Bijbelgetrouw, krachtig en praktisch onderwijs van Andrew Wommack
Overzicht van de vertaalde bijbelstudies van Andrew Wommack, klik hier...

De ware aard van God - 2
Andrew Wommack

Deel 1: Zijn ware aard
Deel 2:
De wet gegeven
Deel 3: Genade gegeven
Deel 4: Het evangelie gegeven
Deel 5: Rechtvaardigheid gegeven

Oorspronkelijke titel: The True Nature Of God
Gedownload als MP3 bestand van TV)

Inleiding:
Vaak belemmeren menselijke gezichtspunten binnen het christendom het zicht op de ware aard van God, de God die niets anders wil dan een intieme relatie en een persoonlijke vriendschap aangaan met zijn kinderen. Als jij je afvraagt wie God is en of Hij wel om jou geeft, dan wil Andrew Wommack jou de ware aard van God laten zien. 

Deel 2: De wet gegeven

Laten we Galaten hoofdstuk 3 opslaan. Laat me hier even snel samenvatten wat gisteravond is besproken. Ik spreek over wat de ware aard van God is, want ik denk dat daar heel veel verwarring over is. En dat is de reden dat velen van ons niet meer overvloed en overwinning hebben in hun leven. Omdat we niet echt de ware aard en het karakter van God begrijpen. De Bijbel zegt in Galaten 5:6 dat geloof door liefde werkt. Geloof is rechtstreeks afhankelijk van jouw inzicht of openbaring over hoeveel God van je houdt. En tegenwoordig worden heel veel dingen over de Heer onderwezen die onjuist zijn. Dat belemmert ons zicht op hoeveel God van ons houdt. 

Daarom zijn we daar gisteravond over begonnen te spreken. Wat is de ware aard, het echte karakter van God. We hebben een voorbeeld gegeven uit 2 Koningen 1 waar Elia vuur uit de hemel naar beneden liet komen en daardoor werden 102 mannen gedood. In het Nieuwe Testament, in Lukas 9, wilden de discipelen van Jezus precies hetzelfde doen, maar Jezus bestrafte hen omdat ze probeerden het voorbeeld van Elia na te volgen. En ik heb de stelling geponeerd dat als Jezus in zijn fysieke lichaam aanwezig was geweest bij Elia, Jezus ook Elia zou hebben bestraft. Want dat was niet een echt goede voorstelling van God. 

En toch is er een tijd geweest onder het oude verbond, dat de wet de toorn en de wraak van God opriep. En er zijn keiharde dingen door God gedaan. Ik heb gisteravond ook gezegd dat dit de reden is dat de Bijbel heeft gezegd dat als je kind koppig en opstandig is, je hem voor de oudsten moet brengen en doden. Als iemand overspel pleegt, dan stenig je hem dood. En ook als iemand bestialiteit bedrijft. Leviticus 18 geeft al die seksuele zonden op een rij; dan moet je hem gewoon doden. Dát was de reden waarom de Heer de Israëlieten opdracht gaf een stad binnen te trekken en de mannen, de vrouwen, de baby’s en de dieren te doden. Deze dingen zijn keihard en wij lezen dat en zeggen dan, mán, dit begrijp ik niet. Hoe kan een liefdevolle God zúlk soort dingen doen? 
Dat was omdat mensen onder het oude verbond niet wedergeboren konden worden. Zij konden niet veranderd worden. En dus leek het op een infectie of kankergezwel binnen het menselijk ras. En hoe ernstig het ook was als oordeel over de individuele personen, die mensen waren overgegeven aan demonische dingen. 

Als je Leviticus 18 leest, somt dat al die seksuele immoraliteit en bestialiteit op. En daar staat: ‘24 Verontreinigt u niet door dit alles, want door dit alles hebben zich verontreinigd de volken die Ik voor u uit wegdrijf.’ 
En de Heer gaat verder met zeggen: ‘wie dit soort dingen ook doet, dood hem’ 
De reden waarom de Heer zó hard moest zijn, was omdat het als een kankergezwel of een infectie onder de mensen was. En in die tijd bestond er geen genezing voor, omdat de mensen niet wedergeboren konden worden. Daarom moest God harde maatregelen nemen en oordeel over hen brengen. 

Maar onder het nieuwe verbond is Jezus gekomen en Hij is het geneesmiddel voor álles. In Handelingen 13 lezen we dat Jezus de oplossing is voor alles waarvan je onder de wet van Mozes niet kon worden gereinigd. Jezus is het antwoord en het geneesmiddel voor alles. En daarom, als je kind nu opstandig is, en jij dan Deuteronomium 21: 18-20 wilt gaan toepassen waar staat dat jij je kinderen moet doden als ze koppig en opstandig zijn, als jij dat vandaag de dag zou willen doen, zou Jezus je bestraffen omdat het niet goed is. 
En als jij iemand zou willen doden die overspel heeft gepleegd, is dat niet juist, terwijl het in Leviticus 18 werd geprofeteerd én geboden dat je dat moest doen. Er is een verschil tussen het oude verbond en het nieuwe verbond, maar de meeste mensen hebben geen helder inzicht in wat dat verschil precies is. En daarom worden die twee door elkaar gemengd, en zeggen ze met de ene kant van hun mond: ‘Ja, het is waar, God houdt van ons’ en met de andere kant van hun mond: ‘Als Amerika zich niet bekeerd, zal God ons vernietigen. De Aziatische vogelgriep zal miljoenen mensen doden en dat is het oordeel van God, dus wil je niet naar deze God komen die van je houdt?’ En zo geven we een tegenstrijdig beeld en een tegenstrijdige boodschap over God. En daarom weten mensen het gewoon niet. 

Misschien zijn jullie niet oud genoeg om je dat te herinneren, maar ik herinner mij als jongetje dat er een show op televisie was waar mijn ouders graag naar keken, getiteld ‘Wie van de drie’. Dan kwamen er drie mensen op die zich voorstelden als Jan Jansen of wat voor naam dan ook. En alle drie beweerden zij zelf die persoon te zijn. En dan was er een panel van 4 mensen dat vragen moest stellen. Als ze bijvoorbeeld beweerden piloot te zijn, dan stelden ze daar vragen over en op basis van de antwoorden probeerden ze dan te raden wie de echte Jan Jansen was. En op het eind vroeg de spelleider: ‘Wil de echte Jan Jansen alstublieft gaan staan.’ En dan begon de één op te staan, de ander duwde zijn stoel naar achter en je vroeg je nog af wie het was. En dan uiteindelijk stond de echte persoon op. En je probeerde altijd te raden wie de echte persoon was. 

En op een bepaalde manier zijn heel veel mensen ook zo bezig: ‘Wil de échte God opstaan.’ Is het degene die wil dat jij je kinderen doodt als ze brutaal zijn, of is het degene die de vrouw die op overspel betrapt is, vergeeft? Is het degene die maaltijd houdt met tollenaars en zondaren, of is het degene die iemand doodt volgens Numeri 15, omdat ze op de sabbat aan het houtsprokkelen waren om een kookvuurtje te maken? Wil de echte God alstublieft opstaan. Óf wat sommige mensen denken dat God een gespleten persoonlijkheid heeft. Je weet maar nooit in wat voor stemming Hij vandaag weer is. Je weet gewoon niet of dit de genadige of de boze God is. En daardoor hebben heel veel mensen gewoon geen positieve relatie met God. 

Wat ik vanmorgen wil doen, en dat sluit aan bij waar ik het gisteravond over heb gehad, ik ga enkele misverstanden laten zien over de oudtestamentische wet. En enkele van de misverstanden over de ware aard van God komen uit het Oude Testament. Ze komen uit het Woord van God. Niet dat er iets niet zou deugen aan het Woord van God, maar het wordt verkeerd begrepen en verkeerd toegepast. 

Het christendom als geheel, of de meeste christenen vandaag de dag, geloven dat toen God de 10 geboden aan Mozes gaf en al die rituelen, enzovoorts, dat dit de zegen van God was. Dit was geweldig. Dit was fantastisch. God verscheen en liet ons zien wat we moesten doen om in een juiste relatie met Hem te komen. Ik ga je vandaag een heleboel schriftgedeelten laten zien die aantonen dat de wet niet werd gegeven om je te helpen, maar om je pijn te doen! De wet werd gegeven om je te doden, de wet werd gegeven om de zonde in je levend te maken. De wet was geen positief, bemoedigend, opbouwend iets. De wet was noodzakelijk. Nogmaals, het is net als bij een amputatie van een been bij een ernstige infectie. Dat is een akelig iets, maar noodzakelijk en daarom goed. In die zin was de wet goed en diende een doel. Maar de wet was niet echt bedoeld om je te helpen, maar om je pijn te doen. 

