Bijbelgetrouw, krachtig en praktisch
onderwijs van Andrew Wommack
Overzicht van de vertaalde bijbelstudies van Andrew Wommack, klik hier...
De ware aard van God - 1
Andrew Wommack
Deel 1: Zijn ware aard
Deel 2: De wet gegeven
Deel 3: Genade gegeven
Deel 4: Het evangelie gegeven
Deel 5: Rechtvaardigheid
gegeven
Oorspronkelijke titel: The True Nature Of God
Gedownload als MP3 bestand van TV)
Inleiding:
Vaak belemmeren menselijke gezichtspunten binnen het christendom het zicht op de ware aard van God, de God die niets
anders wil dan een intieme relatie en een persoonlijke vriendschap aangaan met zijn kinderen. Als jij je afvraagt wie God is
en of Hij wel om jou geeft, dan wil Andrew Wommack jou de ware aard van God laten zien.
Deel 1: Zijn ware aard
Vanavond begin ik met een serie over de ware aard van God. En ik denk dat dit je werkelijk verder zal helpen. Sommige mensen
erkennen dit niet, maar jouw indruk van wie God is, dus wie jij denkt dat God is, bepaalt hóe je van God ontvangt. Sommigen van
jullie hebben daar misschien nooit over nagedacht, maar als ik hier door de rijen heen zou lopen en met ieder van jullie
afzonderlijk zou praten en jullie vragen kon stellen, dan kan ik je verzekeren dat één van de oorzaken dat jouw leven gaat op
de manier waarop het nu gaat, is dat je bepaalde onjuiste voorstellingen hebt over wie God is.
Ik zou heel veel schriftgedeelten kunnen gebruiken om dat aan te tonen, maar laten we er gewoon eentje opslaan in 2 Petrus 1:
‘1 Simeon Petrus, een dienstknecht en apostel van Jezus Christus, aan hen, die een even kostbaar geloof als wij hebben
verkregen door de gerechtigheid van onze God en Heiland, Jezus Christus: 2 genade en vrede worde u vermenigvuldigd door de
kennis van God en van Jezus, onze Here.’
Deze tekst hier zegt dat de manier waarop genade en vrede aan u wordt vermenigvuldigd is: door de kennis van God. Dat is een
belangrijk stuk informatie. Wist je dat tegenwoordig de meeste mensen proberen genade en vrede in hun leven te vermenigvuldigen
door gebed? Misschien zijn er wel enkelen onder jullie die deze bijeenkomsten dit weekend bezoeken in de hoop dat ik voor je zal
bidden en dat ik je zo de vrede kan bezorgen. Dat ík jou zo kan helpen om dit of dat te bewerkstelligen.
Maar dít schriftgedeelte zegt dat genade en vrede worden vermenigvuldigd door de kennis die je hebt van God. Verkeerde kennis
levert verkeerde resultaten op. Ik heb ook nog ander onderwijs, ik ga daar nu niet verder op in, maar ook gelóóf is gebaseerd
op kennis. Verkeerde kennis zal ook altijd verkeerd geloof produceren. Als wij niet de gewenste resultaten hebben in ons leven,
kan ik je garanderen dat aan de grondslag daarvan een misverstand en verkeerd begrip over God en de manier waarop God met ons
omgaat ligt.
In het volgende vers staat: 3 ‘Gelijk ons’ [en het woord gelijk betekent hier naar verhouding of in verhouding met, of naar
de mate] ‘Zijn Goddelijke kracht alles, wat tot het leven en de godzaligheid behoort, geschonken heeft, door de kennis van
Hem, Die ons geroepen heeft tot heerlijkheid en deugd’ (Statenvertaling).
Dit zegt dat álles, dus álle dingen die tot het leven en de godzaligheid behoren, ons geschonken worden door de kennis van
Hem! Alles! Als je dus een behoefte hebt aan genezing in je lichaam, dan heb je een noodzaak om de aard van God te begrijpen, om
te begrijpen wie Hij werkelijk is. Als jij een behoefte hebt aan financiën, moet je God waarlijk leren kennen.
Sommigen van jullie vatten wat ik hier zeg als kwetsend op, alsof ik jullie wil veroordelen, maar ik zeg dit juist om jullie te
helpen. Ik zeg dat als wij God werkelijk zouden kennen, en als je wérkelijk de ware aard en het ware karakter van God zou
kennen, dan wist je dat ongeloof en de zorgen en de angsten waar velen van jullie mee worstelen, totaal geen rol zouden spelen.
Als je werkelijk besefte hoe getrouw God is, en als je werkelijk besefte hoeveel God van je houdt, en als je werkelijk de
bewogenheid van God zou begrijpen, Zijn trouw, Zijn integriteit, als deze dingen werkelijk in je hart gegrondvest zouden zijn,
dan kan ik je garanderen dat vrees, zorgen, ongerustheid en frustraties volkomen uitgewist zouden zijn.
Op dit moment hebben Jamie en ik te maken met iemand om wie wij echt veel geven, maar die bezig is zich zorgen en zorgen te
maken, die allerlei problemen heeft. Het zijn echt geweldige mensen en wij houden van hen; maar het komt gewoon door een leven
lang een verkeerd beeld in stand te houden van wie God werkelijk is. En wij kunnen hen wel vertellen dat God van hen houdt en
voor alles gaat zorgen, maar weet je, ze oogsten gewoon wat ze zaaien.
Laat ik het op deze manier voorstellen, en dit is wellicht de meest voorkomende gedachte in het Lichaam van Christus van
tegenwoordig. Als jij denkt dat God soeverein álles bepaalt wat in deze wereld gaande is, zul jij geen al te beste indruk van
God hebben. Sommigen van jullie hebben dit even niet gevolgd. Maar zoals ik al heb gezegd is dit een dermate populair leerstuk
dat sommigen van jullie denken dat ik nu al binnen vijf minuten na de start een ketterij verkondig.
Ik ga nu geen onderwijs geven over de soevereiniteit van God hier, maar ik kan de soevereiniteit van God aanvaarden zolang je de
definitie hanteert van het woordenboek, dat wil zeggen: de eerste in rang, orde of gezag. Ik geloof dat God echt boven alles en
iedereen staat, en ik geloof dat niemand God kan zeggen wat Hij moet doen, en dat Hij almachtig is. Maar geloof ik dan ook dat
God de oorzaak is van álles wat in deze wereld gebeurt? Absoluut niet! Geloof ik dat voordat alles wat er gebeurt ‘ze’
eerst langs Gods bureau moeten gaan en toestemming vragen voordat het gebeurt? Absoluut niet!
De Bijbel leert in Jakobus 4:1 ‘Waaruit komt bij u strijden en vechten voort?’
Volgens de ‘soevereiniteit-van-God-leer’ komt dat van God, omdat God óf alles veroorzaakt, óf alles toestaat wat er
gebeurt. Maar de Bijbel stelt dat het hieruit voortkomt: ‘Is het niet hieruit: uit uw hartstochten, die in uw leden zich ten
strijde toerusten?’ Het is niet God die oorlog en strijd veroorzaakt, het is niet God die dit allemaal laat gebeuren!
Er kwam eens iemand naar me toe, die zei: ‘Waarom heeft God toegestaan dat deze persoon stierf? Hoe kán God zoiets toestaan?’
Maar God heeft het helemaal niet toegestaan! God heeft ons zo gemaakt dat wij geen ziekte zouden hebben! Wíj zijn degenen die
ziekte in deze wereld hebben veroorzaakt. Waarom geven wij God de schuld van mensen die sterven? Waarom geven wij God de schuld
dat baby’s met afwijkingen worden geboren? Waarom geven wij God de schuld van mislukkingen en tegenslagen? Hij is degene die
volmaaktheid heeft geschapen. God is niet met al dit bederf en verval begonnen! Het is een van de meest verdorven ketterijen die
gebruikelijk is in het Lichaam van Christus om God verantwoordelijk te houden voor alles wat er fout gaat.
Als jij gelooft dat God de veroorzaker is van al onze problemen en dat er niets kan gebeuren zonder dat God het toestaat, dan
heb je op de allereerste plaats al geen enkel recht om boos op mij te worden. Want als God niet wilde dat ik dit zou
verkondigen, zou ik het dus niet kunnen verkondigen. Amen? Dit standpunt is gewoon onhoudbaar. Ergens zul je de grens moeten
trekken. Dus: ‘Nee, Hij is uiteindelijk niet degene die al die mensen heeft verkracht en vermoord. Nee, dat heeft Hij niet
bevolen.’
Of Hij is het wel! Of Hij is het niet! Hij is soeverein of Hij is het niet! Of anders zul je jouw definitie van soevereiniteit
moeten veranderen.
Als jij zoiets gelooft, zal dat jouw idee over God op zo’n manier beïnvloeden dat het jouw relatie met God aantast. Want jij
gelooft dat God soms mensen maar laat doodgaan, omdat jij bijvoorbeeld het Woord niet genoeg heb bestudeerd. Jij hebt je tienden
niet betaald en daarom geloof je dat je de zegen van God niet zult ontvangen. Als jij dat gelooft, zal het jouw niveau van
vertrouwen aantasten. Misschien geloof je dat God wel alles kán doen, maar je gelooft niet dat Hij het voor jóu wil doen. Want
jouw eigen geweten veroordeelt je en vertelt je dat je het niet verdient. En de waarheid is natuurlijk ook dat jij het niet
verdient!
Dat komt door het misverstand over hoe God werkt. Mensen leren dat God in jouw leven kan werken afhankelijk van hoe heilig jij
wel bent. Dat is een verkeerd beeld van het werken en van het karakter van God. Mensen zeggen dat God degene is die tsunamis
stuurt; dat God degene is die de aardbevingen en de orkanen stuurt; dat God degene is die al deze verwoesting en ontreddering
zou veroorzaken. Weet je wat de voornaamste plaats is waar God de schuld krijgt van al dit soort dingen? Dat is de kerk.
