” (Lukas 15:25).
Na-Bijbels
Dr. Paas wil het „etnische, na-Bijbelse Israël” niet zien als erfgenaam van het Bijbelse Israël. Misschien zijn de Joden van nu
gewoon bekeerde heidenen uit Rusland. En zelfs al zou er een rechtstreekse lijn lopen, wat doet het ertoe? Sinds de komst van Christus
heeft Israël geen aparte plaats meer in Gods heilsplan. Het oudtestamentische Israël was slechts een „schaduw.” Kortom, het volk
is uitgediend......
Lees hier verder...
4. www.kerkbladvoorhetnoorden.nl
- 20 juni 2014
Boek ”Israëlvisies in beweging” heeft veel weg van viool met één snaar
Recensie door C. Sonnevelt
Steven Paas en Jos Strengholt lieten veel stof opwaaien met hun Open Brief over Israël, die zij in september 2012 aan de christenen in
Nederland stuurden. Nu het stof weer wat is neergedaald, laat Paas er Israëlvisies in beweging op volgen, een dik boek over Israël dat
veel stof tot nadenken geeft.
Na twee inleidende hoofdstukken volgen er vier hoofdstukken over Israël in de Bijbel. Daarna behandelt de auteur de belangrijkste
visies op Israël vanaf het Nieuwe Testament tot heden en geeft in hoofdstuk 15 aandacht aan de relatie tussen de Palestijnen en
Israël. De hoofdstukken 16 en 17 bevatten zijn conclusies en aanbevelingen, gevolgd door enkele bijlagen, onder andere de genoemde Open
brief.
Israëlisme
Op het gebruik van de term 'christenzionisme' in zijn brief kreeg hij nogal wat kritiek. Daarom spreekt hij in dit boek van:
Israëlisme. Met beide termen bedoelt hij ‘een uitzonderlijke, abnormale religieuze fascinatie voor het nabijbelse Israël als volk,
land en religie’. Het is de liefde van christenen die op grond van de Bijbel overtuigd zijn van een massale bekering van en een
grootse toekomst voor Israël. En dat God in zijn plan voor Israël nog een belangrijke toekomstige plaats en taak heeft.
De één denkt daarbij aan een nieuw begin met Israël na de opname van de gemeente. Een ander ziet alleen dat God met zijn volk in de
stichting van de staat Israël in 1948 een nieuwe start heeft gemaakt, die Hij stellig een vervolg zal geven, al kunnen wij niet precies
zeggen hoe.
Die laatste visie is, in verschillende varianten, vooral ontstaan na de Tweede Wereldoorlog, ook in de Christelijke Gereformeerde
Kerken. Paas leest dat af uit de naam van het deputaatschap Kerk en Israël en zijn activiteiten, zoals de brochure die het in 2012
uitgaf onder de naam Voorgoed verbonden. Israël staat hierin (teveel) op voet van gelijkheid met de Kerk. Dat belemmert zending onder
de Joden, de verkondiging aan hen dat Jezus de Messias is.
Paas verweert zich tegen de beschuldiging dat hij een vervangingstheoloog zou zijn. Het is volgens hem juist onmogelijk dat de Kerk ooit
in de plaats van Israël zou komen, omdat de Kerk er vanaf het begin van de wereld is geweest. Zij is namelijk de heilige vergadering
van alle ware gelovigen, die hun heil van Christus verwachten. Dat wordt beleden in artikel 27 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.
Paas weet natuurlijk wel dat er christenen zijn met een vervangingsvisie. Daarin geldt voor de Joden alleen nog Gods oordeel, omdat zij
de Messias hebben afgewezen, terwijl het heil nu voor de Kerk is. Omdat hij die visie afwijst, begrijpt hij niet dat anderen ook hem dat
etiket opplakken.
Sterke punten
Deze studie heeft een aantal sterke punten. Daarbij denk ik aan de grote hoeveelheid informatie die de auteur geeft over visies over het
nabijbelse Israël, met bijzondere aandacht voor de ontwikkelingen in Nederlandse kerken van gereformeerde signatuur na de Tweede
Wereldoorlog.
Ook noem ik dat Paas aantoont dat theologen zich voor hun kijk op Israël vaak ten onrechte beroepen op kerkvaders en Reformatoren, met
de bewering dat zij over Israël al een vergelijkbaar standpunt hadden.
