Bijbelgetrouw, krachtig en
praktisch onderwijs van Andrew Wommack
Overzicht van de vertaalde bijbelstudies van Andrew Wommack, klik hier...
Het is Gods wil dat je gezond bent - 2
Andrew Wommack
Deel 1. Genezing maakt deel uit van de
verzoening van Christus
Deel 2. Hoe zit het met Paulus' doorn in het vlees?
Deel 3. Waarom geneest niet iedereen?
Deel 4. De wetten van geloof.
Oorspronkelijke titel: God Wants You Well
Als MP3 bestand te downloaden van: www.awmi.net
Inleiding:
Gezondheid is iets wat iedereen wil. Miljoenen dollars worden ieder jaar uitgegeven aan pogingen gezondheid te ontvangen of te
herstellen. Het is een basisbehoefte van de mensheid. Iedereen die van ziekte houdt of geniet is geestelijk niet in orde. Maar
toch probeert religie ons wijs te maken dat het Gods wil is als wij ziek zijn. Ze probeert ons zelfs wijs te maken dat ziekte
een zegening is. Dat is gewoon niet waar. God wil dat jij gezond bent.
Deel 2: Hoe zit het met Paulus’ doorn in het vlees?
Prijs de Heer. Dit is onze tweede tape in een serie van vier met als titel ‘Het is Gods wil dat je gezond bent’. Op onze
eerste tape hebben we behandeld dat genezing een onderdeel is van de verzoening die Christus heeft bewerkt. En we hebben
getracht aan te tonen dat genezing geen zaak is die los staat van vergeving en redding. Het Griekse woord dat meer dan honderd
keer in het Nieuwe Testament werd gebruikt voor redding en behoud wordt óók vertaald als genezen, gezond gemaakt, gered en dat
juist in verband met de genezing van ziekten. God heeft nooit de bedoeling gehad dat alles wat Jezus volbracht heeft in
verschillende onderdeeltjes gehakt zou worden, en dat wij zouden mogen zeggen: we aanvaarden de vergeving van zonden, maar we
verwerpen genezing en voorspoed en bevrijding. Nee, het is een compleet pakket, in één keer aangeboden. Het is gewoon verkeerd
als de kerk genezing voorstelt als een extra voordeeltje dat zou kúnnen gebeuren, maar wat geen vast onderdeel is van het
behoud dat Jezus heeft verworven. En dat het aan God zou zijn om maar te kiezen of Hij wil genezen of niet.
Het is net zo goed Gods wil om jou te genezen als om jou te vergeven. God wil net zo goed dat jij weerstand biedt aan ziekte en
gebrek als dat Hij wil dat jij weerstand biedt aan zonde. Dat zijn forse uitspraken, maar daar hebben we het over gehad op de
eerste tape.
Ik heb veel nagedacht over waarom iemand zich toch maar blijft verzetten tegen genezing. Het lijkt toch een universeel verlangen
te zijn om gezond te zijn? Dat kun je bewijzen door alleen al te kijken naar alle moeite die mensen zich getroosten om hun
lichamen proberen gezond te krijgen. Er worden echt ongeëvenaarde hoeveelheden geld uitgegeven aan operaties, artsenbezoeken en
medicijnen. Medicijnen vormen gewoon een enórm gebied. Mensen nemen zoveel medicijnen. En dan alleen al die bijwerkingen
daarvan! Ik heb er geen ervaring mee, maar ik heb advertenties gezien en artikelen gelezen, waarin de bijwerkingen van die
dingen genoemd worden, die zo vreselijk zijn dat ik denk dat ik liever ziek ben dan die bijwerkingen ervaren. En toch verduren
mensen de meest vreselijke bijwerkingen. Ze ondergaan bestraling en chemotherapie waardoor hun haar uitvalt. Ze gebruiken
medicijnen waardoor ze opzwellen. Ze laten zelfs letterlijk delen van hun lichaam amputeren in een poging om in leven te
blijven.
En dat is gewoon wereldwijd. Niemand vindt het leuk om ziek te zijn. Zelfs hypochonders (zwartkijkers, zwaarmoedige mensen)
vinden het niet echt leuk. Ze hebben een vrees die hen ertoe trekt en die maakt dat ze helemaal geobsedeerd worden door ziekte;
maar daarmee vinden ze het nog niet leuk. Het is universeel dat mensen ziekte en gebrek haten. En ik geloof dat dit ook komt
omdat God de mensen niet heeft geschapen om te sterven. De dood is iets waar de mens voor gekozen heeft. Maar het is niet iets
waar God voor gekozen heeft. God heeft oorspronkelijk bedoeld dat onze lichamen voor eeuwig zouden blijven leven.
Ik heb zelfs wat medische artikelen gelezen die zeggen dat het lichaam in principe in staat is zichzelf te genezen en te
herstellen. En in wezen begrijpt de medische beroepsgroep niet echt waarom het lichaam niet voor eeuwig blijft leven. Natuurlijk
zijn er dingen die binnendringen, virussen, bacteriën, etc. Maar in principe is het vermogen aanwezig om daarmee af te rekenen.
Maar Gods oorspronkelijke plan voor ons was om helemaal nooit ziek te zijn. Ziekte is nooit een onderdeel van Gods plan geweest.
Ziekte is een deel waar wíj voor gekozen hebben.
God heeft daarom in ieder persoon een verlangen naar gezondheid geschapen. Mensen houden helemaal niet van ziekte. God houdt er
niet van, mensen houden er niet van, waarom bestrijden mensen dan zozeer dat God een genezer is? Ze beweren zelfs dat jij van de
duivel bent als je gelooft dat God ook tegenwoordig nog geneest. God zou dat niet meer doen. Hoe kan iemand zoiets zeggen
terwijl het een universele behoefte en nood is? Iedereen wil het. Waarom zouden we God dan in de schoenen schuiven dat Hij dat
niet wil?
Er zijn wat gematigder uitingen van dezelfde mentaliteit. Ze zeggen dan niet dat je van de duivel bent als je in genezing
gelooft en mensen handen oplegt, en gelooft dat ze genezen zullen worden, maar ze zeggen: het is niet Gods wil om iedere keer te
genezen. Waarom beweren ze zoiets terwijl ik op de eerste tape al heb bewezen dat genezing gewoon onderdeel van de verzoening is
en dat God net zozeer in de genezing van onze lichamen heeft voorzien als in de vergeving van onze zonden?
Als dit allemaal zo overduidelijk is, waarom bestrijden mensen dan toch zo fel genezing? Daar zijn verschillende oorzaken van.
Eén daarvan is onjuist onderwijs. Mensen zijn bevooroordeeld door verkeerd onderwijs. Maar waarom is het toch dat mensen zo’n
ander onderricht geven? Waarom zouden ze onderricht geven tégen genezing? Het volgende is misschien te eenvoudig gesteld, en
sommige mensen kunnen denken dat ik vals of aanvallend ben hierin, maar zo bedoel ik het niet. Het is bedoeld om verhelderend te
werken. Om de oogkleppen weg te nemen. Maar ik geloof dat de hoofdoorzaak waarom mensen zich verzetten tegen genezing als
onderdeel van de verzoening, én dat het Gods wil is om altijd te genezen is, dat het te gemakkelijk is om het te geloven. Het
is een uitvlucht. Nogmaals, het is misschien te eenvoudig gesteld, er kunnen heel oprechte mensen zijn, die verkeerd onderwezen
zijn. En daar bestaan allerlei varianten op, maar ik geloof dat de basisoorzaak van dit onderwijs tegen genezing is, dat het een
uitvlucht is.
Want het legt namelijk de verantwoordelijkheid bij ons. Als God al in genezing voor ons heeft voorzien, en als het tevens heel
duidelijk is dat niet iedereen geneest, dan werpt dat de vraag op: als God wil dat je gezond bent, waarom ben je dan niet
gezond? En dat betekent dat wij daarvoor een zekere verantwoordelijkheid op ons moeten nemen. Ik ga daar later dieper op in als
ik zal spreken over: ‘Waarom geneest niet iedereen’. Dat is de volgende tape in deze serie. Maar wij moeten een zekere
verantwoordelijkheid hiervoor aanvaarden. En in een poging om die verantwoordelijkheid en schuld te ontlopen zeggen we maar
gemakkelijk: ‘Nou, het zal wel Gods wil niet zijn geweest’. Maar dat is gewoon helemaal niet waar.
Mensen zeggen: ‘Nou, als God zou willen dat mensen gezond waren, zouden ze heus wel genezen, of jij voor ze bidt of niet’.
