Bijbelgetrouw, krachtig en
praktisch onderwijs van Andrew Wommack
Overzicht van de vertaalde bijbelstudies van Andrew Wommack, klik hier...
De ware aard van God - 4
Andrew Wommack
Deel 1: Zijn ware aard
Deel 2: De wet gegeven
Deel 3: Genade gegeven
Deel 4: Het evangelie gegeven
Deel 5: Rechtvaardigheid gegeven
Oorspronkelijke titel: The True Nature Of God
Gedownload als MP3 bestand van TV)
Inleiding:
Vaak belemmeren menselijke gezichtspunten binnen het christendom het zicht op de ware aard van God, de God die niets
anders wil dan een intieme relatie en een persoonlijke vriendschap aangaan met zijn kinderen. Als jij je afvraagt wie God is
en of Hij wel om jou geeft, dan wil Andrew Wommack jou de ware aard van God laten zien.
Deel 4: Het evangelie gegeven
Laten we eens opslaan Mattheüs hoofdstuk 11. Voor degenen die hier niet geweest zijn en ook voor degenen die wel geweest zijn,
zal ik nog heel snel wat dingen samenvatten.
We hebben het erover gehad hoe God nu écht is. Want een gebrek aan het begrijpen van de ware aard en het karakter van God heeft
ons kwetsbaar gemaakt voor twijfel en ongeloof. Het heeft ons verhinderd om ten volle de liefde van God te genieten. We hebben
niet een goed beeld van wie God werkelijk is. En dat is de reden dat wij zoveel moeite hebben in ons leven.
Er zijn zoveel bijbelgedeelten die ik hiervoor kan gebruiken, maar in Efeziërs 3 is een gedeelte waar Paulus bidt dat je mag
leren kennen de hoogte en de diepte en de lengte en de breedte van de liefde van God. En Efeziërs 3:19 zegt dat je mag kennen
de liefde van Christus die de kennis te boven gaat zodat je gevuld mag worden met alle volheid van God.
Oppervlakkig bekeken lijkt dat gedeelte tegenstrijdig. Hoe kun je iets kennen als het de kennis te boven gaat? Maar dit spreekt
erover dat als je een ervaringskennis van God zou beleven, dat het de verstandelijke kennis ver te boven gaat. En het resultaat
daarvan is dat je volkomen vervuld kunt raken met de volheid van God. Als jij vol ziekte of vol met zorgen bent, of met
bitterheid en boosheid, dan ben je niet gevuld met alle volheid Gods. Als jij dus tekort komt in jouw relatie met God, dan kun
je naar dat vers in Efeziërs 3:19 teruggaan en concluderen dat je geen ervaringskennis hebt van de liefde van God. Als jij
werkelijk Gods liefde zou ervaren, kan ik je garanderen dat je gevuld zou raken met alle volheid van God. Mensen, dat is een
radicale uitspraak. Dat is zó krachtig. En toch vraag ik me maar af hoe ik mensen dit werkelijk kan laten zien.
Ik had op 23 maart 1968 een ervaring met de Heer en mijn leven werd volkomen op de kop gezet. Ogenblikkelijk. En dat kwam
doordat God mij zijn liefde liet zien. Een pure, onvoorwaardelijke liefde. Vier en een halve maand lang, was ik gewoon van de
wereld. Ik weet niet wat ik allemaal gedaan heb en wat er allemaal gebeurd is. Ik was zó verzonken in de liefde van God. En
zelfs toen die emoties allemaal wegebden, was ik nooit meer dezelfde. Voor sommige mensen is dit moeilijk te begrijpen, maar ik
ben nooit meer bedrukt of ontmoedigd geweest vanaf 1968.
Sommige mensen zeggen: ‘Maar dat kan helemaal niet. Je liegt, dat is niet waar.’ Maar het is mijn getuigenis en ik blijf
daarbij. Er zijn mij echt wel verschillende akelige dingen overkomen, maar als je eenmaal weet dat God echt van je houdt, en het
allerergste zou gebeuren en ik zou sterven, dan zou ik naar Jezus toegaan. Dus ik heb echt wel nare dingen meegemaakt, en er
zijn dingen die ik helemaal niet leuk vind, maar in vergelijking met de wetenschap dat de Almachtige God van mij houdt, is er
gewoon niets wat daarbij in de schaduw kan staan. Ik ben daarom nooit verslagen geweest, nooit ontmoedigd. Er zijn wel degelijk
ontmoedigende dingen gebeurd. Maar ik doe het gewoon niet. Sommige mensen zeggen: ‘Zo kun je niet leven’. Maak mij er niet
voor wakker, want zó is mijn leven.
Ik denk dat het precies hetzelfde is als jij in je leven op en neer gaat als een jojo. Soms ben je enthousiast en soms niet. Dan
komt dat omdat je God niet echt kent. Ik beweer dat je wedergeboren kunt zijn en toch God niet kennen. Want Paulus zegt in
Filippenzen 3: ‘10 Ik wil Christus kennen en de kracht van Zijn opstanding ervaren,’ en Paulus was zeer zeker wedergeboren.
Maar nog steeds was er voor hem méér dan alleen maar wedergeboren zijn. En dat is: God leren kennen. Hij zegt: ‘opdat ik Hem
mag kennen en de kracht van zijn opstanding en aan zijn dood gelijkvormig worden.’
Als jij voortdurend worstelt, kan ik je garanderen dat je God niet uit ervaring kent. Als jij echt God zou kennen en een hechte
relatie met Hem zou hebben, dan is het zoals we net zongen: ‘Wat een vreugde is het om één met de Heer te zijn.’ Ongeacht
wat dan ook. Dus de doktor zegt dat je gaat sterven. Nou, en?! God heeft gezegd dat door zijn striemen jou genezing is geworden.
Dus, óf je gaat genezen als je weet hoe je moet geloven en ontvangen, óf je geneest niet en dan ga je naar Jezus. Je kunt
alleen maar winnen.
Wij zingen die liedjes: ‘Als wij in de hemel komen, wat een geweldige dag zal dat zijn.’ En als de doktor dan zegt dat je er
inderdaad heen gaat, stort je in elkaar als een kaartenhuis! Daar is echt iets fout aan.
Of je gaat je huis kwijtraken? Maar je krijgt een villa waar je voor eeuwig in zult leven. Dus wat maakt het uit of je nog
twintig jaar op de straat moet leven? Het is maar tijdelijk! Amen?
Sommigen denken: ’Zo kun je echt niet leven.’ Nou, dat is de manier waarop ik leef. En het wérkt. Als je écht zou weten
hoeveel God van je houdt, wat kan daar nog tegen op? Er waren mensen die naar me toe kwamen en zeiden dat ze echt gezegend waren
door de manier waarop ik de waarheid had gesproken en me niets aantrok van wat mensen zeiden. En ze dankten me daarvoor. En de
logica daarachter is, dat ik er niet op uit ben om mensen te kwetsen. Ik ben er echt niet op uit dat mensen boos op me worden.
Maar het is gewoon omdat ik weet dat de Almachtige God van me houdt. Dus werkelijk, wie ben jij? Het is niet zo dat ik je niet
liefheb, maar in vergelijking met God? Wat stel jij voor?
Er zijn mensen die naar me toe komen en zeggen: ‘Ik houd niet van de manier waarop jij dat zei’. Ik moet me dan inhouden om
niet te zeggen: ‘Wie stierf er om jóu God te maken?’ Ik geef er niets om wat jouw mening is. Sommigen van jullie zeggen:
‘Ik kan je niet geloven’. Dat is omdat jullie mensen eren en omdat je God niet eert. Als jij God eert en Hij gewoon alles en
alles is in jouw leven, dan doet het er echt niet zoveel meer toe wat wie dan ook er maar van denkt. Sommigen van jullie zijn er
zo afhankelijk van of je baas je aardig vindt, of je vrouw. Sommige mensen zeggen: ‘Oh, ik kan het niet meer aan als mijn man
mij niet gaat liefhebben.’ Je moet gaan erkennen dat Jezus je echtgenoot is en tot het punt komen dat je huwelijk werkt omdat
jij een zegen voor hém wilt zijn, niet omdat je zijn aanvaarding nodig hebt om te kunnen overleven.
