Bijbelgetrouw,
krachtig en praktisch onderwijs van Andrew Wommack
Overzicht van de vertaalde bijbelstudies van Andrew Wommack, klik hier...
Paulus’ Brief aan de Galaten - 6
Andrew Wommack
Deze serie is een vers-voor-vers-studie van de brief aan de Galaten. Paulus spaarde de
roede niet in zijn brief aan de christenen in Galatië toen hij het wetticisme weerlegde dat hen beroofde van het zuivere
geloof.
Deze brief bevat dezelfde geweldige waarheden over genade die zo meesterlijk uiteengezet zijn in de brief aan de Romeinen,
maar Paulus gebruikte een rechtstreeks confronterende aanpak bij de Galaten. De tijd om aardig te blijven was voorbij. Deze
mensen liepen acuut gevaar hun geloof kwijt te raken. Deze studie van het boek Galaten is zowel shockerend als
bevrijdend.
Als MP3 bestand te downloaden van: www.awmi.net
Vertaling: Jan Vossen 2009
Deel 1: Galaten 1:1 t/m 1:24
Deel 2: Galaten 2:1 t/m 2:21
Deel 3: Galaten 3:1 t/m 3:29
Deel 4: Galaten 4:1 t/m 4:31
Deel 5: Galaten 5:1 t/m 5:16
Deel 6: Galaten 5:16 t/m 6:18
Deel 6: Paulus’ brief aan de Galaten 5:16 t/m 6:18
Dit is onze zesde en laatste tape van de serie over de Galaten en deze tape komt overeen met onze ‘Life for today’-tape 107.
Ik onderwijs vanuit Galaten 5:16 tot en met Galaten 6:18. Op de vorige tape stopte ik midden in vers 16. Ik wil daar op
terugkomen en er nog enkele dingen over zeggen en dan gaan we verder.
Laat ik je nog snel aan de context herinneren. De hele brief aan de Galaten is waarschijnlijk Paulus’ felste brief over het
onderwerp genade. Terwijl Romeinen het meest welsprekend is, is Galaten duidelijk het krachtigst. Hij heeft dingen gezegd die
bijna bot of grof zijn tegen deze Galaten. Maar dat kwam omdat hij hen liefhad. En hij probeerde hen af te houden van wat hij
beschouwde als een gruwelijke ketterij, de ketterij dat je geloof moest vermengen met werken en wet.
En in het vijfde hoofdstuk kwam hij tot conclusies en zei ‘als je op de wet vertrouwt’, en hij noemde daarbij specifiek de
handeling van de besnijdenis. En ik heb duidelijk gemaakt dat ook al is besnijdenis vandaag de dag voor de meeste mensen geen
twistpunt, dat hetzelfde principe waar Paulus het hierover heeft is ook nu van toepassing is. Want tegenwoordig gebruiken mensen
de waterdoop, het kerklidmaatschap, en dingen zoals de diverse graden van heiligheid, etc. En mensen zeggen: ‘Je moet deze
dingen doen én geloven in Jezus als je Redder.’ Dat is allemaal precies hetzelfde probleem als wat Paulus hier
bespreekt.
Hij zei er flink forse dingen over: ‘Als iemand nog op iets anders vertrouwt dan op Christus alleen, dan heeft Christus geen
nut voor hem, en geen effect op hen.’ En hij heeft daar enkele heel forse uitspraken over gedaan.
Nu betekent dit helemaal niet dat Paulus verkondigt dat je gewoon maar in zonde kunt leven. Want hij heeft hier gezegd: 5:13
Want u bent tot vrijheid geroepen, broeders, alleen niet tot die vrijheid die gelegenheid geeft aan het vlees; maar dien elkaar
door de liefde.
En in vers 15 zegt hij: Maar als u elkaar bijt en opeet, let dan op dat u niet door elkaar verteerd wordt.
Hij zegt dus: jazeker, er zijn zeer goede redenen om heilig te leven, maar die zijn niet om door God aanvaard te worden. Dát is
volledig en alleen door geloof in de Heer Jezus.
Maar als wij in zonde gaan leven, specifiek in twist en ruzie met andere mensen, gaan we daar de consequenties van oogsten.
Zonde heeft nog steeds consequenties, los van Gods oordeel. Ook al is het hele oordeel van God op Jezus uitgestort, zonde zal
nog steeds een deur openen voor satan en de deur tot jouw leven openzetten voor medewerkers van satan, door andere mensen. Je
kunt dus niet in zonde leven.
Dus in vers 16, daar waren we gebleven in onze vorige tape, zegt hij: Maar ik zeg: Wandel door de Geest en u zult zeker de
begeerte van het vlees niet vervullen.
Hoe verbreek je de heerschappij van de zonde? De reden tot heilig leven is immers veranderd. We doen het niet meer om Gods gunst
te verwerven. Maar we moeten nog steeds heilig leven, opdat satan geen toegang tot ons heeft.
Hoe leven we dan heilig? Nou, vers 16 is een verstrekkend vers. Hij zegt hier iets dat in grote lijn volkomen tegengesteld is
aan wat de meeste mensen zien als de manier waarop je de kracht en de invloed van zonde in je leven moet en kunt overwinnen. Hij
zegt hier: wandel in de Geest en je zult niet de begeerte van het vlees vervullen. Hij zei dus niet: als je het vlees
verloochent, zul je in de Geest wandelen. En dat is een enorm verschil! De meeste mensen denken dat als ze de heerschappij van
het vlees kunnen overwinnen, dat dan de Geest zal komen. Maar dit vers zegt precies het tegenovergestelde! Wandel in de Geest en
dán zul je de begeerte van het vlees niet vervullen!
Als iemand probeert te wachten tot hij de zonde heeft overwonnen, dus tot hij verleiding en vleselijkheid in zijn leven heeft
overwonnen, en verwacht dat dán de kracht van de Heilige Geest in zijn leven zal komen, die zal voor eeuwig blijven zitten
wachten. Als jijzelf in staat zou zijn de overheersing van het vlees over jou te verbreken, zou je de Heilige Geest niet nodig
hebben. Je hebt de Heilige Geest juist middenin je problemen nodig. Je moet het ontvangen dat de Geest door je heen stroomt en
je leidt vóórdat je schoongemaakt wordt. Want je kunt jezelf helemaal niet reinigen. Je hebt de Geest van God nodig om door je
heen te stromen om schoon te worden.
Ik heb het voorbeeld gebruikt dat je de duisternis niet uit een ruimte kunt scheppen. Je moet het licht aan doen en het licht
verdrijft de duisternis. Met het vlees is het precies zo. Je kunt niet met het vlees afrekenen en dán komt de kracht van de
Geest. Maar de meeste mensen geloven dat er een toename is van de stroom van de Geest van God in je leven naarmate je vleselijke
dingen kwijtraakt en het vlees overwint. Als het vlees overwonnen is, komt de Geest en neemt haar plaats in. Maar in feite is
het precies het tegenovergestelde. Naarmate de Geest komt, wordt het vlees uitgedreven. En dat is precies wat dit vers zegt. En
tussen die twee benaderingen is een reusachtig verschil. Als je dit niet hebt begrepen, vraag ik je erover te bidden, en laat de
Heer dit aan je uitleggen. Want dit is het verschil is tussen wat ik geloof dat een van de voornaamste verschillen is tussen
echt christendom en valse religie.
Religie leert een standaard van heiligheid en baseert zich zelfs op de Bijbel. Ze verkondigt de standaard die de Bijbel
verkondigt, wat gedrag betreft. Maar in wezen zeggen ze je: doe deze dingen en als je ze doet zal God je aanvaarden. Maar de
ware boodschap van de Bijbel zegt: geloof dat God je door geloof aanvaard heeft en dán is dit de standaard waarvan je zult
merken dat jij die vervult. Je zult merken dat de Heilige Geest je gaat leiden en dit is de manier waarop het zal gaan. Dit is
de manier waarop je kunt onderscheiden of iemand echt een wedergeboren gelovige is of niet. Aan de hand van déze standaard. De
meeste mensen proberen aan de standaard te voldoen in plaats van redding als een gave te ontvangen. Dat is een geweldige,
krachtige waarheid!
In vers 17 zegt hij: Want het vlees begeert tegen de Geest en de Geest tegen het vlees; en deze staan tegenover elkaar, zodat u
niet doet wat u zou willen.
Dit woord begeren hier, betekent volgens de New American Heritage Dictionary: een overweldigend verlangen. Wij gebruiken dit
woord bijna uitsluitend om een onwettige of perverse seksuele begeerte aan te duiden. Maar dat kan het niet altijd betekenen,
omdat in dit vers zelf bijvoorbeeld staat dat de Geest begeert tegen het vlees. En we snappen allemaal dat dit niet gaat over
een sensuele, seksuele passie of verlangen. Het woord ‘begeert’ spreekt hier dus over een overweldigend, overheersend
verlangen.
In feite vertaalt de NIV dit als: het vlees verlangt tegengesteld aan het verlangen van de Geest. En dit zegt in wezen dat het
vlees en de Geest in hun diepste natuur elkaars tegenpolen zijn. Het vlees verlangt de dingen die het ‘ik’ bevredigt en
speelt zo satan in de kaart. Satan gebruikt dit. Het vlees verlangt in principe de dingen die van de duivel zijn en de Geest
verlangt de dingen die van God zijn. En dat is altijd zo. En als iemand dus echt begint toe te geven aan de Geest en zoekt in de
Geest te wandelen en de Geest hem laat domineren, betekent dat automatisch dat de kracht en de invloed en de heerschappij van
het vlees in hem wordt verminderd.
Want in het laatste deel van dit vers staat: zodat u niet doet wat u zou willen.
Dit is exact wat de Heer onderwees in Matteüs 6:24 waar staat dat je geen twee heren kunt dienen. Je zult van de een houden en
de ander haten, of de een dienen en de ander verachten. Je kunt niet en God én de mammon dienen. Met andere woorden, je kunt
niet effectief de Geest en het vlees tegelijkertijd dienen. Als iemand God zoekt, en naar de dingen van de Geest van God zoekt,
vermindert dat automatisch de macht en de heerschappij van het vlees in je leven.
Mensen hebben geprobeerd het vlees te verwerpen en het vlees te weerstaan in de hoop dat de Heilige Geest dan zal komen en het
gat opvullen. Maar dit vers zegt precies het tegenovergestelde. De manier waarop je dit moet doen is precies midden in al je
problemen! En dat past perfect in de genade die Paulus door dit hele boek Galaten verkondigt. De wetticisten zeiden: ‘Maak het
in orde, leef heilig en dán zal God je aanvaarden, dán zal God in je leven bewegen, dán zal de kracht komen.’ Paulus zegt
precies het tegenovergestelde. De genade verkondigt dat je een relatie met God kunt hebben die níet is gebaseerd op jouw
heiligheid, niet gebaseerd op jouw prestaties, maar gewoon als gave. En dan, als dát gebeurt, kun je beginnen te wandelen in de
Geest en kun je deze overheersing van het vlees verbreken. Je kunt letterlijk die kracht en invloed over jouw leven verminderen.
Zie je, dit zijn twee volkomen tegengestelde manieren om gerechtigheid bij God te verkrijgen.
Nu is het heel goed mogelijk dat de wetticist en de christen naar dezelfde norm leven. De wetticisten zeggen dat je niet moet
gaan moorden. Nou, dat zeggen de christenen ook. Ze prediken liefde. De wetticist zegt dat je niet mag stelen. Nou, dat zeggen
de christenen ook. En zo kun je maar doorgaan. Er is héél veel overeenkomst. Echt christendom dat redding uit genade door
geloof predikt, predikt niet dat je maar in zonde kunt leven. Maar er is een totaal andere reden om heilig te leven. Wij leven
heilig omdat we al aanvaard zijn en omdat onze natuur is veranderd. En nu wíllen we niet meer op een andere manier leven dan
alleen zo dat het God verheerlijkt.
Wetticist zijn mensen die al deze dingen doen om te proberen Gods gunst te verdiénen. Ze vertrouwen niet op Zijn genade, ze
gaan niet door een Redder. Ze bewijzen daar misschien lippendienst aan, maar in werkelijkheid is hun vertrouwen, hun geloof in
henzelf, en in hoe heilig zij zijn geweest. Maar God zal zo iemand niet aanvaarden. Ze zijn wellicht beter dan ik, maar ook zij
zijn niet heilig genoeg om op zichzelf aanvaard te worden. Ook zij hebben een redder nodig.
Paulus brengt hier gewoon dit punt naar voren. Als jij de Heer zou zoeken, als jij Hem op de eerste plaats in je leven zou
stellen, als jij door geloof de genade van God zou ontvangen en de Heilige Geest in je leven laat werken, zou dát de
heerschappij van het vlees breken. En dit is verreweg de beste manier om met de Heer te wandelen.
Ik verzeker je, mensen die proberen alles te overwinnen, zodat als ze rein genoeg zijn geworden, God dan door hen heen zal gaan
werken, die mensen gaan zeer teleurgesteld worden, zeer gefrustreerd personen worden het. Ze zullen zelfs veranderen in
kritische en zure personen, omdat ze denken dat God zo is. Ze denken dat Hij ons precies geeft wat we verdienen en daarom gaan
ze ook dat kopiëren in hun relaties met andere mensen. Maar iemand die echt de genade van God begrijpt en die in geloof
ontvangt en begint te wandelen in de Geest, en die zich door de Geest laat leiden en domineren, die zal ontdekken dat als hij
dat doet, en gewoon door genade en geloof gelooft dat God hem liefheeft en aanvaard, en begint Hem te loven en te prijzen, en zo’n
leven leidt, zo iemand zal merken dat de heerschappij van het vlees in zijn leven gebroken wordt.