Nou, dat is gewoon niet zo, kijk maar naar de vergeving van zonden. Het is heel duidelijk dat 2 Petrus 3:9 zegt dat God niet wil
dat ook maar iemand verloren gaat, maar dat iedereen tot bekering moet komen. Je kunt het gewoon niet duidelijker stellen dan
zo. Het is Gods wil is dat mensen gered worden. Maar toch wordt niet iedereen gered. Jezus heeft zelfs geprofeteerd dat er meer
mensen door de brede poort naar het verderf zullen gaan dan door de smalle poort in het eeuwig leven. Dus Gods wil met
betrekking tot redding komt helemaal niet automatisch tot stand.
Waarom? Omdat God sommigen niet wil redden? Nee want er staat dat het zijn wil is dat alle mensen tot bekering komen en tot het
kennen van God. Het is helemaal niet Gods wil dat mensen sterven en naar de hel gaan. Maar Hij heeft ons de vrije keuze gelaten.
Mensen gaan naar de hel omdat ze ervoor kiezen God te verwerpen. Sommigen verwerpen de hemel omdat ze openlijk en brutaal tegen
God rebelleren, anderen verwerpen het omdat ze het verkeerde onderwijs hebben ontvangen en vertrouwen op hun kerklidmaatschap en
hun eigen goede werken en dat soort dingen. Ze zijn bedrogen, maar desondanks blijft het hun eigen keus waardoor ze het
mislopen. Maar God is niet degene die wil dat er ook maar iemand naar de hel gaat.
En net zo is het niet Gods wil dat er ook maar iemand ziek is. Maar er zijn mensen ziek. Ook dat komt omdat sommige mensen in
totale rebellie tegen God en Zijn wegen zijn, en zij oogsten wat ze zaaien. Andere mensen verlangen wel naar genezing, maar
ontvangen het niet omdat ze dingen niet goed begrijpen, net zoals sommige mensen denken dat naar de kerk gaan, een goede jongen
zijn, en als kind gedoopt zijn, redding en behoud in hun leven bewerkt. Ze zijn heel oprecht, maar hebben het oprecht mis.
En zoals het niet Gods wil is dat mensen verloren gaan, is het ook niet Gods wil dat mensen ziek zijn. Mensen zíjn ziek en
mensen gaan verloren, niet omdat het Gods wil is, maar omdat wij dingen niet begrijpen. Wij moeten aanvaarden dat het óns falen
en ons tekortkomen is, niet Gods falen, waardoor mensen naar de hel gestuurd worden en wat er óók voor zorgt dat mensen ziek
zijn. De weigering om die verantwoordelijkheid te aanvaarden is volgens mij de grondoorzaak waarom mensen genezing bestrijden.
Omdat ze die verantwoordelijkheid niet willen aanvaarden. Ze willen het feit niet onder ogen zien.
‘Dus jij zegt dat een ouder, een geliefde of een kind is gestorven en wij hadden iets kunnen doen om dat te voorkomen? Jij
zegt dus dat het mijn schuld is dat degene die ik liefheb heeft geleden onder ziekte en gebrek en gestorven is?’ Ik zeg niet
dat het rechtstreeks jouw schuld is. Dat kan in sommige gevallen zo zijn, maar in de meeste gevallen is het niet het gevolg van
een individuele zonde, maar het gevolg van de zonde die de wereld verdorven heeft. De zonde die bacteriën en virussen heeft
veroorzaakt, schimmels en infecties en dat soort dingen. Dat is nooit onderdeel geweest van Gods oorspronkelijke plan voor de
mensheid. Dat is een bederf van de natuur en het is door zonde veroorzaakt. Maar het is niet per se de individuele zonde van een
persoon. De collectieve zonde heeft het hele systeem aangetast.
En ook al is er misschien niet iets wat jij individueel hebt gedaan, wat het heeft veroorzaakt, er is wel degelijk altijd iets
dat wij individueel kunnen doen om die aantasting te overwinnen en in gezondheid te wandelen. Ik heb een voorbeeld. Ik had
enkele mensen in een kerk waar ik pastor was. Dat was ergens in 1973 of 1974. Er was een vrouw die een kind had dat mongoloïde
was geboren. Dat gebeurde omdat ze een heel kleine vrouw was. Ze woonde in Guatemala. En onderweg naar het ziekenhuis beviel ze
van deze baby en dat veroorzaakte hersenbeschadiging en het kind werd mongoloïde geboren. Het kind had ook een gebrek aan het
immuunsysteem. De arts zei dat als het kind ooit maar verkouden zou worden het zou sterven. Er was niets dat zij eraan konden
doen. En zij verwachtten niet eens dat het kind in leven zou blijven. Hij bleef in leven tot de tijd dat ik hen leerde kennen en
het kind was toen vier jaar oud. Hij vatte inderdaad kou en ik bad voor het kind om te genezen. En het kind stierf terwijl ik
het in mijn armen hield. Wij bleven urenlang bij de ouders zitten en baden om het kind uit de dood op te wekken. Wij deden alles
wat ik maar wist te doen. En uiteindelijk belde iemand en kwam de politie opdagen en het was al een wonder dat we niet allemaal
in de gevangenis werden gegooid. De enige reden dat ze dat niet deden was, omdat er artsenverklaringen waren, die bewezen dat de
artsen hadden gezegd: als hij ziek wordt, houd hem maar thuis, want we kunnen niets voor hem doen. En daarom lieten ze ons
gaan.
Het was een zeer tragische situatie. De ouders vroegen mij om de begrafenis te leiden. En op de begrafenis speurde ik naar iets
dat de ouders en mij kon troosten. Ik vatte het persoonlijk op. En ik kan je verzekeren dat het tijdelijk een troost zou zijn
geweest, om te zeggen: ‘Het kan gewoon niet aan ons gelegen hebben. Ik heb echt álles gedaan en gegeven wat ik maar had. Het
kan niet aan jullie hebben gelegen.’ Deze mensen waren diep verdrietig en het deed echt helemaal geen goed om met de vinger te
wijzen en te zeggen: ‘Het is jullie schuld’. Het zou héél aangenaam zijn geweest om te zeggen: ‘Nou, God werkt op
ondoorgrondelijke manieren. God zal uw zoon in de hemel willen hebben, God had hem daar nodig.’ Het zou gemakkelijk zijn
geweest om met die clichés die je meestal hoort in religie op de proppen te komen.
Maar ik moest gewoon eerlijk zijn met de Schrift. En ik moest die ouders zeggen: ‘Ik geloof niet dat dit Gods wil is geweest.
God heeft uw zoon niet gedood. God heeft dit niet laten gebeuren. Satan is degene die zijn leven heeft geroofd.’ Ik heb ze
getroost met te zeggen: ‘Het is niet belangrijk. Zelfs al heeft satan deze slag gewonnen, hij heeft de oorlog niet gewonnen.’
En ik nam verzen die laten zien dat hun kind nu in de aanwezigheid van God is, uit 2 Samuël 12 en andere plaatsen. En ik diende
hen met hoop, dat de jongen nu bij Jezus was en al die dingen. Maar als het aankwam op waarom het was gebeurd, zei ik in feite:
‘Het is of míjn fout, of uw fout, of ons beider fout. Het zijn dingen die wij niet begrijpen. Ik weet niet wat het is, maar
één ding kan ik je verzekeren: het is níet van God.
En ik kan je verzekeren dat het níet zo vertroostend zou zijn geweest als ik zou hebben gezegd: ‘God werkt op
ondoorgrondelijke manieren. God heeft het toegelaten, God heeft dit ons vast met een goede bedoeling aangedaan.’ Dat had
wellicht tijdelijk wat troost gegeven, maar de Bijbel zegt dat je de waarheid zult kennen en dat de waarheid je vrij zal maken.
Gods Woord is de waarheid. En ik kon nergens iets vinden waar Jezus mensen ziek maakte. Ik moest hen gewoon vertellen: ‘Ik
weet niet waar het probleem zit, maar het ligt niet aan God. Satan heeft ons verslagen, hij heeft een veldslag gewonnen, maar
hij heeft de oorlog verloren. De jongen is bij Jezus.’ En ik zei dat het niet Gods wil was.