Je kunt ieder probleem dat je in je leven hebt, herleiden tot een gebrek aan relatie met God. Als jij een dronkaard bent, een
alcoholist, je bent drugsverslaafd, dan komt dat omdat jij niet God gebruikt om je tevreden te stellen. Je vertrouwt op iets
anders. Als jij een betere relatie met God zou hebben, heb je helemaal geen drugs of alcohol nodig of al die andere rommel.
Ieder probleem dat je hebt komt in principe neer op het probleem dat jouw relatie met God niet is wat het zou moeten zijn.
Ik ben al bijna van mijn onderwerp afgeweken. Maar dit is waar we het echt over hebben. Hoe is God wérkelijk. Als jij God zou
kénnen, en zou weten wie Hij werkelijk is, dan zal ál het andere in je leven gaan werken. Maar satan heeft heel geslepen
allerlei misverstand en onbegrip gezaaid over wie en hoe God is. En een van de dingen die ik wil proberen je te laten zien is
dat de oudtestamentische wet niet onjuist was, maar niet kompleet. Ze heeft nooit een echt waarachtig beeld van God gegeven. God
is niet het soort God zoals Hij wordt afgebeeld in het Oude Testament. Ik heb gisteravond in Romeinen 5:13 laten zien dat de
eerste 2000 jaar nadat Adam en Eva gezondigd hadden, God de mensen hun zonden niet toerekende. Dat betekende dat Hij hen hun
zonde niet kwalijk nam. Hij handelde in genade en vergeving met de mensen, omdat dat de ware aard en het karakter van God
is.
God wilde genadig voor ons zijn, maar de mensen begonnen het uitblijven van Gods straf voor de zonde op te vatten als
goedkeuring voor de zonde. En dus begonnen ze zich meer en meer aan de zonde over te geven en leefden in de zonde. En ook al
bracht God niet zijn oordeel over de zonde, toch gebruikte satan onze onderwerping aan hem, door de zonde, als een middel om het
menselijke ras te vernietigen. En als God niet was begonnen iets te doen om de verspreiding van de zonde een halt toe te roepen,
zou er letterlijk geen maagd meer zijn overgebleven om Jezus uit geboren te laten worden. Het hele verlossingsplan van God stond
op het spel.
Daarom was de oudtestamentische wet toorn, wraak, straf. Ik bedoel echt ernstige dingen die zelfs een volkomen vleselijk mens
kon begrijpen. In 1 Korintiërs 2:14 zegt de schrift: Doch een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is,
want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan, omdat het slechts geestelijk te beoordelen is.
Dat wil zeggen dat iemand die verloren is, geestelijke dingen niet echt kan begrijpen. Ze zijn erg beperkt. Maar als je
wedergeboren wordt, geeft God je een bovennatuurlijk vermogen om dingen via je hart te begrijpen, die je niet met je verstand
kunt begrijpen.
Voordat je wedergeboren wordt, kun je geestelijke dingen gewoon niet begrijpen. En niemand onder het Oude Testament kon
wedergeboren worden, omdat alleen Jezus de eerstgeborene uit de doden kon zijn. Hij was de eerste wedergeboren mens. Daarom
konden de oudtestamentische heiligen wel God liefhebben en zoeken, maar God moest hen door de buitenkant bereiken. Hij moest hen
bereiken door het verstand, omdat zij geen wedergeboren hart hadden. En daarom, hoe moet je een vleselijk persoon bereiken? Hij
kon niet in hun hart spreken, omdat ze niet wedergeboren waren. Weet je wat een verloren mens wel kan begrijpen? ‘Doe dat nog
een keer en ik dood je. Ik sla je met de pest, de meeldauw, ik sla je met de vloek.’ Iemand die verloren is kan dat begrijpen.
En daarom moest God met ons omgaan door gestrengheid en hardheid en straf.
En opeens begonnen de mensen zich te realiseren: ‘Oh, oh, God is niet zo blij met de manier waarop ik leef.’ Het bewerkte
dus dat ze stopten met zo érg in zonde leven. De vrees voor God zal ervoor zorgen dat mensen niet zo véél in zonde leven.
Spreuken 16:6 zegt: ‘door de vreze des HEREN wijkt men van het kwaad.’ En: ‘Door liefde en trouw wordt de ongerechtigheid
verzoend.’ De vrees voor God zorgt ervoor dat mensen niet zoveel zonde begaan. Maar alleen liefde en trouw kunnen je hart echt
reinigen. De vrees voor God kan je hart niet echt reinigen. Het enige wat het kan doen, is de hoeveelheid zonde beperken.
Dus toen God zijn toorn begon uit te storten, wekte dat vrees in de harten van de mensen. En opeens kwamen ze onder de wet en
stopten met zo véél in zonde te leven. Maar de zonde die ze hadden begaan, begon hen te overweldigen en maakte hen zó
verontreinigd, dat het in feite de mensen deed afkeren ván God. Ik ben nu wel erg ver afgedwaald van Mattheüs 11, maar ik heb
dat nog steeds in mijn achterhoofd. Maar de dingen die ik hier met je deel zullen je helpen.
Weet je dat één van de redenen dat God zijn toorn niet uitgoot over Adam en Eva, was omdat Hij wist dat als Adam en Eva
volledig de diepte en omvang van hun overtreding zouden begrijpen, ze het niet zouden hebben gered. Wat gebeurde met Adam en Eva
toen ze die zonde begingen? Er staat in Genesis 3 dat zij zich realiseerden dat ze naakt waren. Dat was alles. Alle andere
dingen beseften ze helemaal niet. Ze realiseerden zich dat ze naakt waren. Besef je dat dit maar een heel, heel kleine reactie
was op wat ze werkelijk gedaan hadden? God sprak met een hoorbare stem met hen. Van aangezicht tot aangezicht. Hij had hen
kunnen zeggen: ‘Besef je wel wat je gedaan hebt? Besef je wel wat je over het hele menselijke ras hebt uitgestort? Besef je
wel dat miljoenen, miljarden mensen gaan sterven vanwege jouw daad? Besef je wel wat ziekte en gebrek is? Besef je wel hoeveel
pijn en verdriet je veroorzaakt?’ De Heer had hen werkelijk de oren kunnen wassen. Als de Heer alleen de mensen hier op de
eerste rij, vanaf Jamie had genomen. ‘Kijk eens wat er allemaal gaat gebeuren in Gales’ leven en Gill’s leven, en in dat
van David en Charlie, etc. etc. Als Hij alleen maar deze eerste rij had genomen en Adam en Eva de pijn, de ellende en het lijden
zou laten zien dat hij had vrijgezet in déze levens, dan geloof ik dat Adam en Eva dat niet zouden hebben kunnen verwerken. Ze
zouden er niet mee kunnen leven.
Hoe zou je de verantwoordelijkheid, de schuld en de schaamte kunnen verdragen om wat je het complete menselijke ras hebt
aangedaan? Maar dat vertelde God hen allemaal niet. Weet je waarom? Omdat God van hen hield en niet wilde dat ze zouden weten
hoe erg het allemaal was wat ze gedaan hadden. Hij is gewoon niet het type dat, zoals sommige ouders, als hun kind iets
verkeerds heeft gedaan, ze een pak slaag geeft en ze afsnauwt en ze zich totaal verkeerd en ellendig laat voelen. De Heer
beschermde hen omdat Hij hen hun zonde niet toerekende. En de eerste 2000 jaar hield Hij van mensen, gebruikte mensen die
vreselijke zonden in hun leven hadden. En mensen hadden er zelfs geen flauw idee van wat Gods norm was. Ze wisten helemaal niet
hoe slecht ze eigenlijk waren, omdat God het hen niet inpeperde. Hij gebruikte Abraham, een man die leefde in een seksuele
gruwel in zijn ogen. Volgens de wet had Abraham gedood moeten worden, maar God zei: ‘Dit is mijn vriend’, en zegende hem en
beschermde hem. Hij gebruikte Jakob, die later Israël werd genoemd, die leefde in seksuele gruwel, die volgens Leviticus 18
gestenigd had moeten worden. En toch gebruikte God hem en stond toe dat hij met een van zijn engelen worstelde en overwon.