Je kunt niet tegelijkertijd God en de duivel dienen. Je kunt niet maar doen wat je wilt. Als jij in de Geest zou wandelen, zul
je de begeerte van het vlees niet vervullen. Dat is gewoon precies wat deze verzen zeggen. Hier staat niet dat als je niet in
het vlees bent, dan zul je in de Geest zijn. Zo is het niet. Want iemand kan sommige van de daden van het vlees afleren. Met
andere woorden, als je zou stellen dat in het vlees zijn betekent een bepaald aantal dingen doen, en als ik ophoud met deze
dingen te doen, dan zou ik automatisch in de Geest zijn, als dat zo zou zijn, dan zouden de schriftgeleerden en de Farizeeërs
in de Geest zijn. Zij zouden dan onder leiding van de Geest staan. Maar Jezus openbaarde dat dit niet zo was. Hij gaf geen
kritiek op hun daden. Hun daden waren goed. Ze deden geweldige dingen. Ze betaalden tienden over de mint, de anijs en de komijn.
Ze baden, ze vastten en deden al deze religieuze werken, maar hun motief was verkeerd.
Met andere woorden, je kunt je daden beheersen, je kunt iemand door religie met een bepaalde standaard van heiligheid laten
leven, maar in hun hart is nog steeds deze corruptie. Jezus heeft gezegd dat ze als gepleisterde graven zijn. Ze zien er van
buiten mooi uit, maar van binnen liggen ze vol rottend gebeente. Er was dus bederf aan de binnenkant.
Je kunt het hart niet veranderen door daden. Maar als je het hart verandert door gewoon de gave van redding te ontvangen, zal
het hart de daden veranderen. Uit het hart zijn de oorsprongen van het leven. Zoals een mens in zijn hart denkt, zo ís hij. En
zo gaan talloze verzen maar verder. De Schrift leert dus verandering van binnen naar buiten. Religie leert verandering van
buiten naar binnen. Als je de buitenkant verandert, dan zou als gevolg daarvan de binnenkant veranderen. Deze verzen leren
precies het tegenovergestelde.
Vers 18 zegt: Als u echter door de Geest geleid wordt, bent u niet onder de wet.
Merk op dat hij in de context, in vers 16, zegt: wandel in de Geest dan zult u niet de begeerten van het vlees doen. En in vers
18 zegt hij: als je door de Geest geleid wordt, ben je niet onder de wet. Hij gaat gewoon met dezelfde gedachte verder. En ik
denk dat hier gezegd wordt, geleid door de Geest, of wandelt in de Geest, en dat hij hier hetzelfde ding beschrijft. Het is
andere terminologie voor hetzelfde ding. In wezen spreekt het over onder de controle, onder de leiding van de Geest zijn.
Als wij ons laten beheersen door de Geest van God, dan zijn we niet onder de wet. Hoe laat je de Geest van God je beheersen? Ik
ben hier al uitgebreid op ingegaan en ga hier dus niet in detail op in. Maar het Woord van God en de Geest van God zijn
hetzelfde. Jezus zei in Johannes 6:63 De woorden die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven. - Gods Woord en Zijn Geest
stemmen volmaakt met elkaar overeen. Als iemand er dus naar streeft om in de Geest te zijn, moet hij doen wat het Woord van God
zegt. Iemand die door de Geest wordt geleid is iemand die het Woord van God, de waarheden en de realiteiten van Gods Woord zijn
leven laten domineren, bepalen en dicteren.
Het Woord van God zegt bijvoorbeeld dat jij je naaste moet liefhebben als jezelf. Iemand die in de Geest is, die door de Geest
geleid wordt, in de Geest wandelt, is iemand die zijn naaste lief zal hebben. En daar kunnen we wel duizenden toepassingen van
maken. Het betekent dat je om hen geeft, betrokken bent, probeert hen te zegenen en te helpen. Iemand die alleen maar religieus
is, kan alle handelingen doen, een uur per dag bidden, opdagen in de kerk, gewaden dragen en alle erkenning krijgen, en alle
religieuze dingen doen, maar tegelijkertijd zijn naaste als vuil behandelen en toch denken dat hij in de Geest is. Maar je bent
niet in de Geest als je niet doet wat het geopenbaarde Woord van God zegt.
Als jij weet wat het Woord van God zegt en er niet naar handelt, ben je niet in de Geest. Door de Geest geleid worden is
wandelen in wat God ons heeft gezegd in het Woord van God, naar de mate waarin we het begrijpen en weten. En dit vers hier zegt
dat je dan niet onder de wet bent. Er is geen wet in het Woord van God die ingaat tegen de Geest. Als iemand door de Geest
geleid wordt, als iemand door het Woord van God gedomineerd wordt, zal hij vanzelf alle gerechtigheid van de wet vervullen. Hij
vervult misschien niet ieder enkel gebod van de wet, want allerlei delen van de wet zijn vervuld en dus niet meer nodig. Als
gelovigen uit de heidenen hoeven wij niet langer de feestdagen te houden, zoals het Pesachmaal, Pinksteren, het Loofhuttenfeest
enzovoorts. Er is voor ons geen reden om die te houden. Die waren specifiek voor de Joden en nooit voor de heidenen
bedoeld.
Ik vervul misschien niet die exacte specifieke verplichtingen en de geboden die daarmee gepaard gaan, maar als ik in het Woord
van God wandel, zal ik wél vervullen waar al die afzonderlijke feestdagen voor staan. Het wordt in het Woord van God duidelijk
dat dit Pesach staat voor het wedergeboren zijn. Omdat God letterlijk het oordeel aan ons voorbij liet gaan en aan het lam, aan
Jezus voltrok. Jezus droeg dat voor ons en het bloed is over ons gesprenkeld. En als Hij het bloed ziet, gaat Hij ons voorbij.
Ik leef letterlijk in het Pesach. Ik houd niet bepaalde maaltijden met alle voorschriften die daarbij horen. Ik doe niet exact
ieder detail van de wet. Ik draag bijvoorbeeld geen kleding die 100% katoen of 100% wol is, zoals de wet voorschrijft. Maar ik
leef volgens dat type, dat principe. Dat type sprak over het heilig zijn, over het puur zijn, geen compromissen sluiten, geen
andere dingen erbij voegen, maar gewoon 100% zijn in alles wat je doet. Ik geloof dat die oudtestamentische wet daar een type
van is. Ik vervul dat dus nu. Dus als jij door de Geest geleid wordt, ben je niet onder de wet. Je vervult wellicht de
gerechtigheid van de wet, maar wij zijn niet onder de wet.
In de verzen 19, 20 en 21 begint Paulus op te sommen wat de werken van het vlees zijn. De werken van het vlees geven een
beschrijving van de verschillende manieren waarop het oude ‘ik’, het oude vleselijke ‘ik’, zichzelf manifesteert. En hij
doet dat met het oog op herkenning.
In vers 19 zegt hij: Het is duidelijk wat de werken van het vlees zijn.
Het woord ‘duidelijk’ betekent: blijkbaar, openbaar worden, duidelijk herkenbaar of bekend zijn. En dan begint hij ze op te
sommen. In wezen kun je dit samenvatten in vier categorieën. De eerste categorie spreekt over sensuele dingen zoals overspel,
hoererij, en zo. Dan noemt hij onreinheid. Bob Yandian heeft hier onderwijs over en heeft hier studie naar gedaan in het Grieks.
Verschillende dingen heeft hij onderzocht. Maar hij denkt dat onreinheid hier ook homoseksualiteit omvat. Hij heeft een boek
uitgegeven met de titel: ‘Heeft Jezus ooit een homosexueel ontmoet?’ En hij zegt: Jazeker, dat deed Hij. Daar gaat dit woord
onreinheid over. Als er gesproken wordt over een onreine geest gaat het altijd over afwijkend seksueel gedrag, vooral over
homoseksualiteit. Dit gaat over sensuele, seksuele soorten zonden, namelijk overspel, hoererij, onreinheid, inclusief allerlei
morele onreinheden, inclusief homoseksualiteit, losbandigheid zoals willekeurig seksueel gedrag, alle soorten van seks voor het
huwelijk, ‘vrije’ relaties, etc.
De tweede categorie gaat over valse aanbidding. Hij noemt hier: 20 afgoderij, toverij - ik denk dat toverij, hekserij en alle
soorten occultisme omvat. Daarna spreekt hij over persoonlijke en sociale relaties: vijandschappen, ruzies. Ik heb aantekeningen
over ieder van deze woorden, die ze in veel meer detail behandelen. Ik moedig je aan die op te zoeken en te bestuderen, want ik
ga hier niet in detail op in. Maar ik geloof dat met ruzies hier twist wordt bedoeld, rivaliteit, onenigheid. Het woord ‘afgunst’
betekent onnatuurlijke jaloezie. Het Woord zegt dat God zelf een jaloers God is, maar dat is geen onnatuurlijke jaloezie, het is
niet buiten proportie, niet zonder geldige reden, etc. Dit gaat over iets dat buitensporig is. Dat is een werk van het
vlees.
Het noemt: woede-uitbarstingen, dat is duidelijk genoeg, egoïsme, het woord tweedracht, gaat over afsplitsingen en onenigheid,
vooral onder echtparen. Dat is wat het woord tweedracht betekent. ‘Dwalingen in de leer’ gaat natuurlijk over mensen die
leerstellingen verkondigen en natuurlijk gaat het niet om onbenullige zaken maar om dingen die de kern van het christendom raken
zoals de goddelijkheid van Christus. Ketterijen zoals van de Jehovagetuigen en de Mormonen. Want die beide groepen ontkennen de
godheid van Jezus. De Jehovagetuigen beweren hardop dat Jezus niet God is. De Mormonen noemen Jezus wel God, maar hun idee over
God is niets anders dan een hoogverheven mens. Zij kennen het idee van een eeuwige Vader niet. Dat zijn dus ketterijen.
Het woord jaloersheid (:21) gaat over het begeren van dingen van andere mensen. Hebzucht kun je hier plaatsen. Dit zijn allemaal
persoonlijke sociale dingen die gaan over relaties tot andere mensen; moord, de vierde categorie heeft te maken met
zelfbeheersing. Dronkenschap, zwelgpartijen - het woord ‘zwelgpartijen’ verwijst naar zaken als orgieën en dat soort
uitspattingen.
Hij somt hier al die dingen op in vier categorieën. Sensuele of seksuele zaken, valse aanbidding. Persoonlijke, sociale
relaties. En het gebied van zelfbeheersing, matigheid. En al deze gebieden kunnen een aanwijzing zijn of iemand door de Geest
van God geleid wordt of dat hij door het vlees geleid wordt.
En aan het eind van dit vers zegt hij: en dergelijke; waarvan ik u tevoren zeg, zoals ik ook al eerder gezegd heb, dat wie zulke
dingen doen, het Koninkrijk van God niet zullen beërven.
Dit is een beetje een problematisch vers, want als je het in zijn context beschouwt, en de hele brief aan de Galaten bekijkt,
preekt hij tegen de mensen die zeggen dat je bepaalde heilige daden moet doen voordat je door God aanvaard kunt worden. En hij
zegt steeds: nee, het is alleen door genade en je geloof in Gods genade die redding brengt. En heilige daden komen daaruit
voort. Dat is dus de hele tijd het punt dat hij maakt. En dan geeft hij hier deze verklaring, dat als je deze dingen doet, je
het koninkrijk van God niet zult beërven.
Sommige mensen hebben deze verzen genomen en zo geïnterpreteerd dat het betekent dat iedereen die ook maar een van deze dingen
doet, die werken van het vlees, niet wedergeboren is. Of als ze wel wedergeboren zijn, verliezen ze hun redding als ze dit doen.
Maar dat is helemaal tegengesteld aan het hele punt waar deze brief over gaat en dat kan ik daarom gewoon niet geloven. En er
zijn zoveel andere Schriftgedeelten die een dergelijke uitleg tegenspreken.
Er zijn een aantal manieren om dit te benaderen. Ik verzeker je dat iedereen die naar deze tape luistert in bepaalde mate iets
van deze dingen doet die de werken van het vlees worden genoemd. Het spreekt over vijandschap, tweedracht, gewoon
huwelijksproblemen, boosheid, toorn, ruzie. Heeft iemand ooit zoiets gedaan? Betekent dit dat iedereen die ooit zoiets heeft
gedaan het koninkrijk van God niet kan beërven? Nee, zeker niet. Ik geloof niet dat dit hierover gaat. Er is een parallel vers
in 1 Korintiërs 6:9 waar staat: 9 Of weet u niet dat onrechtvaardigen het Koninkrijk van God niet zullen beërven? 10 Dwaal
niet! Bedrijvers van hoererij, afgodendienaars, overspelers, schandknapen, mannen die met mannen gemeenschap hebben, dieven,
hebzuchtigen, dronkaards, lasteraars en rovers zullen het Koninkrijk van God niet beërven.
Zie je, hier is diezelfde zin en in vers 11 staat dan: En sommigen van u zijn dat geweest, maar u bent schoongewassen, en
geheiligd, en gerechtvaardigd, in de naam van de Heere Jezus en door de Geest van onze God.
Ik moedig je aan om de aantekening hier bij 1 Korintiërs 6 te bestuderen over vers 11 om meer in detail hierover te krijgen
[zie deze aantekening aan het slot].
Maar hij noemt dus verschillende van deze dingen en sommige mensen in de gemeente van de Korintiërs aan wie hij deze brief
schreef bedreven sommige van deze dingen. Hij beschrijft zelfs dat sommigen dronken werden bij het avondmaal des Heren. Ze
dronken zichzelf echt een stuk in de kraag en hij noemt hier onder andere dronkaards en zegt dat niemand van deze mensen het
Koninkrijk van God zullen beërven. En dan voegt hij eraan toe: en sommigen van u zijn dat geweest.
