Bijbelgetrouw, krachtig en praktisch onderwijs van Andrew Wommack
Overzicht van de vertaalde bijbelstudies van Andrew Wommack, klik hier...

Ontdek de sleutels om vol te blijven van God - 3
Andrew Wommack

Over de auteur:
Het onderwijs van Andrew Wommack bereikt miljoenen christenen over de hele wereld. Dit radicale onderwijs doorbreekt tradities en leringen die soms generaties lang zijn overgeleverd, maar niet gebaseerd blijken te zijn op een grondig kennen en begrijpen van Gods Woord. Door Andrews onderwijs vallen voor veel christenen de puzzelstukjes van de Bijbel op hun plaats, waardoor het weer een springlevend boek wordt dat hen leven geeft, zoals God het altijd bedoeld heeft. 

Inleiding: 
Veel christenen hebben geweldige momenten met God die hen totaal vervuld met leven en ze zijn vervuld met Hem. Maar al te vaak verstikken de zorgen en bezigheden van deze wereld Zijn aanwezigheid in onze levens weer. Wat is er gebeurd? Is God weer vertrokken? Nee! Hij heeft gezegd dat Hij ons nooit zal verlaten of verzaken. Wat er is gebeurd, is dat wij van God zijn weggelopen en zelf verminderen wat Hij voor ons heeft gedaan. Het goede nieuws is dat als we in de gaten hebben wat we aan het doen zijn, we dit proces kunnen omkeren. In deze serie geeft Andrew belangrijke waarheden die ons kunnen helpen vol te blijven van God. 

Als MP3 bestand te downloaden van: www.awmi.net

Deel 1: Verheerlijk God
Deel 2: Wees dankbaar
Deel 3: De kracht van verbeelding
Deel 4: Een goed hart

Deel 3: De kracht van verbeelding

Laat me snel enkele dingen samenvatten waar we al over gesproken hebben. We onderwijzen over wat je moet doen om de dingen van God te kunnen vasthouden. Een van de dingen die met de meeste mensen gebeurt, is dat God hun leven aanraakt, maar ze niet weten hoe dat vast te houden. De meeste mensen denken dat het God is die zijn vreugde, zijn vrede, zijn zalving, zijn genezing laat komen en gaan. En een van de verzen die ik dan gebruik is Romeinen 11:29 waar staat: ‘Want de genadegaven en de roeping Gods zijn onberouwelijk.’ God is niet de variabele. God is niet degene die in golven beweegt. Je hoort mensen praten over: ‘Er is een nieuwe golf in het Lichaam van Christus!’ Er zit meestal wel een gedeeltelijke waarheid in dingen. Ik heb niet de tijd om dit allemaal in perspectief te plaatsen, maar technisch gesproken is het niet waar. God is niet degene die kiest om iets voor een bepaalde periode uit te storten en dan verandert Hij weer en doet weer wat anders. 

God heeft álles beschikbaar. We hebben het voorbeeld gebruikt van een radio- of TV-station. Die zenden voortdurend uit, maar radio’s en tv’s en mensen staan niet altijd aan en zijn niet altijd afgestemd. Het is onze ontvanger die alleen maar gedeeltelijk dingen ontvangt van God. Het is nooit God die maar gedeeltelijke dingen geeft. Als jij iemand in de zegeningen van de Heer ziet wandelen, is het niet God die maar verkoos om die persoon te zegenen. God heeft gekozen om ieder van ons hier te zegenen, er zijn gewoon sommige mensen die afgestemd raken en leren hoe te ontvangen. 

Als dat in principe begrepen is, dan zijn er dingen die jij kunt doen om jouw ontvanger te repareren. Niet Gods zender. Je hoeft niet te bedelen bij God. En dat is waar de meerderheid van het Lichaam van Christus mee bezig is. Ze bedelen bij God om dingen die Hij al gegeven heeft. Hij heeft ze al vrijgezet en als jij God blijft vragen om dingen die Hij al gedaan heeft, krijg je een diepe stilte te horen aan de andere kant. Omdat God niets meer voor je kan doen wat Hij niet al voor je gedaan heeft. Het is een kwestie dat jij leert hoe je moet ontvangen. 

En er zijn heel wat mensen in de twintig jaar dat wij hier komen, die we hier in deze kerk door God aangeraakt hebben zien worden. En we hebben grote wonderen zien gebeuren. Maar er is maar een fractie van die mensen wiens levens veranderd zijn, die vanavond hier zijn. Niet omdat God hen niet heeft aangeraakt, maar omdat ze niet weten hoe ze deze dingen vast moeten houden. En ze beginnen hun vreugde of hun genezing of hun vrede te verliezen. Ze vragen God misschien om hulp, maar ze weten niet wat ze moeten doen om het vast te houden. En dat is kwalijk. Dat is echt zeer kwalijk.

We hebben het dus gehad over wat je moet doen om de dingen van God vast te houden. Dit is echt heel belangrijk. Het is belangrijker om te leren vast te houden wat je hebt gekregen, dan om te leren hoe je van God moet ontvangen. Dat is echt zo. 

Laten we kijken naar Romeinen 1. Dit is het vers dat we gebruiken. Het somt vier dingen op die mensen moeten doen. Ik geloof dat het opeenvolgende stappen zijn, om van God weg te lopen, en weg te lopen van de dingen die God in je leven heeft gedaan. God zal zich niet van jou terugtrekken vanwege een of andere zonde, of een tekort schieten in jouw leven, maar jij moet wel met God samenwerken. En hier zijn enkele dingen die je moet doen. Romeinen 1:21 geeft je deze opvolgende stappen om weg te raken van de dingen van God. 

In vers 21 staat: ‘Immers, hoewel zij God kenden, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt.’ Dat is de 1e stap. Om een ononderbroken stroom te krijgen en de dingen van God fris en levend te houden in je leven is het allereerste wat je moet doen: Hem verheerlijken als God. En wat wil ik dat graag opnieuw prediken. Want dit is echt bijzonder krachtig en iets wat de meeste mensen niet doen. Het woord ‘verheerlijken’ betekent: er waarde aan hechten of toekennen, het op hoge prijs stellen. En we hebben heel wat tijd besteed aan praten over hoe veel van onze problemen voortkomen uit verkeerd toegekende waarde. Omdat wij andere dingen toelaten mee te dingen en die waarderen op de plek die God alleen zou moeten innemen.

Het tweede wat hier staat is dat ze niet ‘gedankt’ hebben. En daar hebben we gisteravond over gesproken. En dát is belangrijk. Wat zou ik dát graag opnieuw prediken. Dit is iets wat in onze maatschappij zó dominant is. Er zijn maar heel weinig mensen die écht dankbaar zijn. Wij zijn ontevreden mopperaars en klagers. Ik heb daar gisteravond zoveel over gezegd dat ik dat onmogelijk kan herhalen. Maar een van de dingen die ik gezegd heb, was een beetje een zijspoor gisteravond. En toen ik terug naar mijn hotel ging heb ik het nog eens bestudeerd. En hoe meer ik het bestudeer, hoe meer ik geloof dat het waar was. 

Ik zei dat Paulus had gezegd dat wij een geur des levens zijn voor diegenen die geloven en een geur des doods voor diegenen die verloren gaan. En dat woord betekent ‘geur, aroma’. En ik had het erover dat wij een zoete geur voor de Heer waren, ik weet niet of dat letterlijk zo is, maar het is een geestelijk beeld. De Schrift zegt dat als mensen offers brachten, het een zoete of behaaglijke geur was voor de Heer. En ik weet niet of het letterlijk of figuurlijk zo is, maar wij verspreiden een geur die God verheugt. Maar aan de andere kant geeft iemand die moppert en klaagt een geur af die ruikt als mest. En je weet hoe mest vliegen aantrekt en hoe die er omheen zwermen. Nou, ik verzeker je dat demonen aangetrokken worden door gemopper en geklaag. En sommigen vragen zich dan af: ‘Waarom overkomt mij dit nu altijd?’ Nou, jij moppert en klaagt en trekt alle demonen in de wijde omgeving aan! 

We hebben daar de nodige tijd over gesproken en dat was echt heel belangrijk spul. Je móet gewoon een lofprijzer zijn. Lofprijs is een van de belangrijkste dingen die je kunt doen. Het máákt je gewoon gefocust op wat God aan het doen is, want als jij het soort persoon bent, die geneigd is naar het negatieve te kijken, kan ik je garanderen dat jij niet God zult blijven loven en prijzen. Als jij een besluit neemt en God wilt blijven prijzen, moet je op het positieve zien en iets prijzenswaardigs leren ontdekken in het negatieve. En het maakt je dus gewoon gefocust op de dingen van God. Dat kan ik óók weer helemaal opnieuw prediken. In ieder geval, die tape moet je ook hebben. 

Het derde ding dat hier opgenoemd word, en daar zullen we het vanavond over hebben, is: ‘maar hun overleggingen zijn op niets uitgelopen.’ En nogmaals, ik heb het eerder genoemd, ik denk dat dit een opeenstapeling is. Sommige mensen zeggen dat we lekke vaten zijn en het eruit lekt. Nou, het allereerste wat er gebeurt als je jouw vreugde of wat ook maar God in je leven heeft gedaan, begint kwijt te raken, is God niet verheerlijken. En dat leidt ertoe dat je niet langer dankbaar bent. Als jij niet langer waarde hecht aan de dingen van God en iets gaat waarderen wat je niet hebt en daar begeerte naar krijgt, dan zul je stoppen God te loven en te prijzen omdat je kijkt naar wat je niet hebt in plaats van naar wat je wel hebt. En de derde stap is, dat die twee dingen ertoe leiden dat je verbeelding of je overlegging ijdel wordt, op niets uitloopt. 