Van sommige dingen die ik hier zeg, zullen jullie zeggen: ‘Dat kan gewoon niet’. Maar de christenen hebben over het algemeen de wet omarmd en gezegd: ‘Dank U Vader, dat U mij stap 1 tot en met zoveel hebt laten zien, al die dingen die ik moet doen om rechtvaardig te zijn.’ En wij denken dat het de liefde van God is, die dit heeft gegeven.
Het was echter niet de liefde van God, maar de toorn en de wraak van God, en het was iets zeer negatiefs. Het was alleen maar tijdelijk en vandaag leven wij niet meer onder die oudtestamentische wet. En als je dat niet begrijpt, is dat zeker een van de redenen dat je niet de overvloed van God in je leven hebt functioneren, vanwege dit misverstand. Amen?
Sommigen van jullie zijn nogal stil, en denken: ‘Kan dit wel zo zijn?’ Laat me je hier dan wat schriftgedeelten over tonen. Kijk eens bij Galaten hoofdstuk 3. Daar werd het voorbeeld gebruikt van Abraham, dat het zijn gelóóf was dat hem rechtvaardig maakte in de ogen van God. Niet zijn daden. En daarna staat in vers 9: ‘9 Zij, die uit het geloof zijn, worden dus gezegend tezamen met de gelovige Abraham. 10 Want allen, die het van werken der wet verwachten...’
En van sommige van deze termen zullen mensen beweren: ‘Maar ik verwacht helemaal niets van de werken van de wet’. De wet wil hier gewoon zeggen, dat je aan een aantal vereisten moet voldoen om God zover te krijgen om iets te doen. Als jij dít doet, zal God dát doen. Dat is de wet. Als jij denkt dat je het Woord móet studeren, je tienden betalen, je kerk bezoeken, heilig moet leven, al deze dingen doen, en dat vervolgens, afhankelijk van hoe goed je deze dingen doet, God je zal genezen, dat God iets in je leven zal doen, God zal je huwelijk redden, God zal je financieel zegenen, etc., dan is dat de wet. Het is een wettische instelling als jij gelooft dat God dingen in jouw leven zal doen afhankelijk van jouw prestaties. 

Dat is de wet. Dat is niet wat het Nieuwe Testament onderwijst. In het Nieuwe Testament heeft God alles al gedaan en wij reageren op wat Híj heeft gedaan. Als jij denkt: ‘Ik doe dit en dan zal God dát doen’, dan ben je een wetticist. Je hebt dan een wet-mentaliteit. Dat wordt meestal niet gemakkelijk aanvaard, maar het is wáár! En het gaat verder: ‘10 Want allen, die het van werken der wet verwachten liggen onder de vloek; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die zich niet houdt aan alles, wat geschreven is in het boek der wet, om dat te doen.’ 
Ik dacht dat dit uit Deuteronomium 27 kwam. Het is het laatste vers in dat hoofdstuk. Hij had het volk in twee groepen verdeeld. De ene moest op de berg Ebal en de andere op de berg Gerizim staan. En de éne begon alle zegeningen uit te spreken die je ten deel zouden vallen als je de wet zou houden, en de andere sprak alle vloeken uit, die op je zouden komen. Toen sloten ze alles af met te zeggen: ‘Vervloekt ben je, als je niet íeder woord uit deze wet volbrengt’ 

Het is echt verbazingwekkend dat mensen die de wet omarmen zeggen: ‘Je moet heilig leven, en je moet al deze dingen doen, en een rechtvaardig leven leiden, wil God in jouw leven kunnen handelen. Mensen die dat zeggen slaan voor het gemak maar verzen als Deuteronomium 27:26 over, die zeggen dat je vervloekt bent als je ze niet allemáál doet. De mensen zeggen eigenlijk: ‘Ik weet dat ik niet volmaakt ben, maar het is wel de bedoeling dat ik zo heilig leef als ik maar kan, en als ik 90% doe, dan krijg ik 90% van de zegeningen.’ En als het er maar 80% is? ‘Maar God zal toch zijn ‘quota’ moeten halen? Niemand zal volmaakt worden en er zal toch íemand gered moeten kunnen worden? Dus als je bij de besten zit, dan haal je het wel. God oordeelt op basis van vergelijking.’

Maar zo werkt het koninkrijk helemaal niet. De Bijbel zegt in Jakobus 2: ‘10 Want wie de gehele wet houdt, maar op één punt struikelt, is schuldig geworden aan alle (geboden).’
Het is verbazingwekkend hoe mensen kunnen zeggen: ‘Nou, ik geloof dat je heilig moet leven.’ Dat zijn de eersten die je zullen zeggen: ’Én, leef jij dan wel heilig?’ - ’Wel ik ben niet volmaakt, maar ik vloek niet en roddel niet en drink niet en ga niet om met degenen die dat wel doen.’ – ‘Prijs God, ik ben relatief gezien wel heilig.’ Maar dat werkt helemaal niet. Relatieve heiligheid betekent echt helemaal niets. De Bijbel zegt duidelijk: óf je houdt ze echt allemaal, óf je moet je vertrouwen stellen op een redder. 

En dat is wat hier staat. Galaten 3: ‘10 Want allen, die het van werken der wet verwachten liggen onder de vloek; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die zich niet houdt aan alles, wat geschreven is in het boek der wet, om dat te doen. 11 En dat door de wet niemand voor God gerechtvaardigd wordt, is duidelijk; immers, de rechtvaardige zal uit geloof leven.’ 
Dat is een citaat uit het Oude Testament, dat 4 á 5 verschillende keren wordt aangehaald in het Nieuwe Testament, en dat laat zien dat zelfs in het Oude Testament helemaal niemand ooit door God is aanvaard vanwege het correct uitvoeren van al die rituelen. De mensen die een echte relatie met God hadden, hadden die relatie door geloof. 

Bijvoorbeeld David, toen hij zondigde met Batseba. Je kunt dat lezen in Psalm 51. Dat is het gebed dat hij schreef toen hij berouw had van zijn zonde en hij schrijft in Psalm 51: ‘6 Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, en gedaan wat kwaad is in uw ogen.’ En dan gaat hij verder met zeggen: ‘18 Want Gij hebt geen behagen in slachtoffers, dat ik die brengen zou; aan brandoffers hebt Gij geen welgevallen. 19 De offeranden Gods zijn een verbroken geest; een verbroken en verbrijzeld hart’ 
David heeft volgens de Schrift nooit een zondoffer gebracht voor zijn zonden. Hij heeft nooit de vredeoffers gebracht die de oudtestamentische wet eiste. En deze Psalm 51 laat ook zien waarom: ‘God, waar het u werkelijk om gaat is bekering en geloof vanuit het hart.’ En David begreep dat hij door zijn geloof in God werd gerechtvaardigd 

Alle oudtestamentische offers waren typen en voorafschaduwingen om ons te leiden tot en te wijzen op Christus. Maar ze werkten op zichzelf helemaal niets uit. Ze hebben nooit iemand vrijgemaakt. Iedereen die ooit rechtvaardig werd bevonden in de ogen van God, werd dit op basis van geloof, omdat er in het Oude Testament was geschreven ‘de rechtvaardige zal uit geloof leven’. En in vers 12 staat vervolgens: ‘Doch bij de wet gaat het niet om geloof’! Dat is nog eens een sterke verklaring. Als je dit combineert met Romeinen 14:23 waar staat: ‘En al wat niet uit geloof is, is zonde’, is dus de wet zonde als je probeert haar te gebruiken om gerechtigheid bij God te verkrijgen!

In Romeinen 7 staat daarom: ‘7 Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Volstrekt niet!’ Nee, de wet is op zichzelf niet zonde, maar het wordt zonde als je haar gebruikt voor het verkeerde doel. De wet is helemaal niet gegeven om je dichter bij God te brengen! Alle regels en voorschriften waren helemaal niet bedoeld om je dichter bij God te brengen. Ik neem aan dat sommigen van jullie nu helemaal in de war zijn. Want je hebt aangenomen dat al deze dingen gegeven zijn om een relatie met God te hebben. Nee, de wet helpt je helemaal niet in je relatie met God. In feite hindert deze je zelfs. Dat is wat deze verzen eigenlijk zeggen. Dus staat er verder in vers 12: ‘Doch bij de wet gaat het niet om geloof maar: wie dat doet, zal daardoor leven. 13 Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek der wet door voor ons een vloek te worden; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die aan het hout hangt. 14 Zo is de zegen van Abraham tot de heidenen gekomen in Jezus Christus, opdat wij de belofte des Geestes ontvangen zouden door het geloof.’ 