God ging met de mensheid om in genade, omdat dát de ware aard en het ware hart van God was. Maar toen de mens het uitblijven
van straf ging opvatten als een goedkeuring voor de zonde, en de deur wijd openzette voor de duivel, en toen de duivel daar
gebruik van maakte om het mensenras te vernietigen, móest God daar paal en perk aan stellen en ging Hij de mensen laten zien
hóe zondig ze waren. Hij ging de hoeveelheid zonde inperken. Het is net als met van die pillen waarvoor ze op TV reclame maken.
Ze zeggen dat als je hoofdpijn hebt, neem dan een van die pilletjes. En dan zeggen ze héél snel wat de bijwerkingen zijn, dat
je kunt overlijden en dit en dat. En ik denk: ‘Nou, geef mij dan maar liever de hoofdpijn in plaats van al die bijwerkingen.’
Zo was er ook een bijwerking van de wet. Jazeker, het stopte de hoeveelheid zonde. Mijn leven is daar een getuigenis van. Want
ik leefde heilig, uit angst voor straf, want ik dacht dat ik naar de hel zou gaan als ik ooit maar een sigaret zou roken. Maar
de zonden die ik wél had begaan overheersten mij zó totaal, dat ik mij totaal waardeloos en onbruikbaar voelde. Ik dacht hoe
zou God mij ooit kunnen liefhebben? Want er is een negatief effect aan die wet. En dat is dat die ons van God vandaan joeg. Het
gaf ons het gevoel van: “Hoe zou God ooit zó’n smerig, zielig persoon als ik kunnen liefhebben? En zo zitten heel wat
mensen er nog bij. Maar dit was maar een tijdelijke maatregel. God is alleen maar een korte periode zo met ons omgegaan.
En dan zegt de Bijbel, kijk eens hier, heb je intussen Mattheüs 11 gevonden? Als je het nu nog niet gevonden hebt, vraag dan
maar of je bij je buurman mag kijken, want dan kom je er nooit meer. In vers 12 staat: ‘12 Sinds de dagen van Johannes de
Doper tot nu toe breekt het Koninkrijk der hemelen zich baan met geweld en geweldenaars grijpen ernaar. 13 Want al de profeten
en de wet hebben geprofeteerd tot Johannes toe;’
De wet gold alleen tót Johannes de doper. Ze was helemaal niet bedoeld om voort te duren. Ze was slechts tijdelijk. In Galaten
3 is dit een van de belangrijkste punten. Dat de wet is toegevoegd vanwege de overtredingen, tótdat het zaad van de belofte kon
komen. En dat zaad is maar één persoon, Jezus Christus. En dan gaat het in Galaten 3 verder met te zeggen dat vóórdat
Christus kwam, wij als kinderen waren, gehouden onder de tuchtmeester om ons tot Christus te brengen. Maar nu Christus eenmaal
is gekomen, zijn wij niet langer onder de tuchtmeester. Drie of vier keer zegt Galaten 3 dat de wet maar tíjdelijk was. Het was
maar tótdat Christus kwam.
Vanaf de val van Adam zijn er dus zesduizend jaar verstreken. De eerste tweeduizend jaar rekende God de mensen hun zonden niet
toe, omdat Hij niet wilde dat we zouden beseffen hoe slecht we waren Maar toch moest Hij op een gegeven moment een grens aan de
zonde gaan stellen, omdat de zonde het menselijk ras zo corrumpeerde en bedierf. Ook dat heeft Hij dus tweeduizend jaar gedaan,
en nu de laatste tweeduizend jaar rekent God de mensen hun zonden niet toe en zijn we niet meer onder de wet. Maar het is een
triest feit dat we dat niet meer beseffen. De kerk verkondigt de wet en predikt dat God boos is op je en dat Hij met je omgaat
op basis van je zonden. Maar van die zesduizend jaar is God vierduizend jaar op basis van genade omgegaan met de mensheid. Omdat
dat het ware karakter en de ware aard van God is. Hij wilde ons onze zonden helemaal niet toerekenen.
Kijk ook eens naar Johannes 1 vers 16: ‘want uit zijn volheid hebben wij allen ontvangen zelfs genade op genade; 17 want de
wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen.’
Als je dit grondig bestudeert, zie je dat dit vers begint met het voegwoord ‘want’. ‘Want’ zegt dus dat dit een
aanvulling is en een reden geeft voor wat daarvoor is gezegd. Het punt dat hier dus gesteld wordt, is dat wij onder dit nieuwe
verbond de volheid van God hebben ontvangen, omdat het oude verbond alleen maar de wet heeft gebracht. Maar nú hebben wij de
volheid van God ontvangen. En er is een enorme tegenstelling tussen hoe de dingen functioneren onder het oude verbond en de
manier waarop ze werken onder het nieuwe verbond. De meeste christenen hebben dit niet begrepen en daarom hebben ze geprobeerd
die twee met elkaar te vermengen. Maar die twee gaan helemaal niet samen. Ze zijn volkomen onverenigbaar. Maar ze spreken elkaar
niet tegen, mits je de wet gebruikt waar ze voor bedoeld is. Ze was alleen bedoeld om jou je zondigheid te openbaren, zodat je
zou stoppen met proberen jezelf te redden en zou zeggen: ‘Oh God, ik heb uw hulp nodig.’ Als je het voor dát doel gebruikt,
is het prima, maar als je de wet gebruikt om te gaan denken: ‘Nou, ik moet al deze dingen doen, en dan voeg ik dat toe aan de
genade van God, en Jezus zal dat wel compenseren met wat ik dan tekort schiet’, nee, zo werkt het niet. Óf je stelt geloof in
een Redder, óf je stelt geloof in jouw handelingen, dat is gebaseerd op jouw prestaties. Maar het is geen combinatie van beide.
Dat is wat Romeinen 11 vers 6 zegt.
Ik wil hier een voorbeeld geven om te illustreren waar we het over hebben. Je weet dat als je kinderen nog klein zijn, je hen
moet beperken om als ze naar buiten gaan, iets verkeerds te doen. Je kunt niet wachten tot je kinderen volwassen zijn en alles
begrijpen, en je met hen kunt bespreken wat goed en fout is. Hoe laat je een klein kind begrijpen wat goed en fout is? Dat gaat
niet door argumenteren. Als een kind een speelgoed afpakt van zijn broertje of zusje, ga je niet zeggen: ‘Doe dat niet, want
dat is zelfzuchtig, God zegt dat het meer gezegend is om te geven dan om te ontvangen, en als jij dus zelfzuchtig handelt,
betekent dit, dat jij door de duivel wordt geïnspireerd. En satan komt alleen om te stelen, te verdelgen en te slachten. En als
jij dit doet zul je erachter komen dat je geen voorspoed zult hebben. Je zult nooit vriendjes krijgen, omdat je zelfzuchtig
bent. En als je een baan krijgt, zul je nooit in staat zijn om je baan te behouden, omdat je alleen maar aan jezelf denkt. En
als je ooit trouwt, zul je gaan scheiden….’ Zoiets probeer je helemaal niet te vertellen aan een peutertje. Dat gaat
volkomen boven hun pet.
Maar toch moeten ze leren dat ze dit niet moeten doen. Als je gaat wachten tot ze twee of drie jaar oud zijn, is dat de reden
waarom ze dat de verschrikkelijke ‘twee’s’ noemen. Omdat ze nooit gecorrigeerd en gedisciplineerd zijn en nooit te horen
hebben gekregen wat ze wel en niet moeten doen. De Heer zegt je hoe je dat moet doen. Weet je hoe je een kind dat nog geen
geestelijke dingen begrijpt dit duidelijk maakt? Je zegt hen gewoon: ‘Als je nog eens dat speelgoed afpakt, krijg je op je
broek van me.’ En ook al snappen ze niet dat er een God is en een duivel en een hemel en een hel, de volgende keer dat ze die
gedachte krijgen ‘dat is van mij’, gaan ze denken: ‘oh oh, pak slaag’ en zeggen ‘nee’ en weerstaan deze gedachte.