Omdat ik deze mensen de waarheid vertelde, gingen ze bidden en liet God hen enkele dingen zien waar ze vrees en angst en
dergelijke dingen hadden toegelaten om binnen te komen, wat hun geloof had lamgelegd en hen verhinderd om het wonder dat ze
nodig hadden te ontvangen. En doordat ze de waarheid ontvingen, hebben zij zich daarvan bekeerd, en waren in staat om die vrees
te overwinnen en ermee af te rekenen. De artsen hadden gezegd dat de oorzaak dat de jongen mongoloïde was, dat zij zo klein was
en dat de baby met een keizersnede gehaald had moeten worden. Ze zeiden ook dat zij nooit meer zwanger mocht worden omdat ze zo
klein was. En als ze dat toch werd, zou het met de keizersnede gehaald moeten worden. En ze zeiden: de kans is groot dat je dan
de baby én je eigen leven verliest. Ze adviseerden haar om nooit meer een kind te krijgen.
Dat is zoals ik al heb gezegd in 1973 geweest. Maar na die tijd heeft zij 3 of 4 kinderen gekregen. Onlangs heeft ze me nog een
foto gestuurd van al haar kinderen die slaagden voor hun highschool. En ze heeft hen allemaal op een natuurlijke manier thuis
gebaard zonder enige hulp van een arts, omdat zij wist dat geen enkele arts die haar dossier zou inzien haar zou toestaan een
kind op natuurlijke manier te baren. Maar in plaats van kinderloos te blijven en haar hele leven in bitterheid en teleurstelling
door te brengen en zich maar af vragen: ‘God, waarom hebt U dit toch gedaan’, wist zij dat God niet de bron van die ziekte
was. Zij ontving de waarheid, en de waarheid maakte haar vrij en stelde haar in staat door te gaan en andere kinderen te
krijgen.
Ik begrijp heus wel waarom mensen willen zeggen: ‘Dit moet zeker Gods wil zijn geweest.’ Omdat het ons vrijpleit. Wij zijn
dan geen mislukking. Het is een uitvlucht en een gemakkelijke manier om er onderuit te komen. En ik begrijp het. Ik ben in de
verleiding geweest om hetzelfde te doen. Maar ik verzeker je dat het niet God is die mensen ziek maakt. Het is niet God die in
gebreke blijft om mensen te genezen. Wíj zijn degenen die niet in staat zijn te ontvangen.
Ik heb een serie van 6 tapes, die hier perfect op aansluit. Ze is getiteld ‘Je hebt het al’. Het is daar algemeen toegepast
op het hele christenleven, en ik heb er veel voorbeelden omtrent genezing gebruikt en allerlei illustraties rond genezing, om te
bewijzen dat God al genezen heeft. Het is helemaal geen kwestie dat God genezing moet geven, de kwestie is dat wíj ons moeten
uitstrekken en de genezing die God al gegeven heeft, ontvangen. Het zesdelige album ‘Je hebt het al’ zal dit werkelijk
versterken en duidelijk maken waar we het hier over hebben.
Maar ik ga nu verder en we gaan spreken over Paulus’ doorn in het vlees. Dit is iets wat iedere keer als ik over fysieke
genezing spreek naar voren komt. Dan komt er iemand opdagen met: ‘Maar hoe zit het met de doorn in het vlees van Paulus. God
had Paulus een doorn in het vlees gegeven en maakte hem ziek en Paulus bad om genezing en werd niet genezen. Hij was een
geweldige man van God en als God zelfs Paulus al niet genas, wie denken wij wel dat wij zijn, dat Hij óns wel zal genezen?’
Nou, dit is helemaal geen juiste interpretatie van de doorn in het vlees van Paulus. De Schrift zegt helemaal niet dat de doorn
in het vlees van Paulus ziekte was. Dat kun je helemaal nergens terugvinden. Je kunt wel naar mensen luisteren die dat beweren,
maar het is niet wat de Schrift zegt. Laat me dit opzoeken en dit bijbelgedeelte met je lezen. In 2 Korintiërs 12 begint Paulus
te spreken over de rijkdom van de openbaringen die hij heeft gehad, etc. En vervolgens zegt hij in vers 7: ‘en ook om het
buitengewone van de openbaringen. Daarom is mij, opdat ik mij niet te zeer zou verheffen, een doorn in het vlees gegeven, een
engel des satans, om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet te zeer zou verheffen. 8 Driemaal heb ik de Here hierover
gebeden, dat hij van mij zou aflaten. 9 En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg, want de kracht openbaart zich
eerst ten volle in zwakheid. Zeer gaarne zal ik dus in zwakheden nog meer roemen, opdat de kracht van Christus over mij kome. 10
Daarom heb ik een welbehagen in zwakheden, smaadheden, noden, vervolgingen, benauwenissen ter wille van Christus, want als ik
zwak ben, dan ben ik machtig.’
Er zijn twee manieren waarop ik dit heb horen uitleggen en die er beide in overeenstemmen dat God niet degene is die jou ziektes
geeft. Eén manier waarop mensen die ik echt respecteer dit uitleggen, is dat ze zeggen dat Paulus’ doorn in het vlees wel
ziekte was en dat God heeft gezegd: ‘Mijn genade is genoeg voor je’. Deze verklaring zegt niet dat je het maar moet
verdragen en er mee leren leven, maar dat God zegt: ‘Je hebt Mijn kracht al. Mijn vermogens en mijn macht zijn er al. Weersta
het en overwin het.’ De meeste mensen concluderen dan dat Paulus in deze poging faalde. God had hem de genade gegeven om het
te overwinnen, maar hij gebruikte het gewoon niet.
Als je het op deze manier stelt, en zegt dat God de kracht heeft en ter beschikking heeft gesteld, maar dat wij er niet altijd
gebruik van maken, dan ben ik het daar op zich wel mee eens. God heeft ons het vermogen gegeven om ziekte te overwinnen, maar
niet iedereen maakt daar gebruik van. Dat wil helemaal niet zeggen dat zij slechte mensen zijn, of een mislukking, want niemand
van ons doet alles perfect. Ik kan dat op zich aanvaarden.
Maar ik wil hier een andere zienswijze voorstellen en ik heb hierover gebeden en ik denk werkelijk dat dit is wat God mij over
deze hele zaak gezegd heeft. Op de eerste plaats zegt Paulus in hoofdstuk 12 vers 7: ‘om het buitengewone van de openbaringen.
Daarom is mij, opdat ik mij niet te zeer zou verheffen, een doorn in het vlees gegeven, een engel des satans, om mij met vuisten
te slaan, opdat ik mij niet te zeer zou verheffen.’
Hij zegt dus heel duidelijk dat het een engel (= boodschapper) van satan is. Hij zei helemaal niet dat dit van God kwam. Hij zei
dat dit van de duivel kwam. En toch blijven mensen onophoudelijk beweren dat dit van God kwam en dat God dit aan Paulus had
gegeven. Maar Paulus stelt het bijzonder duidelijk, en deze woorden betékenen toch iets? Hij zegt ‘engel’, en het woord
engel is het Griekse woord voor ‘boodschapper’. Het was een demonische boodschapper, een demonische engel, die Paulus
sloeg.
De reden dat mensen maar veronderstellen dat God dit aan hem had gegeven, is dat in dit vers staat dat het was vanwege de
buitengewone openbaringen, opdat hij zich niet te zeer zou verheffen. En dan gaan ze er maar automatisch van uit dat dit gaat
over een doorn in het vlees die Paulus nederig zou moeten houden. Ze verbinden nederigheid met God, en dat het iets goeds is, en
dus zou ook alles wat hem nederig zou maken wel iets goeds moeten zijn. Dus moet het God zijn geweest die hem nederig
maakte.
Maar weet je dat er ook een goddelijk soort verheffing is. Er zijn veel verzen, zowel in het Oude Testament als in het Nieuwe
Testament, bijvoorbeeld 1 Petrus 5:6 waar staat: ‘Vernedert u dan onder de krachtige hand Gods, opdat Hij u verhoge te Zijner
tijd.’ Er zijn verschillende plaatsen waar wordt gesproken over verheven worden. En daar heeft Paulus het hier over. Dat ik
mij niet te zeer zou verheffen. Ik denk dat dit verheffen hier helemaal niet over trots gaat. Sommige mensen zeggen dat Paulus
een echt probleem met trots en arrogantie had en dat God hem daarom deze doorn in het vlees had gegeven, om dat te breken en hem
nederig te houden.