Uit dit alles kun je denk ik concluderen dat ook al doen sommige christenen deze dingen, en hebben ze de werken van het vlees in
zich, daarom zijn ze niet per se geen christen. Dit zegt in wezen gewoon dat dit kenmerken van het vlees zijn. Dit zijn niet
dingen die de Geest van God voortbrengt. Iemand die deze kenmerken in zijn leven vertoont in deze gebieden wordt niet door God
geleid. En als er geen gebied in hun leven is dat door God geleid wordt, als er helemaal niets goed is, dan zullen ze het
koninkrijk van God niet beërven. Maar als iemand af en toe sommige van deze dingen doet, geloof ik niet dat hij daarmee als
christen heeft afgedaan.
In tegenstelling daarmee somt hij hierna de vruchten van de Geest op. Er zijn ongelovigen die enkele vruchten van de Geest
vertonen. Ze vertonen liefde of blijdschap of vrede, en dat soort dingen. Ze zijn vriendelijk en zachtmoedig voor sommige
mensen, maar zijn ze daardoor wedergeboren? Ik geloof niet dat het doen van goede werken iemand wedergeboren maakt en daarom
geloof ik ook niet dat slechte werken iemand die wedergeboren is zijn redding laat verliezen.
Maar het is waar dat iemand, of hij nu gered is of niet, die wandelt in de dingen die hier in de verzen 19, 20 en 21 opgesomd
worden, dat zo iemand niet door de Geest geleid wordt. Het is iemand die in het vlees wandelt. En dat is het punt dat Paulus
hier duidelijk maakt. Hij heeft hen net in de eerdere verzen gezegd: gebruik de vrijheid in Christus niet als een gelegenheid
voor het vlees, maar dient elkander door de liefde. Als je hier ruimte aan geeft, zul je verslonden worden, je raakt in het
vlees. Hij waarschuwt hen hiervoor en zegt: wandel niet in het vlees. Wandel in de Geest en je zult de begeerte van het vlees
niet vervullen.
Nu zegt hij in wezen: ‘Dit zijn de werken van het vlees, die de Heilige Geest je helpt te vermijden. Hij zal de heerschappij
van deze dingen in je leven breken.’ En daarom somt hij ze op. Maar dit zegt niet dat iemand die een van deze dingen doet
afvallig is, verdoemd, of niet in staat is om redding te ontvangen. En ik geloof dat als iemand al deze kenmerken in zijn leven
vertoont dat er een zeer, zeer goede kans is dat die persoon niet echt wedergeboren is. Want als je in de Geest bent, zal deze
de overheersing van het vlees beginnen te verbreken. Maar iemand die maar enkele van deze dingen in zijn leven manifesteert, ik
geloof niet dat het je diskwalificeert.
Je kunt er ook zo tegenaan kijken dat degenen die deze dingen doen, als dit echt kenmerkend voor hun leven is, dat er een heel
goede kans is om te stellen dat ze niet wedergeboren zijn. Iemand die af en toe van deze dingen doet, zelden, zo iemand kun je
niet beschouwen als iemand die niet wedergeboren kan zijn.
In vers 22 zegt hij: Maar de vrucht van de Geest is: - en dan somt hij negen dingen op. Maar merk op dat hij het heeft over ‘de
vrucht’, enkelvoud, van de Geest. De vrucht van de Geest is: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid,
geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. 23 Daartegen richt de wet zich niet.
Licht heeft allerlei verschillende kleuren in zich. Paars, geel, rood en al die verschillende kleuren zitten allemaal in licht.
Maar normaal kun je het niet zien. Ik geloof dat het ook zo is met de Geest van God. De Geest van God brengt niet in sommige
mensen liefde voort en in andere mensen vrede, en in andere mensen geloof, enzovoorts. Maar als de Geest in iemands leven komt,
net als dat licht al deze verschillende kleuren, het hele spectrum, in zich heeft, op dezelfde manier als een prisma het licht
in de verschillende kleuren kan splitsen, kan hier van de Geest van God gezegd worden dat Hij deze negen dingen voortbrengt.
Maar het is de waarheid dat Hij niet maar één ervan voortbrengt, of enkele ervan in iemands leven, maar als de Geest in
iemands leven is en iemands leven leidt, dan zijn dit de dingen die de Geest van God in iemands leven brengt.
In vers 22 staat het woord Geest met een hoofdletter. Er zijn mensen die daar een hele kwestie van maken en zeggen dat in het
Grieks niet zoiets bestaat als hoofdletters en kleine letters. Dat is alleen iets van het Engels etc. en het is daarom niet
perse zo dat dit spreekt over de Heilige Geest. Maar er zijn nog andere teksten, zoals bijvoorbeeld in Titus en andere plaatsen
waar over onze Redder wordt gesproken. En ze maken er een heel punt van om dat met hoofdletters te schrijven. En ook al geef ik
toe dat er in het Grieks geen overeenkomst bestaat met ons systeem van hoofdletters, wil ik toch zeggen dat iedereen die dit
bestudeert weet, dat één woord een volledig andere betekenis kan hebben, afhankelijk van de context waarin het zich bevindt.
In de Griekse taal heeft de context dus een grote invloed op de manier waarop iemand het leest.
En al geloof ik niet dat het Grieks onderscheid maakt tussen hoofd en kleine letters, het Grieks kent daar een gelijksoortig
systeem voor. De context geeft dit aan. Wat ik hier mee wil zeggen is dat ik niet geloof dat het zonder betekenis is, dat de
Geest hier met hoofdletter wordt geschreven. Ik geloof dat hier gespecificeerd wordt dat dit is wat de Heilige Geest in iemands
leven voortbrengt. Dit is de vrucht van de Heilige Geest.
Maar met dat dit allemaal gezegd is, geloof ik dat dit óók opgaat voor iedere wedergeboren geest, omdat de Bijbel zegt in 1
Korintiërs 6:17 Wie zich echter met de Heere verbindt, is één geest met Hem.
Dat betekent dat we met Hem verenigd zijn. Dus alles wat waar is van de Heilige Geest is ook waar van mijn wedergeboren geest.
Ze zijn identiek in natuur en karakter. Voor praktische doeleinden doet het er niet echt veel toe of je zegt dat dit de Heilige
Geest is of je wedergeboren geest die deze dingen voortbrengt omdat ze beide identiek zijn. Maar in dit geval geloof ik dat dit
specifiek aangeeft dat de Heilige Geest dit voortbrengt.
En merk op dat ze voortbrengt: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid,
zelfbeheersing. 23 Daartegen richt de wet zich niet.
We zouden hier kunnen stoppen en letterlijk uren en uren prediken over ieder van deze vrucht van de Heilige Geest. Ik heb daar
geen tijd voor en denk ook niet dat het effectief zou zijn. Ik heb aparte tapes over liefde, blijdschap, geloof en over al deze
dingen. Voor verdere studie kun je die bronnen opzoeken.
Maar laat me gewoon dit noemen: ik geloof niet dat de Heilige Geest deze dingen alleen op bepaalde momenten voortbrengt.
Bijvoorbeeld, iemand kijkt hiernaar en zegt: ‘De Heilige Geest brengt liefde voort. Nou, dat is mooi, maar ik heb er op dit
moment helemaal niets van, de Heilige Geest brengt het niet in mijn leven voort, want ik voel alleen maar haat.’ Nou, ik denk
dat de waarheid hierover is dat in jouw geest, het deel van jou dat wedergeboren is, dat de Heilige Geest daar altijd en altijd
liefde voortbrengt in jouw leven. Maar jij bent niet alleen maar geest. Jij hebt een ziel en een lichaam. De ziel is het
verstand, de emotie, de persoonlijkheid van jou. En je kunt jezelf laten domineren en beheersen door je ziel, in die mate dat je
letterlijk onwetend wordt van het geestelijke gebied. Je komt zover dat het geestelijke gebied geen enkele uitwerking op je
heeft. Je bent er volledig ongevoelig voor. En als dat gebeurt kun je zeggen: ‘Ik heb geen enkele liefde.’ Maar dit vers
zegt dat de vrucht van de Geest liefde, blijdschap, vrede is. Als jij de Geest ontvangen hebt, heb je altijd die liefde daar
aanwezig. Het is geen kwestie dat je moet gaan en zien dat je liefde verkrijgt, je hebt het al. Het wordt hier de vrucht van de
Geest genoemd, het product van de Geest. Je zou ook kunnen zeggen het fruit, het voortbrengsel van de Geest. Het produceert niet
alleen maar op bepaalde tijden. Er bestaat geen winterseizoen, geen slaapseizoen waar de Geest deze dingen niet
voortbrengt.
Iedere wedergeboren christen die de Geest van God heeft ontvangen hééft 24 uur per dag liefde, ieder dag van zijn leven, ín
zijn geest. En als jij iets ervaart dat daar tegengesteld aan is, betekent het alleen maar dat jij in het vlees bent. Je bent
niet in de Geest omdat de Geest dit altijd voortbrengt. Nogmaals, dit betekent niet dat je het vlees maar kunt negeren, je hebt
een ziel en een lichaam waarvan je niet bevrijd kunt worden tot de Heer terugkomt of tot je sterft en naar Hem toegaat.
Je kunt dus zeggen dat je de verzoeking ervaart om boos en bitter te zijn. Je gevoelens worden gekwetst, maar je hebt altijd dit
reservoir van liefde binnenin je, waar je uit kunt putten. Je hebt altijd vreugde! Dit is geweldig. En God heeft dit echt in
mijn leven gebruikt. Ik heb hier al verschillende keren naar verwezen, dus ik ga er nu niet heel veel tijd aan besteden. Maar
dit is gewoon een krachtige waarheid.
Mensen die depressief en ontmoedigd zijn, zelfs christenen komen naar me toe en vragen: ‘Wat is er aan de hand, hoe kan het
dat ik gebeden heb en de Heer heeft me geen vreugde gegeven?’ De Bijbel zegt hier dat de vrucht van de Geest is: liefde,
vreugde. Het is altijd aanwezig. Je hebt al vreugde. Het is in wezen verkeerd God te benaderen als je gaat vragen om vreugde. De
waarheid is dat je het al hebt. Als jij je ontmoedigd voelt en er overkomt je iets, dan is de juiste manier om te zeggen: ‘Vader,
mijn emoties zijn niet de absolute waarheid. Ik weet dat Uw Woord zegt dat de vrucht van de Geest is: liefde, blijdschap en
vrede, enz. Uw Heilige Geest heeft in mijn wedergeboren geest vreugde. Ik weet dat ik het heb omdat Uw Woord dat zegt.’
En dan mag je gewoon eerlijk zijn en zeggen: ‘Maar Heer, ik voel het niet, ik ervaar het niet. Om een of andere reden ervaren
mijn emoties niet de vruchten van mijn redding.’ En dus vraag je de Heer om wijsheid. Is er iets wat je hebt gedaan. Heb je
geen tijd doorgebracht in gemeenschap met de Heer? Heb je geen tijd doorgebracht met het zoeken van de Heer? Koester je
bitterheid en onvergevingsgezindheid in je hart, die satan toestaat binnen te komen en te stelen, te roven en te verdelgen wat
God al in je geest had gegeven? Als de Heer je dan dat specifiek laat zien, verwerp het dan. Wijs het af, keer je ervan af. En
geef jezelf weer over aan de kracht van de Heilige Geest. En liefde, vreugde en vrede gaan weer stromen.
Maar als je dat niet specifiek ontvangt, kan het ook zijn dat de duivel je gewoon frontaal aanvalt en is het irrationeel. Er
bestaat geen enkele reden voor en het is alleen een kwestie van een onvoldoende hervormd denken. Ga in die gevallen je gewoon
verheugen en zet door geloof vrij wat binnenin je is.
Ik denk dat ik dit voorbeeld eerder heb gebruikt, maar het is net als een bron binnenin ieder persoon. In een bron stroomt dat
heldere schone water. Als het een warme dag is en je hebt niets te drinken bij je, zou het prachtig zijn om een bron te vinden.
Maar je zou er niets aan hebben als je geen emmer had om dat water eruit te putten. En zo is dat. Je hebt altijd al deze vreugde
en deze vrede binnenin je, maar je moet het eruit trekken.
Hoe trek je het eruit? Door in plaats van te reageren op je zintuigen en je emoties en je te laten overheersen door wat iemand
over je gezegd heeft, of door je omstandigheden die negatief zijn, ga je in geloof reageren op wat Gods Woord zegt. Gods Woord
zegt dat je liefde en vreugde hebt. Als iemand je haat en je in het gezicht spuugt, of je op de ene wang slaat, keer jij de
andere wang toe en je kíest ervoor om die persoon lief te hebben. Je gaat zeggen: ‘Vader, ik dank U dat ik liefde in mijn
hart heb voor deze persoon. Ik put daaruit. Ik spreek het uit. Ik weersta deze negatieve gedachten, ik wentel al mijn zorgen op
u.’ En in geloof ga je die persoon liefhebben.
Sommige mensen vinden dat huichelachtig. Ik niet. Ik denk dat het eigenlijk huichelachtig is om je door je emoties te laten
domineren terwijl God zegt dat je van binnen liefde, vreugde en vrede etc. hebt. Je moet dus beginnen te erkennen dat je deze
dingen hébt, en dan ga je in geloof reageren. Dat is alsof je die emmer in die bron laat zakken. En als je dat doet en doorgaat
God te prijzen, ook al heb je er helemaal geen zin in of lust ertoe, uiteindelijk zal dat leven dat van binnen is, deze vreugde
die er al was, gaan stromen.