Niet omdat ze begrijpen wat er aan de hand is, maar omdat ze bang zijn voor een pak voor hun broek. Door vrees kun je een kind
motiveren om het juiste te doen.
In deze tijd zijn er heel veel mensen die denken dat je dit niet mag doen. Nou je hebt ongelijk. Ik zou het met je eens kunnen
zijn, maar dan zouden wij allebei ongelijk hebben, dus dat doe ik maar niet. Prijs God. Je kunt zeggen wat je wilt, maar je
móet een kind corrigeren. Toen onze zoon Joshua klein was liepen wij eens over een landweggetje. We deden dat vaak in de avond.
En normaal was daar geen kip te bekennen. Maar nu kwam er een auto aanrijden. We konden het stof zien opdwarrelen, en we konden
zien dat hij zeker 80 á 100 km per uur reed op dit zandweggetje. En Joshua liep zo’n vijftien tot twintig meter voor ons uit,
en wij zagen die auto aankomen en zagen dat ze elkaar op de kruising zouden ontmoeten. En fysiek was ik niet meer in staat naar
hem toe te rennen en hem tegen te houden, omdat hij te ver voor ons uit liep om hem nog te bereiken. Maar wij hadden hem
gedisciplineerd, dus het enige dat ik hoefde te doen was roepen: ‘Joshua, stop!’ en boem, hij stopte en die auto scheurde zo
voor hem langs. Als ik hem niet had gedisciplineerd had hem dat zijn leven kunnen kosten.
Maar toch zeggen mensen dat je dit niet mag doen bij een kind. Wij hadden een andere vrouw in onze kerk, die haar kinderen nooit
had gedisciplineerd. En toen ik bij haar thuis was, was haar kind midden op straat. En zij schreeuwde naar hem, maar hij
luisterde gewoon niet naar haar, omdat ze hem nooit had gedisciplineerd. Ze had het hem nooit geleerd, daarom werd dit kind
bijna gedood. En ik zei: ‘Ik kan dit probleem wel oplossen’. En zij zei: ‘Hoe dan?’ Nou ik pakte hem beet en gaf hem een
pak slaag op zijn achterste. En zij zei: ‘Maar dat mag je helemaal niet doen.’ En ik zei: ‘Maar het wérkt’ en terwijl
we nog aan het praten waren liep hij weer de weg op. Ik riep ‘stop’, en hij keek om naar mij en draaide zich om en kwam
terug. Je kunt zeggen wat je wilt, maar je móet je kinderen disciplineren.
In zekere zin was dit precies wat God deed. Wij waren niet in staat om geestelijke dingen te begrijpen, en wat er allemaal
gaande was. Wij waren vleselijke mensen omdat we onder het oude verbond niet wedergeboren konden worden. Dus gaf God ons iets
wat we wel konden begrijpen: ‘Als jij takken gaat rapen op een Sabbatdag, dan dood Ik je.’ Ze begrepen helemaal niet wat het
doel van de Sabbat was. Hebreeën 4 spreekt over de Sabbatsrust en openbaart waar de Sabbat in feite een voorafschaduwing van
was. De mensen onder het oude verbond dachten alleen maar dat dit het onderhouden van een dag was. Maar zelfs
nieuwtestamentische christenen denken dat de Sabbat gaat over het houden van een dag. Maar als jij denkt dat je de Sabbat viert
door een bepaalde dag te houden, dan breek je de Sabbat.
Ik heb een tape getiteld ‘Onze Sabbatsrust’. Een heleboel mensen roepen: ‘Maar ik dacht dat het ging om het eren en
respecteren van een dag.’ Maar er zaten geestelijke gevolgen en processen achter, maar die begrepen de mensen helemaal niet.
Maar God kreeg hen zover om de Sabbat te houden, want ze waren bang dat God hen zou doden als ze het niet deden. Maar als je
volwassen wordt, moet je daar overheen komen. Nu Jezus is gekomen en nu wij wedergeboren worden, nu God zélf binnenin ons leeft
en ons een begrip heeft gegeven dat wij Hem kunnen kennen, loop je alles volkomen mis als je God uit vrees en angst gaat dienen,
en probeert regels en verordeningen te gehoorzamen. Terwijl de waarheid is dat je een volkomen nieuwe schepping bent, en dat de
Heilige Geest je gewoon zal léiden als je in het nieuwe verbond bent.
Ik ben net 57 jaar oud geworden. Mijn moeder is nu 93 jaar oud. Zij heeft me in feite opgevoed, want mijn vader was lange tijd
ziek en stierf toen ik 12 jaar oud was. Mijn moeder was degene die me corrigeerde en dingen handhaafde. Wij woonden aan een
drukke weg en mijn moeder dreigde mij een ongenadig pak slaag te geven als ik die weg zou oversteken zónder eerst naar beide
kanten gekeken te hebben. En ik heb een goed aantal pakken voor mijn broek gehad. Toen ik kind was, keek ik beide kanten op.
Niet omdat ik echt aan de auto’s dacht. Het drong niet echt tot me door dat de auto’s het echte probleem waren. Voor mij was
mijn moeder het probleem. En tot op de dag van vandaag, ik ben 57 jaar oud, maar als ik de straat oversteek, kijk ik twee of
drie keer beide kanten op. Ze heeft dat er echt bij me ingestampt. Ik ben dus echt heel voorzichtig als ik de straat oversteek.
Maar als wij nu de straat zouden oversteken en ik zou niet uitkijken omdat we zo druk aan het praten zijn, en ik zou levend de
overkant bereiken en me opeens realiseren: ‘Oh, oh, ik heb niet beide kanten opgekeken, alsjeblieft, zeg niets tegen mijn
moeder, want ze zal me een pak slaag van jewelste geven’, als dát mijn reactie zou zijn zou je denken: ‘Bij jou zit een
steekje los’. Als het nodig zou zijn, zou ik mijn moeder nu wel kunnen hebben hoor! Ik ben niet langer bang voor mijn moeder.
Maar betekent dit dat ik niet langer twee kanten op kijk? Nee, maar ik doe nu wat juist is uit een heel andere motivatie. Zeg ik
dat wij nu niet heilig zouden moeten leven en juist handelen? Nee! Dat zeg ik helemaal niet. Maar je doet het niet meer uit
angst dat God je gaat straffen of je gebeden niet beantwoordt, of dat God boos op je is, of dat je naar de hel zult gaan. Dat
speelt gewoon niet meer. Dat is voorbij. Dat was maar een tijdelijke manier waarop God de zonde inperkte. Nu hebben we een
totaal andere en nieuwe motivatie om God te dienen. Het is nu omdat we van Hem houden. Omdat we houden van wat Hij voor ons
heeft gedaan. Nu hebben we een intern leidingsysteem binnenin ons, omdat je onder het nieuwe verbond een stem zult horen die
zegt: ‘Dit is de weg, wandel daarin. Wees niet als een paard of een ezel, die men een bit in de mond moet leggen.’ Dat komt
uit Psalm 32. Mensen die onder de wet leven, leven als een stom dier. Je kunt niet met hen praten en redeneren. Je moet hen met
pijn en met een bit beteugelen om hen te laten wenden en keren. Dat is de manier waarop je hen bestuurt.