De rest van dit hoofdstuk vertelt nog verschillende geweldige dingen, dat de wet maar tijdelijk was, dat hij er alleen was totdat Jezus kwam, en nu Jezus is gekomen, zijn wij niet langer onder die tuchtmeester. Later in dit onderwijs kom ik nog op deze verzen terug. Maar je moet dit zelf maar verder lezen. Al deze schriftplaatsen zijn geweldige uitspraken. Als jij denkt dat God de wet heeft gegeven met een goed doel, dan zul je haar helemaal moeten houden. Als je ook maar op één punt overtreedt, ben je automatisch schuldig aan álles. Je moet dus echt onder die oudtestamentische wet wegkruipen. 

Kijk nu eens naar deze gedeelten uit 1 Korintiërs 15. Als je een Bijbel bij je hebt, wil je deze wellicht opslaan en aanstrepen, want anders zul je gewoon niet geloven dat dit in de Bijbel staat. Sommigen zullen echt denken dat ik dit zelf verzin. Je zult dit moeten lezen en aanstrepen, want dit gaat echt een deel van je theologie tot in de kern aan het wankelen brengen. 

1 Korintiërs 15 vers 56 zegt: ‘De prikkel des doods is de zonde en de kracht der zonde is de wet.’ Dat is nogal een radicaal schriftgedeelte! De kracht van de zonde is de wet! Heeft iemand van jullie het gevoel dat er bepaalde zonde in je is die gewoon sterker is dan jij? Dat jij door zonde verslagen bent? Dat je het gewoon maar níet lijkt te kunnen overwinnen? Dan kan ik je verzekeren dat je onder de wet leeft! De wét is wat de zonde kracht geeft! De wet geeft jou helemaal geen kracht in je strijd tegen zonde, de wet versterkt de zonde in haar strijd tegen jou! Het doel van de wet, en dat ga ik zo aan je voorlezen uit Romeinen 7, was om de zonde levend te maken en jou te doden! De wet is helemaal niet gegeven om de macht van de zonde te verminderen, maar om de zonde te versterken. 

De wet versterkte in feite jouw vijand in plaats van dat hij jou versterkte. Sommigen denken: ‘Waarom zou God zoiets nou doen?’ Nou, omdat, en dit is één van de doelen van de wet, omdat mensen begonnen te denken dat ze eigenlijk best wel een redelijk goed mens waren. De Bijbel zegt dat zij zich met elkaar vergelijken en dat degenen die zichzelf aan de hand van elkaar beoordelen niet wijs zijn. En dat doen wij vandaag de dag nog steeds. Mensen zeggen: ‘Als die oude huichelaars uit de kerk in de hemel komen, dan kom ik er ook’. Dit is gewoon jezelf vergelijken met een ander mens. En je denkt, als déze mensen erin komen, dan lukt het mij ook. Het enige dat fout is met deze logica is, dat de huichelaars er ook niet in zullen komen! Amen? Die redden het ook niet! Dat is de verkeerde norm. Je moet jezelf niet vergelijken met de huichelaars in de kerk.

Mensen waren bezig zich met elkaar te vergelijken, en we denken dan dat God ons zeker wel moet aanvaarden. Maar we beseften helemaal niet hoe zondig wij waren. Wij beseften helemaal niet dat wij God helemaal niet konden benaderen op basis van onze eigen goedheid. Wij dachten, ik ben een relatief goed persoon. Ik wil er wat onder verwedden dat er hier deze ochtend mensen zitten, die zijn opgevoed in de kerk, je bent een relatief goed mens, en je gaat er eigenlijk best wel prat op dat je een heilig leven leidt en je raakt nu nogal in de war. Je denkt hoe is het mogelijk dat die dronkaard hier binnen kan lopen en zomaar genezen worden van exact dezelfde ziekte waar ik al twee jaar genezing voor zoek. Ze hebben zelfs nog nooit een cake gebakken voor iemand, en ze zijn niet op huisbezoek geweest, zijn nooit naar de kerk geweest, zij hebben nog nooit tienden betaald. En die ontvangt gewoon genezing. Hoe is het mogelijk dat God het wel voor hen doet? 

Weet je wat deze logica is? Het laat zien dat je een wetticist bent, dat je jouw relatie met God baseert op jouw prestatie en dat jij denkt dat God méér aan jou verplicht is, omdat jij het relatief goed doet. Zeer zeker moet jij meer kracht van God in jouw leven hebben dan iemand anders. Maar wat jou dan ontgaat, is dat ook maar een heel klein beetje zonde de héle zaak verpest. God is zó puur, zó heilig, dat het helemaal geen kwestie is dat jij maar het allerbeste doet wat je kunt, en dat zolang jij beter bent dan de meeste andere mensen, God jou dan wel zal aanvaarden. 

Nee, óf jij moet volkomen zondeloos, volkomen puur en heilig zijn op je eigen kracht, en niemand van ons is dat, want wij allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods (Romeinen 3:23), óf je hebt een redder nodig die jou puur maakt, en dan kom je voor God volkomen op basis van die redder. Maar als jij ook maar probéért God te benaderen, gebaseerd op enige waardigheid of waardig zijn van jouw kant, ook al ben jij beter dan ik, wie wil de allerbeste en alleraardigste zondaar zijn die in de hel wordt gegooid? 

Dat is net als met die ouder die tegen zijn kind zegt: ‘Je mag niet naar die film’. - ‘Waarom mag ik niet?’ - ‘Omdat daar immoraliteit in zit, seksuele immoraliteit, vloeken, godslastering.’ En het kind zegt: ‘Maar helemaal niet zoveel, het is maar een klein beetje. Zo slecht is deze film niet. Hij is beter dan deze of dan die.’ En tenslotte houdt paps maar op met debatteren. Die avond bakt paps wat brownies en geeft ze aan zijn kinderen. En vlak voor ze er in happen zegt hij: ‘Laat me je even waarschuwen dat ik wat hondenpoep in de brownies heb gestopt. Ik heb het er doorheen gemengd, maar het is niet veel, er zit maar een heel klein beetje in. Lang niet zoveel als erin zou hebben gekund. Er zit dus maar een heel klein beetje hondenpoep in deze brownies, dus je kunt ze best eten, maar ik wou het je toch maar even vertellen.’ Zou jij die brownies eten als er maar een heel klein beetje hondenpoep in zat, in plaats van heel veel? Nou, een beetje maakt een heel verschil als je het echt moet eten. Het bederft het héle gebakje. 

Maar mensen denken, nou, ik ben best een redelijk goed mens. Maar in vergelijking met wie? Vergeleken met mij, of met iemand anders kan dat best. Maar in vergelijking met Jezus schieten wij allemaal tekort en zijn wij allemaal bedorven. Niemand van ons kan voor God staan en zich beroepen op enige verdienste, alsof God ook maar íets aan ons verplicht is.
Maar dat is niet gebruikelijk. De meesten van ons vergelijken zichzelf met anderen en dan ga je denken dat je wel goed zit. Dus waarom gaf God de wet? Voor al die zelfgerechtigde mensen die om zich heen kijken en denken: ‘Met mij valt het allemaal wel mee. Ik ben eigenlijk best wel een prima vent. God moet mij wel aanvaarden. God moet toch íemand aanvaarden? Dus Hij zal mij zeker aanvaarden.’ 

Dus wat dacht God? ‘Ok, dan geef Ik ze de wet.’ En de wet wekte de zonde tot leven. Opeens ga je beseffen: ‘Oh, oh, als God dit allemaal vereist. Ik dacht dat God alleen maar wilde dat ik niemand zou vermoorden of plunderen of verkrachten, of iets vergelijkbaars zou doen. Maar dit spreekt zelfs over de bedoelingen van je hart. Als ik naar een vrouw kijk en ook maar enige lust of begeerte in mijn hart voel, ben ik al net zo schuldig alsof ik de daad begaan zou hebben. Als ik maar haat in mijn hart voel, ben ik al schuldig aan moord. Als dat is wat God werkelijk eist, dan: God, wees mij zondaar genadig.’ 

Dat was het doel van de wet. Het doel van de wet was de zonde binnenin je levend te maken, het te versterken en kracht te geven. En dat staat hier eigenlijk. De wet gaf kracht aan de zonde. Niet omdat God zou willen dat de zonde over jou zou heersen, maar omdat de waarheid is dat de zonde jou allang verslagen had, maar jij besefte het niet. En daarom gaf God de wet, om jou te laten inzien dat je verslagen was, maar het niet besefte. 