Ik kan van een ongelovige nog wel begrijpen dat die in een contract dingen zet zoals: ‘…uitgesloten een ingrijpen of daad
van God, zoals aardbevingen, overstromingen etc.’ Je kunt een ongelovige daar nog voor verontschuldigen, maar het droevige
feit is er, dat de kerk hier méér voor verantwoordelijk is. Dat is een trieste constatering. En ik ben niet tegen de kerk,
want er zijn hier veel pastors van goede kerken. Maar niet alles wat zich ‘kerk’ noemt en een voorstelling van God geeft,
doet dat ook in overeenstemming met de Schrift. Waar ik in ieder geval dit weekend over wil spreken, is over wat de ware aard en
het ware karakter van God is.
Ik werd wedergeboren toen ik acht jaar oud was, en ik bedoel dat ik écht wedergeboren was. De volgende dag merkten zelfs de
kinderen in mijn groep 5 van de basisschool het. Sommigen van mijn klasgenootjes vertelden een vieze mop. Wat voor vieze moppen
vertellen kinderen van groep 5? Ik weet het niet meer. Maar ik deed niet meer mee. En zij merkten dat er iets binnenin mij was
veranderd en ze zeiden: ‘Wat is er met jou gebeurd?’ En ik vertelde hen dat ik wedergeboren was en mijn vriendjes in groep 5
lachten mij uit omdat ik christen was geworden.
Ik ben dus werkelijk gered toen ik 8 jaar oud was. En ik kende God in zoverre dat ik wist dat Hij bestond, Hij had mij overtuigd
van mijn zonden en dat ik Jezus als mijn redder nodig had. En ik had Jezus aanvaard. En dat was het zo’n beetje. Maar een
echte hartsopenbaring van wie God werkelijk is, kwam pas toen ik 18 jaar was. En toen ik 18 jaar was, kreeg ik deze ervaring dat
God aan mij verscheen. Het was niet visueel, maar in mijn hart kénde ik gewoon God. Ik ervoer God. Vier en een halve maand lang
was ik gewoon van de wereld. Ik weet gewoon niet wat er precies is gebeurd. Maar ik kénde God. En ik kan je dit verzekeren,
mijn leer was nog precies hetzelfde. Mijn hoofd, mijn denken was nog steeds hetzelfde. Als je mij had gevraagd: ‘Ok, wat
geloof je over dít onderwerp?’, had ik je nog steeds de leer van de kerk gegeven waarin ik ben opgegroeid. Omdat dát in mijn
hoofd, in mijn verstand zat. Maar in mijn hart wist ik gewoon iets. Nadat ik God op zo’n manier was tegengekomen wíst ik
gewoon bepaalde dingen. En ogenblikkelijk veranderde mijn leven. Ogenblikkelijk. Vóór die tijd was ik zéér introvert. Ik kon
gewoon niet iemand rechtstreeks aankijken. En daar was ik ogenblikkelijk van bevrijd, omdat ik God zag zoals Hij is.
Nog een schriftgedeelte dat hierbij past is 1 Johannes 3, vanaf vers 1: ‘1 Ziet, welk een liefde ons de Vader heeft gegeven,
dat wij kinderen Gods genoemd worden, en wij zijn het (ook). Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent. 2
Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen; (maar) wij weten, dat, als Hij zal
geopenbaard zijn, wij Hem gelijk zullen wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is.’
Het woord ‘want’ geeft hier de oorzaak of de reden dat wij Hem gelijk zullen zijn: wánt wij zullen Hem zien, ‘gelijk Hij
is’.
Dit is de reden waarom de Bijbel zegt dat niemand God kan zien in zijn fysieke lichaam, terwijl ze nog in dit vlees zijn en
leven. De reden is niet dat God je dan onmiddellijk neerslaat en doodt of zoiets, maar dat als jij écht God zou zien zoals Hij
is, dan zou je, boem, ogenblikkelijk zijn zoals Hij is. Je zou ogenblikkelijk in dat beeld en gelijkenis veranderd worden. Je
zou onmogelijk nog kunnen voortbestaan in dit eindige, vervallen en door zonde bedorven bestaan én zien op de almachtige God in
Zijn volle tegenwoordigheid en kracht.
Als de Heer weerkomt en wij Hem zullen zien, zullen wij ogenblikkelijk veranderen in dat beeld en gelijkenis. En zelfs nú, in
de mate dat jij Hém ziet, zul je veranderen in het beeld en gelijkenis van God. Als jij niet het beeld van God in jouw leven
weerspiegelt, als jij zorgen en boosheid en bitterheid, onvergevingsgezindheid, ziekte, gebrek, armoede, eenzaamheid en smart
hebt, en zo kun je maar doorgaan met wat dan ook, dan kan ik je garanderen dat jij Hem niet gezíen hebt in dat gebied van jouw
leven.
Niet lang geleden bediende ik in Colorado Springs. Een van onze afgestudeerden van de bijbelschool streed met kanker en ik
onderwees over Jesaja 52, 53 en 54. En net zoals Paulus zei in het boek Galaten: ‘Hoe konden jullie dit toch doen, voor wiens
ogen Jezus Christus toch duidelijk uiteengezet is als gekruisigd. Jezus Christus was niet letterlijk fysiek in hun midden
gekruisigd, maar door zijn prediking had Paulus de kruisiging van Jezus zó reëel gemaakt dat hij zei ‘onder jullie is Jezus
gekruisigd.’ En toen ik hierover aan het prediken was, ontving een van onze bijbelschoolstudenten een aantal dingen die de
Heer aan haar openbaarde. En zij ging daarmee naar huis en bestudeerde Jesaja 52,53 54. Zij had kanker en de artsen gaven haar
nog maar een korte periode. En zij vertelde dat toen zij de volgende dag die schriftgedeelten bestudeerde, het Woord van God
gewoon levend voor haar werd, en zij zág Jezus. Niet met haar ogen, maar in haar hart zág zij Jezus en zág dat Hij haar
kanker op zich nam. En boem, zij was ogenblikkelijk genezen.
Wij hadden nog een andere vrouw. Ik ben vergeten in welke samenkomst dit was, maar er waren twee vrouwen die op krukken liepen.
En één van hen, toen wij over ditzelfde predikten, zat thuis en zij was over deze schriftgedeelten aan het mediteren en opeens
zág ze het in haar hart. En ogenblikkelijk was ze genezen. Zij had in geen acht jaar auto gereden. Ze reed onmiddellijk naar de
samenkomst liep naar binnen en rende de zaal rond. Ja, sommigen van jullie denken nu: ‘Je maakt het allemaal te mooi om waar
te zijn; zo eenvoudig is het gewoon niet.’ Ik zeg je dat het gewoon precies zo is, zoals het is. Als jij Hem ziet zoals Hij
is, word jij veranderd in dat beeld. Als jij ziek bent, heb jij niet Jezus gezien hoe Hij jouw ziekte gedragen heeft, want
anders zou je gezond zijn.
Je hebt misschien wel wat kénnis; je hebt misschien het Woord gehoord, maar het is geen realiteit voor je. Als het realiteit
wordt, als jij werkelijk de liefde die Hij heeft, zou zien, als jij écht zou begrijpen hóeveel Jezus om jou heeft geleden, dan
zou íedere vrees of twijfel, ‘zou ik wel genezen’, ogenblikkelijk totaal verdwenen zijn. Als jij maar écht zou begrijpen
welke enorme prijs God allang betaald heeft. Maar weet je, wij zien deze dingen niet echt helder, omdat religie een verkeerde
voorstelling van God heeft gegeven en daardoor hebben we allerlei bizarre vreemde ideeën. Wij geloven zelfs dat God mensen
doodt, en dat God degene is die alle problemen veroorzaakt. Christenen prediken zelfs dat als Amerika zich niet bekeert God dit
land gaat vernietigen. En dat gaat volkomen in tégen wat het Woord hierover onderwijst.
Dank jullie voor die oorverdovende stilte.
Sommigen van jullie zeggen nu: ‘Dus jij gelooft dat wij niet een goddeloos land zijn?’ Nee, dat is helemaal het probleem
niet. Wij leven totaal niet zoals God dat van ons zou willen. Maar ál onze straf is reeds op Jezus gelegd. En als God een
oordeel over Amerika zou brengen, zou Hij zich bij Jezus moeten verontschuldigen omdat Jezus al onze zonden heeft gedragen. En
Hij rekent ons onze ongerechtigheden niet toe. Dat is wat de Schrift ons leert. Dat betekent niet dat we nu veilig zijn, want
wij heel hard bezig zijn onszelf te vernietigen. We hebben écht een opwekking nodig. Wij móeten ons bekeren, en já, wij
móeten dingen veranderen.
Maar dan is er die verkeerde voorstelling van God. Als jij denkt dat God op het punt staat om jou er van langs te geven, en als
je God dient uit vrees, dan zegt de Bijbel dat vrees pijn en kwelling kent. De meeste christenen worden gekweld. Zij hebben wel
een verlangen om God te dienen, zij weten wel dat ze God móeten dienen, maar zij genieten helemaal niet van het dienen van God,
want ze het doen als een schuld, een verplichting en daarmee verliest het alle vreugde. Wij begrijpen het gewoon niet goed. En
als wij God dienen zonder de juiste motivatie, dan hebben wij verkeerde ideeën en voorstellingen over God. En dát belemmert
onze relatie met Hem.
Laat me hier een illustratie van geven, voordat ik naar andere schriftgedeelten ga. Het grootste deel van mijn leven heb ik
paarden gehad. Ik heb echt genoten van paarden. En enkele jaren geleden hebben enkele mensen mij twee paarden gegeven. Ik had de
merries al waar deze veulens uit geboren waren en ze wilden mij de veulens van deze merries geven. De veulens waren nu drie jaar
oud en waren nog nooit bereden. In feite hebben ze toen ze geboren waren hen een halster omgedaan en vervolgens in het weiland
losgelaten. En drie jaar lang had niemand deze paarden zelfs maar aangeraakt.