Het woord ‘ijdel’ hier betekent leeg, niet productief. Maar het betekent niet dat het niet werkt. Iedereen die hier in deze zaal zit vanavond, heeft een verbeelding. Als je over verbeelding gaat praten houden de meeste christenen er niet van als je daarover gaat spreken. Ze denken dat het kinderlijk is. Dat alleen kinderen zich dingen verbeelden, dagdromen, fantaseren en dat soort dingen. ‘Ik ben een realist, ik heb te maken met de realiteit. Ik ben logisch.’ De meeste mensen vinden van zichzelf dat ze een realist zijn in plaats van een visionair of fantast. Ze vinden het dus kinderlijk. Of sommige mensen vinden dat verbeelding te maken heeft met dingen als oosterse religie waar je gaat zitten en je wereldvrede visualiseert en dat soort dingen. Natuurlijk bestaat er misbruik van. Er is misbruik van gebed. Oosterse religies bidden ook. Betekent dit dat jij maar stopt met bidden? Omdat Oosterse religies bidden? Natuurlijk niet. 

Satan vervalst alleen maar dingen die echt zijn. Het feit alleen al dat andere mensen het vervalsen laat zien dat het belangrijk is. Jouw verbeelding is een heel belangrijk ding. En ieder persoon hier heeft een werkende verbeelding. Jij denkt misschien ‘Oh, ik ben niet iemand die dingen zit te bedenken of te verbeelden,’ maar je zit voortdurend dingen te verbeelden. Zo doe je gewoon alles. Jouw verbeelding functioneert gewoon. Je kunt niet kiezen of je verbeelding werkt of niet. De enige keuze die je hebt: je moet de keuze maken of jouw verbeelding vóór je of tégen je gaat werken. Dat is het enige. 

En hier wordt gezegd dat als je niet langer God verheerlijkt, de juiste waarde hecht aan of toekent aan Hem, wat betekent God verhogen en vergroten, dus als je stopt met God te prijzen en dankbaar te zijn, wat ook God verhoogt, als je die twee dingen niet doet, zal je verbeelding ogenblikkelijk en automatisch negatieve dingen gaan verbeelden in plaats van positieve dingen. Dat kun je niet beheersen! Jouw verbeelding is in wezen een uitvloeisel van waar je focus op gericht is. Als jij echt de dingen van God op prijs stelt en God looft en prijst en dankbaar bent naar Hem, zal je verbeelding de dingen op de juiste manier gaan ‘zien’ gebeuren. 

Laat me hier eerst enkele dingen over verbeelding definiëren. Want nogmaals, de meeste mensen denken hier niet aan. Maar of je het beseft of niet, dat is de manier waarop jouw denken functioneert. Jouw denken functioneert door middel van verbeelding. Jij kunt in wezen helemaal niets doen zonder verbeelding. Als je het woord verbeelding (imaginations) opzoekt in het Oude Testament, dan betekent het een ‘vorm’ als je het letterlijk neemt. En als je het figuurlijk opvat betekent het ‘conceptie’. Jouw verbeelding is in feite het deel van jou waar je dingen ‘verwekt’. Als jij geen verbeelding zou hebben, zou je totaal niet creatief zijn. Je zou als een dier zijn, wat getraind moet worden en bepaalde dingen kan leren door het alleen maar vaak genoeg te herhalen. Maar een van de dingen die ons van een dier onderscheidt, is onze verbeelding. Dat is een super deel van ons. En het is een bijzonder krachtig deel van ons, of je het beseft of niet. 
Maar het is het deel van ons waar alles ‘verwekt’ wordt. Alle dingen moeten in je verbeelding verwekt worden. Voordat je welke actie ook kunt volbrengen, moet je het eerst in je verbeelding verwekken. Als jij het in je verbeelding niet kunt ‘zien’, kun je het niet doen. Dat is de reden dat een bouwer kopieën gebruikt en tekeningen maakt. Jullie kennen allemaal wel deze uitdrukking dat een plaatje meer zegt dan duizend woorden. Weet je waarom dat zo is? Omdat jouw verbeelding het deel van je is dat de dingen in je leven in werking zet. En je verbeelding is je vermogen om iets te ‘zien’ met je innerlijke ogen in plaats van met je fysieke ogen. Je denkt in plaatjes. 

Ik weet niet of jullie daar over nagedacht hebben. Ik weet vrij zeker dat ik deze illustratie hier eerder heb gebruikt, want ik gebruik haar heel veel. Als ik ‘dog’ zeg, zie je niet d.o.g., je ziet niet die letters, maar je ziet een afbeelding van een hond. En dat zal vooral gebaseerd zijn op misschien een hond die jij hebt of gehad hebt. En er zullen heel veel verschillende plaatjes in jullie denken zijn op dit moment. Niemand van jullie kijkt nu echt naar een hond. Ik ben geen hond. Maar in je denken heeft ieder van jullie nu een beeld van een dier. En jullie hebben allemaal een ander plaatje op basis van jullie ervaringen. En met mijn woorden kan ik jouw plaatje veranderen. Sommigen van jullie denken aan een kleine poedel of zo. En als ik zeg ‘grote hond’, moet ogenblikkelijk je plaatje veranderen. En dan zeg ik ‘grote zwarte hond’ en je plaatje verandert weer. ‘Grote zwarte valse hond’ en het verandert weer. ‘Grote zwarte valse hond met enorme tanden’ en het plaatje verandert weer. Ik kan woorden gebruiken om het plaatje dat je ziet te veranderen. 

Maar iedereen denkt in wezen in plaatjes. Als ik je bijvoorbeeld zou vragen: waar ben je opgegroeid? Sommigen van jullie zijn zo vaak verhuisd dat je niet een heel levendig beeld hebt, omdat je op zoveel verschillende plekken gewoond hebt toen je kind was. Maar als je in één huis bent opgegroeid en ik zou vragen: hoe was het huis waarin je bent opgegroeid, dan hoef je geen foto te pakken of de bouwtekeningen te bestuderen. Ik hoef het je maar te vragen en jij kunt het vertellen. Als ik vraag: hoeveel wastafels hadden jullie, ga je zitten tellen. De meesten van jullie hebben die informatie niet opgeslagen. Het gaat niet zo dat je dan roept: drie wastafels, twee slaapkamers, of vier slaapkamers. Je hebt die feiten niet opgeslagen, maar je hebt een beeld. En als ik het je vraag dan kijk je naar dat plaatje en vertelt me hoeveel wastafels jullie hadden en hoeveel slaapkamers, door naar jouw plaatje te kijken. Dat is jouw verbeelding. 

Je kunt helemaal niets doen zonder verbeelding. Als ik je zou vragen hoe je van hier naar het vliegveld komt, dan zouden sommigen zeggen: ‘Nou, je gaat hier naar buiten, en de beste manier is om de ‘49’ op te rijden tot je bij de ‘70’ komt, je gaat rechtsaf, tot bij de ‘49’ en bij ‘monkhouse street’ ga je rechtsaf. Sommigen zouden zeggen: ‘Even denken. 70 is bij het eerste stoplicht van hier.’ Je gaat dus niet het huis uit om dat stoplicht te bekijken. Hoe weet je dat het de 1e is? Je zag het niet met je fysieke ogen, maar je maakte een plaatje in je denken. Of als je zegt ‘het is het 3e stoplicht’ - hoe weet je dat er drie zijn? Je had die informatie niet opgeslagen, je ‘keek’ ernaar! En dat is de reden dat als jij nog nooit van hier naar het vliegveld bent geweest, je mij ook niet kunt vertellen hoe ik er moet komen, omdat als je het niet gezien hebt, je het niet kunt ‘voorstellen.’ Snapt iemand wat ik zeg? Je gebruikt je verbeelding. 
Sommigen van jullie zeggen: ‘Ik wil niet over verbeelding praten, ik ben realist.’ Maar dat is dom, want je gebruikt je verbeelding voortdurend. Het is het ‘verwekking’-deel van je. Zonder dat kun je helemaal niets bouwen. Diegenen onder jullie die kleding maken en dat soort dingen, hebben een patroon. Waar dient een patroon voor? Het helpt je een ‘beeld’ te vormen en het te ‘zien’. Dat is waarom een plaatje meer zegt dan duizend woorden. Daarom geven ze handleidingen. Ze hebben er wel wat woorden bij ter uitleg, maar ze laten je vooral een plaatje zien van hoe het product eruit hoort te zien, of hoe het in elkaar past. Omdat het je helpt het je voor te stellen. Je verbeelding is het creatieve gedeelte van je. Daarom betekent het ook letterlijk ‘verwekking’. Er kan geen creativiteit zijn zonder dat jij je verbeelding gebruikt. 

En het trieste feit is, dat als wij stoppen met God te verheerlijken en dankbaar zijn, dit je verbeelding dwingt, het werkt, maar het gaat tégen je werken in plaats van vóór je. Je komt dan zover dat je negatieve dingen gaat ‘zien’ en ‘verwekken’. Je wordt angstig, je gaat in ongeloof functioneren in plaats van in geloof. Je zult merken dat je verbeelding tegen je gaat werken. De dokter zegt dat je gaat sterven en ogenblikkelijk ‘ziet’ jouw verbeelding je in een kist. Als ze iets tegen je zeggen, bijvoorbeeld je hebt een familielid dat aan kanker is gestorven of een vriend die aan kanker is gestorven of zoiets. En ze zeggen ‘kanker’, dan ‘zie’ je ogenblikkelijk een persoon die zo geleden heeft, en je ‘ziet’ jezelf in die toestand. Je verbeelding gaat gewoon die kant op. 