Maar God zegt nu: ‘Je bent niet als een stom dier, je bent wedergeboren en je hebt nu Mijzelf binnenin je wonen, je kunt Mij
horen zeggen: ‘Dit is de weg’.’ Maar toch leven de meesten van ons niet onder het nieuwe verbond en de vrijheid die God
ons gegeven heeft, maar leven onder de vrees. ‘God zal me iets doen, God gaat me straffen, God zal niets voor me willen doen
als ik dit of dat doe.’ Mensen, dat is volkomen verkeerd. Dat is een verkeerde indruk van God. Net als met mijn moeder. Die
gaf mij ooit regelmatig een pak voor mijn broek. Maar dat was niet omdat ze me haatte, of omdat ze boos op me was, maar omdat ze
van mij hield. En ze probeerde mij te helpen om dingen goed te doen. Maar dat was maar tijdelijk. Nú dreigt ze me heus niet
meer met een pak slaag om me te helpen de juiste dingen te doen. Dat heeft een korte periode geduurd. Maar daarna heeft ze me
uitgelegd wat goed en fout was, en nu doe ik de juiste dingen vanuit een totaal andere motivatie. Zo zouden christenen moeten
zijn. Het is triest genoeg te moeten constateren dat de meesten dit niet werkelijk hebben begrepen en dat ze God dienen uit
vrees. Als ze niet bepaalde dingen doen, dan zal God boos op hen zijn. Maar zo is het helemaal niet.
Dus dit is het waar we het in principe over hebben gehad. Laat me 2 Korintiërs 5 aan je voorlezen. Daar hebben we gisteravond
mee afgesloten. In 2 Korintiërs 5:19 staat dat God in Christus Jezus de wereld met zichzelf verzoenende was, hun zonde niet aan
hen toerekenend, en dat Hij ons de bediening der verzoening heeft toevertrouwd. In vers 20 staat dan: ‘Wij zijn dus gezanten
van Christus, alsof God door onze mond u vermaande; in naam van Christus vragen wij u: laat u met God verzoenen.’
Wij zijn ambassadeurs van God. En precies zoals de ambassadeur van de VS in Israël of in welk land dan ook, niet maar kan gaan
zeggen wat hij zelf denkt, want hij vertegenwoordigt niet zijn eigen mening, hij vertegenwoordigt dit land, maar hij moet ons
vertegenwoordigen en zeggen wat wij zeggen. In zekere zin is een ambassadeur als een tolk. Ik weet niet of iemand van jullie
ooit naar een ander land is geweest, waar je een tolk nodig had? Ik heb via heel wat tolken moeten prediken. En ik heb goede
tolken gehad en slechte. Ik heb tolken gehad, die het helemaal niet eens waren met wat ik vertel, dus vertaalden ze helemaal
niet wat ik zei. Ze zeiden wat ze zelf wilden zeggen. Maar dat is geen goede tolk. Dat is niet juist. Een tolk predikt niet voor
zichzelf maar voor iemand anders.
En wij zouden niet onze eigen doctrine of leerstelling moeten prediken, maar voor God moeten prediken. Maar het is een triest
feit dat wij onze eigen boodschap hebben gepredikt, gebaseerd op traditie en overlevering, en niet op basis van wat God zegt.
God zegt dat Hij in Christus de wereld met zichzelf heeft verzoend, hen de zonde níet toerekenend. De mensen níet voor hun
zonden ter verantwoording roepend. Níet te prediken dat je heilig moet leven, wil je Mij zover krijgen om van je te gaan houden
of je gebeden te beantwoorden of om jou te gebruiken. Want dát is wat Jezus predikte en diezelfde boodschap heeft Hij aan ons
overgedragen. Hij heeft óns het woord van de verzoening toevertrouwd. En als wij zijn ambassadeur willen zijn, zullen we zijn
woord moeten prediken en niet onze eigen boodschap.
Broeders en zusters, de kerk heeft niet de juiste boodschap gepredikt. Wij maken mensen zondebewust en prediken de
oudtestamentische wet, en dat komt voort uit het misverstand en het verkeerd begrijpen van de oudtestamentische wet. En ik zeg
jullie dat wij níet onder de wet zijn. En dan zeggen sommigen: ‘Oh, man, ik kan dus gewoon in zonde gaan leven!’ Nou, dat
is net als met de straat over steken. Ik kan de straat zo oversteken en mijn moeder zal me geen pak slaag geven. En ik hoef ook
niet beide kanten op te kijken. Ook dan zal ze me geen pak voor mijn broek geven. Maar betekent dit dat ik niet meer beide
kanten op kijk? Ik ben gewoon dom als ik dat niet doe. Maar God houdt van me, domkop! Weet je, je hóeft helemaal niet de Bijbel
te lezen en te bidden en naar de kerk te gaan en je tienden betalen. God zal niet boos op je worden. Ook al ga je nooit meer
naar de kerk, God zal evengoed precies evenveel van je houden. Maar jij zult niet evenveel van God gaan houden! Als jij niet
naar de kerk gaat, als jij niet het Woord bestudeert, als jij niet bidt, als je die dingen niet doet, ben je dom. Maar God houdt
van je, domoor. Amen?
Ik zeg dat God niet boos op je is. Maar betekent dit dat we nu vrij zijn om maar in de zonde te gaan leven? Nee. Het betekent
wel dat God je niet zal straffen, omdat Hij nu de mensen hun zonden niet toerekent. God zal je niet verwerpen of afwijzen. Maar
als jij in zonde gaat leven, ga jij gewoon jezelf dwarszitten. Je verschaft satan een toegang tot jou. De Bijbel spreekt
daarover in Hebreeën 11: Leg dan af alle last en de zonde die jou zo gemakkelijk in de weg staat. Net als iemand die in een
wedstrijd rent. Als je dan een gewicht van 50 kg achter je aansleept zul je echt niemand in die wedstrijd kunnen verslaan. Je
wint er helemaal niets bij als je in zonde leeft. Je zit jezelf dwars. Het is echt het aller-domste en stomste wat je kunt doen.
Maar God houdt van je, domoor. God is niet boos op je, God zal je niet oordelen, God zal niet in gebreke blijven om je gebeden
te verhoren. Maar betekent dit dat we in zonde gaan leven? Absoluut niet.
In de allereerste plaats is jouw natuur veranderd. Je wílt helemaal niet in zonde leven als je werkelijk wedergeboren bent.
Misschien misluk je wel vreselijk op dit gebied, omdat de wet de zonde in je leven activeert. Daar hebben we het gisterochtend
over gehad. Maar als je echt wedergeboren bent, is je natuur veranderd en wil je helemaal niet in zonde leven. Mensen, dit is
goed, dit kan je leven veranderen.
Nog even heel snel. Ik moet een aantal dingen behandelen die mensen altijd vragen als ik over dit onderwerp onderwijs. Dat heeft
te maken met dat de zonde in de wereld was, totdat de wet kwam, maar God de mensen hun zonde niet toerekende. God handelde niet
met de mensen naar hun zonden. En vervolgens onder het nieuwe verbond handelt God niet met ons naar onze zonden. En dan komen
altijd deze vragen naar voren. Dus ik ga ze voor iedereen hier beantwoorden. Ook al heb jij misschien deze vragen niet. Vroeger
of later loop je er toch tegenaan. Mensen komen naar me toe: ‘Ok, ik begrijp wat je zegt, maar hoe zit het dan met Sodom en
Gomorra. God oordeelde Sodom en Gomorra. En hoe zit het met de zondvloed, toen God iedereen doodde op acht mensen na. Dat ziet
er voor mij toch uit dat God mensen hun zonden toerekende.’ ‘En hoe zit het met Farao en het land Egypte, toen God de engel
des doods zond, en alle eerstgeborenen in het land doodde in het land Egypte. Dat ziet er toch uit alsof God de mensen hun
zonden aanrekende.’
Laat ik nogmaals zeggen dat ík niet degene ben die deze stelling heeft neergezet. Ik heb jullie gewoon de Schrift geciteerd.