Op de eerste plaats is dat helemaal geen bijbels principe. De Bijbel zegt dat je jezélf moet vernederen. Als Gód dat aan je
doet, is dat niet nederig, maar vernedering. Nederigheid is iets dat je helemaal niet kunt afdwingen bij iemand. Dat moet van
binnenuit komen. Ik denk dat dit erover gaat dat Paulus verheerlijkt werd. Overal waar hij heen ging zag hij mensen uit de dood
opstaan, blinde ogen gingen open, hij zag wonderen gebeuren. Er werd over gesproken: ‘Zij die de hele wereld op zijn kop
zetten, zijn nu ook hier gekomen.’ Paulus werd verheven. Er was zoveel kracht en zalving op zijn leven, dat het mensen tot de
Heer trok. Ze zeiden: ‘Ik wil ook zo worden als Paulus, ik wil ook het vermogen hebben om te overwinnen, als ik in de
gevangenis wordt geworpen en dat er een aardbeving komt die mij vrij maakt’. Iedere keer als er iets gebeurde zag Paulus hoe
het ten goede gekeerd werd. Mensen zagen dat en zeiden: ‘Ik wil ook die kracht in mijn leven.’
Satan zag dat Paulus zóveel mensen tot de Heer leidde, omdat hij zozeer in absolute overwinning wandelde, dat satan hem wilde
vernederen. Satan wilde iets doen om te verhinderen dat hij zo verheven werd. En daar spreekt dit over. Het was het doel van die
engel des satans: ‘opdat ik mij niet te zeer zou verheffen’. Daarom gaf sátan hem een doorn in het vlees. Het vers maakt
zeer duidelijk dat dit van satan kwam en niet van God.
Ik wil hier graag een kleine kanttekening aan toevoegen. Mensen die willen claimen dat zij net als de apostel Paulus zijn, dat
zij een ziekte hebben, en dat dit hun doorn in het vlees is, en dat het de bedoeling is dat zij het maar verdragen, moet
bedenken dat Paulus zei dat dit op hem kwam vanwege de ‘buitengewone’ of ‘overvloedige openbaring’ die hij had. Paulus
schreef de helft van het Nieuwe Testament. En dit overkwam hem vanwege de overvloed, het buitengewone van de openbaring die hij
gekregen had. En het kwam van satan en niet van God. En het kwam alleen maar omdat hij zo’n overvloed, zo’n bijzondere
openbaring had.
Dus iemand die helemaal geen overvloed of bijzondere openbaring heeft gehad, zoals Paulus die had gekregen, kan zich helemaal
niet verschuilen achter zijn doorn in het vlees. Ik heb mensen ontmoet die drugsverslaafd waren, prostitutie bedreven, overspel
en allerlei dingen, en als ik met hen probeerde te spreken over het ontvangen van God en dat soort dingen, dan begonnen zij te
spreken: ‘Ja, ik heb nu eenmaal een doorn in het vlees net als Paulus.’ Maar ze hebben niet eens een fatsoenlijke relatie
met God en dan claimen ze al Paulus’ doorn in het vlees!
Daar moet je onder vandaan komen. Je moet stoppen je te verschuilen achter deze doorn in het vlees, tenzij jij zoveel openbaring
hebt dat jij wel de helft van het Nieuwe Testament zou kunnen schrijven. Als mensen deze voorwaarde zouden accepteren, zouden de
meesten deze doorn terzijde moeten leggen en zeggen: ‘Ik weet niet wat er met Paulus aan de hand is geweest, maar dit is zeker
niet míjn probleem.’
Maar laten we hier verder in duiken. Er staat dat het een doorn in het vlees was, een boodschapper van satan die hem sloeg. De
reden waarom mensen denken dat dit een ziekte zou zijn, komt omdat het woord zwakheden drie keer in dit schriftgedeelte wordt
gebruikt. In vers 9 zegt hij: ‘En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg, want de kracht openbaart zich eerst ten
volle in zwakheid. Zeer gaarne zal ik dus in zwakheden nog meer roemen, opdat de kracht van Christus over mij kome. 10 Daarom
heb ik een welbehagen in zwakheden, smaadheden, noden, vervolgingen, benauwenissen ter wille van Christus, want als ik zwak ben,
dan ben ik machtig.’ Het woord zwakheden wordt tegenwoordig bijna universeel gebruikt om te verwijzen naar ziekten. Je zegt
dan dat deze persoon een zwakheid heeft. Wij noemen zelfs een ‘infirmerie’ een plaats waar wij zieken naar toe sturen.
Het woord ‘zwakheden’ heeft daarom een zeer sterke bijklank die bijna exclusief naar ziekte verwijst. Maar in de tijd dat de
King James Bijbel werd geschreven was het woord ‘zwakheid’ helemaal niet tot ziekte beperkt. Je kunt in feite zelfs een
schriftuurlijk voorbeeld zien, waarin het woord ‘zwakheid’ duidelijk wordt gebruikt voor iets anders dan ziekte. In Romeinen
hoofdstuk 8:26 zegt de Schrift: ‘En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp;’ - en dan staat er een punt komma – ‘want
wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren.’ Waar dit dus over spreekt, is dat het omschrijft wat een zwakheid is: niet
weten hoe je naar behoren moet bidden. Als je het woord ‘zwakheid’ in een woordenboek zou opzoeken, zal het niet alleen maar
ziekte betekenen, maar iedere zwakheid of onvermogen. Zo werd het in Romeinen 8:26 gebruikt. Niet weten hoe je voor iets moet
bidden is een zwakheid.
En als Paulus hierover spreekt: ‘10 Daarom heb ik een welbehagen in zwakheden’, veronderstellen wij maar dat het over ziekte
gaat. Maar als we naar het verband van dit schriftgedeelte kijken, zul je zien dat het helemaal niet over ziekte spreekt. Bedenk
ook dat mensen de hoofdstuk- en vers-indelingen hebben gemaakt. Met als doel gemakkelijk te kunnen verwijzen. En daar is op zich
ook niets verkeerds aan. Maar je moet wel blijven beseffen dat de brief 2 Korintiërs één brief was, die niet door
hoofdstukindelingen in stukjes was verdeeld.
In wat wij 2 Korintiërs hoofdstuk 11 noemen, sprak Paulus over ‘zwakheden’. In hoofdstuk 11:30 zegt hij: ‘30 Moet er
geroemd worden, dan zal ik van mijn zwakheid roemen.’ Hier wordt precies datzelfde woord gebruikt en geeft hij een uitleg of
definitie van wat Hij een ‘zwakheid’ noemt. Luister eens naar zíjn lijst van ‘zwakheden’. In 2 Korintiërs 11:23 zegt
hij: ‘23 Dienaren van Christus zijn zij? – ik spreek tegen mijn verstand in – ik nog meer: in moeiten veel vaker, in
gevangenschap veel vaker, in slagen maar al te zeer, in doodsgevaren menigmaal.’ Hij somt hier op wat zijn zwakheden zijn. In
vers 30 vat hij dit allemaal samen en zegt: ik zal van mijn zwakheden roemen. Dit is dus wat hij zwakheden noemt: ‘in moeiten
veel vaker’, met andere woorden: hard en zwaar werken. Dát noemt hij een zwakheid. Stress, problemen in zijn leven, ‘in
gevangenschap veel vaker, in slagen maar al te zeer, in doodsgevaren menigmaal. Van de Joden heb ik vijfmaal de
veertig-min-één-slagen ontvangen.’
Dat betekent dat hij vijf keer gegeseld is met 39 slagen, ‘driemaal ben ik met de roede gegeseld’, dan werd je opgehangen en
een metalen staaf geslagen tot de botten in de voeten braken. ’Eens ben ik gestenigd’ (dat is beschreven in Handelingen 14).
Hij werd daar gestenigd en persoonlijk geloof ik dat hij dood was, daar zullen we het straks meer over hebben. ‘Driemaal heb
ik schipbreuk geleden, een etmaal heb ik doorgebracht in volle zee; 26 telkens op reis, in gevaar door rivieren, in gevaar door
rovers, in gevaar door volksgenoten, in gevaar door heidenen, in gevaar in de stad, in gevaar in de woestijn, in gevaar op zee,
in gevaar onder valse broeders; 27 in moeite en inspanning, tal van nachten zonder slaap, in honger en dorst, tal van dagen
zonder eten, in koude en naaktheid; 28 (en dan), afgezien van de dingen, die er verder nog zijn, mijn dagelijkse beslommering,
de zorg voor al de gemeenten. 29 Indien iemand zwak is, zou ik het dan niet zijn? Indien iemand aanstoot neemt, zou ik dan niet
in brand staan? 30 Moet er geroemd worden, dan zal ik van mijn zwakheid roemen.’