Wij hebben allemaal exact deze logica gebruikt die God ook heeft gebruikt. Bijvoorbeeld als jij iemand iets wilt laten doen, en die heeft geen zin om dat te doen. Het enige wat je hoeft te doen is hem beledigen door te zeggen: ‘Jij kunt dat helemaal niet doen’. En zo kun je mensen van alles laten doen. Enkele maanden geleden was er die man met wie ik wedstrijdjes houd in golfen. En wij hebben een trofee. Ik kocht voor hem een klein zwart leren beursje met een witte boog erop en ik heb er een paarse golfbal in gestopt. Het is de trofee voor de verliezer. Ik heb erop geschreven: Neem je beurs, jij verliezer, en ga toch naar huis. Ik heb het hem gegeven toen ik hem klopte. Hij heeft dat ding nu in brons gegoten en op een sokkel gezet en er een bordje op gezet: ‘The curse of the purse’. De verliezer moet dit ding op zijn bureau zetten. En aan iedereen die ernaar vraagt moet hij vertellen: ‘Ik heb dit mee moeten nemen als verliezer’. Ik moest zelf dat ding een paar keer meenemen de laatste paar jaren. Maar enkele maanden geleden waren we aan het spelen op de 17e hole, en hij had mij al bijna met twee slagen geklopt. En wij speelden bijna zij aan zij. Het ging om een schot van 250 yard (± 229 meter) over een meer heen. Het was de tweede slag op de 17e hole. En ik lag achter. Dus ik haalde mijn ‘three wood’ tevoorschijn en was van plan om over het meer heen te slaan. Tim wilde het aan de veilige kant houden hij lag twee slagen voor. Het enige dat hij hoefde te doen was voorzichtig vasthouden en dan had hij mij verslagen. Ik trok mijn ‘driver’ te voorschijn en hij had een ‘ijzertje’. En hij zei: ‘Jij gaat het proberen?’ Ja natuurlijk, iedereen behalve een watje zou dit doen. Ik zei: ‘Iedereen behalve een slapjanus zou het erop wagen.’ Ik begon hem gewoon uit te dagen en te beledigen: ‘Jou lukt dit niet, jij kunt het gewoon niet.’ En weet je wat hij deed? Hij trok zijn ‘driver’ te voorschijn en hij sloeg de bal midden het water in. En ik deed vier slagen over die hole en versloeg hem. En bovendien raakt hij ook nog in het hoge gras verstrikt op zoek naar zijn bal. Daar kwam hij in aanraking met chemicaliën, en begon te hoesten en te proesten en raakte zo van slag, dat hij op de 18e hole niet eens meer kon zien waar hij de bal heen moest slaan. En ik heb hem volkomen geklopt. Het was geweldig 

Maar in ieder geval, dit is de logica hier. Er is iets binnenin je, je weet wat je zou moeten doen. Maar als iemand tegen je zegt: ‘Dat kun je niet eens, je bent een watje, een slappeling, je moet dit niet doen’, dan is er iets binnenin je. Als iemand tegen je zegt: ‘gij zult niet…’ dan komt er iets bij je op dat zegt: ’t Zal wel, maar ik zal...’
Jullie zijn allemaal zo. En God wist dat. Hij is degene die ons heeft gemaakt en wist hoe we zijn. Dus God zei: ‘Weet je wat, voor diegenen onder jullie die denken: ‘Ik heb de zonde overwonnen, ik ben een geweldig persoon, God moet mij wel aanvaarden gebaseerd op mijn goedheid, ik heb helemaal geen redder nodig’, voor die mensen zei God: ‘Ok, gij zult niet…’ en opeens komt er iets bij je op: ’t Zal wel, maar ik zal wél’ En zo kom je erachter dat de zonde er nog steeds is. De zonde bederft je en heeft je verslagen. Dat is het doel van de wet. De wet is helemaal niet gegeven om jou kracht over de zonde te geven. Maar de wet is gegeven om de zonde tegen jou op te laten staan. En de zonde kwam tot leven. 

Als je tegen overspel predikt, als je een pastor van een kerk bent en je begint te prediken: ‘Het is zonde, God is boos op je, God is woest op je als je overspel pleegt en begeerte en lust in je hart hebt’, als iemand dit steeds en steeds weer blijft prediken, kan ik je garanderen dat de mensen in die kerk overspel zullen bedrijven! Sommigen van jullie zeggen: ‘Oh nee, het is precies het tegenovergestelde!’ Ik kan je absoluut garanderen, dat als iemand wettisch is, en je gaat daartegen prediken, dat er een explosie van overspel gaat ontstaan! En zelfs al plegen mensen niet echt de daad zelf, in hun hart zullen ze er méér toe aangetrokken worden dan mensen aan wie níet de wet wordt gepredikt. 

Er was een prediker van een kerk die mij over exact ditzelfde bijbelgedeelte hoorde spreken. Het is zo’n 20 á 25 jaar geleden. En deze man zat in zijn studeerkamer hiernaar te luisteren. En opeens kreeg hij hier een openbaring over. Hij keek uit het venster. En zijn zoon was in de tuin bezig met een paar vriendjes en ze waren aan het spelen. Hij liep naar de achterdeur. Hij riep al die kinderen naar zich toe en vertelde ze. Jullie zijn heel lief aan het spelen, maar wát je ook doet, ‘jullie zullen níet op deze bloem spugen’ En hij wees heel specifiek een bloem aan. En hij ging weer naar binnen en keek uit zijn raam. En hij zei: ‘de helft van die kinderen liepen onmiddellijk daarheen en spuugden op die bloem.’ En de andere helft stond erbij met hun mond vol speeksel, en wenste dat ze genoeg lef zouden hebben om op die bloem te spugen. Ze hadden meer dan een uur gespeeld en zelfs niet eens beseft dat die bloem bestond. Maar zodra iemand maar zei: ‘gij zult niet…’, wilden ze opeens allemaal precies dat doen wat hun geboden was om niet te doen. 

Dat is precies de reden waarom God de wet heeft gegeven. De wet is helemaal niet gegeven om jou te helpen de zonde te overwinnen. De wet is juist gegeven om jou te laten zien dat de zonde jou al overwonnen hééft. Je kúnt helemaal jezelf niet redden. Werp ál je hoop en vertrouwen op een Redder om jou te redden voor God en stop met proberen zélf rechtvaardig te zijn. Het is een van de grootste misleidingen van de duivel. Hij is er op de een of andere manier in geslaagd om dit om te draaien. Hij heeft de kerk zover gekregen om de wét te verkondigen: ‘Kijk eens wat geweldig dat God je deze regels heeft gegeven om je aan te houden. En als je maar dit en dit en dat en dit doet, dán zal God iets in je leven gaan doen. Het is een perversie en een verkeerd gebruik van de wet en een volkomen verkeerd begrijpen van de wet. Ziet iemand dit in?

Dus 1 Korintiërs 15: ‘56 de kracht der zonde is de wet’. De wet versterkt dus de zonde. Kijk ook bij 2 Korintiërs hoofdstuk 3 vers 6 waar staat: ‘die ons ook bekwaam gemaakt heeft om dienaren te zijn van een nieuw verbond, niet der letter, maar des Geestes, want de letter doodt, maar de Geest maakt levend. 7 Indien nu de bediening des doods, met letters op stenen gegrift’.
Waar spreekt dat dan over? Over de oudtestamentische wet, de 10 geboden. De wet die op die stenen was geschreven. Er staat: ‘als dát gepaard ging met zulk een heerlijkheid, dat de kinderen Israëls de blik niet op het aangezicht van Mozes konden vestigen om de heerlijkheid van zijn aangezicht, die toch verdwijnen moest, 8 hoe zal niet nog meer de bediening des Geestes in heerlijkheid zijn?’
Hier wordt dus een contrast geschilderd tussen de oudtestamentische wet en de nieuwtestamentische genade. En hij noemt de oudtestamentische wet een ‘bediening des doods’! Níet een bediening des levens! Jezus is gekomen om ons leven te geven en dat overvloédig. In het Nieuwe Testament is léven het kenmerk van alles wat Jezus kwam doen. Dood is helemaal geen goddelijk iets. God is niet degene die de dood heeft ingesteld. Dood was ónze keuze. Wij kozen om God ongehoorzaam te zijn. Wíj zijn degenen die de dood op deze aarde in werking hebben gesteld. Over satan zegt Hebreeën 2 dat Jezus was gekomen om hem die de macht over de dood had, de duivel, te vernietigen. Satan is de uitvinder van dood. God is de uitvinder van leven. En de oudtestamentische wet was in feite een bediening van de dood. Het veroordeelde en sloeg de mensen neer. 