Ik heb hier eerder al heel wat voorbeelden van gegeven die hier echt goed zouden passen. Maar ik moedig je aan dat weer op te
zoeken en te bestuderen. Ik heb zoveel onderwijs over dit onderwerp. Ik heb twee tapes getiteld: ‘Geest, Ziel en Lichaam’ ,
die hier echt diep op ingaan en heel veel vragen beantwoorden. Ik heb tapes over ‘gerechtigheid’ die hierover gaan. Een van
die tapes heet ‘Identiteit in Christus’ en is een deel van de serie ‘Harnessing your emotions’. Ik heb 3 tapes over
emoties en die gaan hier allemaal over. En dit is gewoon heel krachtig.
Je hebt altijd al vrede binnen in je. Het is een vrucht van de Geest en de Bijbel zegt in Kolossenzen 3:15 dat je de vrede van
God in je hart moet laten regeren. Er zijn misschien tijden dat je geen vrede voelt. Er zijn tijden dat je in totale vrees, enz.
verkeert. Maar dit vers zegt dat je in je Geest vrede hebt. En in ieder situatie is het enige wat je hoeft te doen, jezelf
kalmeren. En om dat te doen moet jij je misschien uit je normale bezigheden terugtrekken. Misschien moet je de TV uitzetten en
jezelf afsluiten van alle bronnen van ongeloof en angst die om je heen zijn. Misschien moet je vasten en bidden in de
aanwezigheid van God. Maar wat je ook moet doen, je brengt jezelf tot kalmte, je richt je denken op de Heer en je zult ontdekken
dat je altijd vrede in je hart hebt.
En dan zegt Kolossenzen 3:15 dat je de vrede van God in je hart moet laten regeren. Dat betekent letterlijk voor scheidsrechter
spelen. Laat die vrede kiezen, laat die de keuzen voor je maken. Als jij voor beslissingen staat die je moet nemen, en je bent
in verwarring en je staat onder druk, wat je dan moet doen is je afscheiden, richt je aandacht op de Heer en ga dan opnieuw naar
je mogelijkheden kijken. En die richting die je de meeste vrede geeft, die volg je. En dat is de leiding van de Heer volgen.
Ongeacht wat jij denkt, je hebt altijd vrede in je hart. En dat geldt voor elke onderdeel van deze vrucht van de Geest.
Er staat ook dat je geduld hebt. Maar je moet echt aan iéder van deze dingen die hier opgenoemd worden tijd besteden. Want er
zijn zoveel mensen die denken: ‘Ik ben toch zó ongeduldig, ik heb echt geen greintje geduld.’ Dit vers hier zegt dat je
alle geduld hebt. Je kunt alle dingen verdragen. Je hébt dat vermogen. Het is in je geest, je wedergeboren geest. Er staat ook
dat je zachtmoedigheid hebt.
Ik bad vorige week met een man, en hij was gefrustreerd dat hij niet in de bediening was. En ik kende deze man niet, ik sprak
door de Geest van de Heer. God liet me enkele dingen zien en deze man was nederig genoeg om het te ontvangen. En een deel van
wat ik hem vertelde was dat het genade was dat God de bediening nog niet voor hem geopend had, want er waren dingen die gewoon
nog niet klaar waren voor de bediening. En ik zei dat een deel hiervan is, dat je een hard, scherp persoon bent. Ik zei dit op
een beleefde manier en hij ontving het zo. Ik zei het niet om kritisch te zijn, maar ik zei: ‘Je bent veel gekwetst, je hebt
veel verwerping en afwijzing ervaren en de manier waarop jij daarop gereageerd hebt, is dat je hard geworden bent. Je bent
scherp en bot geworden, zodat niets tot jou kan doordringen.’ En ik zei: ‘Als de Heer nu op dit moment de bediening voor jou
zou openen zou je het Woord van God als een knuppel gebruiken om mensen mee te meppen. Er zou geen zachtmoedigheid zijn, geen
genade in wat je onderwijst.’
En deze man begon te huilen en zei: ‘Dat klopt allemaal precies’. En ik zei: ‘God is met je aan het werk en zodra Hij je
zover krijgt dat je enkele van deze dingen gaat manifesteren, zal hij meer deuren voor je openen.’ In zo’n situatie als voor
deze man, is deze zachtmoedigheid al in hem aanwezig. Het is een vrucht van de Geest. En hij herkent het misschien niet, hij
heeft misschien deze verdediging van scherpheid en boosheid opgebouwd, hardheid en macho en dat soort dingen, maar de waarheid
is, dat in zijn hart een zachtmoedigheid aanwezig is die door Christus komt. Er staat ook dat er goedheid is. Al die mensen die
denken: ‘Ik zou wel anders willen zijn, maar zo ben ik nu eenmaal.’ Nou, je moet je nieuwe identiteit in Christus ontdekken,
want in Christus heb je wel degelijk zachtmoedigheid, en je hébt goedheid.
En het volgende is wat er hier staat in vers 22, dat je geloof hebt. Ik heb geen tijd om daar op in te gaan. Ik zou hier heel
wat onderwijs over kunnen geven, ik heb hier zó lang op gemediteerd. Maar de meeste mensen laten de duivel hen leren om hen uit
hun geloof te kletsen. Zij geloven dat geloof werkt. Ze geloven en verheugen zich in de getuigenissen die ik geef over wat
geloof kan doen en hoe mensen vrij gezet worden. Maar het probleem is dat ze zeggen: ‘Ik weet dat geloof werkt, maar ik heb
gewoon niet genoeg geloof. Ik heb geen enkel geloof. Ik heb het gevoel dat al mijn geloof is verdwenen.’ Hier wordt gezegd dat
geloof een vrucht van de Geest is. Ze is altijd aanwezig! Jij hébt geloof.
Ik heb een tape met de titel: ‘Het geloof van God’, een onderwijs van anderhalf uur dat hier diep op ingaat en toont dat
iedere wedergeboren gelovige precies dezelfde maat van geloof heeft die Jezus had. Je hébt geloof. Geloof is niet het probleem,
het is een kwestie van weten hoe geloof werkt. Geloof werkt volgens wetten (Romeinen 3:27 ). Je moet je denken vernieuwen om te
weten hoe geloof werkt. Het is net als met elektriciteit. Elektriciteit werkt, maar je moet weten hóe het werkt. En als je dat
niet weet heb je een elektricien nodig of iemand die het wel weet. Om elektriciteit goed te laten werken moet je de wetten leren
kennen en met die wetten meewerken. Met geloof is het net zo. Je hébt geloof. Laat de duivel je nooit wijsmaken dat je geen
geloof hebt. Dat heb je wel. Je moet gewoon leren hoe je het uit je geest krijgt, door je denken en naar je fysieke lichaam. En
om dat te laten gebeuren is de vernieuwing van je denken nodig.
Het gaat nog steeds over de vrucht van de Geest verder, met dat je zachtmoedigheid en zelfbeheersing hebt. Is dat even
belangrijk! Want ik ontmoet zóveel mensen tegenwoordig die met verslavingen en slechte gewoonten kampen. Soms zijn het gewoon
eetgewoonten, of slechte gewoonten met studeren, mensen die lui zijn en dingen uitstellen, of het kunnen dodelijker dingen zijn
zoals seksuele verslavingen, cocaïneverslavingen, alcoholverslavingen en dat soort dingen. Ze hebben gewoon niet het gevoel dat
ze het vermogen hebben tot zelfbeheersing of het vermogen om er iets aan te doen. Dit zegt dat iedere wedergeboren persoon de
Geest van God in zijn leven heeft, en dus zelfbeheersing en matigheid heeft. Dat is waar dit over spreekt. Het is er. Het is een
vrucht van de Geest en net als al het andere kan het worden toegeëigend en vrijgezet.
Als deze negen dingen zijn opgesomd staat er: tegen zodanigen is de wet niet. Dit stelt dat als mensen in liefde functioneren,
als ze werkelijk in liefde naar God en naar hun naasten functioneren, welke wet zullen ze dan overtreden? Jezus zelf zei dat de
hele wet en de profeten hierom draaide. Houd gewoon van God en van je naasten en je vervult de wet. Dus in principe. Als iemand
door de Geest geleid wordt, welk doel, welk nut heeft de wet dan nog in hun leven? Iemand kan alle vereisten van de
oudtestamentische wet vervullen zonder alle regeltjes en voorschriften wat je wel en niet mag doen. Als jij gewoon de Geest van
God zijn gang laat gaan en door de Geest geleid wordt, zul jij de wet, de gerechtigheid van de wet meer per toeval vervullen dan
je ooit eerder met opzet deed. Heiligheid ontstaat als een vrucht en niet als een oorzaak van redding.
Vers 24 zegt: Maar wie van Christus zijn - met andere woorden, wie het eigendom zijn van Christus - hebben het vlees met zijn
hartstochten en begeerten gekruisigd.
Dit is iets dat ik op veel plaatsen heb behandeld, toen we spraken over jezelf verloochenen en jezelf kruisigen en dat soort
dingen. Merk op dat dit iets is dat in de verleden tijd staat. Het gaat niet over iemand die voortdurend rondgaat, zichzelf
alsmaar verloochenend, zichzelf alsmaar ieder dag kruisigend. Daar zit een gedeeltelijke waarheid in, maar ik heb heel wat
religieuze mensen gezien die in een poging zichzelf te kruisigen zó zelfgericht zijn geworden dat het in feite iets schadelijks
is geworden.
Je moet gewoon beseffen dat als je wedergeboren bent, dan bén je gestorven met Christus. Romeinen 6 zegt hier heel veel over en
die verzen hebben we al eens eerder behandeld. Je kunt teruggaan en die bestuderen. Maar het is een gedane zaak. Het is gewoon
iets om je toe te eigenen. Als het neer komt op iets dat je echt in verleiding brengt, dan zijn dit zeer krachtige verzen om te
zeggen: ‘Nee, dit vers hier zegt dat ik daar al aan afgestorven ben, door Christus. Ik doe er niet meer aan mee. Ik ben hier
dood voor. Jij hebt geen kracht, geen autoriteit, geen heerschappij in mijn leven.’ Jezelf daaraan herinneren zal je helpen om
de hartstochten en de begeerten van het vlees te verbreken.
In vers 25 zegt hij: Als wij door de Geest leven, laten wij dan ook in het spoor van de Geest gaan.
Dit verwijst terug naar dezelfde terminologie die Paulus gebruikte in Romeinen 8. Als je wedergeboren bent, ben je ín de Geest.
Of je nu wel of niet náár de Geest wandelt. Met andere woorden, het woord ‘in’ verwijst naar een vaste positie in de tijd.
Toen je wedergeboren werd, werd je door God beschouwd als ‘in’ de Geest. Maar in Romeinen 8 wordt een onderscheid gemaakt
tussen ‘in’ de Geest zijn en ‘naar’ de Geest zijn. Iemand kan wedergeboren zijn en technisch gesproken ‘in’ de
Geest, maar vanwege een niet vernieuwd denken wandelen ‘naar’ het vlees. Een wedergeboren persoon kan door het vlees worden
gedomineerd en geleid. Dat wordt ‘wandelen naar het vlees’ genoemd. Paulus zegt hier: als je ‘in’ de Geest leeft, wat zo
is als je wedergeboren bent, wandel dan ook naar de Geest. Met andere woorden, laat het volledige effect daarvan
manifesteren.
Laat de werken van het vlees, die hij hier heeft opgesomd, jou niet domineren, maar laat je in plaats daarvan door de geest
domineren. En als hij dat hier aanbeveelt dan betekent het dat we dus die macht hebben, dat we echt ook de keus hebben. Er zijn
sommige mensen die denken dat dit onbereikbaar is. Dat je niet echt de dingen van het vlees kunt overwinnen. Nou, dat is niet
wat Paulus hier zegt. Hij zegt dat we het vlees reeds hebben gekruisigd met al haar hartstochten en begeerten. En omdat we ‘in’
de Geest leven, moeten we alleen maar daaruit putten en in de Geest leren wandelen.
In vers 26 zegt hij: Laten wij geen mensen met eigendunk worden, elkaar niet uitdagen en benijden.
Je kunt al deze dingen die hij in vers 26 opsomt als werken van het vlees beschouwen. Werken van het vlees en eigendunk werkt op
relaties. Als je elkaar uitdaagt, tart en benijdt, jaloers bent, is het eindresultaat daarvan dood in plaats van de zegening van
God.
We gaan nu verder met hoofdstuk 6 vers 1: Broeders, ook als iemand onverhoeds tot enige misstap komt, moet u die geestelijk
bent, zo iemand weer terechtbrengen in een geest van zachtmoedigheid; houd intussen uzelf in het oog, opdat ook u niet in
verzoeking komt.
Dit zijn al afsluitende opmerkingen. Hij heeft zijn punt al duidelijk gemaakt in deze brief aan de Galaten. Hij heeft al over
genade gesproken en heeft ook tegengesproken dat dit je een vrijbrief geeft om maar alles te doen wat je wilt. Als je dat doet,
kun je door elkaar verslonden worden. Hij heeft opgesomd wat wandelen naar het vlees is, en wat wandelen naar de Geest is.
Dit nu zijn afsluitende opmerkingen, groeten en nog wat incidentele dingen die behandeld moeten worden. Ze zijn allemaal
belangrijk maar niet zo kritisch als het punt over genade waar deze brief over onderwijst.
In vers 1 zegt hij: Broeders, ook als iemand onverhoeds tot enige misstap komt.
