www.vergadering.nu  Recensie-index  www.vergadering.nu

Verrast door Vreugde door C.S. Lewis


Brieven | Biografie | Narniasprookjes | Ruimtetrilogie | Varensporen | Verrast | Diversen | Meer C.S.Lewis...

5 RECENSIES


Verrast door Vreugde
Hoe mijn leven begon.
C.S. Lewis
Uitg. Van Wijnen Franeker, 1998
pb, 218 blz.
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)...

of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl

In "Verrast door Vreugde" beschrijft Lewis zijn levensverhaal. Daarbij gaat het hem met name om de weg naar het christelijk geloof die hij is gegaan. Om zijn eigen visie kan natuurlijk niemand heen. Bovendien schrijft Lewis zelf nog altijd boeiender dan bijna iedereen die óver hem schrijft.


5. Over Boeken - blogspot -  12 september 2016 - https://over-boeken.blogspot.com...

Verrast door Vreugde

Recensie door Evelien de Nooijer

Margriet van der Linden vertelt in “De liefde niet” dat ze op de Evangelische Hogeschool het advies kreeg C.S. Lewis te lezen. Iedere christen die ook maar een béétje onderlegd is komt op een gegeven moment geheid met C.S. Lewis (Belfast 1898 – Oxford 1963) aanzetten, is mijn ervaring. Dé grote letterkundige, schrijver en apologeet - verdediger - van het christendom. Aangezien ik zelf christen ben kan ik natuurlijk ook niet om hem heen; en overigens niet tot mijn spijt, hoor! De boeken van Lewis worden nog steeds herdrukt. En verfilmd:................. Lees verder...

[ Uitgave: Van Wijnen – 2016, vertaling Arend Smilde, 224 blz., ISBN 978 905 194 180 7, € 16,95 ]


4. Wikipedia - december 2005

    Oude versie van de film  "Shadowlands"...

Lewis: Verrast door vreugde

C.S. Lewis (1898 - 1963)

C.S. Lewis was een Ierse schrijver en letterkundige. Hij werd vooral bekend als schrijver van christelijke boeken, zowel fictie als verhandelingen.

Clive Staples Lewis werd op 29 november 1898 geboren in Belfast (Ierland). Gedurende zijn jeugd las hij veel en samen met zijn drie jaar oudere broer Warren Hamilton, "Warnie", schreef hij op jonge leeftijd al verschillende fantasieverhalen met zelfgemaakte illustraties. Als kind vond hij zijn naam niet mooi en al gauw noemde hij zichzelf "Jack". Warnie en de rest van Clive’s vrienden hebben hem daarna altijd zo genoemd. Hij had een gelukkige jeugd totdat zijn moeder stierf aan kanker. Een maand later moest hij naar een kostschool (Wynyard School) in Engeland. Hij was toen tien jaar oud. In zijn autobiografie Surprised by Joy (1955) schrijft hij over het liefdeloze en intellectueel afstompende milieu op deze scholen.




Engelse taal- en letterkunde

In september 1914, toen de Eerste Wereldoorlog juist begonnen was, nam hij zijn intrek bij een privéleraar, William T. Kirkpatrick. Hier had hij het zeer goed naar zijn zin. Onder leiding van Kirkpatrick bereidde hij zich voor op het vergelijkend examen waarmee hij 1916 een beurs voor de universiteit van Oxford verwierf. Zijn studie aldaar begon met een lange onderbreking doordat hij in militaire dienst ging. Dit deed hij vrijwillig; de dienstplicht gold niet voor Ieren.

In Noord-Frankrijk, in de buurt van Arras, raakte hij in april 1918 gewond. Omdat hij niet meer kon vechten, mocht hij naar huis. Na de oorlog hervatte hij zijn studie in Oxford. Hij studeerde er cum laude af in de klassieke talen, de klassieke filosofie en de Engelse taal- en letterkunde. Daarna doceerde hij tot 1954 aan deze universiteit. In 1929 stierf zijn vader.

Vreugde

Nadat hij na zijn gelukkige jeugd vervreemd was geraakt van het christendom, begon er toch een proces van religieuze heroriëntatie. Mede als gevolg van gesprekken met gelovige collega's als J.R.R. Tolkien en Hugo Dyson bekeerde hij zich tot het christendom. Dit proces beschreef hij later in Surprised by Joy (1955).