In het Nieuwe Testament hebben wij nu een bediening van leven. In vers 9 staat: ‘Want indien de bediening, die veroordeling brengt, (sprekend over de oudtestamentische wet) heerlijkheid was, veel meer is de bediening, die rechtvaardigheid brengt, overvloedig in heerlijkheid.’ En Romeinen 8:1 zegt: ‘Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn.’
En verder in vers 4: ‘die niet naar het vlees wandelen, doch naar de Geest.’ 
God is helemaal niet de uitvinder van veroordeling. Romeinen 8: ‘33 Wie zal uitverkorenen Gods beschuldigen? God is het, die rechtvaardigt; 34 wie zal veroordelen? Christus Jezus is de gestorvene, wat meer is, de opgewekte, die ter rechterhand Gods is, die ook voor ons pleit.’ 
God is niet de uitvinder en de bron van veroordeling. En toch is de wet een bediening van veroordeling. Die zorgt ervoor dat jij je onwaardig gaat voelen. Het woord ‘veroordelen’ is een soort religieus woord geworden, en daarom hebben de meeste mensen er geen duidelijk begrip meer van. Maar als je hier naar buiten zou lopen en er is een gebouw dat ‘condemned’ is, dan betekent het dat het ongeschikt is voor gebruik. De overheid verklaart het gebouw ‘onbewoonbaar’ en je mag het niet meer gebruiken. Dat is een lekendefinitie van veroordeling. 

Als jij je ongeschikt voor gebruik voelt, dan ben je veroordeeld. Bij velen van jullie heeft God wonderen gedaan in je leven. Je bent wedergeboren, gedoopt in de Heilige Geest. Sommigen hebben wonderen gezien, je huwelijk is hersteld, je lichaam genezen. Je hebt dingen die andere mensen kunnen zegenen. Maar wat als ik jou zou vragen om hier op het podium te komen en vandaag de mensen te bedienen? Velen van jullie hebben en kennen waarheden die anderen zouden kunnen helpen. Maar jij denkt: ‘Hoe zou God míj kunnen gebruiken. Ik ben niet waardig. Ik heb niet gevast, ik heb niet gebeden, of dit of dat gedaan.’ Weet je wat dat is? Dat is veroordeling. Jij voelt je veroordeeld. Als jij een waarheid hebt, maar je aarzelt om die te delen, omdat jij je onwaardig voelt, dan is dat veroordeling. Weet je waar dat vandaan komt? Van de wet. De wet laat het je zien. Het is een bediening van veroordeling. Dat is het enige wat de wet doet. Jou veroordelen. Het bouwt je niet op, het laat je niet de liefde van God ervaren, het bemoedigt je niet. De wet veroordeelt en slaat je neer. 

De wet geeft dus volgens 1 Korintiërs 15:26 kracht aan de zonde. In 2 Korintiërs 3:7 was het een bediening des doods, in vers 9 een bediening van veroordeling, en niets van dit alles is echt goed. En tóch is daar de wet voor gegeven, om dát te doen. 

En kijk ook in Romeinen 3. Daar zijn nog enkele andere dingen die de Schrift zegt dat de wet doet. In Romeinen 3 vers 19 staat: ‘Nu weten wij, dat de wet, bij al wat zij zegt, tot hen spreekt, die onder de wet zijn.’ Nou, dát is een belangrijk punt. Wist je dat de wet dus helemaal niet voor iedereen gegeven is? De wet is niet aan iedereen gegeven. Hij is alleen aan de Joden gegeven. De meesten die hier zitten zijn heidenen en de wet was helemaal nooit voor ons bedoeld. Het is volkomen fout dat de kerk ooit de wet heeft genomen en de kerk daaronder heeft geplaatst. Omdat de wet alleen bedoeld was voor de Joodse Natie. Ze was helemaal niet bedoeld voor het hele menselijke ras. 

Luister je werkelijk naar me? Ik ben echt een heleboel onderuit aan het halen wat wij als normaal en vaststaand beschouwen. De meesten van jullie hebben hier nooit aan getwijfeld, maar hier staat dat de wet spreekt tot diegenen die onder de wet zijn. Dat impliceert dus dat er ook mensen zijn die niet onder de wet zijn. En als je de Bijbel bestudeerd zijn dat alle heidenen. Het was nooit de bedoeling dat die onder de wet zouden zijn. En dit is het doel: ‘opdat alle mond gestopt en de gehele wereld strafwaardig worde voor God.’
Het doel van de wet was dus niet om je een relatie met God te geven en je dichter bij God te brengen. De wet was gegeven voor al jouw verontschuldigingen, al jouw beweringen van ‘nou, de reden waarom ik zo ben is, omdat ik uit een disfunctioneel gezin kom, vanwege de kleur van mijn huid, vanwege mijn gebrek aan opleiding, omdat mensen mij niet meer geld hebben gegeven, dus het is hún schuld. Zíj zijn degenen die mij zo gemaakt hebben.’ De wet legt de hele verantwoordelijkheid weer bij jóu neer en zegt: ‘Jíj bent schuldig!’ Hij stopt al je uitvluchten en rekent af met al jouw verontschuldigingen. Je bent zoals je bent vanwege de keuzes die jij gemaakt hebt. Het is niet jouw omgeving die jou heeft gemaakt zoals je bent. 

Dat is het doel van de wet: jouw verontschuldigingen onderuit halen en jou schuldig verklaren. En helemaal niet om jou van schuld te bevrijden. Helemaal niet om jou te bevrijden van de schuld van de zonde, maar juist om de schuld van de zonde nog te vermeerden. De wet maakt je schuldig. Weet je, ik ben in een religieus gezin opgegroeid. En ik ben nu 57 jaar oud en heb nog nooit in mijn leven een grof woord gebruikt. Ik heb nooit een druppel drank gedronken ik heb nooit een sigaret gerookt, en ik heb nooit koffie geproefd. Ik ben ‘mijnheer Gerechtigheid’ zelf. Sommigen van jullie denken: ‘Koffie? Denk je dat koffie en sterke drank hetzelfde zijn?’ Nee, je hebt zelfs een bijbelse belofte om op te staan om koffie te drinken. Markus 16 vers 18 ‘en zelfs indien zij iets dodelijks drinken, zal het hun geen schade doen’ Amen?

Maar ik wil je zeggen dat ik een heilig leven heb geleid, en omdat ik zo zondebewust was, was ik vooral bang om sommige van die dingen te doen die jullie hebben gedaan. Toen ik zes of zeven jaar oud was, had ik regelmatig een droom. En dat is niet een of twee keer gebeurd. Ik heb dat echt 10 jaar lang twee of drie keer per jaar gedroomd toen ik een kind was. Ik droomde dat ik een sigaret had gerookt. En ik werd betrapt en bij de politie aangegeven. En die leverden mij af bij mijn moeder. En ik eindigde in de hel vanwege het roken van een sigaret. Sommigen van jullie moeten daar om lachen. Maar bij mij joeg het me de stuipen op het lijf. Want ik was overtuigd dat als ik ooit maar een sigaret zou roken, dan zou ik rechtstreeks naar de hel gaan. En als gevolg daarvan heb ik nooit een sigaret gerookt. Maar ik wil er wat onder verwedden dat ik me méér veroordeeld heb gevoeld dat God meer ontevreden over mij was dan velen van jullie die ook hebben gerookt, gedronken, seksuele immoraliteit bedreven. Ik was zó goddeloos, en was zó angstig voor de toorn van God, dat het me heeft weerhouden dat soort dingen te doen. Maar in feite had de zonde meer heerschappij over mij dan jullie je ooit maar kunnen voorstellen als het gaat over het mij ongeschikt, onwaardig en onbruikbaar voelen, meer dan velen van jullie die daarbuiten een vreselijk leven hebben geleid. 
En daar was de wet voor bedoeld. De wet beperkte wel de hoeveelheid zonde, maar de zonde díe er was, werd zo versterkt dat het letterlijk je leven kon verwoesten. En ik kan je wel zeggen dat als God niet ingegrepen had in mijn leven, zou ik een verknipt figuur geworden zijn. Ik kan me herinneren dat ik dingen zag, die op betonnen vloeren en muren gekliederd waren, op muren van de toiletten bijvoorbeeld. Als ik die alleen maar zag, voelde ik me schuldig, veroordeeld. En dan had ik twee of drie dagen nodig om dat uit mijn denken te krijgen. Velen van jullie hebben dat er gewoon op gekliederd. En je hebt je er geen seconde druk om gemaakt. Voor jou betekende het niet veel. Maar ik was zó kwetsbaar, dat als ik alleen maar een grof woord zág, ik me veroordeeld voelde, en dacht dat ik al naar de hel ging als ik het alleen maar las. 