Ik wil graag dat je naar deze bewoordingen kijkt. In het Grieks draagt het woord ‘tot… komen’ (NBG: betrapt worden) de
gedachte dat iets iemand bij verassing overvalt of overkomt. Als je het in het woordenboek opzoekt betekent het: ‘onverwachts
overkomen, verrast worden.’ Het woord ‘misstap’ hier betekent een afwijking, een misstap, dat wil zeggen een niet
opzettelijke fout, een niet opzettelijke overtreding.
De reden dat ik dit zeg is dat als hij het hier heeft over terechtbrengen, of herstellen. Dat spreekt over iemand die gewoon een
vergissing heeft begaan. Het gaat niet om iemand die in totale rebellie tegen God is. Nu kun je erover discussiëren dat iemand
die zondigt altijd iemand is die opzettelijk zondigt, omdat in principe er niets kan gebeuren zonder onze eigen medewerking.
Zonde overkomt ons niet als een ‘toeval’, ze moet ‘bevrucht’ worden. En ik stem ermee in dat dit een juiste zienswijze
is. Maar ik denk dat er in feite sommige mensen zijn die door satan worden misleid, net zoals hij bij Eva deed. Hij drijft ze
stilletjes van het pad af en zo worden ze tot een misstap geleid. Het gebeurde met hun medewerking. Ik zeg niet dat ze er geen
enkele verantwoordelijkheid voor hadden, of geen enkele schuld aan de situatie. Maar aan hun reactie kun je zien dat ze er kapot
van zijn, niet vanwege het feit dat ze betrapt zijn, maar dat ze de Heer hebben teleurgesteld.
Ik denk dat het hier specifiek gaat over predikers. Momenteel help ik een predikant herstellen van een seksuele zonde. En naar
mijn inschatting is er sprake van oprecht berouw en bekering. Hij heeft flink wat klappen gehad. Ik bedoel, hij is zo schuldig
als hij maar kan zijn, maar hij is er volledig eerlijk over geworden en hij heeft het erkend. Weet je, er zijn oorzaken waarom
het gebeurde, het is niet zo dat hij blindelings hierin is getrapt. Hij heeft zelfs een tijd geprobeerd mensen te bedriegen.
Maar toen het eenmaal aan het licht kwam, heeft hij het volledig beleden en ik geloof dat dit heel veel lijkt op wat Paulus hier
beschrijft. Hij was overweldigd door deze fout. Hij besefte niet echt wat er gaande was. Hij was gewoon lauw geworden in zijn
toewijding aan de Heer, hij liet de duivel binnenkomen en daarom werd hij tot deze misstappen geleid. En deze man heeft zich
oprecht bekeerd en zijn berouw getoond en hij is bezig te herstellen en ik denk dat hij het geweldig doet.
Maar dit is het soort persoon dat hij hier beschrijft. Er zijn ook mensen die echt afvallig zijn geworden en daar gaat Paulus
volledig anders mee om. Zoals in 1 Timoteüs 1 waar hij het heeft over Hymeneüs en Alexander die hij aan satan overgeeft. En in
1 Korintiërs 5 sprak hij over die man die hij aan satan overgaf, die incest bedreef. Er zijn dus sommige mensen die echt
gewelddadig zijn en totaal in rebellie. Dit beschrijft gewoon iemand die ongeacht hoe erg het ook was, gewoon in misleiding is
gevallen en satan toestond om hem hierin mee te trekken. Dat is het soort mensen dat we moeten herstellen.
Hij zegt: voor dat soort mensen - moet u die geestelijk bent… Dat zijn de mensen waar hij net in de vorige verzen over
gesproken heeft, de mensen die door de Geest geleid worden, die de vrucht van liefde, vreugde, vrede, enzovoorts manifesteren en
in hun leven hebben stromen. Dat zijn het soort mensen die iemand weer moeten herstellen, hun broeder of zusters die een misstap
begaan heeft. Het woord dat hier voor ‘terechtbrengen’ wordt gebruikt is echt een interessant woord. Het komt van een woord
dat letterlijk het zetten van een gebroken bot betekent. Ik ben daarover aan het mediteren geweest en ik denk dat er echt enkele
goede aanwijzingen in zitten over hoe je iemand herstelt die in een misstap is gevallen, die op een bepaalde zonde is betrapt.
Satan heeft hen verstrikt en nu bekeren ze zich en ze willen vrij worden. Hoe ga je daar mee om? Nou, op dezelfde manier als een
gebroken bot tijd nodig heeft om te genezen, moeten we beseffen dat iemand herstelt die een misstap heeft begaan. Het is dus
niet iemand die alleen maar in verzoeking is geweest. Ze hebben eraan toegegeven en de schade is al aangericht. In een
dergelijke situatie moet je beseffen dat net als er voor een bot tijd nodig is om te genezen, er ook tijd voor herstel nodig
is.
Ik denk specifiek aan enkele voorvallen waar leiders van kerken een bepaald soort zonde hebben begaan. Bij de Heer is er
ogenblikkelijke vergeving. Maar ik geloof niet dat er ogenblikkelijk herstel is. Net als een bot tijd nodig heeft om te genezen
denk ik dat er tijd nodig is voor die persoon in leidersschap, of het een predikant is of wie dan ook, er zal tijd nodig zijn
voor hen om deze dingen te overwinnen, er overheen te groeien en achter zich te laten.
Dat is best bediscussieerbaar. Als ik meer tijd had, zou ik er met meer detail op in kunnen gaan, maar dat is mijn ervaring. En
ik geloof dat dit niet alleen opgaat bij de persoon die hersteld wordt, maar ook voor de personen die volgen. Er moet een
tijdsperiode zijn waar ze aan iedereen kunnen bewijzen dat de Heer echt een werk heeft gedaan en dat Hij hen hersteld heeft. Dat
is dus het allereerste. Je moet beseffen dat het tijd kost.
Ook is het nodig dat iemand met een gebroken bot zijn activiteiten beperkt. Er moeten restricties worden aangebracht. Van iemand
die een gebroken been heeft, kan ik je garanderen dat hij niet door kan gaan met ieder dag te joggen. Vanwege dit gebroken been
zul jij je gewoonten moeten veranderen. Zelfs iemand die een vinger breekt, ook al is het misschien een kleiner probleem, het
zal nog steeds invloed hebben. Als het bijvoorbeeld aan je schrijfhand is, kan het een groot verschil maken in de manier waarop
je kunt functioneren. Er hoort dus een verandering in je activiteiten te komen.
Terugkerend tot de geestelijke toepassing denk ik dat een van de dingen is dat iemand die in de fout is gegaan, niet in de
positie van leiderschap hoeft te blijven. Ik heb het hier over leiderschap, maar ik denk dat het opgaat voor alle niveau’s.
Neem bijvoorbeeld een gehuwde partner die een zonde heeft begaan. Hij heeft overspel gepleegd en hij is echt tot bekering en
berouw gekomen. Hoe herstel je zo iemand? Nou, allereerst moet je erkennen dat het tijd zal kosten en er hoort een verandering
in hun omgeving te komen. Er moet een verandering in hun gewoonten komen. Neem het voorbeeld dat hij overspel heeft gepleegd met
iemand op het werk. Die persoon op het werk is misschien niet naar jou gekomen en heeft zich niet bekeerd, nou, dan is de
verzoeking nog steeds aanwezig. Misschien leeft iedereen in dat bedrijf wel in overspel en hoererij. En met de verleiding die
daar voortdurend aanwezig is, zou ik zeggen dat er een verandering van omgeving zal moeten komen.
Als iemand zoiets doet, zeg een man heeft overspel gepleegd en is naar zijn vrouw gegaan, de vrouw heeft hem vergeven, de man
heeft zich bekeerd en ze willen dat het huwelijk gaat werken, maar ze weten niet goed hoe ze dingen moeten herstellen. Nou, een
van de eerste dingen die ik zou zeggen is: ‘Je moet weg uit die situatie.’ Sommige mensen zouden dit kunnen betwisten en
zeggen: ‘Nee, hij moet sterk worden en leren dat daar te weerstaan en te overwinnen.’ Nou ik geloof dat dit uiteindelijk
waar is. Maar net als iemand die een gebroken been heeft. Uiteindelijk zal dat been het volle gewicht weer moeten dragen. Maar
als het net gebroken is, moet het niet aan nieuwe verwonding worden blootgesteld. Er moet een beperking aan het gebruik van dat
been worden gesteld.
Het is precies hetzelfde. Wat ook de omstandigheden zijn die er toe geleid hebben dat deze persoon de fout in ging, je moet die
omstandigheden veranderen. De kans is groot dat als ze in dezelfde omstandigheid blijven, ze dezelfde verkeerde beslissingen
zullen blijven maken. Als die oude invloeden weer op hen afkomen, zullen ze er gevoeliger en kwetsbaarder voor zijn. Net als
iemand die een verkoudheid heeft of zoiets. Ook al is de verkoudheid over, het immuun systeem is nog laag en ze zijn er een
poosje gevoeliger voor dan iemand die kerngezond is. Ik geloof dus dat er een verandering van omgeving en van gewoonten nodig
is.
Als het de pastor van een kerk is, maar dat kan bediscussieerd worden, maar ik geloof echt dat een pastor van een kerk die zo’n
soort zonde heeft begaan, en dan heb ik het over iets dat ernstig genoeg is zoals bijvoorbeeld overspel, dat hij uit die positie
van leiderschap moet worden gehaald. Omdat zo iemand gewoon niet goed kan genezen als hij nog steeds aan alle eisen van de
bediening moet voldoen. Ik denk echt dat zo iemand terug moet treden, een sabbatsjaar nemen en onder het gezag van iemand anders
moet komen te staan.
En persoonlijk, dit kan bediscussieerd worden, heb ik een boek gelezen waar mensen propageren dat je precies in dezelfde kerk
moeten blijven. De boosheid en de kritiek onder ogen zien en alle verwerping en afwijzing ervaren die ermee gepaard gaat. Ik kan
dat punt begrijpen, het heeft een zeker voordeel. Maar tegelijkertijd hangt het helemaal van de situatie af. Als er echt sprake
is van een liefdevolle groep gelovigen, die oprecht de man willen herstellen en helpen, ja, dan zou het zo kunnen zijn. Maar ik
verzeker je, christenen kunnen keihard zijn. christenen behoren tot de weinige groepen die als het ware hun eigen gewonden
afslachten. En ik denk dat dit voor verschillende predikanten meer is dan ze aan zullen kunnen.
Er moet een verandering zijn. Die verandering kan absoluut zijn, als je uit de stad verhuist, of dat je jezelf alleen uit de
situatie terugtrekt. Ik denk dat op dezelfde manier als een gebroken bot beperkingen stelt aan je activiteiten, dat iemand die
in de fout is gegaan, een verandering moet aanbrengen in zijn levensstijl en anders beloof ik je dat hetzelfde ding weer gaat
gebeuren. Als het om seksuele zonden gaat is een van de dingen die moet gebeuren te stoppen met dezelfde dingen kijken, dezelfde
boeken lezen, zichzelf blootstellen aan de dingen die dit voortbrengen. Dat zou op zijn minst de minimale verandering in zijn
levensstijl moeten zijn. En als het maar enigszins mogelijk is, weggaan uit situaties waarin ze in verleiding komen.
Ook net als een gebroken bot gezet moet worden, als je dat doet kan het enorm pijnlijk zijn. Meestal als je een gebroken been
hebt is het laatste wat je wilt dat iemand eraan komt en er niet aan gaat rukken om het te zetten. Als je het niet juist zet,
zal het nooit goed aan elkaar groeien. En op dezelfde manier is voor iemand die in de fout is gegaan, het allerlaatste wat hij
wil doen, echt de kritiek onder ogen zien. Ze willen niet echt geconfronteerd worden. Ze willen er niet over praten. Ze willen
het liever achter zich laten en dit laten genezen. Maar ik denk dat ook al is het pijnlijk om het onder ogen te zien, ze hebben
het nodig om het helemaal aan het licht te brengen.
Ik was betrokken bij het herstel van een pastor die overspel had gepleegd. En ik ging naar die kerk toe, maar ze hielden het
geheim voor de gemeente. Maar in wezen had iedereen het onderhand wel door. En ik vertelde hen dat roddel altijd veel erger is
dan de waarheid. Ik zei dat ik geloofde dat we volkomen eerlijk en openhartig moesten worden. En de persoon, de pastor waar het
om ging, gaf mij toestemming om dat te doen. Ik werd dus eerlijk met de mensen en gaf geen details die niet nodig waren. Er
hoefde niemand verder betrokken te worden dan de pastor. Hij was degene die berouw had en werd hersteld. Maar weet je, met alle
tact werden we zo open en eerlijk als maar enigszins mogelijk was. En ik denk dat het onder ogen zien van de situatie is alsof
je dat gebroken been pakt en ook al is het uiterst pijnlijk, je duwt het terug in de positie die nodig is. Je verdraagt een
moment van pijn. Maar als dat eenmaal voorbij is, kun je het zetten en zal het beginnen te genezen.
Iemand die doorgaat en niet eerlijk is en niet onder ogen wil zien wat er precies is gebeurd, ik denk niet dat dat bot echt goed
gezet wordt. Die persoon herstelt niet echt goed. En als gevolg daarvan zal het uiteindelijk verharden en weer gaan groeien.
Misschien kunnen ze wel weer functioneren, maar er zal altijd dit duistere deel van hun leven zijn, waar ze niet mee afgerekend
hebben. Ik geloof niet dat het zo zou moeten zijn. Op dezelfde manier als waarop je een bot moet zetten, ook al is het pijnlijk,
moet je het toch doen. En ook al is het pijnlijk om de confrontatie aan te gaan en open en eerlijk te worden en de
verantwoordelijkheid en de consequenties van wat er gebeurd is te ondergaan, je moet dat doen wil je hersteld worden.