Deze mensen gingen verhuizen en hadden nog maar een week over. Ik had al wat cowboys ingehuurd om deze paarden te vangen. En ik
had hen 350 dollar per paard betaald om ze te vangen, te breken en te temmen en ze naar mij toe te brengen. Maar die cowboys
eindigden in het ziekenhuis. De paarden waren zó wild dat ze mij het geld teruggaven. En ik had nog maar één week voordat
deze mensen vertrokken en ze hadden al een contract afgesloten met de dierenbescherming om de paarden af te maken als ze niet
gevangen konden worden. Want omdat ze verhuisd waren en het grondgebied hadden verkocht, moesten die paarden weg.
Dus hier waren twee loslopende paarden die ze aan mij hadden gegeven en ik stond op het punt ze kwijt te raken. En daarom ging
ik erover bidden. Maar voor ik het hele verhaal vertel wil ik eerst mijn excuses maken aan alle paardenliefhebbers. Het was niet
de juiste manier om met een paard om te gaan. Ik wist het gewoon niet en het was een kwestie van onwetendheid van mijn kant. Ik
houd echt van paarden. Dus ga niet tegen mij te keer dat ik het zo gedaan heb.
Maar in ieder geval móest ik deze paarden vangen. En dus sloeg ik een stuk spoorrails in het midden van dit weiland de grond
in. En deze paarden waren gewend uit een emmer te eten. Dus vier of vijf dagen lang had ik emmers met haver erin, en ik stond
een meter of vijf van ze af. Ze stonden maximaal maar vijf meter toe. En ik liet ze eten en dan stopten ze hun hoofd in die
emmer. En als ze hun hoofd in die emmer staken konden ze niet zien. Dus ik liet ze daar een paar dagen uit eten.
En toen zette ik de emmers weer op de gebruikelijk plaats neer, maar legde een stevig stuk touw om de emmers heen, bedekte het
met gras en zand en zo en stond ik met het touw klaar. En toen ze hun hoofd in de emmer staken trok ik het touw over hun hoofd
en ving dit paard. En ik vond het zelf een geweldig idee. Maar ik was totaal niet voorbereid op wat er gebeurde. Dit paard
heette El Shaddai. Dat is een naam van God en betekent ‘meer dan genoeg’. En dit paard was duidelijk ‘meer dan genoeg’.
Maar toen dit paard het touw om zijn nek voelde schoot het er op volle snelheid vandoor. Zo snel als het maar kon, maar nu
stopte dit touw het paard midden in zijn ren en sloeg het paard achterover op zijn rug. Alle vier de poten omhoog in de lucht.
En toen dát gebeurde raakte El Shaddai echt demonisch bezeten.
Dit paard begon te rennen en te springen in cirkels. Trappen en bokken en verschrikkelijke geluiden maken. Het spoot bloed en
van alles uit zijn neusgaten en mest aan de andere kant. Het was echt angstaanjagend. Ik heb nog nooit van mijn leven een dier
zó te keer zien gaan. En ik probeerde dichterbij te komen om het touw door te snijden, maar dat paard ging zó te keer dat ik
niet dichtbij genoeg kon komen. Dat ging dus zo’n 20 à 30 minuten door. En dat paard joeg gewoon alle energie die het maar
had erdoor. Tenslotte trok het aan het touw en de knoop was een schuifknoop, zodat het strak trok. En het paard viel flauw op de
grond. Ik ging er toen op af, ging op zijn hoofd zitten. Ik haalde de oude halster eraf en deed een nieuwe om en bond het vast
tussen twee spoorstaven. Het paard was gebroken. Je kon gewoon op het paard gaan zitten en rijden. Alles wat erin gezeten had,
was eruit geslagen.
Maar dít is het punt waar het mij om gaat. Als dit paard in de wei stond, stond het met zijn hoofd omhoog. Het was een ‘Arabier’
en zag er prachtig uit. Zodra het mijn truck aan zag komen rijden dan deed het zijn hoofd omlaag, met zijn oren naar achteren en
begon gewoon te trillen en te beven. Dat paard ging letterlijk bibberen en de hele tijd dat ik erop zat bleef het maar bibberen.
Het was gewoon bang wat ik nú weer zou doen. En ik heb tegen dit paard gesproken. Ik zei: ‘Je hebt me hélemaal verkeerd
begrepen. Jij denkt dat ík je dit allemaal heb aangedaan, maar in feite heb ik je leven gered. Ze zouden je hebben afgemaakt.
Als ík er niet was geweest om je te vangen, zou je nu dood zijn geweest.’ En ik zei: ‘Ik heb dit allemaal niet gedaan, het
enige wat ik heb gedaan is het touw om jouw nek doen, en jij hebt zelf al die andere dingen jezelf aangedaan.’ En ik legde het
uit aan dit paard. Ik sprak ertegen, ik heb ermee gebeden, ik heb echt alles gedaan wat ik maar wist te doen. Maar tot de dag
dat ik dit paard eindelijk verkocht, kon dit paard daar staan, hij zag er prima uit, tótdat het mij zag en dán ging zijn hoofd
naar beneden en begon het te bibberen. Hij had een volkomen verkeerd idee van wie ik was, gebaseerd op iets dat ik had gedaan.
Maar hij heeft het volkomen verkeerd begrepen.
Weet je dat wij óók zo zijn met God? God heeft bepaalde dingen gedaan. In het Oude Testament zijn er dingen die God heeft
gedaan. Die worden verkeerd begrepen en verkeerd geïnterpreteerd, en daardoor zien mensen God als deze harde, boze God. Een
enorme hoeveelheid van onze verkeerde indruk van God komt rechtstreeks uit de Bijbel! En misschien ga je daarom denken dat ik
tegen de Schrift in spreek. Maar dat doe ik helemaal niet. Ik ben 100% toegewijd aan de Schrift en geloof in de onfeilbare
waarheid van de Schrift. Maar de Schrift laat zien, en dat ga ik jullie ook aantonen, dat er een volkomen andere manier is
waarop God met ons omging onder het Oude Testament of oude verbond en onder het Nieuwe Testament of het nieuwe verbond.
Maar de gemiddelde christen mengt dit allemaal maar door elkaar en probeert één beeld van God samen te stellen, gebaseerd op
twéé verbonden die tegengesteld aan elkaar zijn. En ik weet dat sommigen van jullie nu denken: ‘Mooi niet’.
‘Mooi wél!’ Laten we kijken naar Hebreeën 7. En we gaan hier nog in meer detail op in, maar laat ik er eerst een fundament
voor leggen. In Hebreeën 7:16 gaat het erover dat Jezus een priester is. Hij is een hogepriester, maar niet naar de Levitische
wet of ordening. Hij komt uit een andere stam; het is een totaal ander priesterschap. In vers 16 staat daarom: ‘16 die dit
niet geworden is krachtens een wet met een voorschrift betreffende vleselijke (afkomst), maar krachtens een onvernietigbaar
leven. 17 Want van Hem wordt getuigd: Gij zijt priester in eeuwigheid naar de ordening van Melchisedek. 18 Want een vroeger
voorschrift wordt wel afgeschaft, als het zonder kracht en nut is.’
Hier is werkelijk sprake van het afschaffen van het gebod vanwege de krachteloosheid en de nutteloosheid. Het woord voor
afschaffen hier is werkelijk een superlatief, in de zin van volkomen, helemaal wegdoen, vernietigen, uitschakelen, etc. Dat zegt
dus dat dit absoluut het volkomen einde is van het gebod dat daaraan voorafging. Het oudtestamentische gebod is dus niet voor de
nieuwtestamentische gelovige. In vers 19: ‘immers de wet heeft in geen enkel opzicht het volmaakte gebracht – maar thans
wordt een betere hoop gewekt, waardoor wij nader tot God komen.’ En precies hetzelfde wordt opnieuw en opnieuw gezegd in
verschillende teksten.
Hebreeën 8 vers 7: ‘Want indien dat eerste (verbond) onberispelijk was geweest, zou er geen plaats gezocht zijn voor een
tweede.’
Zelfs onder het eerste verbond was er profetie over het einde van dat eerste verbond, en werd geprofeteerd dat er iets beters
zou komen. Maar toch proberen de meeste christenen van tegenwoordig een relatie met God op te bouwen gebaseerd op het oude
verbond, terwijl het oude en het nieuwe verbond elkaar niet verdragen. Ze spreken elkaar niet tegen, omdat het oude verbond al
profeteerde over zijn eigen einde en afschaffing, en de komst van een beter verbond. In feite vullen ze elkaar aan. Als je het
juist toepast is er niet echt sprake van een tegenspraak. Maar als je probeert zowel onder het oude als het nieuwe verbond te
leven, gaat dat niet, want je kunt ze niet met elkaar vermengen.
Nogmaals, veel van onze ideeën over God zijn oudtestamentische ideeën, die op zich niet onjuist waren, maar gewoon niet
volledig. Ze gaven daarom geen juiste voorstelling. Toen Jezus kwam was Jezus de volmaakte uitdrukking van het beeld van de
Vader. Een exacte kopie en een volmaakte, perfecte afspiegeling. En over enkele ogenblikken laat ik je wat schriftgedeelten
zien, die aantonen dat als Jezus onder het oude verbond aanwezig zou zijn geweest, Hij bij sommige dingen die daar werden
gedaan, die mensen zou hebben bestraft omdat wat ze deden. Mensen die door God gezalfd waren en gebruikt werden, zouden door
Jezus zijn bestraft als Hij toen in zijn fysieke lichaam aanwezig zou zijn geweest. Want dat was niet het ware karakter en aard
van God.