Sommigen van jullie denken dan: ‘Nou, jij was aardig verknipt’. Nou, dat was ik ook. Dat is wat religie met je zal doen. Dat is precies wat religie met je doet. Het doet dus je mond stoppen en maakt je schuldig en strafwaardig voor God. En dan staat er dus in vers 20: ‘daarom, dat uit werken der wet geen vlees voor Hem gerechtvaardigd zal worden, want wet doet zonde kennen.’ 
De wet gaf je dus kennis van je zonde. Niet kennis van Gods liefde voor jou. Het versterkte het alleen maar. Het werkte als een vergrootglas dat voorkwam dat je die zonde maar kon wegwuiven: ‘Oh het zit wel goed met mij, iedereen zondigt wel eens, zo erg is zonde niet.’ Nee, de wet is als een vergrootglas of een microscoop die de zonde zó groot maakte dat jij je schuldig voor God voelde staan, en het doel ervan was om je te laten zien: ‘Het lukt je nóóit om voor God te verschijnen op grond van je eigen goedheid. Je hebt een Redder nodig. Stop met op jezelf te vertrouwen.’ 

Dit zegt dus dat de wet je kennis van de zonde geeft, je de zonde doet kennen, de wet stopt je mond, de wet maakt je schuldig voor God, de wet was een bediening des doods, de wet is een bediening van veroordeling, de wet geeft kracht aan de zonde. Dat zijn dus al zes negatieve dingen waar helemaal niemand behoefte aan heeft in zijn leven. En toch is dat precies wat de wet voor iemand doet. Als je eerlijk bent, en ik zou met ieder van jullie individueel kunnen zitten praten, dan heeft bijna iedereen van jullie exact dit soort dingen in je leven aan het werk. Je voelt je er schuldig over. Het lijkt erop dat je je zó bewust bent van je zonde dat je meer in dood functioneert dan in leven. Je voelt je veroordeeld in plaats van gerechtvaardigd. De zonde is sterk in jouw leven. 

Ik zou met je kunnen gaan zitten praten en je zou je echt afvragen of je wel wedergeboren bent. God, hoe is het mogelijk dat al deze dingen gebeuren. Ik kan je verzekeren dat ze met je gebeuren, omdat je onder de wet bent. Het is ons opgedrongen door onze tegenwoordige religieuze cultuur, omdat ze niet begrijpen dat de wet maar tijdelijk was, en dat ze nooit voor ons bedoeld was. En het wordt door elkaar gehaald en dat heeft onze relatie met God bezoedeld en dit is het voornaamste ding dat ons verhinderd om in de overvloed van leven binnen te gaan die God voor ons bedoeld heeft. 

Zo gaat het verder in vers 21: ‘Thans is echter buiten de wet om gerechtigheid Gods openbaar geworden, waarvan de wet en de profeten getuigen.’ 
Dit betekent eenvoudig dat er een gerechtigheid beschikbaar is buiten de wet om, zonder de geboden van de wet te houden. En dat dit al in het Oude Testament werd geprofeteerd. Mozes heeft er al over geprofeteerd. ‘Er zou een andere profeet komen naar wie gij zult luisteren. En deze zal mij overtreffen. ’
De wet profeteerde zelf al over het einde van de wet. Als jij werkelijk de oudtestamentische wet zou kennen, dan heeft de oudtestamentische wet zelf toegeven dat ze niet volmaakt was. Het was een tijdelijke instelling, een tijdelijke maatregel van God, om met het menselijke ras om te gaan totdat Jezus kon komen en daar wordt hier naar verwezen. 
Daarom gaat het in vers 22 verder: ‘en wel gerechtigheid Gods door het geloof in [Jezus] Christus, voor allen, die geloven; want er is geen onderscheid. 23 Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods, 24 en worden om niet gerechtvaardigd uit zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus.’ 
Er staan nog verscheidene zeer krachtige dingen in deze tekst. Maar ik probeer dit punt over te brengen, déze gedachte te veranderen, dat wij de wet omarmd hebben: ‘Oh God, dank U dat U mij heeft getoond hoe goddeloos ik ben, maar ik weet dat U dit hebt gedaan om mij te helpen.’ Nee, de Heer heeft het gedaan om te zorgen dat jij je zó veroordeeld zou voelen, en zó door schuldgevoelens verscheurd dat je zou stoppen met proberen jezelf te redden en in plaats daarvan op een Redder zou vertrouwen. 
En als je eenmaal een Redder hebt, waarom zou je weer terug gaan en je opnieuw inprenten hoe armzalig je bent? Maar toch zijn we daar mee bezig. 

Dus kijk eens naar Romeinen 7. Daar staat in vers 5: ‘Want toen wij in het vlees waren, werkten de zondige hartstochten, die door de wet geprikkeld worden.’
Let op, de zonden worden door de wet geprikkeld. Het is dus de wet die de zonden opwekt, oproept! Doe de wet weg en de zonde voert niet langer heerschappij over jou! De wet verstérkt in feite zonde. Dus: ‘5 Want toen wij in het vlees waren, werkten de zondige hartstochten, die door de wet geprikkeld worden, in onze leden, om voor de dood vrucht te dragen.’ 
De wet activeerde dus de zonde en de zonde kon zo de dood voort gaan brengen in jouw leven! Dat is zó tegengesteld aan wat de meeste mensen denken. In vers 6 staat: ‘maar thans zijn wij van de wet ontslagen.’ 
Welk woord of zinsdeel hiervan is niet te begrijpen? Nu zijn we van de wet ontslágen! Maar toch zullen de meeste mensen je hierover aanvallen: ‘Ik geloof dat we nog steeds de wet moeten houden, wij moeten nog steeds heilig leven, en je moet dit en dat doen, voordat God dit of dat zal doen.’ De Schrift maakt het zó duidelijk. Romeinen 7 vers 6: ‘maar thans zijn wij van de wet ontslagen, dood voor haar, die ons gevangen hield, zodat wij dienen in de nieuwe staat des Geestes en niet in de oude staat der letter. 7 Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Volstrekt niet!’
Nee, ik zeg niet dat de wet zonde is. Het is zonde om te proberen de wet te gebruiken om gerechtigheid bij God te verkrijgen. Dat is helemaal niet waarvoor ze gegeven is. Als jij de wet gebruikt voor het juiste doel is het goed. En sommigen vragen nu, wat is het juiste doel. Daar ben ik naartoe aan het werken. 

Maar ik wil dit eerst volkomen helder maken. Ik wil iedere nagel in deze doodskist vastspijkeren en jouw idee doden dat de wet iets geweldigs is, en dat God haar gegeven heeft om jou te helpen. De wet werd gegeven om de zónde te helpen, om jou te verslaan, dát is het doel ervan. Dus: ‘7 Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Volstrekt niet! Ja, ik zou de zonde niet hebben leren kennen, tenzij door de wet; immers, ook van de begeerlijkheid zou ik niet geweten hebben, indien de wet niet zei: gij zult niet begeren. 8 Maar uitgaande van het gebod, wekte de zonde in mij allerlei begeerlijkheid op.’
Zonde gebruikte dus het gebod. Dit zijn krasse uitspraken. De zonde gebruikte het gebod om in mij allerlei begeerten op te wekken. Het woord begeerte betekent een ongecontroleerde, ongebreidelde lust. Dit spreekt dus over uitspatting van emotie, overlopen van begeerten. 
‘8 Maar uitgaande van het gebod, wekte de zonde in mij allerlei begeerlijkheid op; want zonder wet is de zonde dood.’
De zonde was krachteloos, zonde was levenloos zonder de wet. En het volgende vers zegt: ‘9 Ik heb eertijds geleefd zonder wet; toen echter het gebod kwam, begon de zonde te leven, maar ik begon te sterven.’
De wét maakte de zonde dus levend! Dat is gewoon verbijsterend. Het is verbijsterend dat mensen dit ontgaat en dat mensen zeggen: ‘Dank U God, dat U al deze geboden hebt gegeven om mij te helpen de heerschappij van de zonde te verbreken.’ Het is gewoon precies omgekeerd. God gaf de wet om jou begeerte te laten kennen zoals je nooit tevoren hebt gekend. Om de zonde levend te laten worden in jou, om de zonde te versterken! Met als doel om jou te laten zien: ‘Weet je, je bent helemaal niet in staat geweest de zonde te overwinnen. Jij kunt de zonde helemaal niet overwinnen. De waarheid is dat de zonde ons allemaal verslagen heeft. Zodat wij gewoon de witte vlag hijsen en zeggen: ‘God, ik geef me over, ik geef het op om ooit te proberen de zonde te overwinnen. Ik heb een redder nodig.’ Dát was het doel van de wet. 

