www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu C.S. Lewis C.S. Lewis Boekrecensie door Ronald Westerbeek Friesch Dagblad - C.S. Lewis geeft geen simpele antwoorden
TJERK DE REUS
‘Dingen in de werkelijkheid zijn nu eenmaal niet simpel. Zo zien ze er wel uit,
maar ze zijn het niet.’
Deze constatering was voor de apologeet C.S. Lewis een reden om het atheïsme af te
wijzen en een ‘vriendelijk’ christendom te kritiseren. ‘Als we méér willen dan het simpele, dan zou het dom zijn te klagen dat
dat ‘meer’ niet simpel is.’
C.S. Lewis (1898-1963) schreef een apologetisch oeuvre bijeen: boeken bedoeld om
het christelijk geloof te ‘verdedigen’. Met in brede kring bekende geworden boeken als Het probleem van het lijden (1940), Wonderen
(1947) en Onversneden christendom (1952) ging Lewis in op bezwaren tegen het christelijk geloof. De notie van ‘simpelheid’,
die centraal staat in de hierboven gegeven citaten, geeft kernachtig aan waar het Lewis om ging. Lewis was zelf jarenlang overtuigd
atheïst. Na een lange zoektocht, waarin hij allerlei mogelijkheden op het gebied van geloof en religie onderzocht, raakte hij overtuigd
van de waarheid van het christelijk geloof.
Belangrijk daarbij was zijn waarneming dat in het christelijk geloof de problemen waar de mens in zijn bestaan mee kampt, ernstig worden genomen. Als het bijvoorbeeld gaat om het probleem van het lijden, blijkt dat de bijbel geen doekje voor het bloeden aanreikt. Kwaad, verdriet, lijden, - het wordt in de bijbel eerlijk onder ogen gezien en niet gemaakt tot iets wat het niet is. Het wordt niet afgezwakt of gesust. Diverse religies of godsdienstige systemen ontkennen in feite de ernst van het lijden door te zeggen dat het bij het leven hoort, er intrinsiek mee verbonden is en slechts onaangenaam is omdat mensen er een probleem van maken. Aldus niet Lewis, die juist ontdekte dat de complexe vragen waar het leven ons voor stelt, níet met simpele antwoorden afgedaan kunnen worden. Dat is dan ook de reden voor het feit dat Lewis’ boeken een zekere moeilijkheidsgraad hebben, hoewel hij veel heldere voorbeelden gebruikt en vaak heel eenvoudig de essenties van ons leven en beleven onder woorden brengt. Slap christendom Het is interessant dat Lewis zich met zijn apologetische en theologisch getinte
werk niet alleen keert tegen mensen die het christendom ‘aanvallen’. Lewis heeft evenzeer een ‘slap’ christendom op het oog. In Onversneden
christendom schrijft hij: ‘Goed, het atheïsme is dus te simpel. En ik zal u nog een andere visie noemen die eveneens te simpel
is. Het is de visie die ik ‘verdund christendom’ noem: de opvatting dat er een goede God in de hemel is en dat alles in orde is -
met weglating van alle moeilijke leerstukken over zonde en hel en duivel, en van de verlossing. Beide gedachtegangen zijn kinderlijk.’