Het sterkste punt is dat Paas Christus centraal stelt, vanuit de diepe overtuiging dat Hij het hart is van Gods openbaring in het Oude
en Nieuwe Testament, die onverbrekelijk met elkaar verbonden zijn. God koos Israël uit als zijn volk met het oog op de komst van
Christus. Als de positie van Israël na Christus dezelfde zou zijn als voor die tijd, zou dit volk een plaats in Gods heilsplan krijgen
die afbreuk doet aan de volmaaktheid van het werk van Christus. Hij is gekomen voor alle volkeren, voor Joden en niet-Joden, opdat zij
tot geloof in Hem komen. Vanuit dit hart van het evangelie schrijft Paas vol bewogenheid. En hij toont zich bezorgd, als hij ziet dat
het unieke van Christus in het geding dreigt te komen.
Zwakke punten
Jammer vind ik dat Paas, in zijn afwijzing van andere standpunten, dikwijls krasse taal gebruikt. Zo spreekt hij van een abnormale
fascinatie voor Israël en van letterlijkheidswaan bij het lezen van de Bijbel. Wie zulke etiketten opgeplakt krijgt, zal weinig
openheid vinden voor een gesprek.
De auteur protesteert – terecht – tegen het onderbrengen van zijn visie onder het kopje vervangingstheologie, maar vat zelf ook heel
wat verschillende visies samen onder één begrip, Israëlisme. Hij zou het niet vreemd moeten vinden als opponenten zich daarin niet
herkennen. Gebruik van containerbegrippen bevordert een vruchtbare gedachtewisseling niet.
Meer dan eens formuleert Paas niet gelukkig. Zo stelt hij dat de oude verbondssituatie van Israël progressief is overgegaan op het ‘nieuwe
Israël van God’, dat is de Kerk. Dat is moeilijk anders uit te leggen dan dat de Kerk in de plaats van Israël is gekomen. Bovendien
is deze stelling niet te verenigen met zijn telkens herhaalde overtuiging dat de Kerk veel ouder is dan Israël
‘Het Israël van God’, een uitdrukking die Paulus onverwacht gebruikt in Galaten 6, 16, citeert Paas herhaaldelijk als bewijs voor
zijn visie. Dat doet hij ook met ‘heel Israël’ uit Romeinen 11, 26. Beide uitdrukkingen zijn volgens hem een aanduiding voor de
Kerk, alle gelovigen uit Israël en de andere volken. Met vele anderen denk ik dat dit niet de juiste uitleg is van deze twee teksten.
Daarom is het jammer dat hij zich hierop telkens weer beroept.
Wel stelt hij andere relevante teksten en Schriftgedeelten aan de orde, maar dat gebeurt te beknopt. En een gedeelte als Romeinen 4 komt
helaas nauwelijks aan bod. Bovendien wordt zijn visie sterk beheerst door een beroep op de gereformeerde belijdenis. Dat de
Schriftgegevens niet uitvoeriger en zorgvuldiger worden behandeld, is het grootste manco van deze studie.
Conclusie
Dit is een waardevolle studie, maar toch vooral voor wie dezelfde overtuiging hebben als de auteur. Anderen zijn wellicht blij met zijn
kritiek op het christenzionisme, maar zonder hem op het voor Paas meest aangelegen punt bij te vallen. Voor het gesprek met hen die Paas
tot de christenzionisten rekent, lijkt me dit boek geen openingen te bieden.
3. 3 april 2014 - www.dewaarheidsvriend.nl
Twee soorten Israël
Dr. Paas leest het Oude Testament strikt vanuit het Nieuwe
Recensie door Ds. J.A.W. Verhoeven (hervormd predikant te Leerdam)
Dr. Steven Paas heeft zijn boek ‘Christian Zionism Examined’ (2012) vanuit het Engels vertaald en
bewerkt voor de Nederlandse markt. Het is een boek dat het gesprek helaas niet verder helpt.
Dr. Paas (1942) is predikant in de Christelijke Gereformeerde Kerken en oudzendingswerker van de GZB. In ‘Israëlvisies in beweging.