Stel je eens voor dat een stier in de wei ligt. Hij ligt te denken: ik ben een valse stier, ik storm op iedereen af die door deze weide loopt, maar ik zou niet zo moeten zijn. Ik ga anders worden. Vanaf nu ben ik een schaap. Ik ben geen stier meer. Weet je, die stier, als hij alleen maar zou dénken dat hij anders was, zou dat hem nog niet anders maken. Zijn natuur was een stier. En als je dus een stier in de wei hebt liggen, die denkt dat hij een schaap is, dan is die stier misleid. En die stier heeft het nodig om uit die misleiding los te worden gemaakt. En wat moet je dan doen? Je gaat de wei in en wappert met een rode vlag voor de ogen van die stier. En die rode vlag verandert heus niet die stier in een stier. Hij was allang een stier, maar lag zichzelf te bedriegen en te denken dat hij was veranderd. Maar hij kan helemaal niet veranderen. Je kunt niet van een stier in een schaap veranderen, ténzij je opnieuw geboren, wedergeboren wordt! Zijn aard, zijn natuur moet veranderd worden. Dus hij moet uit die misleiding worden gehaald dat je niet kunt veranderen door alleen maar te denken dat je anders bent. Je moet wedergeboren worden. 

En dus bewijs je een stier een dienst door een rode vlag voor zijn ogen te wapperen en zijn stierennatuur wakker te maken totdat die stier erkent: ‘Ach weet je, ik ben helemaal niet veranderd, ik kan mezelf helemaal niet veranderen. Ik moet opnieuw geboren worden.’ Dat zou een dienst aan die stier zijn. En in zekere zin is dit wat God heeft gedaan. Als wij gaan denken: ‘Oh, ik ben niet zoals die tollenaar daar, ik vast twee keer in de week, ik geef tienden van de dille en de komijn, dank U God, dat ik niet ben zoals die andere mensen.’ Dat is het farizeeërssyndroom. Dus wat deed God? ‘Jij denkt dat je deugt, jij denkt dat jij wel in orde bent? Gij zult niet!’ En opeens begin je lust en begeerte te krijgen naar precies die dingen waarvan jij dacht dat je ze overwonnen had. 

De wet deed zonde levend worden en het doel daarvan was, jou plat op je gezicht te krijgen, zodat je geen kant meer op kon dan naar boven en zeggen: ‘God, als het zo ligt, wil ik niet de allerbeste zondaar zijn die in de hel wordt geworpen, ik heb redding nodig, ik heb genade nodig. God, wees mij zondaar genadig.’ Het doel van de wet was om alle eigengerechtigheid uit je te slaan en je naar een plaats te brengen waar jij je helemaal goddeloos voelt. En het is verbazingwekkend dat de kerk het allemaal heeft omgedraaid en zegt: ‘Nee, het doel van de wet is, dat je je zonden overwínt.’ 

Hoeveel schriftgedeelten heb ik al gebruikt? Ik denk al een dozijn, die je vertellen dat de wet was om de zonde te versterken, de zonde levend te maken, de zonde te prikkelen en op te wekken, jouw schuldig te maken, je te tonen dat je God nodig hebt. Het is een bediening des doods, een bediening van veroordeling. Hoeveel getuigen heb je nog nodig om je te laten zien dat de wet niet gegeven is om je te helpen, maar om je te breken. Amen? 

‘9 Ik heb eertijds geleefd zonder wet; toen echter het gebod kwam, begon de zonde te leven, maar ik begon te sterven, 10 en het gebod dat ten leven moest leiden, bleek voor mij juist ten dode te zijn; 11 want de zonde heeft uitgaande van het gebod, mij misleid en door middel daarvan gedood. 12 Zo is dan de wet heilig, en ook het gebod is heilig en rechtvaardig en goed. 13 Is dan het goede mijn dood geworden? Volstrekt niet! Maar de zonde heeft, opdat zij zou blijken zonde te zijn, door het goede mijn dood bewerkt, opdat de zonde bij uitstek zondig zou worden door het gebod.’ 
Dat was het doel van de wet. Om de zonde bij uitstek zondig te maken. Om je te laten zien hoe erg het was. Om je zó veroordeeld te maken, dat je volkomen gaat wanhopen aan jouw eigengerechtigheid. En toch proberen mensen de wet te gebruiken voor precies het tegenovergestelde, om je te helpen al deze problemen te overwinnen en deze dingen te doen. Het is precies omgekeerd. 

Als je God dient uit vrees, dus als ik dit en dat doe, zal God me veroordelen, of omgekeerd, uit vrees dat als ik dit en dat en deze dingen niet doe, zal God mijn gebeden niet beantwoorden. 1 Johannes 4: ‘18 Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit; want de vrees houdt verband met straf en wie vreest, is niet volmaakt in de liefde.’ 
Volmaakte liefde drijft vrees uit. Maar toch dienen de meeste christenen God vanuit een motivatie van vrees en angst. Of vrees dat God hen zal veroordelen of verwerpen, óf vrees dat God hun gebeden niet verhoort als zij niet al deze dingen doen. En vrees heeft straf in zich. Meestal kwellen wij onszelf of staan onszelf niet toe om de liefde van God in ons leven te laten stromen. 

Wij zijn gewoon bang gewoon dingen te doen omdat God van me houdt. En als ik niet meer bang ben dat God me zal straffen of veroordelen, of dat ik niet meer denk dat ik dit of dat moet doen om Gods gunstbewijzen te verdienen, dan ga ik er maar op los leven en in zonde leven. Maar in feite is het precies het tegenovergestelde. Ik zal dit verder afhandelen voor deze serie voorbij is, maar hier gaat Romeinen 6 helemaal over. Hij begint Romeinen 6 met te zeggen: ‘1 Wat zullen wij dan zeggen? Mogen wij bij de zonde blijven, opdat de genade toeneme? 2 Volstrekt niet!’
En hij geeft dan twee redenen waarom we niet in zonde zouden leven. En de eerste daarvan is, omdat jouw natuur, je aard is veranderd. Als jij werkelijk wedergeboren bent, verláng je helemaal niet naar leven in zonde. 

Iedereen die wat ik hier allemaal zeg, gaat gebruiken om te zeggen: ‘Nou, dat bevalt me allemaal wel, je zegt dat ik niet volgens al die wetten en regeltjes hoef te leven, ik kan in zonde gaan leven. Whoepiee!’ En je gaat maar doen wat je wilt? Jij moet wedergeboren worden. Jouw hart is nooit echt veranderd. Als jij werkelijk wedergeboren wordt, verandert God jouw hart en je zult ‘per ongeluk’ heiliger leven dan je eerder ooit ‘opzettelijk’ hebt kunnen doen. Ténzij je onder de wet bent. De wét zal je in zonde laten leven, omdat de wet je in feite tot de zonde zal dríjven. Dát is de focus van de wet, om de zonde te versterken en je meer te laten zondigen, om de zonde levend te maken en allerlei begeerten in je leven op te wekken! 

Maar als jij vrij bent van de wet, en gewoon relatie hebt met God, omdat Hij van je houdt en jij wedergeboren bent, dan is het gewoon jouw aard, je natuur, om heilig te gaan leven. Als jij niet onder de wet zou zijn, zou je vanuit je aard gewoon beginnen een heilig leven te leiden. 

De tweede reden in Romeinen 6:15 zegt: ‘15 Wat dan? Zullen wij zondigen, omdat wij niet onder de wet, maar onder de genade zijn? Volstrekt niet! 16 Weet gij niet, dat gij hem, in wiens dienst gij u stelt als slaven ter gehoorzaamheid, ook moet gehoorzamen als slaven, hetzij dan van de zonde tot de dood, hetzij van de gehoorzaamheid tot gerechtigheid?’ 
De tweede reden waarom je heilig wilt leven is, dat als je niet heilig leeft en niet God zoekt, satan gebruik zal maken van die situatie en daardoor binnenkomt. En als jij hem dat soort ingang in jouw leven geeft, zal hij je de kaas van je brood eten en je brood erbij. Deze ga je leren als je naar de Bijbelschool komt.
Je wilt helemaal niet dat satan je de kaas van het brood eet en je brood erbij. Geef dus geen ingang in je leven. Er zijn dus redenen, praktische redenen om heilig te leven, maar het is niet om God van jou te laten houden. God houdt onafhankelijk van jouw daden van jou. Er zijn altijd weer mensen die beweren: ‘Man, als je dit zegt, gaan mensen in zonde leven. Je geeft mensen een vergunning, toestemming, om in zonde te gaan leven.’ Maar mensen leven al heel goed in zonde zónder toestemming, hoor. Maar het is eigenlijk de wét die zonde toestemming verleent tegen jou. Als je onder de wet vandaan komt, zul je juist vrijgemaakt worden van de zonde; en niet vrijgemaakt om te zondigen. En je krijgt een totaal andere motivatie voor je relatie met God. 