Lewis’ positie zou je als reactionair kunnen aanduiden, maar dat zou een te snel oordeel zijn. Lewis vertegenwoordigt op vrijwel alle hoofdpunten het orthodoxe christendom, maar de manier waarop hij zaken als zonde, duivel, het bestaan van de hel en dergelijke ter sprake brengt, zijn heel uitdagend. Zij die dit alles allang uit hun christelijke geloofsbeleving verwijderd hadden, worden door Lewis stevig bevraagd. Dat geldt zeker als we het hebben over het genoemde probleem van het lijden. Wanneer zulke diepe vraagstukken op tafel liggen, helpt een simpel geloof in een vriendelijk hemelse Vader niet zo veel. Zo’n vriendelijke Vader wordt al snel een machteloze toeschouwer wanneer je Hem met alle geweld níet betrokken wilt laten zijn in het lijden van de mensheid. Omgekeerd kan deze goedbedoelende God in onze ervaring gemakkelijk veranderen in een tiran, wanneer Hij zoveel lijden toelaat. De hervormde theoloog A.A. van Ruler schreef ergens: ‘God gaat ruig met ons om’. Dat besefte ook Lewis. Het lijden is op zichzelf niet goed en we zijn er allerminst toe geroepen het zelf op te zoeken. Maar tegelijk is het lijden iets waar God alles mee te maken heeft. In zijn boek noemt Lewis het lijden ‘Gods megafoon’. Daarmee bedoelt hij dat God mensen wakker wil schudden, ze op de gedachte wil brengen dat een zelfgenoegzaam leven niet de echte levensvervulling is. Mensen, zo constateert Lewis, zijn vol van zichzelf en hun eigen bezigheden en houden de gedachte aan een God met wie ze iets ‘moeten’ het liefst ver van zich af. Het lijden is volgens Lewis een middel waarmee God mensen af wil brengen van het idee dat het leven los van God gelukzalig is en de diepste zin van het menselijk bestaan is. Lewis: ‘God fluistert tot ons in onze genietingen, Hij spreekt tot ons geweten,
maar Hij roept ons in ons lijden. Het is zijn megafoon om een dove wereld wakker te schudden. Een slecht mens die zich gelukkig voelt,
heeft er geen idee van dat zijn handelen niet ‘klopt’, dat hij niet in harmonie is met de weten van het heelal.’
Lewis’ constatering is duidelijk: ‘De eerste en eenvoudigste functie van het lijden is dus dat het een eind maakt aan de illusie dat alles in orde is. De tweede functie is dat het de illusie vernietigt dat wat wij bezitten, of het op zich nu goed of slecht is, van ons is en dat we daar altijd voldoende aan zullen hebben.’ Zo ziet Lewis God aan het werk met mensen. |
Belangrijke gedachten die samenhangen met deze optiek is de ernst van de zonde, de zondeval, hemel en hel. Lewis behandelt stuk voor stuk deze kwesties, die voor veel kerkgangers niet (meer) zonder meer vanzelfsprekend zijn. Het verwijt richting Lewis zou kunnen luiden: met deze zienswijze maak je lijden tot iets dat zinvol is, terwijl het, zeker in zijn gruwelijkste vormen, altijd afschuwwekkend zal zijn voor mensen. Die afgrond, het duizelingwekkende van het lijden van een wereld die ‘bloedt uit duizend wonden’, is voor Lewis niet onbekend en zijn geschrift Het probleem van het lijden wil hieraan recht doen. Het leidt er bij hem echter niet toe dat we vervolgens niets meer durven zeggen over het lijden, omdat onze woorden nu eenmaal tekort schieten. De apologeet Lewis zoekt naar verheldering en oriënteert zich aan de eeuwenoude, orthodoxe christelijke traditie, die nooit modieus is en een eigensoortige evidentie biedt. Klassiek Lewis’ boeken, die nu in mooie, herziene edities voorhanden zijn, bieden de kans
om kennis te maken met een oeuvre dat je gerust klassiek mag noemen. De variatie is groot: een verhandeling als die over het lijden is
sterk betogend, terwijl De grote scheiding literair te noemen is: Lewis beschrijft een busreis van een aantal bewoners van de
hel. Zij gaan op bezoek in de hemel, om te bezien of ze daar liever verblijven - een fascinerend verhaal.
Ook het bekende Brieven uit de hel heeft een originele vormgeving: twee duivels schrijven elkaar brieven over hun pogingen om iemand die pas bekeerd is, van zijn geloof af te brengen. Lewis’ eigen drive was uiteraard het tegendeel: hij wilde gelovigen een steun in de rug bieden en ongelovigen bereiken met het evangelie. Aan het slot van Onversneden christendom vat Lewis in een paar zinnen zijn boodschap samen: ‘Zoek jezelf en je vindt op den duur niets dan haat, eenzaamheid, wanhoop, woede, verval en verwoesting. Maar zoek Christus en je zult Hem vinden, en met Hem al het andere op de koop toe.’ |