Nog een andere mogelijkheid als iemand een bot breekt, is dat ze het in het gips zetten. En de bedoeling van dat gips is het
gewonde deel in te pakken en te beschermen van meer verwonding en alles wat het zou kunnen verergeren. Ook dat is een deel van
het herstelproces en in het geestelijk gebied is dat gips, dat de persoon die wordt hersteld zichzelf moet onderwerpen aan
iemand met geestelijk gezag. Ze moeten aan hen verantwoording gaan afleggen. Ze moeten op regelmatige basis gesprekken voeren en
iemand anders van buitenaf controle op hun leven laten uitoefenen. Ik bedoel dat niet tot in het extreme, waarin die personen
geen zeggenschap en verantwoordelijkheid meer hebben, maar ze hebben toezicht nodig. Iemand moet toezicht houden op de situatie,
iemand die geestelijk is, iemand die hier eerder mee te maken heeft gehad en hen er doorheen helpt.
Daar zijn heel veel redenen voor. Ik denk dat de meeste daarvan nogal vanzelfsprekend zijn. Maar ik denk dat op dezelfde manier
dat gips een gebroken bot in het fysieke beschermt, broeders en zusters waar die persoon zich aan onderwerpt en verantwoording
aflegt, in feite een beschermende laag om hem heen vormt en hem weerhoudt om opnieuw in situaties te gaan en dingen te doen die
het zouden verergeren en hinderen. Dat herstelproces heeft tijd nodig. En totdat de genezing voltooid is, moet je in dat gips
blijven. Soms wordt het iets dat je haat. Het wordt warm, het kriebelt en het jeukt. Je wil dingen doen en het wordt
ongemakkelijk. Je zou maar wat graag dat gips eraf snijden, maar je moet het gewoon om houden. Want als je vroegtijdig dat gips
afsnijdt en weer gewicht op dat bot zet en het weer gaat gebruiken kan dat alles kapot maken. En dat kan ervoor zorgen dat het
nooit meer volledig geneest. In het geestelijke gebied is het net zo. Ik weet dat het ongemakkelijk is als iemand iets heeft
gedaan. En je wilt er onder uit. En je denkt, ik heb mijn tijd uitgezeten. We moeten dit achterlaten en verder gaan. De tijd is
om. Maar ik geloof dat als je hier vroegtijdig uitkomt dat het heel wat schade kan aanrichten. Je moet je dus onderwerpen totdat
de arts zegt dat het tijd is om het gips af te nemen.
En dan moet je eerst nog dingen voorzichtig uitproberen en niet direct weer 100% belasten. En aan wie je ook in dit
herstelproces rekenschap gaat afleggen, het zal echt iemand moeten zijn die je weer begeleid tot een positie van leiderschap, of
je terugleidt in de relatie of wat het ook is waar je mee te maken hebt. Als je te vroeg probeert naar de normale gang van zaken
terug te gaan zal het verhinderen dat je ooit volledig geneest. Dit zijn wat krachtige dingen hier. Ik geloof dat dit echt heel
goed is. Dat is wat dit woord ‘terechtbrengen’ betekent. Net alsof je een bot zet.
En merk op dat er ook staat wat de manier is waarop je dit moet doen. Degene die het doet, moet het doen in een geest van
zachtmoedigheid. Met andere woorden, je hoeft het niet hooghartig te doen. Ik dacht dat er in de 70er jaren een leer rondging in
het Lichaam van Christus over gezag en onderwerping. Ze noemden het de ‘Shepherding’ leer, en in sommige van die situaties
was een hardvochtigheid en een arrogantie die het doordrong, waarvan ik geloof dat het een van de fouten was die dit
uiteindelijk ten val hebben gebracht. Er zaten enkele goddelijke principes en waarheden in dit alles. Maar ook arrogantie, de
autoritaire en dictatoriale houding van: ‘Hé, ik ben jouw gezag, je doet maar wat ik je zeg.’ En ze beheersten en
domineerden mensen. Dat wordt hier niet bedoeld.
Het gaat erover dat je het in een geest van zachtmoedigheid doet. Ik kan teruggrijpen op mijn eigen ervaring in het omgaan met
mensen die gezondigd hebben en predikers die in een herstelproces zijn. Als ik naar hen toe ga, kom ik niet om te zeggen: ‘Jij
ellendeling, onderwerp je aan mij.’ Dat is niet zo. Ik ga met hen als gelijke om en praat met hen en zeg: ‘Hé, bij de
genade van God, sommige van die dingen hadden mij ook kunnen overkomen als ik dezelfde foute keuzen had gemaakt die jij gemaakt
hebt, en mezelf had toegestaan in bepaalde gebieden te verslappen. Als ik mezelf had toegestaan af te wijken van het Woord van
God en de relatie met God, had mij precies hetzelfde kunnen gebeuren. Dat had met iedereen kunnen gebeuren.’ Ik denk dat dát
een geest van zachtmoedigheid is.
En er staat ook: houd intussen uzelf in het oog, opdat ook u niet in verzoeking komt.
Je moet beseffen dat jij zelf ook niet boven verzoekingen staat. Ga niet de baas over iemand spelen. Ga met bewogenheid en met
medeleven als je iemand wilt herstellen die in de fout is gegaan. Niet iemand die 100% in rebellie is en dingen met opzet doet.
Maar iemand die in de fout is gegaan, nu berouw heeft en hulp zoekt. Iemand die zegt: ‘help me.’ Ga met een nederige
instelling en beseffend dat ook jij in verzoeking kunt komen. En jij zou ook wel eens de genade nodig kunnen hebben die je nu
aan deze persoon verleent. Er kan een dag komen dat je dat zelf nodig hebt.
Als iemand barmhartig is, zegt de Schrift in Jakobus 2, zul je zelf ook barmhartigheid ontvangen. Maar als jij geen genade
betoont, zal jou ook geen genade betoond worden. En je kunt daar voorbeelden van zien. Ik bedoel, we hebben beroemde voorbeelden
in onze dagen van mensen die op televisie tekeer gingen en zich opwonden over seksuele zonden en homoseksualiteit. En ik bedoel
dan schreeuwen en tieren met rode koppen, die vervolgens op precies dezelfde dingen zijn betrapt. En ik garandeer je dat de
mensen hen geen genade hebben betoont, omdat ze zelf geen genade toonden. Aan de andere kant kun je mensen vinden die bewogen
zijn.
Verder met vers 2 waar staat: Draag elkaars lasten, en vervul zo de wet van Christus.
Dit woord ‘lasten’ hier komt van een Grieks woord dat betekent: ‘een zwaar gewicht, zware last of groot probleem.’ Het
is een dermate zware last dat als iemand niet geholpen wordt met dragen, hij er onderdoor gaat. Dit kan ofwel spreken van iemand
die onder een zonde gebukt gaat, en daardoor een last in zijn leven heeft, of het kan gaan over omstandigheden. Soms zitten onze
omstandigheden zwaar tegen. En het hele onderwijs van Jezus ging natuurlijk over het meer liefhebben van anderen dan van jezelf.
Het is meer gezegend om te geven dan te ontvangen. Dit gaat dus gewoon over basis, fundamentele christelijke leer, elkaar
liefhebben. En ik geloof dat het samenvalt met het herstellen van iemand die in de fout is gegaan. Hen helpen hun last te dragen
is onderdeel van het vervullen van de wet van Christus.
Vers 3 zegt: Want als iemand denkt iets te zijn, terwijl hij niets is, dan bedriegt hij zichzelf.
Ik denk dat dit nog steeds gaat over dat herstelproces. De ‘Amplified Bible’ vertaalt dit als volgt: Als iemand denkt dat
hij iemand is [te belangrijk om zich te bukken om de last van een ander mee te dragen] terwijl hij niemand is, in niets
superieur, behalve in zijn eigen ogen, dan bedriegt hij zichzelf.
Dit gaat dus nog steeds over het herstellen van iemand en dit met een zachtmoedige houding te doen. Je gaat niet naar hen toe om
ze de mantel uit te vegen, maar je helpt hen hun lasten te dragen. Je neemt letterlijk het gewicht van hen over en helpt hen. En
als jij denkt dat je te goed of te belangrijk bent om dat te doen, als jij denkt dat je te belangrijk bent om jezelf te bukken
om elkaars lasten te delen, dan bedrieg je jezelf.
In vers 4 staat: Maar laat ieder zijn eigen werk beproeven; dan zal hij alleen voor zichzelf stof tot roemen hebben en niet voor
de ander.
Hetzelfde punt dat de Heer Jezus maakte in Matteüs 7:3-5, waar Hij sprak over als er iets verkeerd was met iemand, en je gaat
naar hen toe en probeert hen te corrigeren, dan is het alsof je probeert een kleine splinter uit hun oog te verwijderen, terwijl
er een balk in je eigen oog steekt. En Jezus zei: ‘Haal eerst die balk uit je eigen oog weg, en dan zul je scherp genoeg zien
om een ander te helpen.’ Dat is hetzelfde waar Paulus het hier over heeft. In feite zegt hij: ‘Let er eerst maar op dat je
eigen werk in orde is.’ Dit is nog steeds diezelfde geest van zachtmoedigheid, waarin je beseft ‘hé, ik kan ook in
verzoeking komen’. Ga niet naar iemand toe met de houding: ‘Hé, ik ben niet degene die heeft gezondigd, ik heb geen
problemen.’ Je moet jezelf onderzoeken en er zeker van zijn dat je zelf wel op het rechte spoor zit, zodat je in staat zult
zijn te helpen.
En dan in vers 5 zegt hij: Want ieder zal zijn eigen pak dragen.
Dit klinkt als precies het tegenovergestelde van vers 2. In vers 2 zei hij nog: ‘draagt elkanders lasten.’ In vers 5 zegt
hij: ‘want ieder zal zijn eigen last dragen.’ Het klinkt tegenstrijdig, maar ik denk dat waar hij het over heeft is, dat wij
mensen moeten helpen hun lasten te dragen omdat er een moment zal komen dat jij je eigen last te dragen hebt. En dan zul jij de
hulp van een ander nodig hebben. Met andere woorden, hij brengt dit naar voren door te zeggen: ‘Hé, iedereen heeft wel lasten
te dragen, we krijgen allemaal wel iets voor onze kiezen en dus zouden we wat genade en barmhartigheid moeten zaaien in het
leven van een ander, voor de nood die we zelf in de toekomst waarschijnlijk hebben.’ Als je dat nooit hier op aarde hebt
ervaren, kan ik je verzekeren dat je op een dag voor de Heer zult staan en jij ook wat dingen zult hebben waar je genade voor
nodig hebt. Je moet dus wat genade zaaien in het leven van een ander. Ik geloof dat dit is waar dit over gaat. Dit is een
krachtige schriftpassage.
In vers 6 zegt hij: En laat hij die onderwezen wordt in het Woord, met hem die onderwijs geeft, in alle goede dingen
delen.
Ik heb dit al behandeld bij 1 Korintiërs 9 en andere plaatsen, maar in essentie spreekt dit over het financieel geven aan
degenen die je het Woord van God onderwijzen. Dit is een cruciale wet van God. En dit is echt interessant. Want in de tijd van
het Oude Testament hadden ze geen collectes op de manier zoals we die in het Nieuwe Testament kennen. En ik denk dat heel veel
mensen dit punt ontgaan is. In het Oude Testament was het vrijwillige geven iets dat veel generaties nooit hebben gedaan. Er
zijn enkele voorvallen waar dit in het Oude Testament voorkwam. Maar in essentie hadden ze gewoon een belasting die ze opgelegd
kregen om dingen te ondersteunen. Door de offers die ze moesten brengen. Zo werden de priesters onderhouden. Die aten van deze
offers etc. Dus in feite waren het geen vrijwillige offers zoals we die in het Nieuwe Testament kennen.
Maar in het Nieuwe Testament is dit de manier waarop de Heer de dingen voorstelt om te doen. Hij zegt: ‘Laat hij die
onderwezen wordt in het Woord delen met hem die onderwijs geeft’. Het woord delen betekent in deze context ‘terug geven’
en betekent hier financieel geven aan hem die onderwijst in alle goede dingen. Het is niet tot financiën beperkt, maar die
horen er zeker bij. Dit is dus gewoon een wet van God. Je moet bedienen aan de mensen die jou bedienen. En ik heb hier heel veel
materiaal over in 1 Korintiërs 9. Ik moedig je aan om die verzen opnieuw te bestuderen en de aantekeningen te lezen. Ik heb er
daar in veel meer detail over gesproken en ga dat hier niet nogmaals behandelen.
Maar als mensen deze instructie gewoon zouden opvolgen, en geven waar ze gevoed worden, niet waar ze gesmeekt worden, niet waar
ze veroordeeld worden, niet waar ze een schuldgevoel krijgen als ze niet geven, als mensen gewoon zouden geven waar ze gevoed
worden, zou dat verschillende dingen bewerken.
Een daarvan zou zijn dat alleen degenen die het Lichaam van Christus voeden het geld zouden krijgen. Je schakelt de oplichters
dan uit. De oplichters zien er goed uit, ze hebben misschien uitstraling en prachtige televisie en radioprogramma’s. Ze hebben
alle glitter en glamour, maar de Geest van God stroomt niet door hen heen en ze voeden niet echt het Lichaam van Christus. Als
je dus alleen zou geven waar je gevoed wordt, niet waar je gemanipuleerd wordt en waar gebedeld wordt, niet waar je een speciale
aanbieding wilt kopen en die rechtvaardigt met dat wat je offergave is. Als je gewoon zou geven waar je gevoed wordt, schakel je
de oplichters uit. En dat is een krachtige waarheid.