In plaats van God dienen omdat je bang bent er van langs te krijgen als je het niet doet, ga je God uit liefde dienen. Sommigen van jullie zullen hier aanstoot aan nemen, maar dit is een goed voorbeeld: sommige mensen hebben een relatie met God zoals mensen een relatie hebben met de maffia. Het is net als dat Guido, of wie ook, Luigi, bij jou langs komt en zegt: ‘Weet je, er wordt in deze buurt vaak brand gesticht. Veel winkels gaan in de fik, er zijn veel berovingen, mensen worden in elkaar geslagen, maar als jij mij nou ieder maand netjes betaald, zal ik er voor zorgen dat je beschermd wordt.’ En natuurlijk is het Guido of Luigi zelf die al het brandstichten en beroven doet, en in feite zeggen ze: ‘Je betaalt of we steken je huis in brand’. En dus betaal je de maffia om ze van je af te laten blijven. 

Er zijn een heleboel mensen die in principe hetzelfde doen. Ze gaan naar de kerk en ze geven in de collecte. Ze denken dan: ‘God, ik heb gegeven, dus vervloek me deze week niet, laat mijn zaak niet mislukken. God ik heb mijn tienden betaald, dus nú moet U wel mijn zaak zegenen. God ik heb mijn tienden betaald, dus nu moet U wel mijn lichaam genezen.’ Je betaalt zwijggeld aan God, om Hem te weerhouden om dingen te doen. Je aanbidt de ‘GodFather’ in plaats van God the Father. Amen? Sommige mensen zoeken God als de ‘GodFather’ in plaats van als God the Father, omdat ze hem niet zoeken uit liefde. En wij moeten dit idee veranderen. Wij moeten God gaan dienen omdat Hij een góede God is. Niet omdat Hij achter je aan zit met een knuppel. 

Waar komt dit hele idee vandaan dat God een harde, hardvochtige gemene God is, die heiligheid en volmaaktheid eist? Dat komt uit de oudtestamentische wet. En vanavond, in deel 3, ga ik daar verder op in. De Heer heeft de wet pas 2000 jaar ná de val van Adam ingebracht, omdat het helemaal niet Zijn eerste keuze was. Als we in Galaten 3 blijven lezen, staat daar dat de wet is ‘toegevoegd’, vanwege de overtreding, tótdat Jezus zou komen. De wet is tóegevoegd. 2000 jaar lang is God in hoofdzaak met mensen omgegaan in genade, omdat Hij niet met ons wilde omgaan volgens de wet en niet wilde dat de zonde tot leven zou komen en Hij zijn toorn zou moeten laten gelden. In zekere zin is Hij ertoe gedwongen geworden door het menselijk ras.

De ziekte van de zonde, ging als een kanker zó tekeer in het menselijk ras, dat als God de verspreiding van die infectie van zonde niet een halt had toegeroepen, dit letterlijk het hele menselijk ras zou hebben uitgeroeid. Dus God moest drastische maatregelen nemen, totdat Jezus kon komen. Maar nu is Jezus gekomen en nu is er een geneesmiddel. God is nu niet langer bezig met het amputeren en doden van mensen, maar werkt nu door de liefde en de genade van Jezus. Dat was niet beschikbaar onder het Oude Testament. Jezus is de ware en volmaakte afspiegeling van God. Het echte beeld en gelijkenis, en wij moeten nu ons denken vernieuwen, wég van die oudtestamentische wet, en ons baseren op de liefde en de genade van God. 

Als je begrijpt waar ik het hier over heb, zal dat ertoe leiden dat liefde en genade overvloedig worden in jouw hart, en dat zoals Galaten 5:6 zegt: ‘dat geloof wérkt door liefde.’ Je zult merken dat het zó gemakkelijk is om een góede God te vertrouwen, in plaats van een God waar je bang voor bent omdat je niet alles volmaakt hebt gedaan. Je hebt niet op iedere i een punt gezet, niet bij iedere t een streepje, en dus laat God je misschien wel sterven aan kanker, omdat jij je gezicht niet in de juiste plooi hebt getrokken of omdat je niet alles precies goed hebt gedaan. 

Kijk me niet op die manier aan. Ik ken dat, ik heb daarin geleefd. Ik weet precies hoeveel van jullie zo denken. Er zijn heel veel mensen die niet twijfelen aan Gods vermogen, aan Gods macht om iets te doen, maar jullie twijfelen aan Gods bereidheid om iets te doen. Zijn bereidheid om iets voor jou te doen, omdat je het gevoel hebt dat je het niet verdient, omdat je onder de wet leeft. Dat is de reden dat jij je veroordeeld, ongeschikt, voelt. Je bent schuldig. En dat is de oorzaak. 

En wat is de énige manier om hiervan bevrijd te raken? Het zal je nóóit lukken om ooit waardig te worden. Sommigen van jullie denken van wel. Je hebt een toewijding gemaakt dat je niet zult vloeken en schelden en lasteren, of omgaan met degenen die dat wel doen. Je bent vastbesloten dat je dit en dat gaat doen en je bent vastbesloten om heilig te gaan leven. Maar op dit moment leef je dan onder de misleiding dat jij in staat zou zijn een bepaalde norm te bereiken in je leven, die de kracht van God zal vrijzetten in jouw leven. Maar dat gaat je helemaal niet lukken. Ik heb zelf al veel heiliger geleefd dan de meesten van jullie je kunnen voorstellen. En ik kan je verzekeren dat mijn heiligheid het niet gered heeft. Ik heb het op moeten geven en mij moeten toevertrouwen aan de genade van God. 

En als ik niet heilig genoeg was, dan maken de meesten van jullie geen schijn van kans. Je kunt er beter gelijk mee stoppen. Je kunt het beter gelijk opgeven. Je bent misleid. Je denkt dat als je maar kunt stoppen met deze of die gewoonte, als je maar een extra uur per dag gaat bijbellezen, dán gaat alles opeens werken. Nee, dat is niet het antwoord. 

Je zult de witte vlag moeten hijsen en zeggen: ‘God, het is alleen maar Jezus.’ ‘Ik kom tot U in de naam van Jezus.’ En je verkrijgt het door wie Jezus is, en je begint je vertrouwen op Hem te stellen. En als je dit echt gaat begrijpen, hoeveel God van je houdt, kan ik je verzekeren dat het je vrij gaat maken. 

Weet je dat ik blij ben dat God míj heeft geroepen om deze boodschap te prediken? Want als ik het soort was geweest die in overspel leefde, of een drugsverslaafde of alcoholist, en al die verschillende dingen, dan zouden mensen ogenblikkelijk gaan vermoeden dat de enige reden dat ik dit predik, is om mijn manier van leven te rechtvaardigen. Dat ik het mooi kan vertellen, en jij zegt: ‘Ja, jij predikt alleen maar genade zodat je in zonde kan gaan leven.’ Maar ik wed dat ik heiliger heb geleefd. Ik denk dat er hooguit een of twee mensen hier zijn, die hebben gedaan wat ik heb gedaan of een heiliger leven hebben geleefd dan ik. Ik predik dit helemaal niet om te kunnen zwelgen in een of andere zondig pleziertje. 

Diegenen die menen dat de enige reden dat mensen genade prediken is, zodat ze lekker in zonde kunnen blijven leven, dat zul je niet van mij kunnen zeggen. Dat is gewoon niet de waarheid. Titus 2:12 zegt dat de genáde van God is verschenen en ons leert om goddeloosheid en wereldse begeerten te verzaken. Je zult heiliger leven als je God uit liefde dient, dan dat je ooit zou kunnen uit vrees. Genade trekt mensen helemaal niet naar zonde. Iedereen die wat ik heb gezegd gebruikt om in zonde te gaan leven heeft volkomen gemist wat ik heb gezegd. 

Ik zeg je dat dit bedoeld is om je vrij te maken. Vanavond ga ik op dit punt verder en ik ga je laten zien dat God in het begin 2000 jaar lang in genade met de mensen is omgegaan en hun zonden niet heeft toegerekend. En ook nu is Hij 2000 jaar lang niet bezig onze zonden aan ons toe te rekenen. Net alsof wij nooit gezondigd hadden. Totaal anders dan wat de meeste mensen denken. 

Maar je móet deze dingen begrijpen als je de ware aard en het karakter van God wilt begrijpen. Waarom heeft God sowieso de wet gegéven? Waarom heeft Hij zijn toorn en wraak uitgestort. Ik ga dat allemaal beantwoorden, dus ik moedig je aan weer terug te komen. Ook wil ik je aanmoedigen om te zorgen dat je de tapes van deze boodschap van vanmorgen te pakken krijgt. Over een paar minuten daar te verkrijgen. Amen? 


Deel 3: Genade gegeven...
 


 

www.vergadering.nu