Paulus was degene die dat zei in Romeinen 5:13 dat tot aan de wet de zonde in de wereld was, maar dat de zonde niet werd
toegerekend waar geen wet was. Paulus is dus degene die dit heeft gezegd. De manier waarop ik dit allemaal met elkaar in
overeenstemming breng is, door te stellen dat dit een algemene uitspraak is, over de basispersoonlijkheid en de basisaard van
God, dat God de eerste 2000 jaar de zonde niet wilde aanrekenen. Maar er waren wel degelijk uitzonderingen, of voorbeelden waar
God de zonden aanrekende, maar als je die bekijkt in het gehele verband, waren dat in feite genadedaden. Het was geen genade
voor de individuen die de straf ondergingen. Maar voor het menselijk ras als geheel genomen was het nog steeds in
overeenstemming met het feit dat God de zonde niet toerekende. Hij ging met de mensheid om op basis van genade.
Maar in deze gevallen is het net als bij een infectie of zoiets, die zó dodelijk is en die op het punt staat het hele lichaam
te infecteren, zodat het hele lichaam gedood zal worden. En dus heeft God in principe een amputatie toegepast. Het zou net zo
zijn als wij een been afzetten, of een arm, om te voorkomen dat die infectie het hele lichaam zal doden. Het was zeer zwaar en
ernstig. Voor dat ledemaat zou het een ernstig oordeel zijn, maar voor het lichaam als geheel is het in feite een genadedaad. Je
probeert het lichaam als geheel te redden. En ik geloof dat dit in feite is wat God deed bij de vernietiging van Sodom en
Gomorra. Die mensen leefden in een dergelijke seksuele immoraliteit, dat ze zelfs probeerden seks met engelen te bedrijven. Het
was werkelijk verschrikkelijk. Het verderf in die plaats was zó verdorven dat het als een kankergezwel was, een infectie die
God moest uitsnijden om het menselijke ras te behouden. Ik weet niet waarom het zo is, maar het lijkt erop dat het gemakkelijker
is een infectie op te lopen dan een genezing te ontvangen. Het lijkt wel of een verkoudheid gemakkelijker opgelopen wordt dan
een genezing. Het lijkt alsof het negatieve altijd gemakkelijker binnenkomt dan het positieve. En het negatieve zal zich
verspreiden en infecteren. Je hoeft maar een beetje beurse plek op een appel te krijgen en al gauw is de hele appel rot. Het
lijkt alsof het goede niet het kwade eruit duwt, maar het kwade altijd invloed heeft op het goede.
En voordat God kon voorzien in redding en behoud, voordat de mensen wedergeboren konden worden, was de enige manier waarop Hij
hiermee onder het oude verbond kon afrekenen, het uit te roeien. Het doden. Net zoals je een kankergezwel uitsnijdt. En dat is
de reden waarom Hij Sodom en Gomorra vernietigde. Dat is de reden dat Hij iedereen op acht mensen na doodde in de zondvloed. En
dat is de reden waarom Hij een oordeel over Egypte bracht. Want zij verdrukten Gods volk, zijn verbondsvolk door wie Hij de
Messias in de wereld zou gaan brengen. Daarom moesten zij bevrijd worden. Het was een vreselijk oordeel over die individuen,
maar ik geloof dat het nog steeds te verenigen is met wat ik eerder over God gezegd heb. Over het geheel genomen was het nog
steeds een daad van genade, en het was de enige manier waarop Hij kon handelen en nog steeds zijn plan ten uitvoer brengen.
Kunnen jullie dat volgen?
Zelfs toen de Israëlieten het land binnengingen en ze al die mensen doodden, konden zij dat land nog niet in bezit nemen,
omdat, zoals God aan Abraham in Genesis 15 vers 16 had verteld , de ongerechtigheid van de Amorieten nog niet vol geworden was.
Die offerden toen al hun kinderen, pasgeboren baby’s aan demongoden, deden verschrikkelijke dingen zoals mensenoffers, maar
God zei dat de maat van hun ongerechtigheid nog niet vol was. God was bijzonder geduldig. God was genadig. En dus geloof ik dat
dit een absolute waarheid is, dat God als algemene regel in genade handelde en mensen hun zonden niet toerekende. Met
uitzonderingen bij gelegenheid, en dat deed Hij alleen maar ten behoeve van het behoud van het geheel. Hij stortte zijn toorn
vóór de wet niet uit op een manier die ook maar in de buurt kwam bij wat Hij deed ná het geven van de wet. Na de wet zie je
dat de doodsengel uitgaat en in één keer honderd vijf en tachtigduizend mensen doodt van Sanheribs leger. En God die mensen
sloeg met kankers, tumors en allerlei dingen, en zijn toorn werd uitgestort. Maar dat was niet echt de ware aard en het ware
karakter van God.
En vervolgens zijn er ook in het Nieuwe Testament een paar uitzonderingen te vinden. Laat ik je daarvan enkele vanuit de Schrift
aantonen. En nogmaals, onder het nieuwe verbond rekent God de mensen weer niet hun zonden toe. Maar er zijn uitzonderingen. In
Handelingen 12 vers 20-22: ‘En Herodes was hevig vertoornd op de Tyriers en de Sidoniers; maar zij kwamen als een man tot hem
en wisten Blastus, de kamerheer van de koning, voor zich te winnen en zij verzochten om vrede, daar hun land voor zijn voeding
van dat des konings afhankelijk was. 21 En op een bepaalde dag hield Herodes, in een koninklijk kleed op de troon gezeten, een
rede tot hen; 22 en het volk juichte hem toe: De stem van een god en niet van een mens!’
Voor degenen onder jullie die niet met de Schrift vertrouwd zijn, dit is de Herodes die Jakobus de broer van de Heer doodde, die
probeerde Petrus te doden, die toen door God wonderbaarlijk werd bevrijd. Deze Herodes was er een van een serie Herodessen. Je
had die Herodes die alle pasgeboren jongetjes liet doden ten tijde van de geboorte van Jezus, en de Herodes voor wie Jezus bij
zijn veroordeling werd voorgeleid. En dit was weer een zoon daarvan. En deze kerel was een akelig slechte koning geweest. Zijn
familie had al jaren en jaren bijzonder slechte dingen gedaan. En uiteindelijk kwamen een aantal mensen die probeerden zijn
gunst te winnen. En toen ging Herodes op een troon zitten en verklaarde zichzelf tot iets bijzonders en hield een redevoering.
Waarschijnlijk was hij niet eens een goede spreker. Maar van deze mensen was het alleen maar vleierij en zij probeerden zijn
goedkeuring te winnen. En om hem te eren gingen ze op zijn ego inspelen en riepen ze: ‘Dit is geen mens, dit is de stem van
een god!’ Ze aanbaden hem als god. En deze Herodes die allerlei afschuwelijke dingen had gedaan, ontving hun aanbidding als
god en God schoot een beetje uit zijn slof. Kijk wat er gebeurde: ‘23 En terstond sloeg hem een engel des Heren, omdat hij God
de eer niet gaf; en hij werd door wormen gegeten en blies de adem uit.’
Josephus, iemand die een geschiedenisboek schreef voor de Romeinen uit de eerste eeuw, was daarbij aanwezig. En hij schreef over
Herodes dat echt binnen minder dan 20 minuten de wormen uit zijn ingewanden kropen en hij dood neerviel. Deze wormen kwamen uit
hem gekropen pal voor de ogen van de mensen en hij stierf ogenblikkelijk. Het was hier niet de duivel die het deed. Er staat dat
een engel des Heren hem trof, omdat hij God de eer niet gaf. Daarom werd hij door wormen opgegeten en gaf de geest. Ik denk dat
je in dit geval moet zeggen dat God hem de zonde aanrekende. God rekende het hem toe. Maar nogmaals, dit is echt een
uitzondering en niet de regel. En laat me er ook nog dit aan toevoegen, dat het slaat op iemand die búiten het nieuwe verbond
stond. Wij hebben een verbond dat zegt dat God al onze zonden op Jezus heeft gelegd, en dat Hij onze zonden en ongerechtigheden
niet meer zal gedenken, en dat Hij al onze zonden, verleden, heden en toekomst heeft weggedaan. Hier was iemand die niet onder
dat verbond stond.