En het trieste feit is, dat de verbeelding van de meeste mensen super negatief is. Het werkt tégen je, het ‘verwekt’ twijfel en ongeloof en vrees en angst en haat en dat soort dingen. Een van de vereisten van een oudste - in het boek Titus 1 en 1 Timoteüs 3. Maar een van de vereisten van een oudste is, dat ze ‘nuchter’ moeten zijn. En het woord ‘nuchter’ [in het NL ‘bezadigd’] betekent hier niet ‘niet-dronken’. Het gaat hier niet om drankgebruik. Wat het woord letterlijk betekent is ‘zonder een overdadige of overdrijvende verbeelding’. Dat is een van de vereisten van een oudste. En de Heer heeft dat echt in mijn leven gebruikt, want als je net in de bediening begint, wil je graag dat mensen je mogen. Je wilt niet overal waar je komt problemen veroorzaken, dus wil je graag dat mensen je mogen. En als je niet oppast ga je prediken om de aanvaarding van mensen, in plaats van dat je predikt voor de Heer. Dat is een valkuil waar je intrapt. 
En de Heer bediende dit aan mij. En ik herinner me dat ik naar Kansas City ging. Daar was een echtpaar die reden wel 100 km om een van mijn samenkomsten bij te wonen. Ze waren zo gezegend en ze waren echt goede vrienden. Ze waren er altijd en sloegen nooit een samenkomst over. Maar een keer ging ik daar heen en ze waren opvallend afwezig. En weet je, de keer daarvoor, het jaar daarvoor, had ik hen naar voren geroepen en hen een profetie gegeven. En het was niet zo’n algemene profetie wat op iedereen van toepassing kon zijn. Dit was zó specifiek, dat het bovennatuurlijk was. Het was óf 100% God of 100% vlees. Geen compromis mogelijk. En toen ik hen niet zag, begon ik te denken, te speculeren en zeggen: ‘Ik denk dat ik er naast zat, dat ze boos zijn op me.’ En ik ging me verbeelden en ‘zag’ ze hoe ze roddels verspreidden over ‘valse profeten’ en over me gingen praten. En hoe meer ik erover nadacht… als ik hen toen gezien had, was ik in staat geweest hen een klap op hun neus te verkopen! En de volgende avond kwamen ze opdagen. Ze kwamen naar me toen en zeiden: ‘Oh, het spijt ons zo dat we er een gemist hebben. We hadden een begrafenis, iemand van de familie was overleden. We zouden voor geen goud de samenkomst gemist willen hebben.’ En de Heer liet me zien, dat ik op het punt stond aanstoot te nemen aan iets dat helemaal nooit gebeurd was. Ik was aan het speculeren, aan het ‘verbeelden’ wat zij wel zouden denken en wat er gaande was. 
Kijk mij maar niet zo aan. Ik weet heus wel dat jullie precies diezelfde dingen doen. Ik ben in zoveel kerken geweest waar de pastor niet met iemand gesproken heeft. En ze willen de kerk de rug toekeren omdat de pastor geen ‘hallo’ tegen hen gezegd heeft! En ze ‘verbeelden’ zich dat het komt omdat hij hen niet ziet zitten en dat soort dingen. Ze bedenken nooit dat hij misschien net aan iemand anders denkt, dan aan jou! Er kunnen wel miljoenen redenen zijn. 

Dat is waarom de Bijbel zegt: ‘Oordeel niet.’ Weet je dat er andere verzen zijn die je opdragen dat je móet oordelen! Sommige mensen zijn hierover in de war.
Maar Matteüs 7:1 zegt niet dat je niet moet oordelen, maar dat je geoordeeld zult worden met het oordeel waarmee je zelf oordeelt. Je moet dus genadig zijn. Haal eerst maar de balk uit je eigen oog voor je die kleine splinter uit iemand anders oog haalt. Maar het soort oordelen als iemand door een steegje loopt of zo, en er komt iemand aan, gekleed als een gangster, en met een pistool in de hand, en een zweep in de andere, dan kun je maar beter een beoordeling maken. Er is dan niets verkeerd aan als je zegt: ‘Dit ziet er niet goed uit, het lijkt mij in mijn voordeel om rechtsomkeert te maken.’ Met dat soort ‘oordeel’ is niets mis!

Als je relaties hebt, is dit wat je moet doen. Als iemand iets zegt wat je kwetst, is er niets verkeerd aan om naar die persoon toe te gaan en te zeggen: ‘Weet je, wat je zei heeft me pijn gedaan.’ Daar is niets mis mee. Het gaat verkeerd als je zegt: ‘Wat je zei is verkeerd, wánt….’ Dan ga je speculeren en ‘verbeelden’ waarom ze zeiden wat ze zeiden. Ze kunnen het gezegd hebben omdat ze niet beseften waarom ze het zeiden. Ze kunnen het gezegd hebben omdat ze die dag gedachteloos waren. Iets werkte niet. Ze kunnen het gezegd hebben omdat iemand anders hen gekwetst heeft. Je weet gewoon niet waarom mensen doen wat ze doen. 

Nadat de Heer me dit had laten zien, heb ik gewoon een besluit genomen en mijn staf dit ook geleerd: ‘Ik ga niet langer speculeren over wat er aan de hand is. Ik aanvaard geen ‘hints’. Als je boos op me bent, als je met niet aardig vindt, zul je me dat moeten komen zeggen.’ Ik kan heus wel merken als iemand niet vriendelijk is, maar weet je, ik ga niet speculeren over waarom ze niet vriendelijk zijn. Dat is hun zaak. En als ze iets tegen me hebben, zullen ze dat tegen me moeten zeggen. Ik ga er niet over speculeren. Dat is waarom velen van jullie al iemand veroordeeld hebben. Jullie hebben al een oordeel geveld over waarom ze doen wat ze doen, terwijl je niet het flauwste idee hebt waarom ze doen wat ze deden. Weet je wat dat is? Dat is allemaal ‘verbeelding.’ 

Jouw verbeelding is een heel sterke kracht. In feite ben je niet in staat langere tijd te functioneren in tegenstelling met het beeld dat je binnenin je hebt. Zoals een mens denkt in zijn hart, zo is hij, Spreuken 23:7. En je ‘verbeelding’ is het deel van je dat dit doet. Wist je dat ieder van jullie een ‘beeld’ heeft, een plaatje van wie jij bent, hoe je bent, wat jouw persoonlijkheid is. En het trieste is dat de meesten van ons dat beeld niet hebben laten schilderen door het Woord van God. De meesten van ons hebben anderen dat laten vertellen, of ervaringen dat laten vertellen, en dat soort dingen. Wij moeten een beeld van onszelf binnenin ons gaan krijgen van wie wij zijn in Christus, op basis van wat Gods Woord over ons zegt. 
Maar de meesten van ons zien zichzelf vanaf een ander gezichtspunt. Misschien geef je iedere keer als de collectezak langskomt, en je vervult het Woord van God, je geeft en plant je zaad en zaait, maar zoals je denkt in je hart, zo ben je. Er zijn sommigen van jullie die geven, en die doen wat je moet doen, maar je ‘ziet’ jezelf arm. Je ‘ziet’ jezelf in gebrek en tekort. Je hebt een beeld. Jouw ‘verbeelding’ heeft je ergens in opgesloten. En het werkt als een zelfvervullende profetie. Jij zult het beeld, dat jij binnenin je van jezelf hebt, vervullen. 

Er zijn sommigen van jullie die zichzelf als een introvert zien. Schuw en verlegen. Dat zal je domineren en beheersen. Maar je kunt dat beeld veranderen. Ik was vroeger een super introvert. Ik kon helemaal niemand aankijken in een gesprek. En God heeft dat allemaal volkomen veranderd. Nu ben ik maximaal extravert, omdat ik dat beeld van binnen heb veranderd. Jij kunt veranderen wie je bent. 

Een van de dingen die gebeurde toen de Heer tot mij begon te spreken, en ik begon dat beeld binnenin mij te veranderen, was toen wij in Seagaville, Texas woonden. We waren zo arm dat we nooit boodschappen konden gaan doen. En ik begon daarom over dingen te bidden en God te geloven. Ik begon aan auto’s te sleutelen. Ik wist helemaal niets van auto’s. Maar ik begon aan dat ding en bad: ‘Ik vermag alle dingen’ en ik repareerde auto’s. Ik heb auto’s gerepareerd, waarbij ik je niet kan uitleggen waarom ze werkten, maar ze deden het! We hadden een wasmachine die iemand ons gegeven had. De rem daarin was gebroken en dat soort dingen. Ik haalde dat ding uit elkaar, keek ernaar, kwam er niet uit. Ik bad erover, deed maar iets, zette het in elkaar en hij heeft daarna nog jaren gewerkt. Ik heb een houding ontwikkeld van: ik ben voorspoedig, ik vermag álles. 

Ik ben een keer ergens begonnen en ging foto’s ontwikkelen. En ik zei tegen die man: ‘Je zult gezegend zijn omdat je mij aangenomen hebt.’ Ik heb een ander beeld, en zijn bedrijfje zat aan de grond. Ik heb hem binnen twee maanden van een bankroet gered, terwijl ik nog nooit tevoren een foto had ontwikkeld. Maar binnen twee maanden bood hij mij een gelijk partnerschap in het bedrijf aan. Zonder dat ik er iets voor hoefde te betalen. Als ik het bedrijf wilde leiden, gaf hij mij 50% van dat bedrijf in eigendom. Maar toen riep de Heer mij naar Pritchett en ik moest hem afwijzen en vertrok. 

Maar ik veranderde het beeld dat ik van mezelf van binnen had. Ik ‘vermag alle dingen’ en ik kan je verzekeren dat het ‘verbeeldingscentrum’ het deel van mij was waar ik mee aan de gang ging. Als jij God begint te verheerlijken en te aanbidden en waarde toekent aan God en dankbaar bent, die eerste twee dingen waar we het over gehad hebben, dan zul je ontdekken dat jouw verbeelding dingen anders gaat ‘verwekken’. In plaats van dat je vrees en angst kent voor de toekomst, zul je hoop, verwachting hebben en geloof voor dingen. Je zult positieve dingen gaan zien gebeuren in plaats van negatieve dingen.