Hij was vanaf 1925 als fellow en tutor verbonden aan het Magdalen College te Oxford. Voor het grote publiek werd hij pas bekend toen hij tijdens de Tweede Wereldoorlog een aantal filosofische en religieuze lezingen bij de BBC gaf. Een aantal van die lezingen werden later gebundeld onder de titel "Mere Christianity" (1952).

Boeken

Zijn eerste boek, Spirits in Bondage (1919) was een gedichtenbundel en zijn tweede boek was een lang verhalend gedicht: Dymer (1926). In 1938 verscheen van zijn hand een sciencefiction-verhaal, Out of the Silent Planet, in 1943 gevolgd door Perelandra en in 1945 door That Hideous Strength. Deze drie boeken worden samen wel de Ransom-trilogie genoemd, naar de hoofdpersoon van de eerste twee delen. In 1942 schreef hij zijn eerste publiekssucces, The Screwtape Letters (Brieven uit de hel), dat in het eerste jaar negen drukken had en een jaar later hetzelfde succes kende in de Verenigde Staten. In 1950 verscheen The Lion, the Witch and the Wardrobe, het eerste deel van de zeven Kronieken van Narnia. Deze kinderboeken zijn waarschijnlijk de meest verkochte, meest gelezen en meest vertaalde boeken van C. S. Lewis.

Hij werkte tot 1954 in Oxford. Toen werd hij in Cambridge benoemd op een speciaal voor hem ingestelde leerstoel voor de Engelse letterkunde van Middeleeuwen en Renaissance. Belangrijke wetenschappelijke publicaties zijn onder andere The allegory of love (1936), English litterature in the sixteenth century (excluding drama) (1954) en The discarded image. An introduction to medieval and renaissance litterature (postuum, 1964).

In 1956 trouwde hij met de Amerikaanse Joy Davidman, een gescheiden vrouw en voormalig communiste, die zich onder invloed van Lewis’ boeken tot het christendom bekeerd had. Zij was al ziek toen hij met haar trouwde en stierf vier jaar later aan kanker.

C. S. Lewis stierf op 22 november 1963, de dag waarop president John F. Kennedy werd vermoord in Dallas. Op die dag stierf ook de schrijver Aldous Huxley. De christelijke schrijver Peter Kreeft heeft een boek geschreven, Between heaven and hell, over de hypothetische ontmoeting tussen deze drie beroemdheden na hun dood in een soort hiernamaals. Hierbij bediscussiëren zij de persoon van Christus. C. S. Lewis werd begraven op het kerkhof van de Holy Trinity Church in zijn woonplaats Headington, bij Oxford.


3. Nederlands Dagblad
door Willem Bouwman

Een van de mooie bijkomstigheden van de honderdste geboortedag van C.S. Lewis is de verschijning van Verrast door vreugde. Het is de Nederlandse vertaling van Lewis' autobiografisch getinte werk Surprised by Joy uit 1955. Lewis' overgang van atheïsme naar het godsgeloof en van het godsgeloof naar het christendom neemt een belangrijke plaats in.Voor kerkgangers enigszins ontluisterend is de rol die de kerkgang hierin heeft gespeeld. Geen enkele. Kerkgang gaf Lewis even veel vreugde als de gang naar de beren in de dierentuin. Het was 'tijdverslindend gedoe'. ,,Het klokgelui, de drommen mensen, de paraplu's, de mededelingen, de drukte, het voortdurende geregel en georganiseer. (...) Van geen muziekinstrument houd ik minder dan van het orgel. Ook heb ik een soort geestelijke onhandigheid waardoor ik ongeschikt ben voor deelname aan rituelen.''

Het verhaal van Lewis' bekering is niet alleen hierdoor opvallend. De toon is rustig. Eigen emoties worden zorgvuldig te berde gebracht en kalm geanalyseerd. De stijl is verzorgd en afgewogen. Dat maakt de bekering des te indrukwekkender. Ze gebeurde in het zomertrimester van 1929, in Lewis' werkkamer in Magdalen College.