Ik zeg hier nogal wat stevige dingen. Ik zal proberen dit te onderbouwen en te verdedigen. Maar je moet begrijpen dat er een
verschil is in de manier waarop God zichzelf heeft geopenbaard. Als ik terugga naar dat paard. Als het had kunnen praten, zou
hij tegen al zijn vrienden hebben kunnen zeggen: ‘Kijk eens wat hij mij allemaal heeft aangedaan.’ En ja, ik heb het gedaan,
maar dat paard heeft het volkomen verkeerd opgevat. In feite was het zijn eigen rebellie die er voor zorgde dat wat ik deed
zulke dramatische gevolgen had. Als hij zich aan mij onderworpen had, zou hij niet zo’n traumatische ervaring hebben gehad.
Ja, ik deed het, maar dat paard kreeg een volkomen verkeerde indruk van mij. En ik ben echt een heel aardige jongen. Ik ben geen
paardenhater. Amen? Maar hij kan er best zo over gedacht hebben en ik kan begrijpen waarom hij zo over mij denkt, maar het is
een verkeerd idee.
Dus nogmaals, hier in vers zeven staat: ‘7 Want indien dat eerste onberispelijk ware geweest, zou er geen plaats gezocht zijn
voor een tweede. 8 Want Hij berispt hen, als Hij zegt: Zie, er komen dagen, spreekt de Here, dat Ik voor het huis Israëls en
het huis Juda een nieuw verbond tot stand zal brengen, 9 niet zoals het verbond, dat Ik met hun vaderen maakte ten dage, dat Ik
hen bij de hand nam om hen uit het land Egypte te leiden, want zij hebben zich niet gehouden aan mijn verbond en Ik heb Mij niet
meer om hen bekommerd, spreekt de Here. 10 Want dit is het verbond, waarmede Ik Mij verbinden zal aan het huis Israëls na die
dagen, spreekt de Here: Ik zal mijn wetten in hun verstand leggen, en Ik zal die in hun harten schrijven, en Ik zal hun tot een
God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn. 11 En niet langer zullen zij een ieder zijn medeburger, en een ieder zijn broeder
leren, zeggende: Ken de Here, want allen zullen zij Mij kennen, van de kleinste tot de grootste onder hen.’
Dit wordt vaak zo geïnterpreteerd dat het zou betekenen dat iedere Jood wedergeboren zal worden. Maar ik geloof niet dat dit
hier wordt gezegd. Dit spreekt erover dat wij die wedergeboren zijn, God persoonlijk kennen. Wij zijn niet meer afhankelijk van
iemand anders die ons vertelt wat God zegt. Maar je kunt zelf God ervaren uit je eigen eerste hand. Wij kennen allemaal de Heer
en wij kennen de Heer allemaal persoonlijk. Als jij wedergeboren bent, heb je een persoonlijke relatie met God. Dat is waar dit
over spreekt. En vervolgens zegt Hij in vers 12: ‘Want Ik zal genadig zijn over hun ongerechtigheden, en hun zonden zal Ik
niet meer gedenken.’
Wat een rádicale uitspraak is dit. Dit is onderdeel van het nieuwe verbond, wat de meeste nieuwtestamentische christenen
helemaal niet beseffen. De meeste christenen geloven dat God wel dégelijk onze zonden gedenkt en dat God op basis daarvan wel
dégelijk met ons afrekent. Ze zullen het niet met zoveel woorden zéggen, maar in principe denken wij nog steeds dat God met
ons handelt op basis van onze zonden. En dat is de reden dat wij zeggen: ‘Maar je hebt niet (genoeg) gebeden, je bent niet
naar de kerk gegaan, je hebt je tienden niet betaald, en dát is de reden dat God dit of dat niet gedaan heeft.’ God zou dus
in ons leven bewegen naar de mate van onze goedheid. Dat is de meesten van ons zo geleerd. Het is een misvatting en een foute
voorstelling van het evangelie.
Maar het nieuwe verbond zegt: 12 ‘Want Ik zal genadig zijn over hun ongerechtigheden, en hun zonden zal Ik niet meer gedenken.’
- en in vers 13 staat: ‘Als Hij spreekt van een nieuw (verbond), heeft Hij daarmede het eerste voor verouderd verklaard. En
wat veroudert en verjaart, is niet ver van verdwijning.’ Er is een heel goede reden waarom ze dit het oude en het nieuwe
verbond noemen. Maar het trieste is dat de meeste mensen niet goed hebben begrepen hoe God zich geopenbaard heeft, en ze hebben
verkeerd opgevat. En als gevolg daarvan hebben wij een verkeerd idee over het karakter en de ware aard van God.
Laat me hier nog iets anders stellen. Mensen beschouwen God op een bepaalde manier, maar ongeacht hoe jij tegen God aankijkt,
Hij is wie Hij is, totaal onafhankelijk van jouw visie of waarneming van Hem. Als jij niet gelooft dat God wonderen doet,
verandert dat helemaal niets aan wie God is. God is en blijft El Shaddai, almachtig. En God is wie Hij is, ongeacht jouw mening.
Maar, en dit is een indrukwekkende waarheid, ongeacht wie God precies is, zul jij God nooit groter ervaren of kunnen zien als
jóuw opvatting over Hem!
Dat is nogal een krasse uitspraak. Als jij niet gelooft dat God geneest, zul je ook nooit genezen. Je wordt namelijk nooit ‘toevallig’
genezen. Genezing overvalt je niet zoals een ziekte. Je kunt het niet oplopen! Dus je krijgt het niet door osmose, door naast
een gezond iemand te zitten! Je zult het na moeten jagen.
Het spreken in tongen en de doop met de Heilige Geest krijg je niet zomaar te pakken. Dat is de manier waarop sommige mensen het
denken mee te maken. Maar je gaat je niet per toeval in tongen spreken. Het overvalt je niet ‘toevallig’. Je zult ervoor
moeten geloven. Als je niet gelooft dat wonderen gebeuren, en dat God de doop in de Heilige Geest geeft, en dat je in tongen
kunt spreken, weet je dat je het dan niet zult krijgen? Sommigen van jullie zijn al geshockeerd omdat ik dit alleen maar ‘even’
noem. Omdat ik gewoon ga zitten en niet begin te gillen of te schuimen rond mijn mond en me afvegen met een handdoek. Misschien
besef je niet eens dat ik geestvervuld ben en in tongen spreek. Nu wordt je bang en denkt: ‘Oh nee, ben ik in zo’n soort
samenkomst, en wat gaat er nú met mij gebeuren?’ Nou, ik kan je garanderen, dat als jij niet in tongen wílt spreken, dan
zúl je het ook niet. Niemand kan je dwingen in tongen te spreken. Niemand kan de kracht van de Heilige Geest over jou dwingen.
Zo gáát dat gewoon niet.
Het is de manier waarop jij denkt. Als jij denkt dat God met de apostelen ook de wonderen heeft laten voorbijgaan, en als jij
denkt dat wonderen daarom vandaag niet meer gebeuren, zul je ook geen wonderen meemaken. God zal jou tegemoet komen in het
geloof dat je hebt. Als jij gelooft dat God degene is die mensen doodt, als jij gelooft dat God de rampen en ellende in jouw
leven veroorzaakt en dat het de bedoeling is dat jij daar iets door leert, zal God je tegemoet komen waar jij bent. Hij zal echt
niemand doden, maar jij kunt doorgaan met dat te denken en allerlei ellende meemaken en je tot de Heer wenden en Hem om hulp
vragen. En Hij zal er zijn om je te troosten en te bemoedigen. En natuurlijk kun je uit iedere negatieve omstandigheid iets
leren. Maar dat is niet zoals God werkelijk is.
God is wie Hij is, ongeacht wat jij van Hem denkt, maar jouw erváring zal 100% overeenstemmen met wat jij denkt dat God is en
hoe Hij is. Hij zal voor jou nooit iets anders kunnen zijn dan wat jij van Hem gelooft. Jij zult de dingen van God moeten
nájagen om ze te krijgen. God is een gentleman en Hij dringt zich niet aan jou op en zal jou nooit dwingen om iets op een
bepaalde manier te zijn.
Toen ik voor de eerste keer echt tot de Heer gekeerd was en me realiseerde dat ik zó ver verwijderd was van waar God wilde dat
ik zou zijn, was een van mijn gebeden: ‘God, ik geloof niet dat ik dat kan zijn. Maakt U mij maar de persoon die ik zou moeten
zijn. Dwíng mij maar om dit te doen, tégen mijn wil in. Ik geef U nú de volledige vrijheid. Máák mij maar op deze manier.’
Maar weet je, zo gebeurt het gewoon niet. God zal jou nóóit ook maar iets ‘maken’. Dat is gewoon niet zoals God ís.
Ik zeg al deze dingen om te stellen: ‘Jouw indruk van God, wie jij denkt dat Hij is, bepaalt wat jij van Hem zult ervaren.’
En ik geloof dat God meer belasterd is en verkeerd voorgesteld dan wie dan ook op de hele wereld. En het is hoogst nodig dat wij
de ware aard van God duidelijk maken, en jij werkelijk zou kunnen begrijpen wat 1 Johannes 4:8 zegt: ‘God is liefde’! Wij
zeggen dat wel, maar direct als het uit onze mond is gekomen zeggen we: ‘Als Amerika zich niet bekeert, zal God dit land
vernietigen en ons allemaal uitroeien. Er zal een plaag uitbreken, de vogelgriep gaat uitbarsten en dat is het oordeel van God.’
Nou zeg, is dat echt liefde?