Alle dingen die hij opsomde gaan over vervolging, moeilijkheden die hij verdroeg vanwege de zaak van Jezus Christus. Dit heeft
hij nét allemaal gezegd en dan acht verzen later zegt hij: ‘Zeer gaarne zal ik dus in zwakheden nog meer roemen, opdat de
kracht van Christus over mij kome.’ Als je dit in het verband leest, dan spreken de ‘zwakheden’ hier over al de
moeilijkheden die hij onderging omwille van het evangelie. Ik geloof dat het een verkeerde veronderstelling is om het woord
zwakheden hier op te vatten als verwijzing naar ziekten. In Romeinen 8:26 wordt het woord heel duidelijk gebruikt voor het
verwijzen naar een gebrek aan kennis, een gebrek aan weten wat je moet doen.
Wat dit dus wil zeggen is dat de doorn in het vlees van Paulus hier gewoon een boodschapper van satan is, zonder dat het
specifiek zegt wat het is. En de reden dat mensen maar de conclusie trekken dat het gaat over ziekte, is vanwege het woord ‘zwakheid’.
Ik heb aangetoond dat het binnen deze context heel anders is gebruikt. En dat wordt hier in het tiende vers bijzonder duidelijk
gemaakt. Er staat in vers 10: ‘Daarom heb ik een welbehagen in zwakheden, smaadheden, noden, vervolgingen, benauwenissen ter
wille van Christus.’ Hier worden vijf dingen opgesomd. De eerste is het woord ‘zwakheden’, zodat sommige mensen denken dat
het fysieke ziekte betekent. En soms betekent het dat ook, maar de andere vier dingen zijn: smaadheden, noden, vervolgingen,
benauwenissen. Íeder van die vier maken bijzonder helder dat dit helemaal niet gaat om een of andere fysieke ziekte, maar om
moeilijkheden en vervolgingen waar hij van te lijden had.
Als je dan het woord ‘zwakheden’ in het tekstverband ziet, en leest als ‘moeilijkheden’ dán is het tiende vers alleen
consequent en in overeenstemming met het woord ‘zwakheden’. Dus alleen als je het opvat als moeilijkheden of problemen. Alle
andere woorden in dat vers verwijzen hier ook naar. Smaadheden, dat is een moeilijkheid. Noden, dat is het zonder bepaalde
dingen te moeten stellen omwille van het Evangelie. Vervolgingen, benauwenissen, al die dingen stemmen met elkaar overeen. Dus
als hij het woord ‘zwakheden’ zou gebruiken als verwijzend naar ziekte, zou het helemaal niet in overeenstemming zijn met de
andere dingen die hij hier opnoemt. Ik geloof echt dat het woord ‘zwakheden’ hier verwijst naar de ontberingen die Paulus
onderging ter wille van de Heer.
Maar nog iets anders onderstreept dat het hier helemaal niet over fysieke ziekte gaat. Dat is deze uitdrukking ‘doorn in het
vlees’. De meesten van ons kennen het Woord van God helemaal niet zo goed als we zouden moeten. Maar voor de Joden aan wie
Paulus schreef, was er in de eerste boeken van het Oude Testament een uitdrukking ‘doorn in het vlees’ die drie
verschillende keren is gebruikt. Laat me daar enkele van aan je voorlezen. In Numeri 33:55 zei Mozes: ‘Maar indien gij de
bewoners van het land voor uw aangezicht niet verdrijft, dan zullen degenen die gij van hen over laat, tot dorens in uw ogen en
tot prikkels in uw zijden zijn, en zij zullen u benauwen in het land waarin gij woonachtig zijt.’ Hier had hij het over
ménsen, die hen zouden vervolgen en bederven. Dat zij gekweld en geprikkeld zouden worden door deze heidense mensen als ze hen
zouden laten leven.
In Jozua 23:13 staat: ‘weet dan voorzeker, dat de HERE, uw God, deze volken niet verder voor u verdrijven zal; dan zullen zij
u worden tot een strik en een val, tot een gesel op uw zijden en dorens in uw ogen, totdat gij vergaan zult uit dit goede land,
dat de HERE, uw God, u gegeven heeft.’ Dat was dan omdat ze God niet gehoorzaamden, daarom zei God, zal de profetie die Mozes
had gegeven in Numeri 33:55 uitkomen. Maar ook hier verwijst de uitdrukking naar ménsen die gesels in hun zijden en dorens in
hun ogen zijn.
Richteren 2:3 ‘Daarom heb Ik ook gezegd: Ik zal hen voor uw aangezicht niet uitdrijven; maar zij zullen u [dorens, in King
James bijbel] aan de zijden zijn, en hun goden zullen u tot een strik zijn.’ Dit zijn dus drie oudtestamentische referenties
en ik ben er zeker van dat de mensen aan wie Paulus schreef deze terminologie kenden. Met andere woorden, als hij zei dat het
een ‘doorn in het vlees’ was, dachten zij onmiddellijk terug aan de beeldspraak van Numeri 33:55, Jozua 23:13 en Richteren
2:3. En dat verwees naar mensen.
Daarom geloof ik dat dit schriftgedeelte zegt dat er een demonische engel was, een boodschapper van satan, die overal waar
Paulus heen ging, vervolging veroorzaakte. Paulus verwijst daar ook naar in 1 Korintiërs 4, dat het erop lijkt alsof zij meer
te lijden hadden dan wie dan ook. De mensen die zij bedienden werden wel gezegend, maar zijzelf leken wel het schuim van de
aarde. Zij werden veracht, maar de mensen die zij bedienden werden gewaardeerd en gezegend. Met andere woorden, Paulus had het
over zijn ontberingen en de vervolgingen die hij onderging, en ik geloof dat dit is wat deze ‘boodschapper’ deed. Deze
demonische boodschapper gaf hem gewoon een dubbele dosis vervolging.
En nogmaals, de reden hiervoor is, dat deze mensen Paulus in zo’n overwinning zagen wandelen. Maar hij ondervond dus ook meer
vervolging, steniging, gevangenzetten, verwerping, kritiek en aanvallen en wat dan ook. En satan gebruikte deze tegenstand tegen
hem. En ook al manifesteerde de kracht van God zich, dat ging niet zonder dat er een prijs voor betaald moest worden. En het
zorgde ervoor dat mensen zich gingen bedenken. En satan gebruikte dit om mensen af te houden en zich af te laten keren van deze
boodschap. Ze erkenden misschien wel dat het waar was, maar: ‘Man, ik weet niet zeker of ik wel zo wil lijden als Paulus doet’.
Paulus smeekte de Heer dus drie keer om deze doorn in het vlees te verwijderen, deze demonische engel die vervolging door mensen
veroorzaakte. Want dat was deze doorn in het vlees volgens het oudtestamentische voorbeeld. En Paulus vroeg Jezus drie keer om
dit weg te nemen en de Heer zei tegen hem: ‘Mijn genade is genoeg voor u.’ En ik geloof dat dit op het volgende wijst: wij
zijn verlost van ziekte, maar wij zijn niet verlost van vervolging.
In feite zei Paulus in 2 Timoteüs 3:12 ook: ‘Trouwens, allen, die in Christus Jezus godvruchtig willen leven, zullen vervolgd
worden.’ In de periode dat Paulus dit vroeg, en dat gebeurde wat hier in 2 Korintiërs 12 is opgetekend, geloof ik dat Paulus
nog niet de volle openbaring hiervan had. Dus in plaats van dat Paulus niet in staat zou zijn te ontvangen wat God reeds voor
hem voorzien had, geloof ik dat Paulus volledig ging voor het hoogste doel en de hoogste prijs die God hem had gegeven, zoals
geopenbaard in Filippenzen 3. Paulus probeerde dus vervolging tegen te houden. En uiteindelijk vertelde de Heer hem: ‘Paulus,
je bent niet verlost van vervolging, maar Ik geef je de genade het te doorstaan.’
Bedenk eens, als God ons van vervolging zou hebben verlost, als Hij al onze vervolgers zou hebben gestopt, dan zou er nooit een
apostel Paulus geweest zijn. Want de apostel Paulus was een vervolger die een aandeel had in het dood stenigen van Stefanus in
Handelingen 7. Dus als God alle vervolgers had uitgeroeid, zou er nooit een apostel Paulus zijn geweest. God houdt dus niet al
onze vervolgers tegen, maar veeleer laat Hij mensen zien dat als wij blijven volharden in het liefhebben en de andere wang toe
te keren, en God blijven liefhebben, ongeacht hun dreigementen, dan is dat een geweldig getuigenis. En God gebruikt dat.