De mooiste aanbeveling om dit boek te lezen geeft vertaler Arend Smilde in een nawoord. ,,Lewis schrijft beter dan bijna iedereen die over hem schrijft; en een levensverhaal in de ik-vorm is nooit helemaal vervangbaar door wat anderen ervan vertellen.''
 



2. Verrast door Vreugde
Hoe mijn leven begon.
C.S. Lewis
(vertaling van Arend Smilde).
Uitg. Van Wijnen Franeker, 1998; 224 blz.

Reformatorisch Dagblad
door dr. E. MacKay - 9 november 1998

Megafoon van God in moderne tijd

Apologie van Zijn liefde
Het christelijke denken is denken terwijl men op weg is - reflectieve pelgrimage. Juist omdat het christelijke denken reflectieve pelgrimage is, zijn theologische werken die werkelijk hout snijden niet alleen onderweg geschreven of geschetst, maar zijn zij in hun aard ook reisverslagen. Daarvan legt ook Lewis' autobiografie "Verrast door vreugde" getuigenis af.

Wie Paulus' brieven leest, leest scheepsjournalen. Wie de "Belijdenissen" van Augustinus ter hand neemt, leest de autobiografie van de pelgrim. Theologie, echte theologie is biografie, biografie van God die met de mens onderweg is. In de verzameling reisverslagen die mijn bibliotheek is, bevindt zich ook een itinerarium van Clive Staples Lewis, reiziger wiens reisbegin wij nu gedenken (29 november 1898) en volgen tot zijn laatste halteplaats in de tijd (22 november 1963). Het is "Surprised by Joy" ("Verrast door Vreugde") uit 1955. Het beschrijft Lewis' levensweg van het atheïsme tot de ontmoeting met God. De vreugde die de atheïst Lewis verraste is het gelukzalig schouwen van God en van Gods "wijselose liefde".

Eenmaal verrast door de vreugde van de liefde Gods, voelt Lewis zich geroepen om van deze ontmoeting verantwoording af te leggen voor zowel gelovigen als atheïsten. Lewis' levensweg en ontmoeting met God vormen in dit apologetisch spreken het hart. De apologie van zijn leven is een apologetiek van Zijn liefde. In dit licht is Lewis' apologetiek in tweeledige zin te zien als een biografische apologetiek. Zij omvat de biografie van Lewis' levensweg tot Gods vreugde én zij omvat de biografie van Gods liefde. Beide elementen tezamen belichten de contouren van Lewis' apologetiek.

Kruispunten
"Surprised by Joy" lijkt op de "Belijdenissen" van Augustinus. In beide boeken vormen ontmoetingen de kruispunten van de levensweg. Reeds in zijn kindertijd in het Ierse Belfast heeft Lewis een hoge ontvankelijkheid voor de ontmoeting. Tijdens zijn kostschooljaren ontmoet hij de muziek van Wagner, waarin het noorderlijke en Keltische mythische landschap het paradijsverlangen in hem wakker schudden. Volstrekt gescheiden van dit poëtische landschap ontmoet hij in de figuur van zijn inspirerende leraar, William T. Kirkpatrick, het dorre land van de niets ontziende en streng logisch-analytische zoektocht naar de waarheid. Deze zoektocht had Kirkpatrick -spiegelbeeld van Lewis- van presbyterianisme tot atheïsme gebracht.

Net als Augustinus ontmoet Lewis steeds als hij in het woud dreigt te verdwalen een boek. Vooral het toevallig op een stationnetje gekochte "Phantastes" van de Schotse dominee en schrijver George MacDonald is voor hem zo'n bepalende ontmoeting. De symbolische en mythologische wereld wordt in dit boek verbonden met het christelijk geloof.

Na de Eerste Wereldoorlog kan hij in zijn denkweg niet anders dan uitgaan van een volstrekt duistere kosmische werkelijkheid, waar God, als Hij bestaat, volledig buiten staat. In zijn gedicht "Spirits in Bondage" (1919) ziet hij de enige vonk van licht te midden van de duisternis slechts in een louter geestelijke binnenwereld oplichten. Welk een parallel met Augustinus' ontdekking van het manicheïsme en de hoogst ernstige dualiteit van goed en kwaad!