God had wel degelijk genade aan hem betoond. Hij had Jezus’ halfbroer vermoord en probeerde Petrus te doden. Hij had
afschuwelijke dingen gedaan en toch had God hem verdragen. Het is echt niet zo dat God een kort lontje had. God was bijzonder
genadig geweest voor deze kerel, maar toen hij aanbidding als god begon te aanvaarden, had God genoeg van hem en vernietigde
hem. Voor mij is dat niet tegenstrijdig. God rekent de mensen hun zonden niet toe. Hij is genadig ten opzicht van hen en biedt
hen de vergeving van zonden aan. Maar er zijn voorbeelden waarin men de genade van God niet zal aanvaarden en schade zal
aanrichten aan het koninkrijk van God, en ik geloof dat God hen daarom kan vernietigen. Ik geloof dat het uitzonderingen zijn,
maar het gebeurt.
Ik geloof dat dit ook met Hitler is gebeurd. Hitler gebruikte allerlei demonische dingen om zaken te voorspellen, astrologen en
waarzeggers, om zijn plannen te maken. En hij had een periode succes. Maar over de hele wereld waren mensen aan het bidden. En
ik ben ervan overtuigd dat God Hitler overtuiging van zonde gaf, en dat God genadig met hem was en hem veel verder liet gaan dan
God zou willen, maar toen alle christenen op de wereld aan het bidden waren tegen Hitler, geloof ik dat God zich tegen Hitler
heeft gekeerd en bovennatuurlijk heeft gezorgd dat de strijd andersom ging lopen en de geallieerden wonnen. Ik twijfel er niet
aan dat dit een ingrijpen van God was.
Maar ik wil hierbij wel zeggen dat God nooit de zijnen straft, en ons ook niet erge dingen aandoet voor ‘zuiverende’
doeleinden. Er is daar sprake van eindoordeel. God zou niet onrechtvaardig zijn als Hij ons voor al onze zonden ter
verantwoording zou roepen, maar voor degenen met wie Hij een verbond heeft gesloten, heeft Hij beloofd dat Hij het niet zou
doen. Maar degenen die buiten het verbond zijn hoeft God echt niet tienduizend maal te verdragen. Wie kan zeggen dat Hij pas bij
de tienduizend en eerste keer gerechtvaardigd is om een oordeel over hen te brengen. God zou volkomen rechtvaardig zijn om ieder
persoon die buiten het verbond staat te oordelen. Maar dat is niet zijn aard. Over het geheel genomen rekent God de mensen hun
zonden niet toe, maar er zijn zeldzame gelegenheden waar Hij tussenbeide komt en oordeel brengt.
Hier is nog een voorbeeld in het 13e hoofdstuk van Handelingen. In vers 8 staat: ‘8 Maar Elymas, de tovenaar, want zo wordt
zijn naam vertaald, verzette zich tegen hen en trachtte de landvoogd van het geloof afkerig te maken. 9 Doch Saulus, anders
gezegd Paulus, vervuld met de Heilige Geest, zag hem scherp aan, en zei: 10 Zoon des duivels, vol van allerlei list en streken,
vijand van alle gerechtigheid, zult gij niet ophouden de rechte wegen des Heren te verdraaien? 11 En nu, zie, de hand des Heren
keert zich tegen u, en gij zult een tijd lang blind zijn en de zon niet zien. En terstond viel op hem donkerheid en duisternis,
en rondtastende zocht hij iemand om hem bij de hand te leiden.’
Paulus verdroeg Elymas geruime tijd, maar na een periode keerde hij zich om en sprak het oordeel van God uit en zei: ‘Je zult
het licht van de zon voor een periode niet zien’, en precies als bij die oude tekenfilm, waar iemand rondloopt met de hele
tijd een wolkje boven zijn hoofd, dat gebeurde letterlijk met Elymas. Een wolk overschaduwde hem, hing over zijn hoofd heen
zodat hij daardoor verblind werd en niet kon zien. Dat gebeurde letterlijk. Maar dit is een uitzondering. Het is niet de normale
manier waarop God met mensen omgaat. En merk nogmaals op, het ging hier om iemand die búiten het verbond stond. God zou
volkomen in zijn recht staan om iedereen die Hem al had verworpen te zeggen: ‘Genoeg geweest, dit was alle genade die jou
wordt aangereikt, het is genoeg zo.’ Hij zou volkomen gerechtigd zijn dat te doen. Maar Hij doet het zeer, zeer zelden, en
áls Hij het doet, is het gelijk een uiteindelijk oordeel. Je vindt nergens meer dat Elymas zich bekeerde en deel ging uitmaken
van de gemeente.
Ook toen Paulus zich omkeerde naar de vrouw die een waarzeggende geest had en overal rondriep: ‘Die mensen zijn dienaren van
den Allerhoogsten God, die ons den weg ten heil verkondigen!’ Paulus keerde zich om en dreef de demon uit. Ik weet niet of
iemand zich ooit heeft afgevraagd waarom hij die demon niet gelijk heeft uitgedreven. Dat gebeurde pas na vele dagen. Waarom
deed hij dat niet gelijk? De reden daarvoor is, dat je iemands vrije wil aantast als zij niet zelf vrágen om bevrijding. Je
dringt het op en gooit die demon eruit. Weet je wat dat is? Dat is oordeel brengen over mensen. Je leest ook niet dat die vrouw
tot bekering kwam. De Heer is geduldig en lankmoedig. Hij verdraagt onze rebellie en dat soort dingen. Want als God eenmaal
ingrijpt, boem, dan maakt God er een eind aan. Dat neemt iemands gelegenheid weg en maakt een einde aan de periode om tot
bekering te komen. En deze vrouw uit wie de demon werd uitgedreven, werd niet wedergeboren. Het was een oordeel, een ingrijpen.
God kán dit doen en is gerechtigd om het te doen bij iedereen die niet onder het nieuwe verbond valt, maar God is zeer
terughoudend om dat te doen en doet het niet vaak.
Het andere klassieke voorbeeld dat ik kan bedenken in het Nieuwe Testament is Ananias en Saffira, in Handelingen 5. Mensen
zullen zeggen: ‘Hoe zit het dan met Ananias en Saffira?’ Ik heb drie verklaringen gehoord over Ananias en Saffira. Voor
degenen die het verhaal niet kennen, dat zijn de mensen die hun land voor geld verkocht hadden en geld gaven aan de gemeente,
voor gemeenschappelijke doeleinden. Maar ze logen over een gedeelte van het geld dat ze hadden gekregen. Dus toen Ananias
binnenkwam zei hij dat hij het land voor zoveel had verkocht, en de engel des Heeren sloeg hem en hij stierf. De jongemannen
kwamen binnen en begroeven hem. En tegen de tijd dat ze terugkwamen van de begrafenis van Ananias, kwam Saffira binnen. En
Petrus zei dus: ‘Is wat je echtgenoot heeft gezegd waar? Heb je het land voor dít geld verkocht? En zij zei: ‘Ja’. En hij
zei: ‘Hoe hebt gij kunnen overeenkomen om de Geest des Heren te verzoeken? Zie, de voeten van hen, die uw man hebben begraven,
zijn aan de deur en zij zullen ook u uitdragen.’ En boem, zij viel dood neer en de jongemannen droegen haar ook weg om te
begraven. Dit is een voorbeeld van iemand aan wie de zonden werden toegerekend.
De mensen zeggen dus: ‘Hoe kun je dat rijmen met dat je zegt dat God mensen hun zonden niet toerekent’. Ik heb drie
verschillende verklaringen gehoord. Één daarvan is, dat zij van zichzelf stierven. Dus dat toen zij merkten dat ze betrapt
waren, hun hart het begaf. Het was dan niet God die hen doodde, maar zij stierven van zichzelf. Ik verwerp die uitleg omdat in
het tweede geval Petrus zegt: ‘Waarom hebben jullie samengespannen tegen de Geest des Heren’ en hij sprak het van te voren
uit en profeteerde Saffira’s dood. Daarom geloof ik niet dat zij toevallig van zichzelf uit stierven.