We zijn dus niet verlost van vervolging, maar we zijn wel verlost van ziekte. Paulus had naar mijn interpretatie niet een of
andere ziekte zoals sommige mensen leren, en dat God weigerde hem daarvan te genezen, en dat wij daarom ook niet kunnen
verwachten van iedere ziekte te genezen, nee, dat is helemaal niet waar, zijn doorn in het vlees was helemaal geen ziekte.
Nu zeggen sommige mensen: ‘Maar wacht even, ik heb horen vertellen dat in Galaten 4 staat dat Paulus de een of andere
oogziekte had. Ik heb sommige theologen theorieën horen opperen dat Paulus een oude Aramese ziekte had, die opgezwollen
loopogen veroorzaakte en dat hij voortdurend oogproblemen had.’ En ze proberen dat te onderbouwen met Galaten 4. Laat ik dat
even aan je voorlezen. Galaten 4:12: ‘Weest gij als ik, want ook ik ben als gij; broeders, ik bid u; gij hebt mij geen
ongelijk gedaan. 13 En gij weet, dat ik u door zwakheid des vleses het Evangelie de eerste maal verkondigd heb; 14 En mijn
verzoeking, die in mijn vlees geschiedde, hebt gij niet veracht noch verfoeid; maar gij naamt mij aan als een engel Gods, ja,
als Christus Jezus. 15 Welke was dan uw gelukachting? Want ik geef u getuigenis, dat gij, zo het mogelijk ware, uw ogen zoudt
uitgegraven, en mij gegeven hebben.’
In vers 13 zegt hij: ‘zwakheid van het vlees’. Ook hier is de gebruikte terminologie ‘zwakheid’, maar hij specificeert
dat als ‘van het vlees’. Daarom geloof ik dat deze zwakheid niet gaat over een gebrek aan begrip of een moeilijkheid die hij
ondervond, maar dat dit inderdaad gaat over een soort fysiek probleem. En dat komt omdat hij hier zegt een ‘zwakheid van het
vlees’. Hij omschrijft het en gebruikt hetzelfde begrip in het volgende vers. Sommige mensen zeggen dan, zie je wel, hier
staat het toch? Hij had wel degelijk een ziekte. Jazeker, hij had op dit moment een probleem. Maar kijk eens dat er staat dat
hij zegt dat hij het evangelie ‘de eerste keer’ heeft gepredikt met deze zwakheid in het vlees, wat aangeeft dat het niet
iets blijvends was, waar God hem niet van wilde genezen. Met andere woorden, dit was een tijdelijk probleem.
In vers 15 staat: ‘Want ik geef u getuigenis, dat gij, zo het mogelijk ware, uw ogen zoudt uitgegraven, en mij gegeven hebben.’
Sommige mensen hebben daarom gezegd: ‘Zie je wel, hij heeft het hier over een oogprobleem en over een zwakheid van het vlees!’
En daaruit speculeren zij dat het gaat om een ziekte met lopende opgezwollen ogen, waar hij zijn hele leven last van had. Maar
ik zeg je, als je dát kunt slikken, kun je de Bijbel echt alles laten zeggen wat je maar wilt. Dat is wel een héél
ondeugdelijke basis voor interpretatie.
Hier is een veel zorgvuldiger interpretatie, waarvan ik geloof dat ze door de hele Schrift wordt ondersteund. Als je eens
Handelingen 14 opslaat. Dit is waar Paulus predikte in Lystre en Derbe. Daar predikte Paulus en na een poosje dachten de mensen
daar dat hij een god was. Dat staat in 14:11 ‘En toen de scharen zagen, wat Paulus gedaan had, verhieven zij hun stem en
zeiden in het Lykaonisch: De goden zijn, in mensengedaante, tot ons neergedaald; 12 en zij noemden Barnabas Zeus en Paulus
Hermes, omdat hij het was, die het woord voerde.’
Maar Paulus en Barnabas weerhielden de mensen ervan om hen te aanbidden en aan hen te offeren. Maar de volgende dag werden de
mensen boos op hen. Want er kwamen mensen uit Antiochië die de mensen ompraatten: ‘19 Maar er kwamen Joden van Antiochië en
Ikonium en zij praatten de scharen om en stenigden Paulus en sleepten hem de stad uit, menende, dat hij dood was. 20 Doch toen
de discipelen hem omringd hadden, stond hij op en ging de stad binnen. En de volgende dag vertrok hij met Barnabas naar Derbe.’
Dit is dus een voorval waarin Paulus werd gestenigd en voor dood achtergelaten. Hij verwees hiernaar in 2 Korintiërs 11. En
persoonlijk is mijn mening dat hij ook dood was. Als hij niet dood was, dan was hij er zó dichtbij dat de mensen die hem
probeerden te doden, meenden dat hij dood wás, dat staat in vers 19. Hij was zó dicht bij de dood, dat als hij niet dood was,
de mensen die hem wilden vermoorden dáchten dat hij dood was. Hij was dus óf dood of héél dicht daarbij. Toen de discipelen
hem omringden, stond hij op, en er staat dat hij de stad binnenging, en de volgende dag vertrok hij met Barnabas naar
Derbe.
Die reis was dacht ik 15 tot 20 kilmeter ver. Hij liep dus naar de volgende stad en de volgende dag predikte hij daar. En raad
eens waar Lykonie, Lystre en Derbe lagen? Dat waren steden van een streek die Galatië werd genoemd, en dát waren de mensen tot
wie Paulus zich richtte in Galaten hoofdstuk 4 en hij zei: ‘De eerste keer dat ik kwam waren jullie met mij begaan vanwege
deze zwakheid in mijn vlees, en jullie waren bereid jullie eigen ogen uit te rukken.’
Als je eerlijk bent met de Schrift, dan vond dit precies plaats in die periode dat hij gestenigd was en voor dood achtergelaten.
En in minder dan 24 uur ging hij prediken. Is het nou zó ondenkbaar te vermoeden dat zijn ogen pijn deden omdat hij net tot de
dood toe gestenigd was? Er was gewoon tijd nodig om volledig te herstellen. En hij zegt dat het alleen bij de eerste keer was.
Het is véél zorgvuldiger om Schrift met Schrift te vergelijken en te zeggen dat áls hij oogproblemen had, dit kwam omdat hij
een dag daarvoor tot de dood toe gestenigd was, en dat het iets was waarvan zijn lichaam aan het genezen was en dat het op een
gegeven moment over was.
En het is ook heel goed mogelijk dat toen Paulus zei dat ze hun eigen ogen hadden willen uitrukken en aan hem geven, dat hij dat
figuurlijk bedoeld heeft, zoals wij ook zouden kunnen zeggen: ‘Die persoon zou zijn rechterarm voor mij over hebben.’
Betekent dat automatisch dat jij een slechte rechterarm hebt? Nee, het is gewoon een gezegde dat wij gebruiken om te zeggen ‘Deze
persoon heeft echt álles voor mij over.’ En ook Paulus kon het heel goed op díe manier gebruiken. ‘Jullie zouden je eigen
ogen uitgerukt hebben en aan mij gegeven hebben’, terwijl er helemaal niets met zijn eigen ogen mis was. Het kan gewoon een
uitdrukking zijn geweest. En als er echt iets met zijn ogen mis was, en hij dit daarom letterlijk bedoelde, dan geloof ik dat
het erop sloeg dat hij waarschijnlijk nog schade aan zijn ogen had vanwege de steniging die de dag daarvoor had plaatsgevonden.
En het was maar tijdelijk omdat hij heel duidelijk stelt in het 13e vers dat deze ‘zwakheid van het vlees’ bij de eerste
keer was.
Mensen die hebben geloofd dat dit erover ging dat hij de een of andere oogziekte had, en dat dit zijn doorn in het vlees zou
zijn, gaan nog door naar het zesde hoofdstuk van Galaten, en nemen uit vers 11: ‘Ziet, met hoe grote letters ik u eigenhandig
schrijf!’ En op basis hiervan heb ik echt iemand horen beweren dat Paulus bij deze brief aan de Galaten bijna blind was, door
de problemen met zijn ogen, en dat de letters van deze brief wel 10 tot 12 centimeter groot waren. Dus dat Paulus enorme letters
moest schrijven om te kunnen communiceren. Als dát waar zou zijn, omdat hij hier zegt dat hij het met zijn eigen hand schrijft,
wat zou verwijzen naar een groot formaat letters, kun jij dan zelfs maar beginnen voor te stellen hoe groot deze brief aan de
Galaten dan zou moeten zijn geweest? Het zou dan letterlijk verschillende boekwerken moeten omvatten. Ik bedoel, niemand had het
zelfs maar kunnen drágen. Dan had je maar één woord per bladzijde gehad! Ik weet niet precies hóeveel woorden er zitten in
de brief aan de Galaten, maar daar heeft hij het hier helemaal niet over.