In zijn speurtocht door dit landschap naar "de bloeiende rozentuin" ontmoet hij dan de grote rooms-katholieke denker en geleerde J. R. R. Tolkien, schrijver van "In de ban van de ring". Het wordt een ontmoeting tot vriendschap. Op 19 september 1931 heeft Lewis met Tolkien en Hugo Dyson een gesprek waarin Tolkien verwoordt dat het mythische verlangen in klassiek-theologische zin moet worden verstaan als een vorm van het natuurlijk Godsverlangen. De christelijke 'mythe' (in zuiver positieve zin verstaan) is in dit licht de weg van God waarin door het leven en sterven heen de menselijke ziel getransformeerd wordt tot hoger heerlijkheid. Hier verbinden het landschap van de klassieke theologie en het mythologische landschap - zuidelijkheid en noordelijkheid - zich met elkaar. De ontmoeting met Tolkien heeft in dit licht iets van een beslissende herhaling van de ontmoeting met de boeken van George MacDonald.

Deze ontmoeting brengt Lewis op een keerpunt. Hij ontmoet hier ten laatste God Zelf en hij ontdekt dat het object van de Vreugde niet allereerst de rozentuin is, maar de Tuinman die haar schepper is. Sindsdien is Lewis' spreken en schrijven een verwoording van deze ontmoeting met God en de liefde van God. Zijn grote intuïtieve, mythologische inzicht brengt hij sinds 1931 tot synthese met zijn scherpe en analytische intellectuele vermogens. Bovenal lardeert hij beide met een begenadigd gevoel voor humor.

Allegorie van de Liefde
Lewis' apologie kenmerkt zich als een uitwerking van de overtuiging dat het christelijk geloof in strikte zin weliswaar niet bewijsbaar is, maar wel een grote mate van redelijkheid en consistentie heeft. De kern van het christelijke verstaan van de werkelijkheid vanuit God is de "agapè", de liefde van God. Die liefde verbindt in feite het analytische of theologische met het intuïtieve of mythologische aspect binnen Lewis' apologetiek. Men treft geen strak systeem aan maar eerder een tussenvorm tussen mythe en vertoog: iets wat lijkt op de allegorie van de grot die door Plato is verwoord. Bij Lewis zou men, met behulp van de titel van een genoemde studie van hem, kunnen spreken van een apologetiek als allegorie van de liefde. Die allegorie zou men als volgt kunnen schetsen.

Er was een Tuinman die een tuin wilde scheppen. Voor Hij tot scheppen overging overwoog Hij wat de best mogelijke tuin zou zijn. Een tuin waarin alles gedetermineerd was en waarin perfecte kunstplanten stonden die elke kant op gingen staan die Hij wilde, was het minst riskant. Daar kon niets misgaan. Daar zou alles ook altijd hetzelfde blijven. Nu droeg de Tuinman het stempel van de liefde. Hij wilde lief kunnen hebben en Hij wilde bemind kunnen worden. Aangezien genetisch gedetermineerde of plastic planten beminnen geen beminnen is, zag Hij van dit eerste ontwerp af. Hij bedacht welk alternatief er was en Hij zag er in feite maar één, dat met Zijn aard overeen kwam. Die aard werd bepaald door liefde. Liefde vraagt om vrijheid van de wil tot beminnen of tot niet beminnen. Liefde vraagt om groei en om ontvouwing. Verandering impliceert echter ook de mogelijkheid tot verkeerde verandering. Het is niet noodzakelijk maar wel mogelijk dat het fout kan gaan. Dat is het risico dat inherent is aan dit ontwerp. De Tuinman besloot om toch dit risico te nemen. Liefhebben is riskant.

Riskante mogelijkheid
De Tuinman schiep voorts deze tuin. In het midden plaatste Hij twee bomen. De ene symboliseerde die riskante keuzemogelijkheid tot het niet of wel beminnen, die andere symboliseerde het uiteindelijke doel dat Hij in beide keuzegevallen met de tuin had. Nadat Hij de eenvoudigere levensvormen had geschapen, schiep Hij uit deze vormen de mens als bezield wezen. En toen ging het mis met de tuin. De mensheid verlaagde zich tot het vroegere niveau van het dierlijke. Zij sleurde de dieren en heel de natuur met zich mee in haar val.