Kijk in Jesaja 26:3 ‘Gij bewaart hem in volmaakte vrede, wiens gedachten volkomen op U gericht zijn, omdat hij op U vertrouwt.’ Het woord ‘gedachten’ is hier precies hetzelfde woord dat ook met ‘verbeelding’ wordt vertaald in het Oude Testament. Dit gaat erover dat jouw ‘verbeelding’ op de Heer gericht blijft en dan zal Hij je in volmaakte vrede bewaren. Jouw verbeelding is je vermogen om ergens een ‘plaatje’ van te maken binnenin je. De meesten van ons gebruiken onze verbeelding niet als het gaat om onze relatie met de Heer, maar dat zou je wel moeten doen. Dat is wat ik vanavond duidelijk probeer te maken. 

Als ik het Woord lees, is dit de manier waarop je op het woord moet mediteren. Het grootste deel van de openbaring die ik van God krijg komt niet van het lezen van het Woord. Nu is het lezen van het Woord vitaal en bijzonder belangrijk. Want je kunt niet mediteren op wat je niet gelezen hebt. Wanneer je het Woord leest, is het als dat je de data in je computer inleest. Je moet de data invoeren voordat je er bewerkingen op kunt doen en er iets uit halen. Maar het is niet wanneer ik het Woord lees, dat de openbaring komt, maar nádat ik het heb gelezen, ga ik zitten en mediteer op het Woord. In meditatie wordt pas de echte openbaring en de kracht van de Schrift vrijgezet. En de manier waarop je mediteert is door het gebruik van je ‘verbeelding’. 
Ik lees bijvoorbeeld over David en Goliath. Ik kan me nog herinneren dat toen ik net echt voor de Heer ging, dat ik naar buiten ging om ergens een merkteken te maken dat 3½ meter hoog was, omdat ons plafond de 3 meter niet haalde. En ik ging daarnaast staan, zodat ik kon ‘zien’ en mij een beeld maken hoe het echt zou zijn om tegen een reus ten strijde te trekken. Weet je waarom het zo belangrijk is om een reis te maken zoals naar het Heilige land? Is iemand van jullie ooit naar Israël geweest? Mensen vertellen dat het een levensveranderende ervaring is, omdat het Woord zo tot leven komt. Weet je waarom dat gebeurt? De groep waar ik mee was, vond het een ‘epifanie’ , wat dat ook moge zijn. Het was gewoon: ‘De aanwezigheid van de Heer is zó sterk in Israël!’ Ze waren helemaal aan het zwijmelen. 
Weet je wat het is dat dit zo bijzonder maakt? Het helpt jouw verbeelding om helder te gaan ‘zien’. Ik weet nog dat ik de vallei van Elah inging. Ik was de enige die de bus uitging en ik herinner me nog dat ik naar die kleine beek ging, en vijf gladde stenen heb gepakt uit dat kleine beekje, precies zoals David dat gedaan heeft. Om mij te helpen voor te stellen hoe het gegaan is en deze dingen te ‘zien’. Dat roept het Woord van God tot leven, als jij je kunt ‘voorstellen’ waar het Woord het over heeft. En je loopt op dezelfde plekken waar Jezus heeft gelopen. Dat wekt het tot leven. Dit is hoe het Woord van God tot leven komt. 
Je ‘ziet’ dingen. Je gaat zitten en werkt met je verbeelding. Nadat je de informatie hebt gelezen, ga je zitten en laat de Heilige Geest werken. Je gaat je verbeelding niet met maar willekeurig wat aan de gang gaan, want het hangt er wel van af. Als jij naar troep op de TV hebt zitten kijken, kan je verbeelding wel eens de verkeerde kant op gaan. Maar als jij het Woord van God je verbeelding laat beheersen en je gaat over die verzen nadenken, dan ga je dingen zien in de Schrift die je niet met je fysieke ogen ziet. Je moet het van binnen zien, in je verbeelding. 

De Bijbel zegt dat je genezen bent. Dan moet je zo’n vers nemen en er op mediteren tot je jezelf genezen ‘ziet’. De meeste mensen ‘zien’ zichzelf niet genezen. De meeste mensen ‘zien’ zichzelf ziek. De meeste mensen zien de pijn en de kwetsuur en ze ‘zien’ zichzelf verslechteren. Ze hebben al een helder beeld. Hen is verteld wat er gaat gebeuren. Hen is verteld door welke stadia ze zullen gaan en ze gaan voortdurend bij zichzelf na waar ze in die voortgang zijn. En ze ‘zien’ dit, en ze ‘zien’ het eindresultaat, dood of pijn of wat dan ook. Je ‘ziet’ die dingen! Maar je moet het Woord van God nemen, en zeggen: ‘Dat is níet wat ik in het Woord van God zie.’ En je moet die verzen nemen en erop mediteren tot jouw verbeelding jezelf ‘ziet’ rennen en springen, of de hele nacht doorslapen of zonder pijn leven, of wat dan ook je probleem is. 

Toen ik voor het eerst mensen uit de dood opgewekt zag worden, had ik het Woord van God genomen dat zegt dat dezelfde werken die Jezus deed, dat wij die ook zullen doen, en ‘grotere werken dan die zult gij doen’. En ik heb alle verzen genomen waar mensen uit de dood zijn opgewekt, er zijn acht gevallen in de Bijbel, negen als je de opstanding van Jezus erbij neemt. Ik heb ze allemaal bij elkaar gezocht en erop gemediteerd. Ik ‘zag’ hoe Jezus Lazarus uit de dood opwekte en sloot mijn ogen en ik zag mijzelf daar staan en roepen: ‘Lazarus kom naar buiten.’ Ik ‘zag’ mezelf al die dingen doen en ik kwam zover dat ik het zozeer ‘zag’ en erover nadacht, dat ik erover ging dromen. Ik begon dromen te krijgen over mensen uit de dood opwekken. En daarna zág ik ook mensen uit de dood opgewekt worden! 

Er is een reden waarom het voor sommige mensen gebeurt en voor anderen niet. Als jij het niet kunt ‘zien’ aan de binnenkant, zul je het ook niet zien aan de buitenkant, omdat jouw verbeelding de plaats is waar de ‘verwekking’ plaats vindt. En velen van ons laten gewoon de fysieke input van je ogen je verbeelding beheersen. Maar het Woord van God kan je een ‘beeld’ schilderen dat die natuurlijke dingen kan vervangen. Misschien heb je nog nooit iemand met een gebroken arm ogenblikkelijk zien genezen, maar je kunt het vanbinnen wel ‘zien’! En je kunt erop mediteren tot je het gaat ‘zien’, en als je het eenmaal hierbinnen gaat ‘zien’, kun je het ook aan de buitenkant gaan zien gebeuren. Misschien heb je nog nooit iemand vrij zien komen in de situatie waarin jij zit. Maar je kunt het in het Woord van God vinden, en als je erop mediteert kun je dat ‘verwekken’ en het gaan ‘zien’, en het zal de dingen veranderen. 

Kijk in Genesis 6. Dit is een negatief voorbeeld van verbeelding. Maar het laat je evengoed de kracht van verbeelding zien. In Genesis 6:5 staat: ‘Toen de HERE zag, dat de boosheid des mensen groot was op de aarde en al wat de overleggingen van zijn hart voortbrachten te allen tijde slechts boos was…’ Het woord dat hier met ‘overleggingen’ wordt vertaald betekent letterlijk ‘verbeeldingen’. Broeders en zusters, het is een schande, maar ook al hebben velen van ons een ontmoeting met de Heer gehad en zijn wedergeboren, de waarheid is, dat de overgrote meerderheid van onze ‘verbeeldingen’ of ‘overleggingen’ boos zijn. Wij ‘zien’ negatieve dingen, dingen die tegengesteld zijn aan Gods Woord. Wij ‘zien’ onszelf mislukken, wij ‘zien’ onszelf boos, wij ‘zien’ onszelf verbitterd, wij ‘zien’ onszelf afgewezen. Wij ‘zien’ onszelf op manieren die tegengesteld zijn aan Gods Woord en de meesten van ons laten toe dat onze verbeelding op de loop gaat. 
De meesten van ons denken echt dat er niets verkeerd is met dingen ‘verbeelden’, maar dit vers laat zien dat God de ‘verbeelding’, of de ‘overleggingen van het hart’, zág! Hier is nog een vers dat hiermee overeenstemt: 1 Kronieken 28:9. Hier vind je David die zijn zoon Salomo instructies geeft voor hij stierf en voordat hij koning werd. En David sprak tot Salomo en zei in vers 9: ‘En gij, mijn zoon Salomo, ken de God van uw vader, en dien Hem met een volkomen toegewijd hart en een bereidwillig gemoed, want de HERE doorzoekt alle harten en doorgrondt al wat de [verbeeldingen van uw] gedachten beramen. Indien gij Hem zoekt, zal Hij Zich door u laten vinden; doch indien gij Hem verlaat, zal Hij u voor eeuwig verwerpen.’ 
Zie je, God doorzoekt alle verbeeldingen van uw hart. Er is minstens een half dozijn gevallen in het Oude Testament waar God oordeel over mensen bracht vanwege hun verbeeldingen! 

Nogmaals, de meesten van ons denken dat het uiteindelijk alleen over daden gaat. Je mag echt geen overspel plegen. Dat kun je niet doen. Mensen zullen daar weerstand aan bieden. Maar ze laten zichzelf toe om bepaalde dingen in hun verbeelding te denken en te ‘verwekken’ in hun verbeelding, en vervolgens gaan ze worstelen, strijden, weerstand bieden om zichzelf te verhinderen te gaan handelen naar wat ze in hun hart bedacht hebben! Man, dat is pas dom! Dat is net als een vrouw die geen kind wil baren, en alle moeite doet om geen kind te krijgen, maar zichzelf geen enkele beperking oplegt wat betreft fysieke relaties! Ze wordt voortdurend zwanger, maar moet dan overgaan tot abortus of iets dergelijks om geen kind te krijgen. Nou, dat is niet de manier om te voorkomen dat je kinderen krijgt. Als je geen kinderen wilt, ga dan geen fysieke relaties aan en ik kan je verzekeren dat je geen geboorte krijgt. Zo moet je dat doen. 