Gevolgen voor kerk, geloof en theologie’ presenteert hij zijn kijk op Israël. Deze opvatting is dezelfde als die dr. H.M. Matter
enkele decennia geleden verdedigde. Kort gezegd: God is de Schepper van alle mensen. Hij wil de wereld verlossen uit het verderf van de
zonde. Daartoe zond Hij Zijn Zoon, Jezus Christus. Wie in Hem gelooft, is voor eeuwig behouden. In dit grote plan van God had het
verbond met Abraham een tijdelijke plaats. De theologische betekenis van Israël als (etnisch) volk houdt op bij de kruisiging van
Christus. Vanaf dat moment zijn er twee soorten Israël. Het ene is het ware Israël (Gal.6:16). Dat zijn al degenen die in Christus
geloven en in Hem behouden zijn. Zij zetten de lijn voort van de oudtestamentische gelovigen. Zij zijn de ware kinderen van Abraham,
door het geloof. Dit ware Israël is de kerk, die vanaf Adam altijd bestaan heeft. Daarin treffen we zowel gewezen Joden aan als mensen
die geen Jood waren. Dat vroegere verschil is in Christus weggevallen, want Hij heeft de scheidsmuur afgebroken. Gods verbondstrouw
geldt dit geestelijke Israël.
Een gedeelte uit een CIP-artikel...
met enkele stellingen van Maarten Ezinga:
Israël
21) Ik geloof dat wij ons schuldig maken aan de onverantwoordelijke gewoonte om teksten aangaande Christus eerste komst letterlijk
te interpreteren, maar teksten aangaande Zijn wederkomst geestelijk. (J.C. Ryle)
22) De vervangingstheologie is een dwaalleer, die het licht op de Schrift heeft verduisterd, met alle pijn en verdriet die
dat tot op de dag van vandaag tot gevolg heeft. De kerk is niet in de plaats van Israël gekomen. De zondag is niet in de plaats
van de Sabbat gekomen. De doop is niet in de plaats van de besnijdenis gekomen.
23) De vervullingtheologie is een variant van de vervangingstheologie en derhalve verwerpelijk . Christus is niet de
vervulling van al de O.T. beloften/profetieën. Wel is waar dat Hij de vervulling is van alle Messiaanse profetieën betreffende
Zijn komst in vernedering als het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt. Maar de profetieën aangaande Zijn komst in
heerlijkheid als triomferende Koning wachten nog op vervulling. Zo ook de nog onvervulde beloften aan Abraham Izak en Jacob en
David!! Vgl. Hand.15: 16-18, Rom.11:29
24) Zoals de profetieën aangaande Zijn eerste komst in vernedering letterlijk in vervulling zijn gegaan zo zullen ook de
profetieën aan gaande Zijn Wederkomst in heerlijkheid letterlijk in vervulling gaan.
25) Zoals Hij letterlijk op een ezelsveulen heeft gereden en letterlijk voor 30 zilverlingen is verkocht, en Zijn handen en voeten
letterlijk zijn doorstoken en Hij letterlijk bij de overtreders is gerekend en er letterlijk om Zijn kleren is geloot, opdat
vervuld zou worden wat gesproken is door de profeet zo zal Hij letterlijk, persoonlijk, wederkomen in macht en majesteit om Zijn
duizendjarig koninkrijk te vestigen, om letterlijk vanuit Sion, letterlijk over de aarde te regeren.
26) Dan zullen eindelijk al de nog onvervulde beloften aan Abraham Izak en Jacob en David in vervulling gaan.
----------------
Een korte leerzame Engelse video over
"De Nieuwe Antisemitische Vervangingstheologie - door
Dr. Daniel Juster...
|
‘NA-BIJBELS ISRAËL’
Daarnaast is er een tweede Israël, namelijk het etnische, aardse volk van de Joden. Paas noemt dat het na-bijbelse Israël. Het
kenmerkende van dit volk is dat het Christus verwerpt. Het is het judaïsme, het rabbinisme. Dit Israël heeft de christenen in de
Vroege Kerk vervolgd. Later woonde het verstrooid, maar sinds 1948 heeft het een eigen land en staat in het Midden-Oosten. Dit etnische
Israël heeft sinds Christus geen enkele betekenis voor het christelijk geloof. Het is geen thema dat in een christelijke dogmatiek
aandacht verdient. Dit aardse Israël staat uiteraard onder Gods algemene voorzienigheid, zoals elk ander willekeurig volk op aarde.