Als je dit woord voor ‘groot’ opzoekt, zijn er verschillende woorden die gebruikt worden voor hoeveelheid of grootte,
omvang. Het woord dat hier voor ‘groot’ wordt gebruikt is niet het Griekse woord voor omvang, maar spreekt meer over de
hoeveelheid. Als hij zegt: ‘Kijk eens wat een grote brief ik jullie heb geschreven’, dan heeft hij het erover hoe lang zijn
brief wel was. Ik beschouw dat als een grote brief, groot in die zin dat ze lang is. Niet in grote individuele letters.
Dit is gewoon muggenziften en een kameel doorslikken. Mensen die deze verzen gebruiken om te beweren dat Paulus een oogziekte
had, overtreden iedere regel van zorgvuldige interpretatie van de Bijbel. Ze nemen maar wat losse stukken en interpreteren het
maar zoals het hen uitkomt. Áls Paulus een oogprobleem had waarnaar verwezen zou worden in Galaten 4, dan was dat het gevolg
van het feit dat hij een dag eerder gestenigd was en voor dood achtergelaten. En het was ook nog eens tijdelijk.
Ik geloof dat er zelfs geen énkel verband bestaat tussen wat hier in Galaten 4 en 2 Korintiërs 12 wordt gezegd over de doorn
in het vlees. Ik geloof dat dit ook ontkracht dat het over een of andere ziekte zou gaan. Maar hij verwijst naar de demonische
boodschapper die hem vervolgde. Wij zijn niet verlost van vervolging.
Ik verzeker je, dat ik hier heel veel over nagedacht heb. En ik heb heel veel naar andere mensen geluisterd, en ik vind dat deze
uitleg gewoon eerlijker is en meer in overeenstemming met de Schrift dan één van al die andere uitleggingen.
Ik geloof dat de reden dat mensen zich vastklampen aan de doorn in het vlees van Paulus, en gewoon wíllen dat het ziekte
betekent, dezelfde reden is die ik aan het begin heb genoemd, het is een uitvlucht. Het is gewoon een heel geschikte theologie
die wel goed uitkomt. Met andere woorden, je hoeft dus niet echt resultaten te zien. Je kunt gewoon vleselijk blijven leven, je
hoeft God niet echt te zoeken. Je bidt een gebedje en als de persoon niet geneest, dan zeg je maar: ‘Nou, het moet net als
Paulus’ doorn in het vlees zijn, God wil dat je het maar verdraagt.’ Dat is een uitvlucht, terwijl de waarheid is, dat God
hen wel degelijk genezen wil zien. Maar het probleem is dat Hij iemand nodig heeft die in geloof en in gezag wil functioneren en
die deze kracht wil grijpen en het wil laten manifesteren. En dat legt de verantwoordelijkheid bij ons. Maar wij zijn echt
meesters geworden in het ontlopen van verantwoordelijkheid.
Hier is nog een schriftgedeelte dat ik mensen heb horen gebruiken om zich te verzetten tegen de gedachte dat het áltijd Gods
wil is om te genezen. In 1 Timoteüs 5:23 richt Paulus zich op Timoteüs als zijn zoon in het geloof en er staat: ‘Drink
voortaan niet (alleen) water, maar gebruik een weinig wijn voor uw maag en voor uw gedurige ongesteldheden.’ Ik heb mensen
vanuit dit vers horen onderwijzen dat Timoteüs een chronische ziekte had, waarvan hij nooit is genezen, en daarom, als
Timoteüs die toch de rechterhand van Paulus was, niet eens genas, dan is het ook niet Gods wil om óns te genezen.
Dit is maar één vers uit de hele Schrift. En dit is het énige vers in het hele Nieuwe Testament dat gaat over Timoteüs en
het gebruik van een beetje wijn voor zijn maag. Er is helemaal niets om dit mee te vergelijken, en bijna alles wat je hierover
zegt is veronderstelling. Het is gewoon een veronderstelling dat hij een of andere chronische ziekte had en dat hij er nooit van
werd genezen. Dat dit dus het bewijs zou vormen dat God ons niet wil genezen, is gewoon een onzorgvuldige en oneerlijke manier
van Schriftuitleg.
Als je dingen zou willen veronderstellen, dan is het volgende een veronderstelling waarvan ik geloof dat die juister is, en die
mensen veel gemakkelijker kunnen begrijpen. En dat is dat wat voor ziekte hij ook had, het een maagprobleem was. En het had te
maken met het water. Wat gebeurt er nu als jij naar een of ander derde wereldland gaat en daar van het water drinkt? Als je naar
Mexico gaat krijg je ’Montezuma’s wraak’. En waar je ook maar heen gaat, krijg je problemen met je maag, omdat het water
niet schoon is. Ik heb het zelf persoonlijk nooit meegemaakt, maar ik heb heel wat mensen gezien die met mij meereisden naar
andere landen, die ziek zijn geworden van het drinken van het water. Ik heb daar echt griezelige verhalen over gehoord. En
iedereen kan begrijpen, dat het water gewoon niet schoon is, en dat het soms beter is om iets anders te drinken dan water.
Paulus geeft Timoteüs het advies: stop met het water te drinken, want dat veroorzaakt jouw maagprobleem, maar drink liever een
beetje wijn. Dat is ook niet eens een aanmoediging voor het gebruik van medicijnen. Dat heb ik ook mensen horen beweren, dat
wijn medicinale eigenschappen zou hebben en dat Paulus hier in feite zegt: ‘Gebruik medicijnen voor je maagklachten.’ Nee,
het is heel duidelijk dat het hier gaat om een maagprobleem dat veroorzaakt werd door besmet water en Paulus zegt: ‘Stop met
van dat water te drinken en drink wijn.’ Hij had ook kunnen zeggen: ‘Stop met van dat water te drinken en neem Spa.’ Drink
iets anders. Ze hadden toen helemaal geen ‘Spa’, dus dronken ze wijn.
En mensen maken hiervan een complete doctrine die beweert dat God wil dat wij ziek zijn! Dat is gewoon onjuist. Dat is geen
eerlijke manier om met de Schrift om te gaan.
Hier is nog een ander schriftgedeelte in 2 Timoteüs 4:20 ‘Erastus is te Korinte gebleven, Trofimus heb ik ziek achtergelaten
te Milete.’ Ik heb mensen horen zeggen: ‘Zie je wel, zelfs één van Paulus nauwe metgezellen, Trofimus, werd niet genezen
en dus kan het niet Gods wil zijn om iedereen te genezen. Nou hoor je mij helemaal niet ontkennen dat niet iedereen genezen
wordt, maar dat wil nog helemaal niet zeggen dat God degene is die niet wil dat ze genezen. Niet iedereen wordt gered, maar het
is overduidelijk dat het Gods wil is dat iedereen gered wordt.
Dus alleen maar omdat er iemand ziek is, betekent dat nog helemaal niet dat het Gods wil is dat hij ziek is. De insteek hier is
dat hij samen reisde met de apostel Páulus! Als het Gods wil was geweest, zou hij zeker genezing ontvangen hebben. Ik heb
mensen gehad die mij dit tegenwierpen, en zodra iemand van mijn team of een werknemer een of ander ziekte kreeg of geopereerd
moest worden, of zelfs maar een bril droeg, op mij afkwamen en zeiden: ‘Als het Gods wil is om te genezen, waarom zijn zij dan
niet genezen?’ Ik kan helemaal niemand genezen krijgen alleen op grond van mijn geloof. Je wordt helemaal nooit genezen alleen
maar door bij iemand in de buurt te zijn. Je krijgt geen genezing door osmose. Je kunt niet door tegen ze aan te wrijven
genezing ontvangen.
Mensen moeten geloven. En Trofimus moest ook geloven. De Schrift legt helemaal niet uit waarom hij ziek in Milete werd
achtergelaten. Misschien geloofde hij wel degelijk voor genezing, maar kostte het nog wat tijd en had Paulus geen tijd om te
wachten en ging vast vooruit. Het is in Handelingen heel duidelijk dat Trofimus zich later weer bij Paulus heeft gevoegd, want
hij was de aanleiding waarom Paulus in Jeruzalem in de gevangenis werd gegooid (Hand.21:29). Trofimus bleef niet ziek en is niet
in Milete gebléven. Het is heel goed mogelijk dat hij geloof had voor zijn gezondheid en het ontvangen heeft en dat genezing
werkte. En hij heeft zich zeer zeker later weer bij Paulus gevoegd. We weten het gewoon niet en dit is gewoon onvoldoende bewijs
voor wie dan ook, om te kunnen beweren dat genezing niet meer de bedoeling is voor ons tegenwoordig, of dat het niet Gods wil
zou zijn om iedereen te genezen. Trofimus is weer gezond geworden.
