Start
Vrouwen profeteren
FAQ
Brochure
Winston
Godet
Praatstuk
Links
Muziek
Opname
Geen opname?
Israel terzijde gesteld?
250 redenen
FAQ - vragen
J.N. Darby
Wedergeboorte
Zoonschap
Eeuwig zoonschap
Genezing
Geneest de zieken
Handoplegging
Heilige Geest
Charismatisch
Verzoening
|
Verzoening
Om te beginnen: 'verzoening' is een complex probleem is. Er is het verschil tussen 'zonde' en 'zonden'. Is de zonde alleen de
zondemacht of ook alle zonde, incl de zonden?
En wat en wanneer gebeurt, of gebeurde, het tijdens de verzoening? We moeten ervan uitgaan dat de Heer Jezus op het kruis(!) de zonden volkomen(!)
verzoend heeft, eens voor altijd (Hebr.10:10,14). Maar natuurlijk is er ook een andere kant, n.l. de zonden nú en de reiniging nú,
en ook de reiniging die pas aan het eind van het vrederijk plaatsvindt, die niets afdoet aan het feit dat de verzoening op
het kruis voor eens en altijd is bewerkt. Daar, op dat moment, is alles volbracht. Dus ook de verzoening van de zonden die we nu nog
zien, en die we zelf doen en nog zullen doen.
Jezus is het Lam dat de zonde der wereld wegneemt en Hij heeft dat op het kruis gedaan. Het kan niet zo zijn, dat je zou kunnen zeggen
dat de Heer niet alle zonden verzoend heeft. Als er zonden overgebleven zouden zijn, die dus niet door zijn bloed bedekt zouden zijn,
dan zou God niet volkomen bevredigd kunnen zijn. Echter, meerdere teksten ondersteunen dat de Heer ALLE zonden gedragen heeft.
Er zijn 2 woorden voor 'verzoening'.
In het Nederlands is er slechts één woord: verzoening.
In andere talen echter zijn er verschillende woorden. In het Engels heet het: a) atonement (boetedoening), en b) reconciliation
(vredesluiting).
Ook in het Grieks zijn het twee totaal verschillende woorden.
Uit betrouwbare bron, uit de voorrede van de 4e druk van de Voorhoeve-vertaling heb ik het volgende onderscheid overgenomen:
a. Verzoening - Gr: hilasmos.
1 Jh.2:2 ; 4:10 zoenoffer, verzoening
Verwant hiermee zijn:
Rm.3:25 genadetroon.
Hb.9:5 verzoendeksel.
Lk.18:13 genadig zijn.
Gods kant: het bloed op het altaar verzoent/bedekt de zonden
b. Verzoening - Gr: katallagè.
Rm.5:11 ; 11:15 ; 2Ko.5 .18,19 verzoening
Verwant hiermee zijn:
Rm.5:10; 1Ko.7:11; 2Ko.5:18-20 verzoenen
Ef.2:16; Ko.1:20,21 verzoenen
De verzoening in de relatie, de veranderde betrekking
Er zijn dus twee geheel verschillende begrippen:
a. hilasmos: DE ZONDE, die voor God BEDEKT moest worden.
b. katallagè: WIJ, de mensen, die met God in een nieuwe BETREKKING gebracht
moesten worden.
De verschillende kernwoorden zijn dus:
hilasmos = bedekking
katallagè = betrekking
Kort gezegd betekent dit dat door Jezus' bloed alle zonden bedekt zijn, maar er moet ook een relatie hersteld worden.
Het eerste is volledig Christus' werk op het kruis. Het tweede is een verandering van vijandschap naar vriendschap, waarvoor geloof en
bekering nodig is.
Wellicht is hiermee een beetje duidelijk gemaakt hoe 'de verzoening' in elkaar zit. Ik ben me ervan bewust dat we hier met de
diepste 'geheimen' van de Schrift bezig zijn en het niet allemaal volledig kunnen doorgronden. Maar er is nog veel meer over te
zeggen. Neem de vele teksten die aantonen dat álle zonde is weggedaan. Daarmee is de vraag verbonden of het wel werkelijk zo is dat
"ieder die wil, kan komen". En daarmee houdt verband de vraag of ook de zonden van de absoluut ongelovigen bedekt zijn
geworden. En dan is er de vraag of de uitverkiezing wel met de verzoening in verband staat.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Daarom volgt hierop een aanvulling.
1. De nadere betekenis van de verschillende woorden voor verzoening.
2. De teksten die de verzoening van alle zonden ondersteunen.
1. De betekenis van "hilasmos" en
"katallagè".
Beide woorden worden vertaald met "verzoening". Hilasmos is verzoening door bedekken, de zonden zijn bedekt. Katallagè is
verzoening doordat iemand in een nieuwe betrekking met God gebracht is. Deze beide zeer verschillende begrippen worden vaak niet goed
onderscheiden. "De zonden zijn bedekt" betekent niet dat "de betrekking is hersteld". Met andere woorden: de
bedekking van de zonden betekent niet automatisch dat de betrekking is hersteld, of dat mensen verlost zijn of worden. Dat gebeurt pas
door geloof in de Heer Jezus.