Wij zeggen wel dat God van ons houdt, maar in de volgende ademtocht zeggen we dingen die dat volkomen onderuit halen, en we
ontkennen en doen de zegen en het voordeel ervan teniet. Wij moeten een aantal dingen echt gaan begrijpen, en dat wil ik door
dit onderwijs gaan doen. We beginnen hier gewoon de ware aard en natuur van God te onderwijzen. En we gaan aantonen waarom God
heeft gedaan wat is gedaan, en wie Hij werkelijk is. Hoe Hij werkelijk is. En als jij dit begrijpt zal het jouw idee over God
veranderen en daardoor ook de manier waarop jij van God ontvangt.
Laat me je nog één extra oudtestamentisch voorbeeld hiervan geven. Kijk eens naar 2 Koningen 1. Dit is het verhaal van Achazja
(Ahazia). Hij was koning van Israël. Achazja viel door het dak van een gebouw waar hij aan het bouwen was. Ik weet niet wat er
precies gebeurde, misschien kreeg hij een infectie, maar hij was ernstig ziek en het zag ernaar uit dat hij zou sterven. Daarom
stuurde hij enkele van zijn boodschappers naar de afgod van Ekron om te informeren of hij zou genezen of niet.
2 Koningen1:2 ‘Achazja viel door het traliewerk van zijn bovenvertrek te Samaria, en hij werd ziek. Toen zond hij boden uit en
beval hun: Gaat Baäl-Zebub, de god van Ekron, raadplegen, of ik van deze ziekte zal herstellen. 3 Maar de Engel des HEREN sprak
tot de Tisbiet Elia: Sta op, ga de boden van de koning van Samaria tegemoet en zeg tot hen: Is er dan geen God in Israël, dat
gij Baäl-Zebub, de god van Ekron, gaat raadplegen?’
Voor degenen die niet goed thuis zijn in de Schrift, Achazja was de koning van Israël, dat waren de Noordelijke tien stammen,
het koninkrijk van Israël was tot heidendom vervallen en Achazja volgde in de sporen van zijn vader Achab die een zeer
goddeloze man was. Hij had aan God moeten vragen over zijn ziekte, maar omdat hij wist dat God hem geen gunstige uitslag zou
geven, besloot hij aan een demongod, een heidense god te gaan vragen of hij zou herstellen.
Toen God sprak tot Elia, de man Gods, en deze onderschepte de boodschappers en vroeg: ‘Is er dan geen God in Israël? Waarom
gaan jullie naar Baäl-Zebub? Omdat jullie dit hebben gedaan, daarom zegt God, in vers 4: ‘Daarom, zo zegt de HERE: Van het
bed waarop gij zijt komen te liggen, zult gij niet afkomen, maar gij zult voorzeker sterven. En Elia ging heen. 5 Toen de boden
tot hem terugkeerden, zei hij tot hen: Hoe komt gij nu reeds terug?’
Met andere woorden, hij wist dat ze geen tijd hadden gehad om helemaal naar Ekron te gaan en vroeg daarom, waarom zijn jullie
teruggekomen. En zij richtten zich tot hem en zeiden:
‘6 Zij zeiden tot hem: Een man kwam ons tegemoet en zei tot ons: Gaat terug naar de koning, die u gezonden heeft, en zegt tot
hem: Zo zegt de HERE: is er dan geen God in Israël, dat gij boden zendt om Baäl-Zebub, de god van Ekron, te raadplegen?
Daarom, van het bed waarop gij zijt komen te liggen, zult gij niet afkomen, maar gij zult voorzeker sterven. 7 En hij vroeg hun:
Wat was het voor een man, die u tegemoet kwam en deze woorden tot u sprak? 8 En zij antwoordden hem: Het was iemand met een
haren kleed, en een lederen gordel was om zijn lendenen gebonden. Toen zei hij: Dat is de Tisbiet Elia.’
Ik vind dit erg interessant, ze zeiden: het is een harige man en hij heeft een lederen gordel om, en dan zeg hij: dat is Elia.
Blijkbaar had Elia nogal een reputatie vanwege hoe hij er uitzag, omdat die minieme beschrijving hem onmiddellijk aanwees. Ik
heb wat commentaren gelezen, sommigen denken dat Elia een baard tot op zijn knieën had. Ik weet niet of ze dat bedoelden toen
ze verwezen naar een harige man. En zijn kleding was ook nogal opvallend gezien de mode omdat hij onmiddellijk wist wie dit was.
En voor degenen die er niet mee bekend zijn, Achab, de vader van Achazja was koning geweest voor Achazja. En Achab was degene
die, toen hij uit zijn paleis keek, die wijngaard zag, die vlak bij hem was. En de wijngaard was van Nabot. En Achab sprak Nabot
aan en vroeg hem om hem die wijngaard te verkopen, omdat het een prachtige wijngaard was, en hij wilde hem hebben. En Nabot zij:
nee, het is mijn families erfdeel en ik wil het niet aan u verkopen. En daarom ging Achab, de koning, terug naar zijn paleis en
begon te huilen. Omdat hij zijn zin niet kreeg. Iemand wilde hem zijn wijngaard niet verkopen. De koning zit daar dus te huilen
en Izebel, de koningin, komt binnen en ziet haar man, de koning zitten janken, en vraagt: ‘Wat is er aan de hand?’ ‘Nabot
wil zijn wijngaard niet aan mij verkopen, snif, snif.’ En zij zegt: ‘Jij bent toch de koning? Laat mij dit maar regelen’.
Zij laat Nabot gewoon vermoorden en komt terug en zegt tegen Achab, sta op en neem de wijngaard in bezit. En Achab staat op,
wandelt door de wijngaard, het is nu zíjn wijngaard en als hij de hoek omkomt staat daar opeens Elia. En Achab zegt: ‘Heb je
mij gevonden, mijn vijand?’ En Elia zegt: ‘Jouw zonden hebben jou gevonden, want omdat jij deze zonde hebt begaan zullen de
honden jouw bloed oplikken op de plaats waar jij Nabot hebt laten vermoorden. En de honden zullen Izebel opeten.’
En zo is dat allemaal precies gebeurd. Achab trok ten strijde, raakte gewond en stierf. En ze brachten zijn strijdwagen naar de
wijngaard om hem schoon te spoelen. En de honden likten zijn bloed op, op exact dezelfde plaats waar hij Nabot liet vermoorden.
Op dat moment was Izebel nog in leven. Maar later kwam er een koning Jehud, die het rijk overnam. Hij kwam de stad Samaria in
bezit nemen. Izebel maakte zich op, zegt de Bijbel, en keek uit het raam. Jehud zei: ‘Wie is aan de kant van de Heer,’ en
hij liet die mensen Izebel uit het raam duwen, en zij viel enkele verdiepingen naar beneden. En hij reed met zijn strijdwagen
een paar keer over haar lichaam heen en weer tot ze dood was. Toen ging hij naar binnen, lekker lunchen. En terwijl hij aan het
eten was, kreeg hij een beetje wroeging en zei: ‘Nou, ze was tenslotte toch een koningsdochter, dus ga haar maar begraven.’
Maar toen ze daar bij haar kwamen waren alleen haar schedel, de palm van haar handen en de zolen van haar voeten over. De honden
hadden de rest van haar opgegeten. Precies zoals Elia had gezegd.
Dit is dus de Elia en zijn relatie met die familie. En dat is waarschijnlijk de reden dat Achazja niet bij Elia wilde laten
navragen wat zijn lot zou zijn, omdat hij vreesde wat Elia zou zeggen. Maar toen hij hoorde dat er de een of andere profeet was,
die dit gezegd had, en hoe die eruit zag, zei hij: ‘Dat is Elia de Tisbiet’ En zie vervolgens wat hij deed in vers 9: ‘Daarop
zond hij tot hem een overste over vijftig met zijn vijftigtal. En deze klom tot hem op – want zie, hij zat op een bergtop –
en sprak tot hem: Man Gods, de koning beveelt: daal af! 10 Toen antwoordde Elia en sprak tot de overste over vijftig: Indien ik
dan een man Gods ben, laat er dan vuur van de hemel afdalen en u en uw vijftigtal verteren. Toen daalde vuur van de hemel en
verteerde hem en zijn vijftigtal.’
Dat is nogal kras. Dat is indrukwekkend. Als ik werkelijk een man van God ben, laat er dan vuur uit de hemel komen en jullie
doden! Boem, 51 mensen dood. Dat is indrukwekkend. En kijk wat er verder gebeurt in vers 11: ‘Wederom zond hij tot hem een
andere overste over vijftig met zijn vijftigtal. En deze nam het woord en zei tot hem: Man Gods, zo beveelt de koning: haast u,
daal af! 12 Toen antwoordde Elia en sprak tot hen: Indien ik een man Gods ben, laat er dan vuur van de hemel afdalen en u en uw
vijftigtal verteren. Toen daalde Gods vuur van de hemel en verteerde hem en zijn vijftigtal.’
Dan zijn er nu al 102 man, gedood door vuur dat uit de hemel neerviel en de legers die tegen hem optrokken vernietigde. Dat is
nogal sterk!
En in vers 13 staat er dan: ‘Wederom zond hij een derde overste over vijftig met zijn vijftigtal. En deze derde overste over
vijftig klom tot hem op, kwam nader en knielde voor Elia; hij smeekte hem en zei tot hem: Man Gods, laat toch mijn leven en het
leven van deze uw vijftig knechten kostbaar zijn in uw ogen.’
Dat is echt geweldig. Een profeet helemaal in zijn eentje. En hij was geen greintje geïntimideerd. In plaats daarvan lag het
leger op zijn knieën en vroeg hém om genade in plaats van dat hij hén om genade moest smeken. Een machtige vertoning van de
aanwezigheid van God.
En in vers 14 gaat het verder: ‘Zie, vuur is van de hemel neergedaald en heeft de eerste twee oversten over vijftig met hun
vijftigtallen verteerd. Nu dan, laat mijn leven kostbaar zijn in uw ogen. 15 Toen sprak de Engel des HEREN tot Elia: Daal met
hem af, vrees niet voor hem. En hij stond op en daalde met hem af naar de koning.’ En hij sprak met Achazja en vertelde hem
dat hij zou sterven en dat dit het oordeel van God was. En hij ging weg en God beschermde Elia. Dit is dus een oudtestamentisch
voorbeeld.