En in het geestelijk gebied erkennen mensen niet dat hun verbeelding de plaats is waar de dingen gebeuren. En ik kan je verzekeren dat er zeer, zeer weinig dingen zijn die je op TV kunt zien zonder dat ze je negatieve ‘verbeeldingen’ bezorgen en zonder je een seksueel getinte inhoud te geven die lust bij je opwekt om dat soort dingen te doen. Er zijn heel weinig dingen die je kunt bekijken en die je niet leren om boos te zijn, verbitterd, kwaad, of ze leren je om terug te slaan en jezelf te verdedigen in plaats van de andere wang toe te keren, en dat soort dingen te doen. Of je het weet of niet, die visuele beelden schilderen ‘beelden’ binnenin je, waardoor je, als jij in een crisis komt, of als jij een soortgelijke verzoeking tegenkomt, verzocht wordt om zo te handelen, omdat het al ‘verwekt’ is. 

Je kunt letterlijk zover komen dat je bepaalde dingen niet ‘verwekt’, en als je het niet ‘verwekt’, kun je het ook niet doen. Je kunt zover komen dat je gewoon niet weet hoe je moet zondigen! Sommigen denken: ‘Oh, broeder, dat is niet zo.’ Maar dat kun je wél! Je kunt letterlijk je denken zo op God gericht houden dat het enige dat het doet is vreugde, vrede en kracht ‘verwekken’. Als jij je verbeelding op Hem gericht houdt, zul jij in volmaakte vrede zijn, zoals Jesaja 26:3 zegt . Dat is waar! Wij bezorgen onszelf enorme problemen door de manier waarop wij onze verbeelding toestaan om maar te gaan. Bijzonder weinig mensen voelen enige verantwoordelijkheid voor hun verbeelding. Zeer weinig mensen weten zelfs wat hun verbeelding is. Ze laten hun gedachten gewoon de vrije loop. Ze denken negatieve dingen. 

Ik heb mensen ontmoet en gesproken, ze zijn met iemand getrouwd en nu hebben ze problemen in hun huwelijk. En dan gaan ze naar een schoolreünie of zo, en daar komen ze hun oude vlam tegen. Ik denk aan een specifiek geval, waarin iemand terugkwam en zei: ‘Denk je dat ik met de verkeerde persoon getrouwd ben? Denk je dat ik God niet gehoorzaamd heb en daarom moeilijkheden heb in dit huwelijk?’ En ze wilden mij laten helpen te besluiten of ze God gemist hadden in dat huwelijk. En dat is gewoon zó dom. Ik zei: ‘Het doet er helemaal niet toe of je een vergissing begaan hebt of niet, dat soort dingen moet je gewoon niet denken. Daar kan helemaal niets positiefs uit voortkomen. Het kan leiden tot enorme schade. Wat wil je dan gaan doen? Echtscheiden en de Schrift schenden? Dat is gewoon geen optie.’ Je zou je gedachten daar nooit heen moeten laten gaan. 

Er komen dingen op mij af die ik gewoon weiger te denken. Ik kan wel allerlei soorten dingen gaan bedenken. Bijvoorbeeld toen wij op TV begonnen, verhoogde dat onze uitgaven. En ik moest sommige van die dingen overdenken om in te kunnen schatten hoeveel geld we nodig hadden, dingen ik met mijn partners kon delen om plannen te maken. Ik moest dus sommige van die dingen overdenken. Maar ik heb mezelf niet één keer toegestaan om mezelf te ‘zien’ mislukken in deze onderneming. Ik heb mijzelf nooit ‘zien’ falen en heb mijn denken nooit toegestaan om die kant op te gaan en te denken: ‘wat ga ik doen als we het geld niet rond krijgen en ik terug moet krabbelen en zeggen: we hebben God niet goed begrepen.’ Ik heb nooit toegestaan om mijn gedachten die kant op te laten gaan, omdat het niet was wat God tegen me gezegd had. Ik weiger dingen te denken die tegengesteld zijn aan wat het Woord van God zegt, en daarom ‘verwek’ ik het niet en word ik er dus niet mee verzocht! 
Maar ik kan je verzekeren dat er velen van jullie zijn die, als God zou vertellen iets te doen, dan zou het allereerste zijn wat je zou gaan doen, is gaan zitten en alle redenen bedenken waarom het zal mislukken! En je staat je verbeelding toe om die weg te gaan, en je ‘ziet’ jezelf mislukken. En nadat je al die troep hebt zitten overwegen, zeg je: ‘God, kan ik U wel geloven voor dit?’ Het is net als proberen te zwemmen met gewichten om. Dat gaat niet werken. Dat is niet de manier waarop God wil dat je het doet. 

De meesten van ons begrijpen niet hoe belangrijk je verbeelding is. Sommigen van jullie raken af en toe in depressie en je denkt: ‘Ik zou me heel wat beter voelen als ik een beklaag-mezelf-feestje zou houden.’ En je gaat zitten bedenken: ‘Niemand houdt van mij, iedereen haat mij.’ Toen ik kind was zongen we een liedje: ‘ik ga een worm opeten.’ Je zit in de put en doet in wezen hetzelfde en zegt: ‘Niemand vind mij aardig’, terwijl je wéét dat het niet waar is! 

Het is net als Elia in 1 Koningen 19: ‘God, ik ben de énige die is overgebleven’ terwijl in het 18e hoofdstuk Obadja zei dat hij nog honderd profeten had verborgen en in leven gehouden met brood en water en ze in een grot verborgen had. Hij wist wel beter. Het was hem slechts enkele dagen eerder verteld dat er nog 100 profeten overgebleven waren, maar hij jammerde: ‘Ik ben de énige die is overgebleven.’ Hij wist beter, maar hij stond zichzelf toe een beklaag-mezelf-feestje te hebben en dat leidde er uiteindelijk toe dat hij zijn bediening verloor. Het kostte hem heel veel. Hij wist beter. 

Er zijn sommigen van jullie die beter weten, maar je denkt: ‘Ik zal me beter voelen als ik een klaagfeestje kan houden en me lekker somber voelen.’ Ga die weg niet in! Sta je gedachten niet toe die kant op te gaan. ‘Zie’ jezelf niet falen, ‘zie’ je gebeden niet onbeantwoord. Sommigen van jullie denken nu: ‘Zo kan niemand leven!’ Jazeker, dat kun je wel. Er zijn er sommigen onder jullie die zó negatief zijn, dat er maar één kleine influistering van de duivel voor nodig is. Ik bedoel, de duivel geeft je een woordje en jij maakt er een hele alinea van. Hij kan lekker op vakantie, want jij bent een meester in het uitvergroten. Je voelt een pijntje in je borst en jij weet dat het een hartaanval is, en je denkt er net zolang over en aan dat je een hartaanval krijgt van de angst. En de waarheid was, dat het in het begin niets voorstelde. 

Er zijn mensen die het allerkleinste dingetje kunnen nemen en opblazen. Dat is je verbeelding die dat doet. En het trieste van alles is, dat de meeste van onze ‘verbeeldingen’ boos zijn. De meeste van onze ‘verbeeldingen’ gaan de verkeerde kant op. 
Laat ik je nog iets tonen. Kijk eens in 1 Kronieken 29 waar David een offer bracht. In 1 Kronieken 29, ik neem niet de tijd het allemaal te lezen, maar het kwam neer op 1,5 miljard dollar aan goud en zilver dat hij uit zijn persoonlijke bankrekening gaf. Hij had al 5 miljard uit de schatkist van zijn regering gegeven voor de bouw van de tempel. Maar dit kwam van zijn persoonlijke rekening. 1,5 miljard dollar. Dat is niet slecht voor een schaapsherdertje. Hij was voorspoedig. En toen hij gaf werden de mensen daar zo door gezegend dat zij ook spontaan begonnen te geven, en zij gaven met elkaar 3,5 miljard dollar. Dus bij elkaar was het een spontaan offer van 5 miljard dollar. En ze waren zo gezegend. En David begon te bidden en weet je wat hij deed? Waar we het over hadden, hij verheerlijkte God, hij kende waarde toe aan God. Hij erkende dat dit geen overreding was, dit was niet iets dat een mens kon laten gebeuren. Dit was bovennatuurlijk. Hij gaf waarde aan wat er gebeurd was. En hij begon God te danken en te zeggen: ‘God, het enige wat wij gedaan hebben, is U geven wat al van U was. Alles wat we hebben en wat we gegeven hebben, allereerst hebt U het aan ons gegeven.’ En hij begon God te danken voor de zegening. Hij herinnerde zich waar hij vandaan was gekomen. Hij verheerlijkte en dankte God en zei vervolgens in vers 18: ‘O HEERE, Gij, God onzer vaderen, Abraham, Izaak en Israël, bewaar dit in der eeuwigheid in den zin der gedachten [verbeeldingen] van het hart Uws volks, en richt hun hart tot U.’ Hij zei: bewaar het in de verbeeldingen van de gedachten van hun hart. 
Waar hij het over heeft is heel duidelijk. Hij heeft het over: God, help hen zich dit te blijven herinneren.’ Weet je dat je verbeelding het deel van je is dat zich dingen herinnert? Ik wilde dat ik een paar uur had om over het belang van herinnering te spreken. Het is essentieel. Ik heb een tape-serie over: ‘How to prepare your heart.’ Ik wil je echt aanmoedigen die aan te schaffen. Het is echt heel krachtig. Er staat in 2 Kronieken 12:14 ‘En hij (Rehabeam) deed dat kwaad was, dewijl hij zijn hart niet richtte, om den HEERE te zoeken.’ Je hart richten of gereed maken is essentieel. Wist je dat herinnering een van de belangrijkste dingen is die je kunt doen om je hart voor te bereiden?