Maar er is geen enkel raakvlak met Gods verbondstrouw of verlossingsplan. In feite is dit volk gelijk aan de ‘heidenen’, en daarom
moet er onder hen zending worden bedreven op dezelfde manier als onder mensen in Malawi, China of Nederland.
Tegen deze visie zijn fundamentele bezwaren, die niet alleen cirkelen rondom de uitleg van Romeinen 11. Het gaat veeleer om de
grondhouding die daaraan voorafgaat. Ds. Paas leest alle teksten van het Oude Testament strikt vanuit het Nieuwe. Hij leest dus van
voren naar achteren. Ik zou liever de gang van de HEERE God volgen, zoals beschreven eerst in het Oude en daarna in het Nieuwe
Testament. Dan blijft er ruimte voor het eigene van (de profetie van) het Oude Testament.
Naar mijn inzicht wordt bij ds. Paas Christus de flessenhals waar elke oudtestamentische tekst doorheen geperst moet worden. Maar dat
lukt niet. Alles wat over Christus geschreven staat in het Oude Testament, moest vervuld worden (Luk.24: 44). Maar dat betekent niet dat
alles in het Oude Testament alleen maar over Christus gaat.
‘ISRAËLISME’
Dr. Paas wil met zijn boek het gesprek over Israël stimuleren. De Engelse term Christian Zionism heeft hij niet vertaald door ‘christenzionisme’.
Hij kiest voor ‘Israëlisme’. Daarmee wil hij erkennen dat niet iedereen die vanwege Gods beloften verwachting koestert voor Israël
als land, volk en staat daardoor ook automatisch het Joodse zionisme steunt. Dat is meteen de enige en laatste handreiking aan
medechristenen die behept zijn met een ‘overdreven fascinatie voor Israël’. ‘Het Israëlisme bedreigt de fundamenten van Kerk en
theologie.’
Wie een andere visie heeft dan dr. Paas, is ‘ketters’: Wie denkt dat Gods trouw zich uitstrekt over het na-bijbelse Israël, moet
noodgedwongen wel uitkomen bij relativering van Christus. Zijn uniciteit en godheid komen in gevaar, kijk maar naar dr. A.F. Troost. Het
einde is de tweewegenleer: er is een aparte weg tot behoud voor etnisch Israël, buiten Christus om. Je maakt van God een God die de
apartheid sanctioneert, nu niet in Zuid-Afrika, maar in Israël. Wie aandacht vestigt op Gods trouw aan na-bijbels Israël, maakt van
Israël een afgod, een gouden kalf (onder verwijzing naar Ex.32). Idolatrie. Het filosemitisme, de fascinatie voor Israël, is vrucht
van de Verlichting. Dus: wees gewaarschuwd. Het antisemitisme in West-Europa is te wijten aan mensen die aanvankelijk Israël hadden ‘verheerlijkt’.
Deze polemische toon ontsiert het boek. Jammer. Dit boek helpt het gesprek niet verder.
GEHEIMENIS
Binnen de Gereformeerde Bond worden er verschillende accenten gelegd als het gaat over Gods bemoeienis met Israël. Vorig jaar
hebben theologen uit onze kring diepgaand met elkaar gesproken over dit thema. We lazen Galaten 3 en 4. En Hebreeën 8. Tastend, biddend
om licht. Hoe verhouden zich het oude en het nieuwe verbond? We spraken over de hermeneutiek. Het hoofdstuk uit de dogmatiek van Van den
Brink & Van der Kooi sloeg een accolade. We hebben elkaar vragen gesteld. Dr. Paas stelt geen enkele vraag, heeft geen enkele
aarzeling. Hij weet alles al. Proeft hij niet iets van het geheimenis? Wie zal Gods raad doorgronden? Het boek raakt nergens de
toonhoogte van het loflied waarmee Paulus Romeinen 9 tot en met 11 besluit.
Kanttekening door Harry Sleijster
Verhoeven: "...veel te grof om waar te kunnen zijn"
Dat theologen "de secularisatie bevorderd hebben door te wijzen op het ‘tegoed’ van het Oude Testament" vindt
Verhoeven terecht veel te grof om waar te kunnen zijn.