De Tuinman kon evenwel vanuit Zijn liefde niet anders doen dan voortbouwen vanuit het uiteindelijke doel. De verwilderde tuin noemde Hij, onder verwijzing naar de "Brieven" van Keats, "De Vallei van het maken van zielen". Om de zielen in deze Vallei te 'maken' was echter oneindig veel meer nodig dan in een tuin waarin de mensen God bemind zouden hebben. Hij moest van onderop opnieuw beginnen om de tuin te modelleren en om de mensen weer hun menselijke gezicht terug te geven. "Ik zal niet rusten, tot ze weer een gelaat hebben waarin Ik hen als dragers van Mijn beeld weer ontmoeten kan en zij Mij beminnen", dacht de Tuinman bij zichzelf. De weg door de vallei loopt weliswaar via de boom der kennis maar zij komt uiteindelijk toch uit bij de boom des levens. Dat is in ieder geval beter dan de tuin radicaal vernietigen.

In plaats van met geweld de tuin te vernietigen perkte Hij zijn almacht in en ging overeenkomstig Zijn liefde Zelf door de tuin, tot aan het groene hout van de boom des levens, tot herstel en voortgaande herschepping van de tuin en tot bloeiende volgroeiing en ontvouwing - een weg die niet dan door het sterven van het zaad in de aarde tot werkelijke voltooiing kon komen. De weg van lijden en pijn was inherent aan een tuin waarin het kwade woonde. Tevens was zij een middel tot groei. Ook in een goed gebleven tuin zou de pijn er, maar in andere en lichtere vorm, geweest zijn. Verandering en groei gaan nu eenmaal gepaard met pijn - en verandering en groei tot hoger heerlijkheid is wat de Tuinman in alle gevallen wil. "Voorbij de moeite, angst en pijn zal er een tuin van sterren zijn". Maar in een vallei waarin het kwade woont, zijn pijn en lijden óók als pedagogie bedoeld, aansporing tot groei: In de aanvankelijke tuin was fluisteren voldoende aansporing tot groeien; in de "Vallei" had Hij hiertoe een megafoon nodig. En Hij ploegde voort tot de schemering inviel over het land.

Nieuwe ontmoeting
De kern van Lewis' apologetiek is het riskante karakter van de liefde, die Gods motief is om te scheppen en te herscheppen. Tussen schepping en herschepping ligt de levensweg, de biografie van ieder mens. Lewis' biografie is in dit licht deel van de biografie van Zijn liefde geworden. Sindsdien is Lewis zelf weer een moment van ontmoeting voor anderen. Op zijn unieke wijze is deze noordelijke Augustinus een van "Gods megafonen" in de moderne tijd geworden. Het is voorstelbaar -en het is ook feitelijk vaststelbaar gebeurd- dat in een twintigste-eeuwse tuin in een hedendaags Cassiciacum een moderne zoeker terneerzit, en een stem ontmoet die vanachter een tuinmuur iets roept wat zij niet bedoelt maar wat God wel bedoelt: "Tolle lege, tolle lege". Neem en lees!
 



1. Verrast door vreugde, door C.S. Lewis (Van Wijnen)

Zwolse Courant,
17 april 1999
Ds. Jenno Sijtsma

Honderd jaar geleden werd Lewis geboren en 20 november is de Nationale Lewisdag, met een toneelversie van zijn kinderverhalen, een symposium over zijn verdediging van het Christelijk geloof, video's over zijn leven, zijn boeken enz. Een van zijn indrukwekkendste boeken is 'Verrast door vreugde'.
Lewis beschrijft zijn jeugdjaren en zijn overgang van atheïst tot het christelijk geloof. Vooral de laatste 2 hoofdstukken van dit 'autobiografische levensverhaal' boeien enorm. Ook het nawoord van vertaler Arend Smilde vind ik zeer de moeite waard. Wie zich zeer uitvoerig en gedegen in het leven en met name de vele boeken van Lewis wil verdiepen, en de Engelse taal machtig is, wijs ik graag op C.S. Lewis, A companion & guide, door Walter Hooper.
Novapres verzorgt in ons land de distributie ran deze dikke Fount Paperback (940 bladzijden). Ongetwijfeld is dit hét boek dat als naslagwerk over Lewis de geschiedenis ingaat. Het is gedurfd, maar het zou geweldig zijn als er een Nederlandse vertaling kwam.


www.vergadering.nu