Dit is de manier waarop ik het zie, want het is nu 32 jaar geleden dat de Heer bovennatuurlijk ingreep in mijn leven en sinds die tijd verheerlijk ik God en dank ik God en ik herinner me wat God gedaan heeft. Ik richt voortdurend monumenten op in mijn leven. We reden net door Arlington, Texas. En weet je wat ik dan doe? Ik rijd langs het weiland waar ik de doop in de Heilige Geest ontving. Ik heb van die plekken. Op mijn terrein was ik in augustus aan het werk aan het pad en had ik een enorm rotsblok uitgegraven. Het was zo’n meter hoog en breed. En ik groef een gat en rolde dat rotsblok die kant op en probeerde hem op de juiste plek te krijgen. Maar ik gleed uit en mijn hand raakte klem onder dit rotsblok en het rolde over mijn arm en over mijn hoofd heen. Mijn hoofd lag op de grond en dit rotsblok rolde er helemaal overheen. En het woog meer dan een ton! En ik sprong onmiddellijk overeind en rende weg en riep: ‘In de naam van Jezus’, en alles werkte! Ik had allerlei schaafwonden en bulten, maar alles functioneerde! Mijn hand was tot januari opgezet, maar het werkte! 
Weet je wat ik deed? Ik heb daar een monument opgericht. Ik heb daar iets neergezet waarop staat: 5 augustus 1999 redde Jezus mijn leven toen dit rotsblok over mijn hand, arm en hoofd rolde, en daar schreef ik Psalm 116:6 bij, waar staat: ‘De Heer bewaart de eenvoudige.’ Amen. Ik loop daar iedere dag langs en lees het iedere dag. Ik heb daar een monument opgericht, zodat ik nooit vergeet dat Jezus mijn leven gered heeft. 

Dit is de manier waarop ik het zie. Sommige mensen worden ’s ochtends wakker, en je wilt niet gaan zondigen tegen God, maar je hebt echt geen flauw idee of je aan het eind van de dag nog steeds trouw bent aan God. Je hoopt dat je het bent, maar God verhoede dat de duivel de verkeerde persoon op je weg weet te brengen onder de verkeerde omstandigheden, want je kunt overspel plegen voor de dag voorbij is. Je wilt het niet, maar man, als de omstandigheden het aangeven, zou het best kunnen. En als men je zou bezeren, weet je niet zeker wat je zou doen. Misschien ben je wel niet in staat hen te vergeven. 
Sommige mensen worden iedere ochtend in een nieuwe wereld wakker. En je herinnert je niet meer wat God gedaan heeft. Ik heb mensen gesproken van: ‘Ik ga God niet dienen als dit gebed niet verhoord wordt.’ En ze hebben misschien 100 dollar nodig, maar ze vergeten dat ze wonderbaarlijk geholpen zijn. Ze zijn van kanker genezen, hebben grote wonderen meegemaakt. Maar ze vergeten die allemaal en zijn zó gefocust op dat ene ding, dat ze bereid zijn ermee te kappen en het op te geven. Dat doet de ‘geest van oorvijg’ op je vallen. ‘Weet je dan niet meer wat God allemaal voor je gedaan heeft?’ 

Je herinnering is een sterke kracht. Jouw herinnering kan een enorm verschil maken. Ik heb een verhaal gehoord van een man en een vrouw die net getrouwd waren, en op hun huwelijksreis reden ze ergens. De vrouw reed en de man lag te slapen op de achterbank. En ze kregen een frontale botsing. De man overleefde het met weinig verwondingen, maar de vrouw was bijna dood. Uiteindelijk genas ze, maar ze was 12 maanden van haar geheugen kwijt. En dat was precies de periode dat ze elkaar ontmoet hadden, verliefd geworden waren en getrouwd. Ze kon zich nog steeds haar eigen familie herinneren, ze kon zich haar naam herinneren, en wat ze deed, maar ze had geen enkele herinnering aan deze man. En ze waren totaal onmachtig om een relatie te hebben. Uiteindelijk moest hij het huis uit en haar opnieuw het hof gaan maken en een gloednieuwe relatie opbouwen, omdat zij geen relatie kon hebben met iemand die ze vergeten was. 

Ik denk dat de meesten van jullie dat wel kunnen begrijpen. Weet je wat er met de meeste mensen gebeurt? Ze trouwen en ze ondervinden de moeilijkheden van het huwelijk en ze vergeten de dingen waarom ze eerder op die persoon verliefd zijn geworden. Ze vergeten de goede dingen. Ze gaan zich concentreren op de negatieve dingen. Hun verbeelding gaat die uitvergroten en ze vergeten het goede. Maar je kunt niet samenleven met iemand van wie je je niets goeds kunt herinneren. Ik heb eerder getrouwde stellen gesproken en we gingen zitten en ik zei: ‘Er moet toch íets goed zijn aan die persoon.’ En ik zei: ‘Denk aan iets goeds.’ Ik heb getrouwde stelletjes gesproken die zeiden: ‘Ik kan gewoon echt helemaal niets goeds aan die persoon bedenken.’ En als ik zeg: ‘Hé, hield je van hem/haar toen je trouwde?’ dan zeggen ze: ‘Oh ja, hij/zij was geweldig.’ En dan zeg ik: ‘Nou, raad eens wiens schuld het dan is dat ze nu zo zijn, want hij/zij was prima in orde toen jij hem/haar in handen kreeg’! 

Jouw herinnering is een heel belangrijke kracht. Laat me je enkele verzen hierover geven, in 2 Petrus 1. Het gaat erover dat je bepaalde dingen niet hebt, en in vers 9 staat: ‘Want bij wie zij niet zijn, die is verblind in zijn bijziendheid, daar hij de reiniging van zijn vroegere zonden heeft vergeten.’ Wist je dat je kunt vergeten wat Jezus voor je gedaan heeft? Ik heb mensen eerder gesproken die zó van streek waren en wilden weglopen en ik begon hen gewoon te herinneren aan wat God gedaan heeft en het keerde gewoon alles om als ze zich gingen herinneren. 

Ik sprak twee jaar geleden een vrouw in Chicago en ik riep in de gave van de Geest iets uit, dat iemand van plan was zelfmoord te plegen of erover nadacht. En deze vrouw kwam naar voren en ik herinner me dat ze begon te vertellen: ‘Alles in mijn leven is verkeerd’ en toen ze dat deed, bad ik voor haar. En door de gaven van de Geest gaf de Heer me vier voorvallen, waarin satan had geprobeerd haar te doden. Vanaf de tijd dat ze nog een klein meisje was. En ik herinnerde haar daaraan. En ik zei: ‘Weet je nog dat toen je ongeveer vier jaar oud was, en iemand heeft geprobeerd je te verkrachten en te vermoorden?’ En ik zei: ‘Je kijkt alleen naar de negatieve kant, maar kijk wat er gebeurd is. De Heer zegt dat ze geprobeerd hebben je te vermoorden en het is een wonder dat je nog leeft. In plaats van het negatieve te vergroten zou je moeten zeggen: ‘Kijk God, heeft mijn leven gered.’ En ik noemde nog drie andere dingen. En tegen de tijd dat ik haar aan alle vier herinnerd had, hoe God haar verlost had, lag deze vrouw die aan zelfmoord liep te denken, God op haar knieën te prijzen en te danken voor zijn goedheid en genade. 
De waarheid is, dat God geweldige dingen heeft gedaan voor ieder van ons individueel, en dat niemand van ons ook maar enige reden heeft om boos te zijn, behalve op dat we vergeten. Wij vergeten de goedheid van God. Jouw herinnering is een essentieel onderdeel en je verbeelding is hoe jij je dingen herinnert. Je moet je verbeelding op een positieve manier leren gebruiken. 

De Bijbel gaat verder met zeggen in vers 12: ‘Daarom zal het steeds mijn voornemen zijn u hieraan te herinneren.’ Je herinnering moet keer op keer opgewekt worden. Je moet steeds opnieuw aan dingen herinnerd worden. En in vers 15 gaat hij verder: ‘Maar ik zal mij beijveren, dat gij ook na mijn heengaan telkens weer aan deze dingen kunt denken.’ En dan zegt hij in hoofdstuk 3:1 ‘Dit is reeds de tweede brief, geliefden, die ik u schrijf; in beide tracht ik uw zuiver besef door herinnering wakker te houden.’ Je kunt jezelf opwekken, wakker houden, door herinnering. 