Verwarring ontstaat doordat de beide begrippen voor "verzoening" door elkaar worden gebruikt, b.v. bij de uitleg van
1Jh.2:2. Zo las ik in een oude 'Bode des heils': "God kan elke zondaar, de hele wereld,
uitnodigen zich met Hem te laten verzoenen." Wat wordt hier bedoeld?
Het gaat hier over de katallagè uit 2Ko.5:18-20 (Laat u met God verzoenen), dat is dus: de betrekking herstellen. Dat is inderdaad
voor de hele wereld beschikbaar. De tekst 1Jh.2:2 zegt dat Christus verzoening (hilasmos) voor de hele wereld ís; dat is: bedekking.
Dus op grond van déze verzoening (hilasmos), dat is de bedékking van de zonden voor God, kan Hij elke zondaar uitnodigen zich met
Hem te laten verzoenen (katallagè), dat is: de betrekking herstellen).
Dus: alle zonden zijn verzoend (bedekt = hilasmos); slechts zij, of liever gezegd: allen, die in Jezus Christus geloven, worden
daadwerkelijk met God verzoend (in een herstelde relatie gebracht = betrekking = katallagè).
Helaas komt het nogal eens voor dat bij 1Jh.2:2, waar staat 'hilasmos' de uitleg van katallagè gegeven wordt.
2. Meerdere teksten ondersteunen de verzoening van ALLE
zonden:
1Jh.2:2 - Hij is verzoening, hilasmos, bedekking, voor onze zonden, maar niet voor onze [zonden] alleen (dus ook voor andermans
zonden!), n.l. ook voor [de zonden] van (NB: 2e naamval) de hele wereld. (De wereld is bij Johannes: de zondige van God afgekeerde
ménsenwereld, (Jh.3:16), zoals b.v. ook JND bij deze tekst schrijft: "niemand uitgesloten" (Syn. blz. 317).
De zin "niet voor onze [zonden] alleen" houdt al duidelijk in dat er meer
zonden bedekt zijn. Extra wordt er nog aan toegevoegd wélke zonden: der
gehele wereld. De 2e naamval noodzaakt om "zonden" tussen haakjes in te voegen, dus: "ook voor [de zonden] van de hele
wereld (= St. Vert). In de uitleg van deze tekst wordt helaas vaak nog wel een bepérking in de verzoening aangebracht, terwijl
de tekst van 1Jh.2:2 juist geen enkele beperking maakt!
1Jh.3:5 - Hier moet volgens de gebruikelijk gevolgde handschriften in de
Voorhoeve-vertaling gelezen worden: "opdat Hij DE zonden zou wegnemen". Er is geen reden om in dit geval niet de
gebruikelijke handschriften te volgen, of het zou, wat nu gebeurt, "onze uitleg" moeten zijn. Waarschijnlijk is de wijziging
in de grondtekst (onze i.p.v. dé zonden) aangebracht door een overschrijver die ook meende dat de Heer Jezus de zonden van de
ongelovigen niet gedragen zou hebben. De voetnoot (in de 4e druk) zal wel de juiste lezing zijn.
Hb.9:26 - Hij heeft DE ZONDE tenietgedaan. N.B.: dé zonde, niet meer en niet minder.
Jh.1:29 - Het Lam Gods dat DE ZONDE der wereld wegneemt. Als de Schrift dit zegt, dé zonde, dan heeft Hij het gedaan ook! Op
het kruis heeft Hij dit verzoeningswerk volmaakt volbracht, voor eens en altijd (Hb.10:10, 14). (Tussen haakjes: de reiniging van
onze dagelijkse zonden en de toekomstige reiniging van de schepping zijn de praktische gevolgen van de op het kruis reeds volmaakt
volbrachte verzoening.)
1Pt.2:22-24; 2Ko.5:21 - ...ónze zonden gedragen... voor ons. Uit teksten die gaan over ónze zonden kan niet, en mag niet
geconcludeerd worden dat de zonden van anderen dús níet zijn gedragen. Het gaat hier in de tekst immers niet over hen, de
ongelovigen, of over de zonden van ongelovigen.
Mt.13:44 - Hij koopt de akker = de wereld = alle zondaren.
2Pt.2:1 - Hij heeft hén gekocht... n.l. alle mensen. De Heer Jezus heeft de dure prijs van zijn bloed voor allen betaald!
Dus ook voor de valse leraren die een verderf over zichzelf zullen brengen.
Teksten die aantonen dat werkelijk IEDER kan komen:
Jh.3:16,17 - opdat IEDER die gelooft ... opdat de wereld (de boze
ménsenwereld) door Hem behouden zou worden.
Rm.5:18 - door één gerechtigheid tot ALLE mensen.