En voor het geval iemand vraagt: ‘Zou God wérkelijk zomaar vuur uit de hemel doen neerdalen en mensen dóden?’ Kijk dan
maar in vers 12 waar staat, de tweede keer dat een overste kwam met vijftig man en Elia antwoord: ‘Als ik een man Gods ben,
laat vuur uit de hemel neerdalen en u en uw vijftig man verteren’, waar staat: ‘Toen daalde Gods vuur van de hemel en
verteerde hem en zijn vijftigtal.’ Hier staat dat het Gods vuur was. Het was niet het vuur van de duivel, en ook niet een of
andere menselijke macht van Elia, dit was het vuur van God, het oordeel van God dat uit de hemel viel en 102 man doodde.
En als je dit niet op de juiste manier begrijpt, houd je daar een idee aan over van wie God is, en hoe God met dingen om wil
gaan. Maar kijk dan eens hier naar. Houd je vinger maar bij dit gedeelte zodat je het kunt vergelijken. Kijk eens naar Lukas 9
en laat me je een nieuwtestamentisch voorbeeld geven. Hier is Jezus en in Lukas 9 vers 51: ‘En het geschiedde, toen de dagen
van zijn opneming in vervulling gingen,’ - dit spreekt over zijn Hemelvaart na de kruisiging en de opstanding – ‘dat Hij
zijn aangezicht richtte om naar Jeruzalem te reizen, 52 en Hij zond boden voor Zich uit. En zij gingen heen en kwamen in een
dorp der Samaritanen om alles voor Hem gereed te maken. 53 En zij ontvingen Hem niet, omdat zijn aangezicht gericht was naar
Jeruzalem.’ Dit verklaart waarom de Samaritanen hem niet ontvingen.
Nogmaals, je moet echt de Schrift bestuderen om de volle omvang van wat hier gebeurt te begrijpen. Want in Johannes 4 had Jezus
al de Samaritaanse vrouw bij de bron ontmoet en bediend. En zij was eropuit getrokken en had de hele stad Samaria daarover
verteld. En er staat dat de héle stad was uitgetrokken en in Hem geloofde en Hem had ontvangen als de Messias. Zij hadden dus
al aanvaard dat Jezus de Messias was! Dat waren geen mensen die niet wisten wie Jezus was! Zij hadden Jezus al aanvaard. Maar de
reden dat zij Hem hier in Lukas 9 níet aanvaardden, zegt dat het was omdat zijn aangezicht was gericht naar Jeruzalem.
Voor degenen die hier niet vertrouwd mee zijn, er was diepe haat tussen de Samaritanen en de Joden. De oudtestamentische wet had
de Joden geleerd dat zij alleen met andere Joden mochten trouwen. En de Samaritanen waren eigenlijk een mengbevolking. Toen de
10 Noordelijke stammen gevangen waren genomen en weggevoerd, stuurde de koning van Assyrië kolonisten terug en die trokken het
land van Israël binnen en begonnen daar gemengd te trouwen met de Joden. En daarom waren de Samaritanen een verontreinigde
bloedlijn, waar de strikte Joden een probleem mee hadden.
Voor die dingen is een plaats en een tijd. Toen de Joden voor het eerst uit ballingschap terugkeerden naar Jeruzalem, en Judea,
hun hele land, was verwoest en in de problemen, konden ze nauwelijks overleven. Daarom schopten ze in de tijd van Nehemia
iedereen eruit die getrouwd was met iemand van buiten de Joodse natie, omdat ze probeerden de Joodse natie in stand te houden en
het Joodse volk dat in ballingschap was geweest te herstellen. Daarom werden ze hier heel fanatiek op, zodat ze weigerden wie
dan ook te accepteren die met iemand van een ander geloof was getrouwd omdat dit hun bloedlijn verontreinigde.
Dat was één van de redenen dat de Joden de Samaritanen haatten. En vervolgens, omdat de Samaritanen door de Joden waren
afgewezen, bouwden zij hun eigen tempel in Samaria en begonnen hun eigen soort aanbidding gemengd met heidense praktijken. Dus
was er ook een religieuze reden om de Samaritanen te haten. Dus de Samaritanen werden door de Joden gehaat om raciale en
religieuze redenen. Dat zijn de twee sterkste vooroordelen die de mensheid maar kent. Er was een verschrikkelijke haat. En
natuurlijk zijn er de verhalen over de barmhartige Samaritaan en anderen, zoals de vrouw bij de bron, die dit
verduidelijken.
Maar deze mensen hadden al aanvaard dat Jezus hun Messias was. Maar toen zij zagen dat Hij op weg was naar Jeruzalem en met die
huichelaars en hypocrieten in Jeruzalem zou gaan aanbidden, verwierpen de Samaritanen Hem vanwege zijn verbinding met hun
aartsvijanden, zelfs terwijl ze wisten dat Hij de Christus was. Dit was dus echt heel ernstig. Naar mijn mening was dit veel
ernstiger dan wat deze oversten deden tegenover Elia. Het enige wat die deden was het opvolgen van bevelen. Het enige wat ze
zouden doen was hem meenemen. En Elia hoefde echt niet bevreesd te zijn dat ze hem iets zouden aandoen omdat God hem beschermde.
Toen hij eindelijk met die soldaten meeging in 2 Koningen 1 gebeurde er helemaal niets. God beschermde hem.
Weet je dat Elia helemaal niet had hoeven te doen wat hij deed? Er was geen noodzaak voor. De situatie waarbij Jezus was
betrokken was veel erger. De discipelen van Jezus hadden veel meer reden om vuur uit de hemel te doen neerdalen dan Elia. En
toch, kijk eens wat er gebeurde. In Lukas 9 vers 54 staat: ‘Toen de discipelen Jakobus en Johannes dit bemerkten,’ - dit
waren de twee discipelen die zonen des donders werden genoemd. Heb je je ooit afgevraagd waarom Jezus hen zonen des donders
noemde? Blijkbaar hadden ze nogal een temperament. En toen Jakobus en Johannes dit merkten - ‘zeiden zij: Here, wilt Gij, dat
wij zeggen, dat vuur van de hemel zal nederdalen om hen te verteren?’
Net zo als Elia deed. Zij wilden precies hetzelfde doen als een oudtestamentische heilige had gedaan. Zij wilden een van de
grootste voorbeelden van een profeet in het Oude Testament evenaren. Zij wilden precies hetzelfde doen. Zij hadden een Bijbels
voorbeeld voor wat ze wilden doen en zij dachten dat God erdoor verheerlijkt zou worden als zij vuur uit de hemel zouden doen
neerdalen en al die Samaritanen verteren. Maar kijk wat Jezus zei: ‘55 Maar Zich omkerende, bestrafte Hij hen, en zei: Gij
weet niet van hoedanige geest gij zijt. 56 Want de Zoon des mensen is niet gekomen om de zielen der mensen te verderven, maar om
te behouden. En zij gingen naar een ander dorp’. (Statenvertaling 1977)
Jezus´ discipelen wilden precies hetzelfde doen wat Elia had gedaan en Jezus bestrafte hen toen zij een Bijbels voorbeeld
wilden volgen! Sommige mensen zeggen nu: ‘Oh, dat begrijp ik niet’. De enige manier om dit te begrijpen is dat er een
verschil is tussen de manier waarop God met mensen omging onder het oude verbond en de manier waarop God met mensen omgaat onder
het nieuwe verbond. En als jij jouw omgang met mensen probeert te baseren op de manier van omgaan van het oude verbond, kan het
wel eens gebeuren dat God jou bestraft. Als jij denkt dat God nog steeds met ons omgaat op de manier waarop Hij omging met
mensen onder het oude verbond, dan zul je een verkeerde voorstelling van God geven. Je zult mensen een beeld van God geven dat
hen van God vandaan zal drijven, of dat ze God gaan dienen uit vrees en angst in plaats van uit liefde. En dat zal hun relatie
met God belemmeren. En dat is precies wat er gebeurt tegenwoordig.
Laat ik het eens op deze manier stellen. Als Jezus op aarde was geweest in de tijd dat Elia leefde, en als Elia had geprobeerd
vuur uit de hemel te roepen, dan zou Jezus Elia hebben bestraft. Want dat was níet de ware aard en het ware karakter van God.
God is een genadige God. Maar toch toont het Oude Testament een enorme strengheid en vreselijke toorn van God, die evenwel
tegenwoordig door mensen volkomen verkeerd wordt begrepen en opgevat. Iedere keer als je iemand tegenkomt die zegt: ‘Ik ben
een profeet!’, wil die altijd als Elia zijn en zijn vinger opsteken zodat er vuur uit de hemel valt en iemand dood neervalt.
En ze profeteren dat je zult omkomen en dat er dit en dat zal gebeuren. Maar weet, als jij probeert te zijn als Mozes of Elia,
als een van deze profeten, dan zou je worden bestraft als Jezus hier fysiek aanwezig zou zijn!
Want er is een andere manier waarop God tegenwoordig met mensen omgaat. Nieuwtestamentische profeten gaan níet rond om mensen
te veroordelen en te beoordelen en te zeggen dat dit of dat hen zal overkomen of dat dit land zal worden vernietigd. Dat is niet
de bediening van een profeet in het Nieuwe Testament. Er is een groot verschil in de manier waarop God omgaat met mensen onder
het nieuwe verbond tegenover de manier waarop Hij omging met de mensen onder het oude verbond. Wil dat zeggen dat God een
gespleten persoonlijkheid heeft? Dat Hij tóen zo was en nu anders? Nee, God heeft géén gespleten persoonlijkheid. En ik zou
willen dat ik de tijd had je hier alles over te vertellen wat ik ontdekt heb, maar dat kan nu niet. Je zult terug moeten komen
en ik zal hier verder over spreken en je laten zien waaróm deze dingen allemaal zijn gebeurd.