En als al het geld in het Lichaam van Christus dat in de offers stroomt weggehaald zou worden bij de oplichters en naar de
mensen ging die echt het Lichaam van Christus voeden, zouden diegenen die het Lichaam echt voeden bloeien als nooit te voren.
Het is gewoon een heel eenvoudig principe. Als je bij McDonalds eet, ga je niet aan de overkant bij Burger King betalen voor de
maaltijd die je hebt genoten. Je betaalt waar je gevoed wordt. Heel veel mensen doen dit niet. Er zijn mensen die hun geld geven
in dode kerken, met het idee: ik breng mijn geld in de voorraadkamer, in deze kerk. Maar ik heb geen tijd om dit hier uit te
leggen. Iemand neemt hier misschien aanstoot aan. Ik heb een tape getiteld: ‘The Tithe’ die hier op ingaat. Je kunt daar
gratis om vragen. Maar er zijn kerken die je tienden niet verdienen. Je moet geven waar je gevoed wordt. Je zou in je
plaatselijke kerk gevoed moeten worden. Maar als dat niet gebeurt, geef er dan niet aan. Geef waar het Woord van God naar je toe
komt en waar je gevoed wordt.
En let dan ook op het volgende vers waar staat: 7 Misleid uzelf niet: God laat niet met Zich spotten; want wat de mens zaait,
zal hij ook oogsten. 8 Want wie in zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderf oogsten; maar wie in de Geest zaait, zal
uit de Geest het eeuwige leven oogsten.
Hij zegt dit in samenhang met het geven aan diegenen die je het Woord van God onderwijzen. En hij zegt: wees niet misleid. Met
andere woorden, dit is Gods principe. In het Oude Testament werd hen geboden om de Levieten te ondersteunen. Je mocht alle dagen
van je leven de Levieten niet vergeten. De Leviet was de oudtestamentische predikant.
In het Nieuwe Testament is dit het nieuwtestamentische principe dat als je het Woord van God onderwezen krijgt, geef aan degene
die je onderwijst. En dan zegt hij: wees niet misleid. God laat niet met zich spotten. Wat een mens zaait, zal hij ook oogsten.
Ik denk dat hij dit zegt voor de predikant, om die aan te sporen. Als je de mensen bedient, wees niet misleid, wees niet
ontmoedigt. Je hebt misschien moeilijke tijden, maar Gods wil voor je is, dat je gevoed zult worden en God zal het naar je toe
zenden. En ik kan je vertellen dat God getrouw is. God heeft me geholpen en ondersteund. Ik heb niet altijd de wijsheid gebruikt
die ik had moeten gebruiken, maar God heeft me ondersteund. Ik heb dit vers als bemoediging voor mijzelf opgevat.
Maar het is ook een waarschuwing aan mensen die niet geven waar ze gevoed worden. Want er staat, wees niet misleid, God laat
niet met zich spotten. Wat iemand zaait zal hij ook oogsten. Als jij niet zaait in de levens van de mensen die jou voeden met
het Woord van God, zul jij op een dag niet oogsten. Je kunt het hier niet mee eens zijn en zeggen: ‘Het doet er niet toe waar
ik geef, als ik maar geef. God kent mijn hart.’ Maar zo’n houding zou een belabberde boer opleveren wanneer een boer denkt:
ik kan mijn zaad hier wel op het beton uitstrooien en het zou net zo goed vrucht op moeten leveren als dat ik het op goede aarde
strooi en bevloei en bemest. Tenslotte heb ik gezaaid, dat is het enige wat belangrijk is. Nou, dat werkt zo dus niet.
Je zult moeten beseffen dat wáár je geeft belangrijk is. En de Heer heeft specifiek gezegd: geef waar je onderwezen wordt. Er
zijn heel weinig mensen die dat doen. De meeste mensen in het Lichaam van Christus geven waar ze onder druk gezet worden. Daar
waar ze gebedeld worden.
En ik zeg je dat ik dit met gezag kan zeggen. Want ik geef mijn materiaal gratis weg. En God zorgt voor al mijn behoeften. En ik
zeg dit niet met bijbedoelingen. Iemand kan dat wellicht denken. Dat moet je maar tussen jou en God oplossen. Ik onderwijs dit
gewoon omdat dit een deel is van het Woord van God, net als al het andere. Ik zeg dit niet om persoonlijke redenen. Maar ik heb
zelf gezien dat omdat ik dingen gratis beschikbaar stel aan mensen, dat sommige mensen daar gebruik van maken zonder ooit iets
terug te geven aan ons. En er zijn mensen die niet kúnnen geven. Dat is geen probleem. Maar er zijn heel wat mensen die wel
kunnen geven en ervoor kiezen om niet te geven, omdat ik hen niet onder druk zet. Ze zijn eraan gewend om te geven waar ze onder
druk worden gezet.
Ik heb zelfs meegemaakt dat mensen me vertelden: ‘Hé, als je iets nodig had, had je het moeten zeggen.’ Maar zie je, dat is
niet goed. De Schrift hier zegt: ‘Geef waar je gevoed wordt.’ Ik voed heel wat meer mensen dan die aan mij geven. Nu geven
sommige mensen overvloedig en veel meer, en die compenseren het. Alles bij elkaar zorgt God ervoor dat het uitkomt. Maar ik zeg
dat ik weet dat er mensen zijn die misbruik maken van ons systeem. En ik zeg het niet ten behoeve van mij, maar van hén. Op een
dag zullen ze merken dat de reden dat ze niet oogsten is, omdat ze niet op de juiste plaats gezaaid hebben. Ze hebben hun zaad
uitgestrooid bij mensen die lokkertjes gebruikten en smeekten en hen onder druk zetten. Ze hebben gegeven voor kerkorgels van
miljoenen dollars, en gebrandschilderde ramen in plaats van aan het werk van Christus. En ze kunnen maar niet begrijpen wat er
is gebeurd. Nou, God laat niet met zich spotten! Als ze denken van wel, zijn ze misleid. Dit is Gods instructie en je moet Gods
aanwijzingen opvolgen. Als jij geestelijk wordt gevoed, moet je daar een zaad zaaien. Je moet dáár financiën in
stoppen.
Vers 8 Want wie in zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderf oogsten; maar wie in de Geest zaait, zal uit de Geest het
eeuwige leven oogsten.
We kunnen hier tot in detail op ingaan. Maar laat ik alleen snel zeggen dat dit een wet is. En deze gaat op veel meer terreinen
op dan alleen deze context hier. Het gaat niet alleen om het geven aan predikers, maar is op alles van toepassing.
Als iemand bijvoorbeeld vrienden wil hebben, zegt de Schrift dat als iemand vrienden wil hebben, een man zichzelf vriendelijk
moet betonen. Met andere woorden, jij bent aan het bidden en zegt: ‘Oh God, ik ben eenzaam en ik heb gezelschap nodig, ik heb
een vriend nodig. God, kunt u iemand naar mij toesturen.’ Nou, in plaats van bidden en God vragen het als een wonder te doen
en iemand uit de lucht te laten vallen, ga vriendelijkheid zaaien in levens van anderen. Ga van jezelf geven aan iemand anders
en dan zal er aan je teruggegeven worden. Als je meer tijd nodig hebt, geef dan tijd aan iemand. Geef aan de Heer. Als je te
druk bent en geen tijd hebt, geef dan tijd en zeg: ‘Heer, ik geef U tijd en ik geloof dat U mij tijd teruggeeft en me helpt om
deze dingen te doen.’
Je moet deze wet van zaaien en oogsten erkennen. Er zijn zoveel mensen die dit niet begrijpen. Ze zitten maar op God te wachten
om een wonder in hun leven te doen, maar ze hebben niets gezaaid. Er zijn mensen die maar zitten te wachten tot hun schip
binnenloopt, maar ze hebben er nooit een uitgezonden. Je moet erkennen dat net als er in het natuurlijke wetten zijn, er ook
wetten zijn die zaaien en oogsten beheersen. Je kunt nooit een oogst binnenhalen als je er nooit een gezaaid hebt. Maar in het
geestelijke gebied zijn er mensen die op zoek zijn naar financiële zegening maar die niet doen wat Gods Woord zegt. Ze geven
niet. Ze geven niet waar ze gevoed worden. En ze kunnen maar niet begrijpen waarom God hun financiële nood niet voorziet. Dat
komt omdat God niet met zich laat spotten. God zegt: ‘Doe het op deze manier’. En als wij het dan op onze eigen manier doen,
zullen we Gods zegen en Gods autoriteit daarop niet in ons leven krijgen. Man, dit is zo eenvoudig dat je iemand nodig hebt om
het verkeerd te begrijpen. Maar ik verzeker je dat de meeste christenen dit ontgaan is.
Als het om genezing gaat zijn er mensen die maar om genezing bidden en niet begrijpen dat de Bijbel zegt dat God Zijn woord
heeft gezonden en hen genas, Psalm 107:20. Er staat ook dat het Woord van God gezondheid is voor uw hele gebeente en leven voor
hen die haar vinden, Spreuken 4. Het woord is als een zaad. Als je genezing nodig hebt, neem dat genezingszaad, het Woord van
God en zaai het in je leven. Maar in plaats daarvan gaan mensen hun eigen gang. Ze zappen maar wat rond op de TV en geven geen
enkele aandacht aan het Woord, totdat ze al ziek zijn en in het ziekenhuis liggen. En dán gaan ze God geloven. Ze hebben geen
zaad gezaaid en kunnen maar niet begrijpen waarom dingen niet werken. Dat is net als een boer die al zijn collega’s ziet
oogsten en boos is omdat hij geen oogst heeft. Maar hij heeft nooit zaad gezaaid.
Voor iedere nood en behoefte in je leven moet een zaad gezaaid worden. Niet alleen financieel, maar emotioneel, fysiek, in
relaties, op ieder gebied van je leven moet je dit principe gaan begrijpen en toepassen dat er een zaaitijd is en een oogsttijd.
Je moet geven. Als je zaait in geestelijke dingen, het doet er niet toe wat dat is, als je liefde aan iemand geeft, als je in de
Geest wandelt en door God geleid wordt in liefde, blijdschap en vrede en je geeft aan anderen, dan zúl je eeuwig leven oogsten.
Maar als je in je vlees zaait, zul je uit het vlees verderf oogsten.
Dat betekent dat als je alleen maar in zelfzucht functioneert, als je in vleselijkheid en in vleselijke dingen bezig bent, als
je krenterig bent, dan zul je ook krenterig behandeld worden. Ik weet niet eens of dat het goede woord is, maar zo zal het zijn.
Je zult niets terugkrijgen. En veel mensen missen dit en daardoor ontgaat hen een van de krachtigste wetten uit het Woord van
God.
Naar deze wet wordt een aantal verschillende keren verwezen. Galaten 6, en Lukas 6 spreekt hierover. Er zijn heel veel plaatsen
die over deze wet van zaaien en oogsten spreken. Ik moet opschieten om dit zesde hoofdstuk af te krijgen, maar dit is een
krachtig, krachtig onderwijs.
In vers 9 zegt hij: En laten wij niet moe worden goed te doen, want te zijner tijd zullen wij oogsten, als wij niet
opgeven.
Nogmaals, dit gaat over deze wet van zaaien en oogsten. Het doelt specifiek op financiën maar is in wezen op alles van
toepassing. Net zoals een zaad tijd nodig heeft om te ontkiemen, is er ook voor onze zaden tijd nodig om vrucht voort te
brengen. Ik heb ooit een honderd dollar in een collecte gegeven en verwachtte de volgende dag tienduizend dollar in de bus te
krijgen. En toen dat niet gebeurde was ik teleurgesteld en ik ging erover bidden en de Heer liet me zien dat net als je een zaad
plant, het wel eens zes maanden of een jaar kan duren voordat je de oogst daarop ziet. Het is precies hetzelfde.
Er is voor alles een juist seizoen. En ik begon daarom vooruit te zaaien. En ik geloof dat ik nu bijna 25 jaar later nog steeds
een oogst aan het verzamelen ben van die honderd dollar die ik 25 jaar geleden gezaaid heb. Ik bedoel, het komt naar me terug.
En ik plant nu zaad voor de toekomst. Ik heb nog zo’n oogst op me liggen te wachten, ik bedoel, mijn toekomst ziet er
gewéldig uit! Je moet die instelling ontwikkelen wetend dat er een juist seizoen is.
Maar er staat ook bij: ‘als we niet opgeven’. Ik heb geen tijd om dit allemaal te behandelen, maar ik heb hier geweldige
aantekeningen over ‘niet opgeven en niet moe worden’. De Bijbel zegt in Hebreeën 12: 3 Vestigt uw aandacht dan op Hem, die
zulk een tegenspraak van de zondaren tegen Zich heeft verdragen, opdat gij niet door matheid van ziel verslapt.
De strijd vindt plaats in je ziel. Specifiek in je denken. De strijd moet in je denken worden gewonnen. Soms denken mensen dat
ze de bewegingen maar moeten maken, de handelingen uitvoeren. Maar nee, je wordt moe en je verslapt in je ziel, in je denken. En
deze belofte over oogsten is afhankelijk van niet moe worden en niet verslappen of opgeven. Je moet de strijd dus in je denken
winnen. Je moet je denken op het Woord van God gericht houden en volharden in geloof. Je kunt niet toestaan dat vrees en twijfel
je gaan domineren en dit vindt allemaal in je denken plaats. Je moet je gedachten beheersen. En dat doe je met het Woord van
God.