Maar dat geldt tevens voor de termen Israelisme en Na-bijbels Israel. Zo uiten mensen hun frustratie en geven ze
blijk niet echt open te staan voor gesprek.
J.N. Darby
Hetzelfde geldt ook voor de kwalificaties voor J.N. Darby. Hem in verband brengen met "rechts-conservatieve Amerikaanse
politiek" en dat "onzindelijke theologie" noemen is gewoon niet te geloven. Gods beloften zou bij hem slechts een
project en een ideologie zijn? - Ach, in feite net zo hatelijk als "israelisme" en "na-bijbels Israel".
Overigens wel jammer dat Verhoeven het hier dan wel mee eens is. Hem had een lichtje op moeten gaan.
|
Ik houd bij dr. Paas’ boek vele vragen over. De geschiedenis is geen bron van openbaring, maar wat
betekent 1948? Helemaal niets? Als het Israëlisme slechts een schaamlap is voor de Shoa, hoe kan het dan dat er christenen zijn geweest
die vóór 1948 verwachting hadden voor Israël? Hoe waardeert dr. Paas het feit dat wij, gelovigen uit de heidenen, meelezers zijn met
na-bijbels Israël als het gaat over wat wij het Oude Testament noemen? Is de God van de Joden een andere God dan die wij aanroepen? Als
we over nabijbels Israël uitsluitend in volkenrechtelijke termen kunnen spreken, moeten we dat ook doen over de islam en over het
opnieuw opkomende antisemitisme in Europa? Ziet dr. Paas geen geestelijke strijd? Wil hij daarom met Sabeel een gesprek met ‘vredelievende’
moslims? De stelling van ds. Paas dat theologen als Miskotte, Van Ruler, Gerssen en Graafland de secularisatie bevorderd hebben door te
wijzen op het ‘tegoed’ van het Oude Testament, is veel te grof om waar te kunnen zijn. [ zie >>> ]
GOEDS
Heb ik niets goeds gelezen? Toch wel. Het is aangrijpend om te lezen hoe de Palestijnse christenen klem zitten. Wat betekent onze
verbondenheid in Christus met hen? Ook ben ik met dr. Paas van oordeel dat het zogeheten dispensationalistische premillenialisme van
J.N. Darby, stichter van de Vergadering der gelovigen, meer te maken heeft met rechts-conservatieve Amerikaanse politiek dan met
zindelijke theologie. In die kringen maakt men van Gods beloften aan Israël een project, een ideaal waaraan wij moeten bouwen. De
nadruk op Christus alleen is mij uit het hart gegrepen. Alleen, betekent dat noodzakelijk dat maar één dichtgetimmerde visie op
Israël de juiste is?
2. 11 maart 2014 - http://www.waarheid.info/reactie-op-open-brief-steven-paas-en-jos-strenghold/
Weerlegging 10 stellingen in Open Brief van Steven Paas e.a.
Aan het einde van het boek "Israëlvisies in beweging" is een open brief van Steven Paas
en enkele medestanders geplaatst. Daarin geven zij een tiental stellingen, waarmee de schrijvers een open discussie willen ontwikkelen.
Reactie op open brief Steven Paas en Jos Strengholt
door Jaap Bönker en Simon van Groningen
De open brief, bestaat uit een inleiding en tien stellingen. Het is nodig eerst op een aantal zaken uit
de inleiding in te gaan. Allereerst word er een sfeer geschetst waaruit zou blijken dat eindtijdverwachtingen, piëtisme en
dispensationalisme (bedelingenleer) ten grondslag liggen aan de visie op de betekenis van Israël. Het is evident dat daaraan in deze
kringen aandacht werd en wordt besteed en dat dit alles te maken heeft met eindtijdverwachtingen. Echter worden hier oorzaak en gevolg
met elkaar verward..... Lees verder...
1. 3 maart 2014 - http://www.nieuwwij.nl/opinie/recensie-van-israelvisies-beweging
Israëlvisies in beweging
Kanttekening door Harry Sleijster
De recensies van het 'voorloperboek', oftewel de vorige versie van dit boek, vindt u hier...