Maar laat me je er heel snel al een voorproefje van geven. Je weet dat onder het oude verbond iemand niet wedergeboren kon
worden, omdat Jezus nog niet de eerste was geweest om uit de dood op te staan en Hij moest de éérstgeborene worden onder zijn
broeders. De oudtestamentische mensen konden niet wedergeboren worden. Zij hadden geen nieuwe natuur. Zij hadden nog steeds een
zondige natuur binnenin zich. Zij erkenden wel dat zij God nodig hadden en ze onderwierpen zich aan God. In zekere zin waren zij
‘gered’ op voorschot. Zij waren gered door voorúit te zien op wat God zou gaan doen en daaruit verkregen zij
rechtvaardigheid bij God. Maar ze waren niet veranderd in een nieuwe schepping. Hun zonden waren niet uitgewist.
David zei dit in Psalm 32 en dat wordt aangehaald in Romeinen 4. Maar David zei ‘Welgelukzalig is hij, wiens overtreding
vergeven, wiens zonde bedekt is. 2 Welgelukzalig is de mens, die de HERE de ongerechtigheid niet toerekent, en in wiens geest
geen bedrog is.’
David zag vooruit en zei: ‘Er komt een tijd dat God de zonden niet toerekent. Hij benijdde jou en mij, en onze dagen. Ónze
zonden zijn vergeven en toegedekt. En ik zal er wel geen tijd voor hebben in deze serie, ik heb er tapes over, die aantonen dat
ál je zonden zijn vergeven, verleden, heden, en toekomstige zonden. Zelfs de zonden die je nog niet eens hebt gedaan, zijn al
vergeven.
Maar David had dat niet. Het waren andere tijden. En omdat deze mensen niet wedergeboren konden worden, en hun natuur, hun aard,
niet kon worden veranderd, is dát de reden dat God dit soort geboden gaf, zoals: ‘Trek op en dood iedere man, vrouw, kind,
hond, koe, os, alles wat maar adem haalt, roei ze uit.’ Baby’s van één dag oud beval God om te doden! En wij kijken daar
tegenaan en zeggen: ‘Man, wat is dat wreed en hard’. Wij krijgen daar een indruk van dat God een keiharde God is. Maar het
kwam in feite omdat het onmogelijk was om die mensen te bekeren en te veranderen zoals dat bij ons tegenwoordig mogelijk
is.
Hun natuur kon niet veranderd worden. Voor sommigen van jullie is dit misschien een hele grote stap om te begrijpen. Maar ik
geloof werkelijk na het bestuderen van heel veel Bijbels materiaal en ook materiaal buiten de Bijbel, dat deze mensen werkelijk
zó diep weggezonken waren in demonische aanbidding. Zij offerden hun kinderen aan demonische goden. Het was heel gewoon om
bestialiteit te bedrijven, niet alleen homoseksualiteit, maar ook met beesten. Hun dieren waren daardoor zelfs demonisch
bezeten. En deze mensen waren zó totaal verstrikt in demonische dingen dat het onmogelijk was dat God hun natuur kon
veranderen. Het enige wat gedaan kon worden was omwille van het menselijke ras als geheel, deze culturen uit te roeien en zo dit
demonische gezwel uit het menselijke ras weg te snijden. Hij kon het helemaal niet stoppen op de manier waarop Hij nú het hart
van iemand kan veranderen en daarom was het in feite een daad van genade voor het menselijk ras als geheel.
Maar het was natuurlijk een verschrikkelijk en afschuwelijk gericht, voltrokken aan de individuele personen, maar in feite was
het een daad van genade aan het menselijk ras als geheel om deze culturen uit te roeien, omdat ze zó demonisch bezeten waren
tot aan de kleinste kinderen toe, zelfs tot en met hun dieren. Dat is óók een van de redenen dat de oudtestamentische wet zegt
dat als een kind brutaal tegen zijn ouders spreekt, en als zij hem bestraffen en hij doet het nog een keer, dat ze hem dood
moeten stenigen! Als een kind óóit slecht sprak over zijn ouders dan werden ze de eerste keer bestraft en gecorrigeerd. Maar
de tweede keer moesten de ouders de eersten zijn om hen dood te stenigen.
En weet je, er zijn nog steeds mensen die durven te beweren dat wij nog steeds onder de oude geboden zouden moeten leven! Als
dat werkelijk zo zou zijn zouden we heel wat minder kinderen hebben! Sommige van jullie, jullie denken dat je het slecht hebt
met je ouders? Je zou blij moeten zijn dat je niet onder de oudtestamentische geboden leeft. Bij sommige van de dingen die je nu
heel gewoon vindt, kan ik je garanderen dat je dood zou zijn!
Maar weet je waarom ze zo hard waren? Omdat die geest van rebellie demonisch van aard is. De mensen uit het Oude Testament
konden helemaal niet bevrijd worden. Wist je dat er in het hele Oude Testament maar 15 verwijzingen naar satan zijn? En daarvan
staan er 12 in het boek Job. En die werden ook nog eens allemaal gemaakt door de verteller. Job had helemaal niet in de gaten
dat satan degene was die overal achter zat. Dus dat is allemaal informatie van achter de schermen. Wij weten het nu allemaal
achteraf, maar zij wisten in die tijd helemaal niet dat de duivel daar allemaal achter zat. Dus blijven er maar 3 verwijzingen
naar satan over buiten het boek Job en twee daarvan betreffen hetzelfde voorval, één keer beschreven in het boek Kronieken, en
de ander keer in het boek Samuël. Dus als je ernaar kijkt alsof het boek Job één verwijzing is, dan zijn er in feite nog maar
twéé andere vermeldingen naar satan in het hele oude testament.
En wist je dat het Nieuwe Testament in sommige hoofdstukken alleen al meer verwijzingen staan naar satan en demonen dan in het
hele oude testament bij elkaar. Eén van de redenen daarvoor is dat mensen onder het oude verbond helemaal geen autoriteit over
de duivel hadden. Zij konden helemaal geen gezag nemen over de duivel. Zij konden de duivel niet ‘binden’. Zij stonden onder
zijn overheersing en zijn bevel. En wij zijn een heel nieuw soort mensen! Wij hebben volkomen andere rechten en priviléges. En
daarom, als iemand demonisch bezeten werd en zichzelf aan de duivel had overgegeven, kon daar alleen mee worden omgegaan als met
een infectie of een kankergezwel. Soms moet je iemands been afzetten of zijn hand. Dat is op zich genomen iets verschrikkelijks.
Dat is een zeer harde, extreme oplossing. Maar als die infectie anders het hele lichaam gaat verwoesten, kan het een daad van
genade zijn om dat te doen. Zonder voet in leven blijven is beter dan helemaal heel sterven.
En hoe hard het ook was om je kind te doden als het brutaal tegen je was, of om een stad binnen te trekken en iedereen uit te
roeien, mannen, vrouwen en kinderen, God had het geboden. Sommige mensen lezen dat, maar ze begrijpen niet dat het in een
tijdperk was dat satan zó de vrije hand had. En dat het lichaam van Christus nog niet bestond op aarde, zodat de mensen niet
konden worden veranderd. Dus was dit de enige manier waarop God kon omgaan met de infectie die zonde heet en daarom was er die
ernstige, keiharde straf.
Maar wij leven in een totaal nieuw tijdperk. Als je nu hetzelfde ding zou doen, als je kind nu brutaal tegen je is, en je zou
teruggaan naar Deuteronomium en zeggen: ’Kijk maar hier, het is een gebod’, en je zou het doden, dan zou je nu bestraft
worden voor precies hetzelfde, omdat we nu in een heel ander tijdperk leven. Als jij nu nog terug zou willen keren en sommige
van die oudtestamentische straffen en wetten zou willen toepassen voor zonden, zou Jezus zelf je nu bestraffen en corrigeren
omdat je het voorbeeld van oudtestamentische profeten zou volgen, die vuur uit de hemel riepen.
Ik heb je een schriftuurlijk voorbeeld gegeven. Dit is dus niet de manier waarop God het écht heeft bedoeld. Het is misschien
goed om iets te amputeren als er geen genezing voor mogelijk is, maar nu hebben we een geneesmiddel en dus is het helemaal
verkeerd om op dezelfde manier de wraak, en de toorn en de straf van God toe te passen als vóór de tijd dat Jezus kwam. Hij
gaf een geneesmiddel voor de zonde. We leven in een andere tijd en onder een ander verbond. Tegenwoordig kunnen wij God zien
door Jezus, op een manier die onmogelijk was in de tijd van het oude verbond. Er waren toen typen en schaduwen, maar nu niet
meer. Wij kunnen nú God zien zoals Hij werkelijk is, en Jezus is de juiste voorstelling van God.
In het achtste hoofdstuk van het boek Johannes komen we een vrouw tegen, die betrapt werd bij het plegen van overspel. En de
Joden brachten haar voor Jezus en wilden dat Jezus haar zou veroordelen. Volgens de wet zou Hij deze vrouw ter dood moeten
veroordelen en als Hij haar niet zou stenigen, hadden zij een reden om Hém ter dood te stenigen. Je moest de wet toepassen en
handhaven. En als je het niet deed, werd jijzelf het voorwerp van die straf. Daarom dachten de Joden dus dat zij Jezus klem
hadden. Want Hij had voortdurend gesproken en gepredikt over genade en Gods liefde, en dat God de zondaren liefheeft, dat God de
mensen hun zonden niet toerekent. Zij dachten dus Hem te pakken te hebben. Want hier was deze vrouw betrapt op overspel. Als Hij
de straf zou toepassen die de oudtestamentische wet vereiste, dan zouden alle mensen die nu tot Hem werden aangetrokken, omdat
Hij genade en vergeving predikte, Hem in de steek laten, omdat Hij een huichelaar zou zijn. Hij zou dan net zo wettisch en
veroordelend blijken te zijn als de Joden. Dan zou Hij al zijn volgelingen verliezen. Maar als Hij haar niet zou veroordelen
hadden zij een Bijbelse grond om Hem te doden.