Ik was in een dienst, misschien 10 jaar geleden of zo, Lymo Ohio. We hadden 600 mensen in de samenkomst en er waren zoveel goede dingen die daar gebeurden. Er stonden zelfs mensen buiten te luisteren voor de open ramen. En ze gingen ‘How great thou art’ zingen. En ik kreeg een herinnering aan de begrafenis van mijn vader, want dat was mijn vaders favoriete lied. En ik herinner me dat ik als 12-jarige jongen daar zat en dacht: ‘God, dit klopt toch niet? Mijn vader is net gestorven en wij zingen over ‘how great thou art?’ En ik bad een gebed: ‘Als U werkelijk groot bent, openbaar Uzelf dan aan mij. Geef mij een doel om voor te leven.’ En ik had een herinnering aan de getrouwheid van God, wat God in mijn leven heeft gedaan. En die herinnering bracht mij op mijn knieën. Een herinnering kan je zeer sterk opwekken. Maar het is verbazingwekkend hoe weinigen van ons de tijd nemen om te herinneren. Er is inspanning nodig om te herinneren. Je moet er stil voor worden. Je moet de TV uitzetten, de radio uitzetten en tijd nemen om te mijmeren. Weet je dat iedereen elke dag tijd zou moeten nemen om stille tijd te houden, waar je gewoon gaat zitten mijmeren en herinneren? Weet je dat het je leven gewoon zou transformeren? En je verbeelding is het deel van je dat dit doet. Je gaat terug en stelt je dingen voor. 
Mijn moeder en ik waren net in Mariada Texas geweest, en spraken met mensen die onze familie kenden en we herinnerden ons dingen. Het is belangrijk! Iedere keer als ik maar de kans heb, ga ik naar die plaatsen die echt veelbetekenend zijn geweest in mijn leven en ik ga daar zitten en herinner me dingen. Dat zijn soms de meest krachtige momenten die ik heb. En dat maakt een verschil in mijn leven. Onze hele maatschappij raakt dit volkomen kwijt. Voor de meeste mensen hier is het heel ongebruikelijk om veel van hun grootouders te weten. Sommigen misschien wel, maar overgrootouders? Heel weinig. Wij zijn zo in beslag genomen door dit moment, en zijn zo met onszelf bezig. 
Maar niet lang geleden was ik in Engeland en ik predikte in iemands kerk. En hij nam me mee naar zijn huis voor de lunch na de dienst. En zijn familie had vanaf de 15e eeuw of zo in precies ditzelfde huis gewoond. En hij nam me mee door dat huis en liet zien: hier is waar mijn over- over- over- over- grootvader is geboren. En dit is waar ze trouwden. En hij wist die dingen. En terwijl hij die dingen vertelde duizelde het me gewoon. En ik dacht: ‘Man, de geschiedenis waar deze man mee leeft, hoe moet dat wel zijn leven en zijn daden beïnvloeden, als hij weet hoe zijn overgrootouders in dit huis gehandeld hebben en zich gedragen hebben. Dat zou in je overwegingen binnendringen en in alles wat je doet.’ 
Maar de meesten van ons zijn van zo ongeveer alles losgesneden. Wij denken totaal niet aan die dingen. Herinnering is een sterke kracht. En ook in de Heer, want dat is de reden dat Hij opdracht gaf om die gedenkstenen op te richten en om geen landpalen te verplaatsen, en dat soort dingen te doen. Je moet je overwinningen herhalen en herdenken. 

Toen de Heer David aansprak op zijn zonde met Bathseba, zei de Heer: ‘David, weet je niet meer dat Ik je weggehaald heb van achter de schapen van je vader? Weet je niet meer dat je naam niet eens overwogen werd toen Samuel kwam? Jij was op de schapen aan het passen en ze dachten er niet eens aan dat jij in aanmerking zou kunnen komen. En weet je niet meer wat IK gedaan heb? Weet je niet meer hoe Ik je vijanden verslagen heb en hoe Ik je al die dingen gegeven heb? En als dat nog niet genoeg was, zou Ik je meer gegeven hebben.’ Hij wees hem op zijn herinnering. 

Ik kan je verzekeren, dat als jij sommige van de dingen die je doet gaat doen, dan moet je gewoon de goedheid van God en de trouw van God vergeten. Ik moedig niemand aan om dit te gaan uitproberen, Maar ik wil er wat voor verwedden dat als jij naar een prostitué gaat en gemeenschap hebt, en vlak voordat je het bed in duikt, knielt en zegt: ‘Laten we bidden en dit voor de Heer brengen. Laten we bidden en God loven en prijzen voor zijn goedheid.’ Ik verzeker je dat het de hele zaak zal verpesten. Ik wed dat je het gewoon niet zou kunnen! 

Om te kunnen danken moet je je herinneren! Al deze dingen hangen met elkaar samen. En als je dit allemaal zou doen, zou het zó’n atmosfeer in je leven scheppen van de trouw en de goedheid van God, dat het je zou weerhouden sommige van de dingen te doen die je doet. Je verbeelding zou zich gaan richten op positieve dingen en je zou de goedheid van God ‘zien’ en dingen zien gelukken in plaats van mislukken. 
Weet je dat iemand die zich zorgen maakt, iemand is met een levendige verbeelding op een negatief gebied? Als jij een piekeraar bent, als jij bezorgd bent over dingen, dan heb je een verbeelding die in de verkeerde richting werkt. Dat kun je omdraaien! Dit is echt belangrijk. Ik weet niet of je de verbinding legt en of je snapt wat ik zeg, maar dit is vitaal, dat je begrijpt dat je verbeelding de plaats is waar je dingen ‘verwekt’. Maar je moet het op de juiste manier gaan gebruiken. 

Kijk ook in Markus 6. Ik wil een gedeelte met je delen over Jezus. Dit is waar Hij de vijfduizend te eten gaf. En in Markus 6 staat in vers 35: ‘En toen het reeds laat geworden was, kwamen zijn discipelen tot Hem en zeiden: De plaats (hier) is eenzaam en het is reeds laat. 36 Zend hen weg, dan kunnen zij naar de gehuchten en dorpen in de omtrek gaan om voedsel voor zich te kopen. 37 Maar Hij antwoordde hun en zei: Geeft gij hun te eten.’ De discipelen zeiden: ‘stuur hen weg.’ Ze kenden de nood, maar ze ‘verbeelden’ het zich niet. Ze ‘zagen’ zichzelf niet als degenen met het vermogen om in die nood te voorzien. Zij wilden hen ergens anders heen sturen. 
De kerk doet dit tegenwoordig. Wij sturen mensen naar de psycholoog, naar de bankier, naar de dokters, naar de advocaten, terwijl de waarheid is, dat wij degenen zijn die het antwoord hebben. Ze hoefden helemaal niet weg te gaan. Wij kunnen hun problemen oplossen. Maar de meesten van ons hebben dat niet ‘gezien’. De meesten van ons ‘zien’ onszelf niet in staat om de zieken te genezen, de melaatsen te reinigen en de doden op te wekken. We sturen ze dus ergens anders heen. En Jezus zei: ‘Ze hoeven niet weg te gaan, geven jullie hen te eten.’ De meesten zouden denken dat dit nogal onredelijk is van Jezus, maar Jezus zou hen nooit hebben gevraagd iets te doen wat ze niet hadden kunnen doen. Ze hadden deze mensen te eten kunnen geven, ze hadden het vermogen om het te doen. Maar ze hadden zichzelf nooit ‘gezien’ als in staat zijnde vijfduizend mensen te eten te geven. 

‘En zij zeiden tot Hem: Zullen wij dan voor tweehonderd schellingen brood gaan kopen en hun te eten geven?’ Ze trokken hun portemonnee uit hun zak. Ze keken naar hun natuurlijke bronnen in plaats van naar de geestelijke bronnen die ze hadden. ‘38 Hij zei tot hen: Hoeveel broden hebt gij? Gaat eens zien! En toen zij het nagegaan hadden, zeiden zij: Vijf, en twee vissen. 39 En Hij droeg hun op, dat allen groepsgewijze moesten gaan zitten op het groene gras. 40 En zij gingen zitten in groepen van honderd en van vijftig. 41 En Hij nam de vijf broden en de twee vissen, zag op naar de hemel, sprak de zegen uit en brak de broden en gaf ze aan de discipelen, dat die ze hun zouden voorzetten, en de twee vissen verdeelde Hij onder allen.’
Merk op dat in vers 41 staat: Hij keek op naar de hemel. Dan weet je dat dit over meer gaat dan alleen zijn hoofd omhoog houden. Precies ditzelfde Griekse woord is het woord ‘anablepo’. Ik weet niet hoe ik het uit moet spreken, ik ken maar een beetje Hebreeuws en een beetje Grieks. De een heeft een restaurant en de ander een wasserette. Maar ik denk dat het zoiets is als ‘anablepo’. En dit betekent ‘zien’. Het woord ‘ana’ kan betekenen ‘tegen’ maar als het in een samenstelling wordt gebruikt betekent het letterlijk ‘nogmaals’, of het herhalen van iets. 
Waar dit over gaat is dat Hij ‘nogmaals zag’, Hij ‘zag twee keer’ staat er letterlijk. Dit zelfde woord wordt in de Bijbel 14 keer vertaald met ‘het zicht ontvangen’ of ‘ziende worden’. Bartimeus ontving het ‘zicht’, dit is hetzelfde woord. Als het gaat over blinde ogen die geopend worden is het datzelfde woord. Dus als er staat dat hij opzag naar de hemel, gaat dit over meer dan dat Hij zijn hoofd ophief. Hij zag ‘twee keer’. Hij ‘zag’ anders dan hoe zijn discipelen keken. Weet je wat Hij deed? Hij ‘zag’ van binnen! Hij zag in het geestelijk gebied. In plaats van te kijken met zijn fysieke ogen. 
Zij keken naar hun fysieke bronnen. Ze waren beperkt tot wat ze konden zien, proeven, horen, ruiken en voelen. Jezus kon verder kijken dan het fysieke en Hij ‘zag’ in het geestelijke gebied. Dat is waar dit over gaat. Toen hij ‘opzag’ naar de hemel gaat dit niet over dat Hij zijn hoofd omhoog hield. Het gaat erover dat Hij ‘zag’ met zijn geestelijke ogen. Met andere woorden, het gaat over Zijn ‘verbeelding’! Hij had een puur denken dat in staat was te ‘zien’ met geloof. Hij was niet beperkt tot wat Hij fysiek met zijn ogen zag. Hij kon ‘zien’ wat Gods Woord zei. En Hij ‘zag’ niet met zijn fysieke ogen, maar met zijn geestelijke ogen dat deze vijf broodjes en twee visjes genoeg waren. 