Maar in feite kunnen alle recensies en artikelen die uitkwamen ter gelegenheid van dat vorige boek, ook gelezen worden bij dit
boek.
Steven Paas beveelt mij nu enkele aan:
Henri Veldhuis van Sabeel...
en
Deze beide recensies zijn anti-Israel, in bijna elk opzicht. In de laatste recensie komen we weer allerlei onwaarheden van de
Linkse kerk over Israel tegen. Ze vertegenwoordigen de Sabeelvisie, en ieder weet hoe politiek die in ingekleurd is, en soms zeer
Israel-vijandig.
Recensie Jaap Kraan
De recensie hiernaast van Jaap Kraan is het op hoofdlijnen wel eens met Steven Paas, maar is toch redelijk kritisch op veel
punten.
|
Het boek "Israëlvisies in beweging - Gevolgen voor Kerk, geloof en theologie" van Steven Paas
is een bewerking van zijn eerdere publicatie Christian Zionism Examined. In hoofdstuk 15 is ook een eerder artikel verwerkt, getiteld
'Je zult maar Palestijn zijn'. Het boek telt ruim 300 bladzijden, is via voetnoten uitgebreid gedocumenteerd en voorzien van een
bibliografie en een register.
Recensie door Jaap Kraan
Paas laat de theologische gevolgen zien van “Christelijk Zionisme” (Christelijke steun voor het [joodse] Zionisme, p. 19), maar hij
geeft de voorkeur aan de naam “Israëlisme”, omdat onder die naam de complexe inhoud van het begrip meer tot zijn recht komt. Paas
heeft die term nergens strak gedefinieerd, maar omschrijft de term op allerlei wijzen: “Een rijk geschakeerde beweging… waarvan de
aanhangers… religieus gefascineerd zijn door het nabijbelse etnische, geografische en godsdienstige Israël”, p. 289; of: “christenen
die in hun theologie plaats geven aan een aards Zion”, p. 31; of: “het Israëlisme stelt de Kerk in de schaduw van Israël”, p.
38. Op p. 22 somt Paas 5 kenmerken van het Israëlisme op. Ik vind de term “Israëlisme” net zo lelijk en onduidelijk als de term
“Islamisme”, p. 18, en nodig Paas uit toch maar de term “Christenzionisme” te gebruiken, ondanks zijn bewaren daartegen,
verwoord op p. 9.
Paas ziet “Israëlisme” als gevaarlijk: Het bedreigt de fundamenten van Kerk en theologie en ondergraaft de uniciteit van Jezus, p.
7; of: men geeft aan Zion de centrale plaats, die aan Christus gegeven zou moeten worden, p. 252; of: de grenzen van de klassieke
christelijke leer worden overschreden, p. 21.
Het boek bevat 4 delen: Eerst beschrijft Paas het “Israëlisme”; in de hoofdstukken 3 t/m 6 geeft hij zijn eigen visie op de plaats
van Israël in de Bijbel; daarna beschrijft hij in 7 t/m 15 de geschiedenis van het “Israëlisme”; tenslotte volgen in 16 en 17
conclusies en aanbevelingen.
Op hoofdlijnen ben ik het met Paas eens; heel blij ben ik met hoofdstuk 15, dat het onrecht, dat de Palestijnen ondervinden van de
huidige staat Israël, voldoende weergeeft; goed is het dat hij het geweld van Mohammed niet zwaar aanzet, p. 16, en oog heeft voor het
geweld dat kruisvaarders in petto hadden voor weerloze joden, p. 88. Ook ik heb me altijd geërgerd aan “Christenen voor Israël”,
die bijna alles bejubelden wat de staat Israël deed en geen oog hadden voor het daarbij behorende onrecht. Ook voor mij mag Christus
centraal staan en kan die plek niet ingenomen worden door “Zion”.
Maar de wijze van theologiseren en het dogmatisch stramien van Paas zijn mij geheel vreemd. Enkele voorbeelden: De Kerk heeft niet
bestaan vanaf Genesis 3, p. 40, en was er ook niet vóór Israël, p. 41; dat de oudtestamentische beloften vervuld zijn in Christus, p.
61, is een passe-partout, zie ook p. 71 de 1e zin, waar het oude Israël als het ware opgaat in Christus. Paas hanteert het schema
belofte-vervulling en heeft weinig of geen oog voor het eigene van het Eerste Testament.