Zij dachten Hem in de tang te hebben. Geen manier om hieraan te ontkomen. Maar Jezus zei: ‘Wie zonder zonde is, werpe de
eerste steen’. Hij zei niet dat zij niet verdiende te sterven. Hij zei ook niet dat zij niets verkeerds gedaan had. In feite
zei Hij later toen iedereen vertrokken was: 10 ’Vrouw, waar zijn zij? Heeft niemand u veroordeeld? 11 En zij zei: Niemand,
Here. En Jezus zei: Ook Ik veroordeel u niet. Ga heen, zondig van nu af niet meer!’
Jezus noemde het nog steeds zonde. Het wás zonde, het wás verkeerd wat zij had gedaan. Maar Jezus veroordeelde haar niet. In
plaats daarvan reikte Hij haar genade en vergeving aan, aan een vrouw die betrapt was tijdens het overspel, volkomen
tegenovergesteld aan wat de oudtestamentische wet vereiste.
Ik probeer dit in liefde te zeggen, maar velen van ons hebben de oudtestamentische wet vermengd met het Nieuwe Testament en zo
toegepast, dat als Jezus hier zou zijn, en een vrouw betrapt op overspel, dat wij ons zouden bevinden aan de kant van de
schriftgeleerden en de Farizeeërs. En wij zouden Hem veroordelen en zeggen: ‘U zit fout’. Maar in feite zijn wíj degenen
die fout zitten en heeft Jezus ons de échte afbeelding van de Vader gegeven. Hij heeft ons God laten zien op een manier zoals
het Oude Testament ons God nóóit heeft kunnen laten zien. Hij is de volmaakt uitdrukking van het beeld van God. Hij is de
volmaakte afbeelding. Jezus zei: ‘Wie mij heeft gezien, heeft de Vader gezien’.
En Jezus bracht genade en vergeving, wat gewoon verbóden was onder het oude verbond. Maar vandaag de dag leven nog steeds vele
nieuwtestamentische christenen onder de oudtestamentische wraak en toorn en hebben nooit de vervulling van het Oude Testament
begrepen. Zij hebben nooit werkelijk begrepen wie God is. En daardoor is het niet zo dat zij twijfelen aan Gods kracht en macht,
maar zij twijfelen aan Gods bereidheid om die kracht te gebruiken in hun voordeel, omdat zij nog steeds denken dat God met ons
omgaat op basis van onze zonden.
Wij denken nog steeds dat God ons onze zonden toerekent. Maar de Schrift zegt in 2Korintiërs 5:19: ‘...dat God in Christus de
wereld met Zichzelf verzoenende was, door hun hun overtredingen niet toe te rekenen,’
De wet rekende hun wel dégelijk hun overtredingen toe. Jezus werkte niet onder de wet. Johannes 1: 17 zegt: ‘want de wet is
door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen.’
Wij leven onder een ander verbond, onder een andere manier waarop God zichzelf openbaart. Dit roept een aantal vragen op, die ik
vanavond niet kan beantwoorden, omdat ik nu moet gaan stoppen.
Maar dit roept natuurlijk een aantal vragen op. Waarom heeft God haar dan ooit gegeven? Waarom heeft God iets gegeven dat nooit
het correcte ding was? Dat ga ik morgen allemaal proberen uit te leggen. Ik weet dat sommige mensen denken: ‘Dit gaat me
gewoon allemaal te ver.’ De meeste mensen gaan naar de kerk om bezig gehouden te worden of voor een pep-talk. Zo’n
bijeenkomst waar geschreeuwd wordt, hup-hup-hup, zet hem op, gá ervoor! Je wordt dan opgezweept en opgepept tot je helemaal
klaar en bereid bent om iets te gaan doen, maar je hebt in feite geen flauw idee wat je aan het doen bent. In feite verlaat je
de samenkomst en zegt: ‘Dat was gewéldig.’ - Waar preekten ze over?’ - ‘Weet ik niet, maar het was gewéldig.’ Daar
bestaan de meeste kerken uit. Allemaal oppeppen en opzwepen maar in feite hebben we geen flauw idee hoe God werkelijk is en hoe
we een relatie met Hem moeten hebben.
Dit hier is dus niet een typische kerkdienst. Sommigen van jullie zijn niet tevreden. Niemand is boven op de banken gesprongen.
Er is niets gebeurd en sommigen van jullie hebben niet het gevoel dat je naar de kerk bent geweest. Maar deze dingen zijn góed
voor je. Alles wat leidt tot leven en godsvrucht komt door de kennis van Hem. En ik kan je beloven dat als je in wat voor gebied
van je leven ook maar een probleem hebt, dan heb je een kennisprobleem. Je moet leren begrijpen wie God werkelijk is. En als jij
Hem ziet zoals Hij werkelijk is, zul je worden veranderd naar hetzelfde beeld en gelijkenis. Jezus is 100% overwinnaar en als
jij Hem ziet zoals Hij is, zul jij overwinnaar worden. Je zult positief en optimistisch worden. Als jij bedrukt en depressief
bent, komt dat omdat jij niet kijkt naar Jezus, de auteur én volbrenger van jouw geloof.
Hebreeën 12 zegt: ‘3 Vestigt uw aandacht dan op Hem, die zulk een tegenspraak van de zondaren tegen Zich heeft verdragen,
opdat gij niet door matheid van ziel verslapt.’ - Dat is oud Nederlands om te zeggen ‘opdat je niet depressief wordt’. Als
jij depressief bent, heb jij je aandacht niet op Jezus gericht. Je hebt je aandacht op je problemen gericht. Als jij Jezus ziet,
en je ziet Hem zoals Hij is, kun je gewoon niet depressief zijn, kijkend naar de aanwezigheid van God.
Psalm 16:11 zegt: ‘overvloed van vreugde is bij uw aangezicht, liefelijkheid is in uw rechterhand, voor eeuwig.’ Als jij
geen voortdurende overvloed van vreugde hebt, ben jij níet in de aanwezigheid van de Heer. Je bént het wel altijd, maar je
beséft niet dat je in de aanwezigheid van de Heer bent. Je geniet er niet van en je hebt de voordelen er niet van, omdat je
onder een verkeerde indruk leeft.
Als wat ik zeg bij jou verkeerd valt, zul jij je moeten bekeren. Zoals bij een poes, als je die de verkeerde kant op aait en de
haren van de poes recht overeind gaan, dan moet je gewoon die poes andersom zetten en doorgaan met aaien en het komt allemaal
weer goed. Dus als wat ik zeg je slecht bevalt, bekeer je, keer je om, en dit gaat je bijzonder goed bevallen! Dit zal je
helpen. Prijs God!
Als je kunt, moedig ik je dus aan om weer te komen, want ik ga enkele dingen delen die je niet vaak hoort. In ieder geval niet
vaak genoeg. Maar het gaat je helpen om te begrijpen hoe God werkelijk is. Als jij Hem werkelijk kunt zien zoals Hij is, zul je
worden zoals Hij is.
We gaan vanavond voor mensen bidden, en ik ben er echt enthousiast over dat we wonderen zien gebeuren. Ik heb al enkele
getuigenissen over een vrouw die met echt ernstige problemen zat. Ik ben de details vergeten. Maar vorige maand hebben we met
haar gebeden en ze is er totaal van verlost. We hebben enkele geweldige getuigenissen gehoord over de laatste keer dat we hier
waren. We zullen vanavond mensen zien genezen en bevrijd zien worden. En wij zullen je helpen. Want het kan je misschien wel
één of twee jaar kosten om je denken te vernieuwen, zodat je in de positie komt waar je zou moeten zijn. En er zijn er onder
jullie die gewoon geen twee jaar hébben. God wil je helemaal niet zien lijden. Daarom kunnen wij met je bidden en je
helpen.
Maar wat ik écht graag zou zien is, dat als jij het Woord van God ontvangt en zélf gaat zien hoe God werkelijk is, je helemaal
niet hoeft te wachten tot ik volgend jaar weer terug ben. Je hoeft helemaal niet te wachten op pastor Steve en de andere pastors
tot die voor jou kunnen bidden. Wat ik wil is dat jij zelf rechtstreeks van God kunt ontvangen. Dát is Gods wil. Het is
helemaal niet verkeerd dat iemand voor je bidt en je helpt, maar het is wel verkeerd als je dat gebruikt ter vervanging voor wat
je zelf zou moeten doen. Iéder van ons zou God moeten kennen op zo’n manier dat je van Hem kunt ontvangen en Hem ook juist
kunnen voorstellen.
Ik ben echt enthousiast over dit onderwijs. Dit onderwijs zal een verandering in je leven brengen, áls je jezelf kunt
vernederen en ontvangen. En ik beloof je dat ik heel veel traditie zal weerleggen. Als ik tot nu toe nog niet op jouw tenen hebt
getrapt, kom terug, want ik heb zeker iets voor je dat zeer zal doen. Ik zal heel veel van jouw traditie weerleggen, maar dat
wil nog niet zeggen dat het verkeerd is. Kijk maar naar de resultaten die jij hebt met je traditie. En als de resultaten niet
goed zijn, moet je misschien iets veranderen. Als de vrucht je niet bevalt, moet je misschien de wortel aanpakken! Dus als ik
dingen zeg die niet overeenstemmen met hoe het jou altijd is geleerd, zou dat wel eens precies kunnen zijn wat jij nodig hebt.
Amen? Prijs God!
Deel 2: De wet gegeven...
|