De discipelen zagen ze ook, en zij keken naar de menigte en ‘zagen’: niet genoeg! De meesten van ons kijken naar het kleine beetje wat wij hebben en we zeggen: ‘Oh God, het is niet genoeg, ik red het niet.’ Wij vervloeken het! Jezus zegende wat Hij had in plaats van het te vervloeken! De meesten van ons vervloeken: ‘God, ik ben nooit in staat om te doen wat U wilt dat ik doe. Ik kan niet prediken.’ Hij zegende het. En Hij voedde vijfduizend mannen, en dat bevat nog niet eens de vrouwen en de kinderen. Hij voedde dus meer dan 10.000 mensen met vijf broodjes en twee visjes. En toen liet Hij hen de brokstukken oprapen en ze hadden nog meer over dan waar ze mee begonnen waren. Nadat iedereen voor de tweede en derde keer gehad had! 

En weet je, ik heb geen tijd om je dit allemaal uit te leggen. Ik heb daarachter een ‘life for today’ Bijbel die dit allemaal zal uitleggen, maar als je de logistiek zou uitpuzzelen, als Jezus alleen het brood zou hebben gebroken en het in zijn handen werd vermenigvuldigd, en Hij het daarna aan zijn discipelen had gegeven, en de discipelen hadden naar die mensen toe moeten hollen. Er waren ongeveer 102 groepen van vijftig mensen voor iedere discipel! Als je 10.000 mensen neemt, ze in groepen van 50 verdeelt zijn er bijna 200 groepen. Ik heb uitgerekend hoe vaak ze heen en weer hadden moeten hollen. De snelste manier waarop dit op deze manier gedaan kon worden zou vele uren zijn geweest! 
En er staat dat dit tegen de avond plaatsvond. Het was dus op het eind van de dag! Ze hadden helemaal geen uren. Want er staat dat de discipelen voor de zonsondergang in de boot stapten om naar de andere kant te gaan. Dit duurde dus niet heel lang. Logistiek was het dus onmogelijk dat Jezus het brood brak en de discipelen het steeds bij Hem kwamen halen. Weet je hoe dit heeft kunnen plaatsvinden? Jezus zegende het, brak het brood één keer en gaf het aan de discipelen. En de discipelen hadden geen kar vol voedsel staan, waar ze heen en weer holden, maar ze kregen gewoon een stuk vis en een stuk brood en begonnen dat te breken en het vermenigvuldigde zich in hún handen. Dat is de énige manier waarop dit wonder kon plaatsvinden! 

Jezus zegende dus feitelijk dit voedsel en gaf het aan zijn discipelen. En de discipelen moesten heel veel geloof hebben om naar die groep met 50 hongerige mensen toe te lopen met dat kleine beetje voedsel en het uit te gaan delen. Sommigen hadden kunnen stoppen en zeggen: ‘Jezus, ik heb meer nodig.’ Maar ze hadden niet meer nodig. Ze hadden genoeg. Dat ene kleine broodje en dat ene kleine visje was meer dan genoeg voor duizenden mensen als het gezegend was. Als ze het tenminste geestelijk konden zien. 

Dus wat jij ook hebt, is meer dan genoeg, mits je jouw verbeelding kunt vernieuwen, zodat jij niet met je fysieke ogen kijkt. Als jij maar je ware mogelijkheden zou zien, als jij maar met je hart zou kunnen gaan zien, en zien wat God ons werkelijk gegeven heeft. Als jij het Woord van God zou nemen en het jou een beeld laten ‘zien’ van wie je bent en dat jij dezelfde macht in je hebt leven die Christus uit de doden heeft opgewekt, en dat je niet bij God hoeft te smeken om meer te krijgen, je hoeft alleen maar ‘op te zien’ en ‘zicht ontvangen’ en zien wat je hebt. 
Als je dat zou doen, zou je naar de menigten kunnen gaan. En je zou mensen zien genezen en bevrijd en vrij gezet. Je zou woorden hebben om te spreken. Je zou in de gaven van de Geest kunnen stromen, en alles wat je maar nodig hebt zou functioneren. Maar het probleem is, wij ‘zien niet op’, wij ontvangen geen geestelijk zicht. Wij zien niet met onze innerlijke mens. Wij gebruiken onze verbeelding niet om onszelf te zien zoals God ons ‘ziet’. 
In plaats daarvan kijken wij in de spiegel. Wij luisteren naar wat al die anderen van ons vinden. We kijken naar andere kerken en vragen ons af: ‘doen andere mensen dit?’ En je kijkt en maakt vergelijkingen en laat andere mensen het beeld binnenin je schilderen. Maar je moet naar het Woord van God gaan en uitzoeken: ‘Wat zegt Gods Woord?’ En wat het ook over je zegt, dát is wat jij bent! En dat is wat jij kunt doen. Maar je moet jezelf op die manier ‘zien’. 

De meesten van jullie hebben je echte ‘zelf’ nog nooit gezien. Als ik je zou vragen hoe je eruit ziet zou je je uiterlijke mens gaan beschrijven, maar je weet niet wie je bent in Christus. De meeste mensen weten niet wie ze zijn in Christus. We leven dus als een bedelaar. We leven arm en depressief en verslagen. En de waarheid is dat God ons alles al heeft gegeven, je hebt het alleen niet ‘gezien’. 

In hoofdstuk 8 van Markus bad Jezus voor de blinde man en Hij liet hem ‘opzien’. Hij liet hem ‘zicht ontvangen’ en zijn ogen werden geopend. Je ogen moeten geopend worden. De ogen van je hart. En de manier om dat te doen is door God te gaan verheerlijken. Al deze dingen bouwen als het ware op elkaar voort. Als jij God gaat verheerlijken, waarde gaat hechten aan, waarderen, God verhogen en vergroten, neem je de Schrift en zegt: ‘God, U bent boven iedere naam.’ Kanker heeft een naam. Wat jij ook hebt heeft een naam. ‘U bent boven iedere naam. En als ik iets een naam kan geven, U bent hoger dan dat.’ Begin Hem te verhogen en te vergroten en ken waarde toe aan God en maak Hem groter. 

En begin Hem dan te danken voor de dingen die Hij al gedaan heeft. Als jij je overwinningen zou herhalen, gebruik je herinnering om dingen te ‘zien’. En begin God te danken. Weet je wat er zou gaan gebeuren? Je verbeelding zou goede dingen gaan ‘zien’ gebeuren, in plaats van slechte dingen ‘zien’ gebeuren. Je zou jezelf ‘zien’ slagen in plaats van mislukken. Je verbeelding zou vóór je gaan werken in plaats van tegen je. En je verbeelding zou niet ‘ijdel’ zijn. 
Maar als je die dingen niet doet, als jij niet de juiste waarde hecht aan de dingen van God en als je niet dankbaar bent en je niet de goedheid van God herinnert, kan ik je verzekeren dat je één en al negatief persoon wordt. Dan heb je maar een fluistertje van de duivel nodig en jij gaat ermee op de loop en laat hem zo je leven verwoesten. Zo leven de meeste mensen. Dus je verbeelding is belangrijk. 
En je kunt niet kiezen of het wel of niet functioneert, je kunt alleen maar kiezen welke kant het op functioneert. Of het vóór je of tegen je functioneert. Dat is jouw keuze. En dit zijn de manieren waarop je het doet. Het bouwt allemaal op elkaar. En het volgende waar we morgenavond over zullen spreken, als je deze eerste drie dingen niet doet, als jouw verbeelding ‘ijdel’ is, kan ik je verzekeren dat je dwaze hart verduisterd wordt. En ik zal gaan uitleggen hoe je niet anders kunt functioneren dan je hart. Je hart is het allerbelangrijkste ding. 

Ik zeg je broeders en zusters, dit is zo eenvoudig dat je hulp van iemand nodig hebt om het verkeerd te begrijpen. Waar we over gesproken hebben, is geen enkel ingewikkeld ding bij. Alles waar ik over gesproken heb is supereenvoudig. Maar het is toch verbazingwekkend, want mensen gaan liever de allergrootste inspanning leveren, ze organiseren miljoenen mensen om God te vragen zijn geest uit te storten en denken dat ze Hem kunnen laten bewegen en je overwinnend maken zonder je denken te hoeven vernieuwen. Zonder dat jij God hoeft te verheerlijken en dankbaar te zijn. ‘Stort toch Uw Heilige Geest uit zodat ik weer voor de TV kan hangen en mijn soaps en dat soort dingen zien.’ Dit is: God verhoede dat ik me in moet spannen om mijn gedachten te focussen en mijn denken te gebruiken. Mensen proberen alles wat maar mogelijk is om dit te ontlopen en druk op God uit te oefenen. God stort Uw Geest uit, zend toch een evangelist. Laat de evangelist het maar doen. 

Het is precies zo eenvoudig als waar we het over gehad hebben. Als jij dit consequent zou doen, God verheerlijken, dankbaar zijn, je verbeelding op een positieve manier laten werken, ik verzeker je als je deze dingen gaat doen is het onmogelijk voor je om te falen. Dat wil niet zeggen dat je geen problemen tegenkomt. Er zullen problemen komen, maar je zult winnen! Je zult slagen. Het is onmogelijk om te falen! Je zúlt overwinnen. Het is gewoon zó eenvoudig. En als het echt zó eenvoudig is, en dat is zo, dan is de enige reden die ik kan zien dat niet iedereen hiertoe overgaat dat óf mensen onwetend zijn, ze hebben het niet ‘gezien’, of ze willen alleen maar dat iemand zijn hand over hen heen en weer zwaait en het laat gebeuren. Ze willen zelf geen enkele inspanning doen. Het is één van die twee dingen. Het is óf luiheid, en dat kun je ook vleselijkheid noemen, óf onwetendheid. Maar je kunt je nu niet meer op onwetendheid beroepen. Want wij hebben je de waarheid verteld en nu is het gewoon een kwestie van geloof. Zul je nu een doener van het Woord zijn of niet? Het is echt zó eenvoudig. Dit is goed spul. Dit zal je leven veranderen.

Deel 4: Een goed hart


 

www.vergadering.nu