In vers 10 zegt hij: Laten wij dus, terwijl wij gelegenheid hebben, goed doen aan allen, maar vooral aan de huisgenoten van het
geloof.
En natuurlijk kunnen we hier heel lang over praten, maar goed doen aan mensen is iets dat iedere christen wil doen. En Jezus
sprak over het helpen van je naaste. Hij gaf dat voorbeeld van de barmhartige Samaritaan, etc. Maar ik geloof dat satan soms
zoiets als dit ook heeft verdraaid om veroordeling en schuld op mensen te laden. Want tegenwoordig kunnen wij door TV en radio
zien wat er aan de andere kant van de wereld gebeurt. We zien de baby’s doodgaan van de honger, we zien de verschrikkelijke
rampen die er plaatsvinden, in al die verschillende plaatsen. Ik heb christenen ontmoet die zo overweldigd waren. Ze probeerden
goed te doen aan mensen en konden maar niet alles doen wat ze dachten dat moest gebeuren. En ze voelden zich zo gestrest. Ze
waren zo doordrongen van schuldgevoel en pijn omdat ze het gevoel hadden tekort te schieten.
Ik wil je daarom wijzen op de zinsnede ‘terwijl wij gelegenheid hebben’. Paulus noemde dat er specifiek bij. Hij zei niet
maar ‘doe goed aan alle mensen’. Als hij dat had gezegd was dat een molensteen om onze nek geworden waardoor wij allemaal
zouden zijn verdronken. Nee, je kunt niet alles doen. Maar gewoon terwijl je de gelegenheid hebt. Als God je bovennatuurlijk met
mensen in contact brengt, dan doe je waar je de middelen voor hebt om te doen, en geloof om meer te ontvangen, zodat je meer
kunt doen. Maar neem niet meer verantwoordelijkheid op je dan God je gegeven heeft.
In vers 11 zegt hij: Zie met wat een grote letters ik u eigenhandig schrijf.
Ik heb dit eerder kort genoemd in Galaten 4, maar sommige mensen gebruiken dit om te beweren dat dit een aanwijzing is dat
Paulus een oogziekte had, die zijn doorn in het vlees was. Ik geloof niet dat dit is waar dit over gaat. Deze brief aan de
Galaten is vijf bladzijden, enkelvoudige regel en dat is een lange brief naar ieders norm. Ik geloof niet dat het verwijst naar
de individuele letters in de brief, maar dat het verwijst naar de hele brief die hij hier schreef en dit is geen aanwijzing dat
hij een oogprobleem had.
In vers 12 zegt hij: Allen die zich mooi willen voordoen naar het vlees, dwingen u besneden te worden, alleen om niet vanwege
het kruis van Christus vervolgd te worden.
En hier heeft hij het over zijn critici, deze Judaïsten, de wetticisten. En hij zegt dat de reden dat ze jullie dwingen is, dat
ze geen vervolging willen lijden. Ze proberen de gunst te verwerven van de christelijke wetticisten in Jeruzalem of mogelijk
zelfs van de ongeredde Joden. Ze probeerden christendom en Judaïsme in één geloof te verenigen en dat kan gewoon niet. Er is
een essentieel verschil tussen.
Hun motief om naar de Galaten te komen en besnijdenis aan hen te prediken was dus opdat zij geen vervolging zouden leiden.
En Paulus gaat verder met zeggen: 13 Want ook zij die besneden worden, houden zelf de wet niet; maar zij willen dat u besneden
wordt om zich te kunnen beroemen op uw vlees.
Dit is zo interessant, dat iedereen die wetticisme claimt en predikt en zegt: ‘Je moet heilig zijn, en als je niet heilig
bent, zal God je niet aanvaarden.’ Die mensen beantwoorden zelf niet aan wat ze prediken! Ze hebben misschien een minimale
standaard, maar ze zijn zelf niet heilig. Ze zijn niet volmaakt. Dit hebben we in het 3e hoofdstuk van Galaten behandeld.
Dit is een kenmerk van wettische mensen. Ze eisen van andere mensen wat ze zelf niet kunnen waarmaken. Dat is echt het toppunt
van huichelarij. Dat is het toppunt van onnozelheid. Je kunt het zelf niet waarmaken, je gaat er zelf aan onderdoor, maar toch
ga je het van andere mensen eisen!! Ik verzeker je dat dit een kenmerk is dat je in wettische mensen ziet. En Paulus wijst
daarop. Ze doen zelf niet wat ze jou bevelen te doen. Ze doen dat alleen maar zodat zij kunnen roemen op jouw vlees. Weet je,
wettische, vleselijke mensen leggen altijd de nadruk op de uiterlijke verschijning. 1 Samuel 16:7 zegt: Kijk niet naar zijn
uiterlijk ……. want de mens ziet aan wat voor ogen is, maar de HEERE ziet het hart aan.
Als het door religie wordt gemotiveerd zal het altijd om de uiterlijke dingen gaan. Dingen doen. Maar als het uit het hart van
God is, zal het gaan om de innerlijke dingen, de kwesties van het hart in plaats van uiterlijke formaliteiten.
In vers zegt Paulus: 14 Maar ik zal mij volstrekt niet beroemen op iets anders dan op het kruis van onze Heere Jezus Christus,
door Wie de wereld voor mij gekruisigd is en ik voor de wereld. 15 Want in Christus Jezus heeft niet het besneden zijn enige
kracht, en ook niet het onbesneden zijn, maar wel dat we een nieuwe schepping zijn.
Dit is een vers dat wij gemakkelijk overslaan, maar voor het Joodse denken waar Paulus zich op richt was dit een enorme ketterij
die zeker heel wat mensen in de gordijnen joeg. Maar Paulus stelde het bijzonder stoutmoedig.
Vers 16: En allen die overeenkomstig deze regel wandelen: vrede en barmhartigheid zij over hen en over het Israël van God. 17
Verder, laat niemand mij lastigvallen, want ik draag de littekens van de Heere Jezus in mijn lichaam.
Ik denk dat Paulus in wezen zijn punt wel duidelijk had gemaakt. Hij was er hard en soms heel streng mee geweest, maar omdat hij
de mensen liefheeft, nu hij zijn brief afsluit zegt hij eigenlijk: het is klaar, ik heb gezegd wat ik te zeggen had. Ik ga er
verder geen discussie meer over aan. Laat niemand mij verder lastigvallen. Geen discussie meer, geen vragen meer, geen
commentaar meer hierop.
En dan zegt hij: want ik draag de littekens van de Heere Jezus in mijn lichaam.
Natuurlijk heeft hij het over littekens als gevolg van vervolgingen. Hij was gestenigd, geslagen, gegeseld, etc. Maar ik denk
dat hij verwijst naar een gebruik van die dagen. In het Oude Testament wordt daar twee keer over gesproken. Als een slaaf niet
vrij wilde worden en zijn meester vrijwillig voor altijd wilde blijven dienen, dan werd hij naar de deurpost gebracht. En ze
doorboorden zijn oorlel met een priem en maakten zo een merkteken in zijn vlees. En daardoor werd hij voor eeuwig een
verbondsslaaf. En ik denk dat Paulus naar iets dergelijks verwees, omdat hij zich door die merktekens had verbonden aan een
leven van God zoeken. Hij was zo toegewijd aan de genade van de Heer Jezus en daarvan was geen terugkeer meer mogelijk. Geen
compromis, geen twijfels meer, hij was voor het leven getekend. Net als een slaaf. Daar verwijst hij naar.
En dan in vers 18 zet hij: ‘Broeders’. Hij is hard en kritisch geweest, maar hij erkent hen nog steeds als broeders en zegt:
De genade van onze Heere Jezus Christus zij met uw geest, broeders! Amen.
Na al deze harde dingen heeft hij nog steeds deze mensen lief en hij spreekt de zegen van de Heer Jezus over hen uit.
Bijlage: aantekeningen ‘Life for Today’ studiebijbel
Uit ‘Bible Commentary zoals te downloaden van: www.AWMI.net
1 Korintiërs 6:11
11 En sommigen van u zijn dat geweest, maar u bent schoongewassen, en geheiligd, en gerechtvaardigd, in de naam van de Heere
Jezus en door de Geest van onze God.
Aantekening 6 bij 1 Korintiërs 6:11:
Paulus legt hier nadruk op het woord ‘geweest’ Hij schildert een tegenstelling tussen hun toestand in het verleden met hun
positie van nu als gerechtvaardigd in Christus. Omdat ze nu met het plegen van deze zonden volledig zijn gestopt? Zeer zeker
niet!
Paulus had net afgerekend met een man die in openlijke incest leefde (1 Kor. 5:1). Terwijl Paulus de christenen in Korintië
instructies gaf hoe ze deze man moesten tuchtigen, behandelde hij hem niet als een ongelovige. In plaats daarvan gaf hij in zijn
tweede brief aan de Korintiërs de kerk de opdracht om deze man te vergeven en weer in de gemeenschap van de gelovigen te
ontvangen (2 Kor. 2:5-11).
In dit zesde hoofdstuk houdt Paulus zich bezig met christenen die elkaar voor het gerecht slepen en zeggen dat ze elkaar
bedriegen (vers 8). Dit valt in de categorie van ‘hebzucht’ of zelfs ‘rovers’ die Paulus in vers 10 noemt. In het
volgende hoofdstuk heeft Paulus het over overspel en uit zijn aanwijzingen valt op te maken dat sommige van de Korintiërs op
dit gebied problemen hadden.
Sommigen van dezelfde gelovigen uit Korintië werden dronken bij het avondmaal (1 Korintiërs 11:21) en dat zou hen onder de
categorie ‘dronkaards’ in vers 10 plaatsen. De verdeeldheid in het lichaam waar Paulus in de eerste vier hoofdstukken over
spreekt zou veel van deze gelovigen in de categorie ‘lasteraars’ plaatsen.
Het is dus duidelijk te zien dat deze christenen in Korintië niet volledig vrij waren van de goddeloze daden die Paulus in de
verzen 9-10 opnoemt en toch werden zij door Paulus niet langer als overspeligen, afgodendienaars, etc. beschouwd. De zonden van
een christen maken hem net zomin een zondaar als dat de rechtvaardige daden van een zondaar hem rechtvaardig maken (zie
aantekening 1 bij Rom. 6:20).
Zonde is een uiterst dodelijk iets dat ook christenen tot iedere prijs zouden moeten mijden, maar het bepaalt niet onze positie
bij de Heer (zie aantekening 2 bij Rom. 6:2, p. 776). Iemand die wedergeboren is, is niet ‘in het vlees’ ook al wandelt hij
misschien ‘naar’ het vlees. (zie aantekening 20 bij Rom. 8:9)
Aantekening 14 bij Galaten 6:9
And let us not be weary in well doing: for in due season we shall reap, if we faint not.
9 En laten wij niet moe worden goed te doen, want te zijner tijd zullen wij oogsten, als wij niet opgeven
Moeheid of matheid ontstaat na verloop van tijd. Niemand wordt van het ene moment op het ander moe. Paulus geeft deze aansporing
omdat deze wet van zaaien en oogsten (zie aantekening 11 bij v. 7) tijd nodig heeft om te werken. Er is een ‘juiste tijd’
voor onze oogst om te komen (zie aantekening 15 bij dit vers hieronder). En we moeten volharden in ons geloof tot aan de
oogsttijd.
Geestelijke vermoeidheid vindt in ons denken plaats. Zoals de schrijver van Hebreeën zei: Vestigt uw aandacht dan op Hem, die
zulk een tegenspraak van de zondaren tegen Zich heeft verdragen, opdat gij niet door matheid van ziel verslapt Hebreeën 12:3.
Om te volharden in geloof tijdens het groeiseizoen tot onze oogst rijp is, moeten we de strijd in onze gedachten winnen (zie
aantekening 13 bij vers 8, hierboven; zie aantekening 16 bij dit vers beneden).
Aantekening 15 bij Galaten 6:9:
De term ‘juiste tijd’ betekent dat er een bepaalde vaststaande tijd is dat onze oogst klaar is. Een boer plant zijn gewas
niet de ene dag en oogst de volgende dag. Er is tijd nodig voor het zaad om te ontkiemen en tot rijpheid te komen. Eveneens
hebben ook geestelijke zaden tijd nodig. Degenen die dit niet begrijpen raken teleurgesteld als ze geld in de collecte geven en
niet binnen 24 uur hun oogst zien.
Financiële zaden moet ver voor hun behoefte worden geplant. Net zoals een boer in de lente plant, wil hij in de herfst kunnen
oogsten. Er is dus vooraf planning nodig om geestelijke zaden te zaaien.
Aantekening 16 bij Galaten 6:9:
Deze belofte van oogsten is afhankelijk van dat wij niet verslappen. Vermoeidheid en verslappen zijn allebei het gevolg van dat
wij de strijd in onze gedachten verliezen (zie aantekening 14 bij dit vers hierboven). Hebreeën 12:3 zegt dat wij verslappen in
onze ziel. Er zijn mensen die nog steeds doen alsof ze God geloven, maar ze zijn in hun denken al verzwakt. Misschien kunnen ze
mensen nog misleiden, maar ‘God laat niet met zich spotten’ (vers 7). De Heer kijkt naar hun hart en kent hun intiemste
gedachten (1 Sam. 16:7).
Hebreeën 12:3 geeft ons ook het tegengif tegen moeheid en verslappen. We moeten ons oog gericht houden op Jezus en het lijden
dat Hij heeft verdragen. In vergelijking daarmee stellen onze problemen niets voor. Daarom kunnen we onszelf bemoedigen, dat
zoals Jezus heeft volgehouden, wij ook zullen overwinnen als we niet opgeven.
|