Er zitten te veel herhalingen in dit boek. In hoofdstuk 3 geeft Paas zijn eigen mening, maar in de beide eerste hoofdstukken deed hij
dat ook al; het millennialisme duikt overal op en wie zit nog te wachten op uitgebreide behandelingen van a-, non-, pre-, post- of
dimillennianisme? Dat gehandeld wordt over millennianisme als achtergrond van “Israëlisme” is goed, maar één korte en bondige
behandeling had kunnen volstaan. Eén overlapping, tussen de hoofdstukken 13 en 14, signaleert Paas zelf al op p. 165.
De nadruk op zending onder joden zoals Paas die invult, o.a. vanaf p. 272, roept onnodig weerstand op.
Onze zending kan ook de dialoog zijn, zoals Paulus die al betrachtte in Handelingen 17; zeker ten aanzien van joden en moslims is de
dialoog de aangewezen weg om met de ander in gesprek te komen, en dat is geen verloochening van “zending”.
Een voortdurend thema in het boek is ook de landbelofte, die op p. 64 zelfs vergeestelijkt wordt. Paas had veel kunnen hebben aan de
dissertatie van Peter Diepold, Israels Land, 1972, waar het bezit van het land onlosmakelijk verbonden is en blijft aan het doen van
gerechtigheid. Dat criterium geldt ook voor de huidige staat Israël. Daarom moet de landbelofte niet vervluchtigen, zoals Van der Kooi
en Van den Brink terecht zeggen, p. 190, en Paas moet hun “Dogmatiek” niet behandelen onder het opschrift “Israëlisme”. Evenmin
zie ik de geest van “Israëlisme” in de PKN als instituut. Bij de behandeling van de “IP nota”, waarover Paas spreekt, p. 209,
was ik zelf synodelid; waarover ik me opwond was de onkritische blik van sommige synodeleden op de huidige staat Israël; maar veel “Israëlisme”
heb ik niet bemerkt. Ook de “onopgeefbare verbondenheid” uit de kerkorde versta ik niet als een voorbeeld van “Israëlisme”,
maar van een terechte conclusie dat de kerk geënt is op de joodse wortel, zoals Paulus in zijn brief aan de Romeinen duidelijk maakt.
Die “joodse wortel” is uiteraard niet de staat Israël, waarmee we gelukkig niet “onopgeefbaar verbonden” zijn!
Naast deze opmerkingen bij enkele grote lijnen kan men kanttekeningen plaatsen bij veel details. Augustinus hield ook van allegorisch
lezen, bij p. 25. Het verwijzen naar niet gepubliceerde studies, o.a. op p. 46, 50 en 63 kan beter achterwege blijven, want helpt de
lezer niet verder. Soms hanteert Paas kromme taal, zoals op p. 51 in noot 2 (“Vgl. met het Israëlisme standpunt”) of p. 87 (“Het
merkwaardige feit kan niet aan de aandacht ontgaan”). Veel hinderlijke drukfouten heb ik niet gezien, behalve op p. 232, waar een
woord is weggevallen (“Palestijnen in Gaza en de West Bank geen burgers van de staat Israël”).
Mijn conclusie is dat het goed gedocumenteerde historische overzicht van Paas helpen kan om tegengas te geven aan huidige “Christenen
voor Israël”, die al te onkritisch de staat Israël verheerlijken en het gevaar lopen theologisch uitverkoop te houden; maar de zeer
dogmatische schema’s van Paas en zijn passe-partouts dat alles van het Oude Testament verwijst naar Christus, ervaar ik als knap
benauwend. Dat Cornelius door God al zalig verklaard werd, voordat hij ooit van Jezus gehoord had (Handelingen 10) of dat
andersgelovigen op grond van hun medemenselijkheid het Koninkrijk kunnen beërven, -daartoe door Jezus zelf binnengelaten- (Mattheüs
25:31-46), zulke gedachten zijn Paas geheel vreemd. (1)
(1) Voor een nadere onderbouwing, zie Kraan, Bijbel en Andersgelovigen, Kampen, 1987, p. 25-31 en p.70-73.
Jaap Kraan: www.jaapkraan.eu
|