De tweede uitleg die mensen geven is: ‘Ze waren niet echt wedergeboren. Er zijn mensen in de kerk die niet echt wedergeboren
zijn. Ze waren buiten het verbond en daarom kon God hen slaan, zonder zijn belofte te schenden dat Hij ons nooit zou oordelen
omdat voor al onze zonden al betaald is.’ Ik denk dat het een mógelijkheid is, maar wat mij betreft lijkt het er meer op dat
wat Ananias en Saffira deden in principe het verwerpen, het afwerpen van hun redding was. Zij kozen in feite voor hebzucht en
verloochenden hun redding. Dat is op zich nog een heel ander onderwijs. Ik vrees dat ik hiermee weer een heel blik voor jullie
ga opentrekken. Maar ik ga dat hier niet uitleggen. Daar heb ik nu gewoon geen tijd voor. Maar ik geloof dat zij waarschijnlijk
hun redding hebben verloochend. En als dat eenmaal is gebeurd, kun je niet opnieuw wedergeboren worden.
Het is niet zoals sommige mensen beweren dat je elke keer dat je iets verkeerd doet, je redding kwijtraakt en je dan moet
bekeren en belijden en het doorbidden en dan opnieuw wedergeboren wordt. De Bijbel zegt in Hebreeën hoofdstuk 6: ‘en die dan
zijn afgevallen, het is onmogelijk hen opnieuw tot bekering te brengen; daar zij voor zichzelf den Zoon Gods wederom kruisigen
en met hem den spot drijven.’
En als dat is gebeurd met Ananias en Saffira, en als zij hun redding hebben verloochend, dan zijn ze afgevallen en waren ze
sowieso op weg naar de hel. God zal zijn verbond met gelovigen nooit schenden. Zíj hebben het verbond verbroken en waren buiten
het verbond toen God hen sloeg.
Laat me gewoon zeggen dat als de Heer terugkomt en Hij zál terugkomen, dan zal Hij ook oordeel meenemen. Als Jezus terugkomt,
zal Hij een scherp tweesnijdend zwaard hebben, dat uit zijn mond komt, en Hij zal mensen vernietigen. En het bloed zal zó hoog
vloeien dat een gebied over een lengte van ongeveer 300 kilometer bedekt zal zijn tot de hoogte van de tomen van de paarden. Dat
is zo ongeveer één à anderhalve meter hoog. En ze zullen heel veel tijd nodig hebben om alle beenderen te begraven en alle
materieel dat is blijven liggen te verwijderen. God is een heilig God. En degenen die Hem uiteindelijk verwerpen zullen op een
dag rekenschap af moeten leggen. En God zal oordeel uitvoeren over de goddelozen. Maar wij leven nu in wat het tijdperk van de
kerk wordt genoemd, het jaar van genade. En in deze tijdsperiode houdt God zijn toorn in. God laat die niet los op mensen,
behalve met enkele heel zeldzame uitzonderingen. Zoals Hitler, of Elymas de tovenaar of Herodus, e.d.
Over het algemeen rekent God de mensen hun zonden niet toe. En Hij heeft ons opgedragen om mensen te vertellen dat Hij hun de
zonden niet toerekent. Hij handelt met genade en vergeving. En díe boodschap moeten wij prediken. Triest genoeg moet gezegd
worden dat christenen de toorn van God prediken.
Toen ik voor het eerst echt tot de Heer kwam, was wat mij echt raakte het begrijpen dat God onvoorwaardelijk van mij hield. Dat
veranderde echt mijn hele leven. Ik werd zo verliefd op God dat ik echt iedereen wilde vertellen over de liefde van God. Maar ik
ben in een wettisch systeem opgevoed. Het model dat ik had, was dat de manier om tot mensen te getuigen was, ze vertellen: ‘Je
bent een zóndaar, bekeer je of anders. Berouw of branden!’ En ik liet echt traktaten drukken waarop stond: ‘Bekeer je of
anders…, berouw of branden’. En die deelden we uit aan de mensen. We hadden ook nog een traktaat dat we lieten drukken,
waarop stond: ‘Alles wat jij moet doen om naar de hel te gaan’. En als je het openvouwde waren de bladzijden aan de
binnenkant volkomen blanco. Er stond niets. En als je dan de achterkant bekeek stond er: ‘Klopt volkomen, je hoeft niets meer
te doen, want je bent al op weg naar de hel. Je moet wat doen om daar niet te komen.’
En dat gebruikte ik om tot mensen te getuigen. Als mensen een pakje sigaretten of een biertje in hun hand hadden, greep ik ze
beet en zei: ‘Je gaat naar de hel, bekeer je, God houdt van je!’ En weet je, ik dacht dat ik de mensen vertelde over de
liefde van God door hen te veroordelen en voor de voeten te werpen dat ze zondaren waren. En het duurde best een poos voor mijn
verstand mijn hart kon inhalen. Ik wist dat God van mensen hield, maar ik begon gewoon te getuigen tegen de mensen op de manier
waarop alle anderen dat deden. Ik had dat als voorbeeld gezien. En het kostte me echt een tijd om te beseffen wat er wordt
gezegd in Romeinen 2:4, dat het de goedheid van God is, die mensen tot berouw en bekering brengt.
En ik zeg dus dat er heel wat mensen zijn die echt God liefhebben, en misschien een verlangen hebben om mensen gered te zien
worden, maar niet met hun verstand de dingen hebben begrepen waar wij hier over spreken. Zij rekenen mensen hun zonden toe en
denken dat dit de juiste manier is waarop we zouden moeten getuigen. Dus dat we de mensen uit vrees naar de Heer toe moeten
jagen, in plaats van hen trekken uit liefde.
Ik kan je verzekeren dat er een vernieuwing van ons denken moet komen. Er zijn vrienden van me, mensen van wie ik houd en die ik
respecteer, die vinden dat ik hier echt scheef ga, omdat ik predik dat God mensen hun zonden niet aanrekent. En dat zijn mensen
die echt van God houden. Ik was zelf in die situatie waarin ik mensen veroordeelde, maar toch van God hield en probeerde de
liefde van God over te brengen.
Ik kan echt wel meevoelen en begrijpen waar mensen uit komen, maar ik verzeker je dat dít de boodschap is, die mensen hun leven
zal veranderen. Als wij echt het evangélie zouden gaan prediken, dan zegt Romeinen 1:16 dat het evangélie de kracht Gods is
tot behoud. Niet veroordeling. Het woord ‘evangelie’ betekent ‘Goed Nieuws’, of letterlijk ‘bijna te goed om waar te
zijn nieuws’. Het vertelt mensen dat God van hen houdt en laat hen zien dat God zelfs zó veel van hen houdt dat Hij al hun
zonden heeft genomen en op Jezus geplaatst. En Jezus heeft voor elke en iedere zonde van jou betaald, zodat het jou nóóit ten
laste zal worden gelegd. Het is dat ‘bijna te goed om waar te zijn nieuws’, dat God je niet geeft wat je verdient. Dat zal
mensen vrijmaken.
Broeders en zusters, mensen hebben het evangélie niet te horen gekregen. De kerk is niet bezig geweest het evangelie te
verkondigen. De kerk is bezig geweest de mensen hun zónden voor te houden en te zeggen: ‘Tenzij je hiermee ophoudt, zal God
niets doen in jouw leven.’ Dat is helemaal verkeerd. Wij hebben dus een aanpassing nodig. Wij moeten terug naar het Woord en
uitvinden wat de ware aard van God is. Sommige mensen zijn van het spoor geraakt, vanwege de toorn en de wraak van het oude
verbond. Maar ik heb mijn tijd hier met jullie besteed om te proberen uit te leggen waarom het oude verbond was gegeven, om
jullie te laten zien dat het maar tijdelijk was. Het was tweeduizend jaar gegeven en nu is het al bijna tweeduizend jaar lang zo
dat God de mensen hun zonden niet toerekent. En wij moeten echt stoppen met de mensen te vertellen dat God hun hun zonden
aanrekent. Als jij dat kunt begrijpen, zal het je leven veranderen. Amen? Dat is goed nieuws.
Deel 5: Rechtvaardigheid gegeven...
|