In ieder geval kan ik je zeggen dat ik door eerlijk met de Schrift om te gaan, de dingen ontkracht heb die mensen gebruiken om
te beweren dat het Gods wil is dat sommige mensen ziek zijn. Dat is gewoon niet waar.
Ik weet dat sommigen van jullie nog vragen hebben over Romeinen 8:28, waar staat dat God alle dingen doet medewerken ten goede.
Ik heb een tape met de titel ‘De soevereiniteit van God’, die dat behandelt. Ik heb gewoon geen tijd meer om dat in deze
tape te doen. Maar als je daar een vraag over hebt en denkt: ‘Nou, God heeft álles onder controle dus niemand zou ziek kunnen
zijn als God het niet toe zou staan’, dan is dat helemaal niet wat het Woord van God onderwijst.
God staat helemaal niet toe dat mensen naar de hel gaan. Op een bepaalde manier zou je kunnen zeggen dat Hij het toestaat, maar
het is zeker niet Zijn wil. Hij legt alle mogelijke belemmeringen op hun weg, maar uiteindelijk geeft Hij óns de keuze. God
beheerst ons helemaal niet als een pion op een schaakbord. Als je hier meer informatie over wilt, kun je die tape aanvragen met
de titel: ‘De soevereiniteit van God’. Dat behandelt dit in veel meer detail.
Iemand anders zal zeggen: ‘Maar wacht eens even, in het Oude Testament waren er mensen, bijvoorbeeld Mirjam die in Numeri 12
met melaatsheid werd geslagen, en koning Hizkia die werd geslagen met melaatsheid door God. God sloeg mensen met ziekten en
doodde honderdvijfentachtig duizend mensen in één nacht. De engel van de Heer, de doodsengel ging door heel Egypte en doodde
al de eerstgeborenen met een of ander soort ziekte of iets anders. En zij zeggen: ‘God gaf ziekte aan mensen.’
Daar ben ik het mee eens. Maar je kunt in geen énkel van die voorbeelden zien dat het een zegening werd genoemd. Voordat Mirjam
met melaatsheid werd getroffen was ze een groot leider onder de kinderen van Israël. Daarna wordt alleen nog maar over haar
verteld dat ze stierf en dat de mensen rouw bedreven om haar. Haar bediening was voorbij. Het was een straf, het was een vloek.
Hizkia was een koning die geweldig door God gebruikt was, maar daarna was het alsof de zalving weg was en hij leed alleen nog
maar. Het was een vloek. Ziekte was geen zegen, het hielp hem niet, het beschadigde hem. En de mensen die door de doodsengel
werden gedood, honderdvijfentachtigduizend, werden er ook niets beter van. Het doodde hen. Ze werden er misschien tot een
voorbeeld door, maar ze werden er zeker niet door gezegend. En opnieuw kun je naar Deuteronomium 28 gaan waar wordt gezegd dat
ziekte een vloek is, en gezondheid een zegen. Ziekte is gewoon niet goed. Het is een vloek. Er is een periode geweest dat God
mensen met vloeken trof. Maar Galaten 3:13 zegt: ‘Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek der wet door voor ons een vloek
te worden; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die aan het hout hangt. 14 Zo is de zegen van Abraham tot de
heidenen gekomen in Jezus Christus, opdat wij de belofte des Geestes ontvangen zouden door het geloof.’
Christus heeft ons van de vloek bevrijd. Jazeker, er zijn voorvallen waarin God mensen trof met vloeken, ziekte, melaatsheid,
gebreken, blindheid. Lees bijvoorbeeld ook het verhaal in 2 Koningen 1. Maar het was nóóit een zegen. Het was altijd een
straf, het was altijd een vloek. En in het Nieuwe Testament zijn wij verlost van de vloek.
Nog iets anders wat mensen zeggen: ‘Als God je niet treft met ziekte en je niet corrigeert, hoe kun je dan leren?’ De Bijbel
zegt in 2 Timoteüs 3:16: ‘Elk schriftwoord is door God ingegeven en ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te
verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, 17 opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust.’ Er
staat hier dat Gods Woord dé manier is waarop hij ons weerlegt en corrigeert. Gods manier van corrigeren is niet ziekte,
gebrek, tragedies en dat soort dingen. God corrigeert ons door zijn Woord.
Dan zeggen sommigen: ‘Maar niet iedereen gehoorzaamt het Woord. Sommige mensen reageren alleen maar als alles in hun leven is
misgegaan.’ Tragisch, en dat kan wel zo zijn, maar dat is daarmee nog niet Gods manier! Gods manier is om jou te onderwijzen
door het Woord. Doordat de Heilige Geest het Woord levend voor je maakt. Je kunt natuurlijk ook op een andere manier leren, maar
dat is niet Gods manier.
Het leidt geen twijfel dat sommige mensen invalide zijn geworden en daardoor hebben geleerd zich tot God te richten en dat God
hen ondersteunt en helpt en dat ze vreugde en vrede kennen en een heleboel andere mensen zegenen. Dat is goed. Maar het is
verkeerd als ze gaan zeggen dat God hen invalide heeft gemaakt, opdat zij dit zouden leren. God heeft getracht hen dit te leren
door de Heilige Geest, door het Woord van God. Als ze niet reageren op God kun je natuurlijk op andere manieren leren. Je kunt
ook leren door harde klappen. Als je het overleeft is het een geweldige ervaring. Maar dat is daarmee nog helemaal niet Gods
manier.
God kan álles doen medewerken ten goede, maar daarmee komt nog niet alles wat ons overkomt van God. Ziekte is níet van God.
God legt helemaal geen ziekte op je om je nederig te maken. God wil dat je gezond bent. Dat is de waarheid. En Paulus werd
helemaal niet geslagen door God, het was een boodschapper van satan die hem aanviel. God weigerde helemaal niet om hem te
genezen en zei hem helemaal niet dat hij het maar moest verdragen. Nee, de Heer zei hem: ‘Paulus, Ik schenk jou genade om alle
moeilijkheden en ontberingen te doorstaan die satan door mensen op jou afstuurt.’ Omdat Hij van die mensen hield. Hij wilde
hen niet doden en uitroeien om zo alle problemen van Paulus te stoppen. Er waren daar nog andere Paulussen die tot bekering
moesten komen en spreekbuizen voor God moesten worden. God hield van hen en wilde hen niet uitroeien. En daarom maakt Hij geen
einde aan de vervolging van de apostel Paulus.
Dát was wat de doorn in het vlees was. Het was vervolging en ontberingen die hem werden aangedaan door demonische
boodschappers, die probeerden hem neer te slaan en te voorkomen dat hij verheven werd en door God gebruikt. Ik verzeker je dat
dit machtige waarheden zijn, die volkomen in overeenstemming zijn met het Woord van God.
Het is gewoon niet Gods wil voor jou om ziek te zijn. Je moet stoppen met je achter Paulus’ doorn in het vlees te verbergen.
Je moet ophouden een vooroordeel en een vooringenomenheid te hebben dat God ziekte op jou zou leggen, en je moet ophouden het
Woord van God te nemen en dat proberen aan te tonen. In plaats daarvan moet je dit benaderen in een eerlijke benadering waar we
het over hebben gehad. Ga naar deze verzen en bekijk ze in hun context. Kijk naar de woorden, zoek ze op in het Grieks en het
Hebreeuws. Bestudeer het in de context en ik verzeker je dat de dingen die ik heb onderwezen waarheid zullen blijken te
zijn.
Het is een religieus vooroordeel, een vooringenomenheid, een veronderstelling, dat God zou willen dat je ziek bent. En het wordt
gedaan omdat het een gemakkelijke theologie is, die de verantwoordelijkheid ontloopt. En omdat die vooringenomenheid bestaat
hebben mensen het Woord van God dingen laten zeggen die het helemaal niet zegt.
Paulus had helemaal niet een of andere ziekte gekregen van God. Dat is niet waar. Ik geloof dat deze dingen jou gaan helpen om
zeker te weten dat het áltijd Gods wil is voor jou om gezond te zijn.
Deel 3. Waarom geneest niet iedereen?
|