1Tm.2:3-6 - God wil dat ALLE mensen behouden worden... Christus heeft zichzelf gegeven tot een losprijs voor ALLEN.
Tt.2:11 - de genade van God die voor ALLE mensen heil aanbrengt.
2Pt.3:9 - de Heer wil niet dat iemand verloren gaat, maar dat ALLEN tot
bekering komen.
Kan werkelijk IEDER komen?
De vraag is nu: Is dit waar? Wil God dit werkelijk? Of heeft de Heer Jezus
toch voor velen de zonden níet gedragen? Het bloed van Christus is de grond voor Gods aanbod. Maar hoe? Hoe is zijn bloed de
grondslag als het niet al hun zonden heeft bedekt? Want dat houdt dan tevens in dat niet ieder kan komen, want Christus heeft dan hun
zonden níet bedekt. Terecht zouden ze later kunnen zeggen: "Here God, ik had het toch wel goed gedacht, want nu blijkt: Christus
heeft mijn zonden niet gedragen. De kans was mij dus bij voorbaat al ontnomen. Ik kon zelfs niet eens komen; al had ik gewild, al was
ik gekomen, dan was gebleken dat het niet kon!"
Natuurlijk is deze voorstelling onjuist, want werkelijk iedereen kan komen,
want de grondslag is wel degelijk gelegd, en dat is: Zijn bloed bedekt de
zonden! Alle zonden! Zo groot was het werk van de Heer Jezus: Hij droeg niet alleen de vele zonden van alle gelovigen, maar ook al die
vele zonden van alle ongelovigen. Een verschrikkelijk zware last moest Hij dragen en een verschrikkelijk oordeel moest Hij ondergaan.
Veel meer heeft Hij gedaan dan 'slechts' de zonden van de gelovigen dragen. Wij beperken zijn werk door hierbij alleen aan onszelf te
denken. Voor iedere zondaar is er de mogelijkheid om te komen, want het werk van Christus is voor iedere zondaar volbracht. Rm.5:18
zegt: ...tot alle mensen; en door persoonlijk geloof wordt deze verzoening (de bedekking!) persoonlijk bezit (dit is in Rm5:19 de
velen) en wordt de mens verzoend met God (= de relatie hersteld).
Ook ten opzichte van God was het nodig dat Jezus' bloed alle zonden zou
bedekken. Want alles wat Hem onteerde en zijn majesteit aantastte moest weggedaan worden. Op het kruis heeft Hij dat eens voor altijd
volkomen gedaan! Maar dan geldt ook des te meer: Wee degene die zulk een liefde en zulk een volkomen verzoeningswerk afwijst.
Nog enkele overwegingen
Deze uiteenzetting is behoorlijk mathematisch, maar soms is dat nodig om alle kanten die er aan zitten op een rij te krijgen. Toch
zijn er 'losse eindjes', nieuwe vragen, zoals het idee dat alverzoening bij deze uitleg zou passen.
M.i. is duidelijk aangegeven dat er in deze uitleg absoluut geen plaats is voor alverzoening. Tenzij men een redenering opzet,
bijvoorbeeld dat een straf die eenmaal plaatsvervangend gedragen is, niet nogmaals bestraft kan worden. Dat klinkt logisch, maar dat
is het niet omdat God heel simpel een voorwaarde heeft vastgesteld waaraan je moet voldoen om het effect van de verzoening (de
bedekking) te ontvangen en dat is de verzoening in de zin van: de betrekking herstellen, dus: geloven.
Nog een aanvulling hierbij: In het Romeinse recht is het onmogelijk dat een straf twee
keer gedragen wordt. Dat is dus in overeenstemming met ons menselijk denken. Maar laten we ook bedenken dat in dat recht 'geloven'
geen plaats heeft. In onze rechtszalen is geen sprake van een mogelijkheid van een plaatsvervanger of een voorwaarde van geloof. De
vergelijking met aardse gebeurtenissen gaat dus mank. God heeft zijn eigen regels en hoeft het Romeinse recht niet te volgen. Dus
moeten wij dat Romeinse denken ook niet in Bijbelse zaken invoeren.
Ook het idee van het deels 'onnodige' lijden is een menselijke beoordeling, want het was niet onnodig, maar nodig dat Christus
zich moest offeren i.v.m. de eer van God. Om die reden moesten ALLE zonden uitgeboet worden. Het zou toch helemaal niet te begrijpen
zijn als de Heer in het jaar 33 een onnoemelijke hoeveelheid zonden niet gedragen zou hebben. Want dat zou inhouden dat die zonden
niet verzoend (bedekt) zijn. Het vervolg van deze redenering zal duidelijk zijn.
Dus deze beide argumenten zijn van die 'losse eindjes' waar men wel makkelijk een
redenering aan vast kan knopen, maar die bij nader inzien niet voldoet aan andere Bijbelse gegevens. Het komt er dus op aan
om alle uitvluchtjes die wij mensen zo makkelijk kunnen maken eerlijk onder ogen te zien en in Gods licht te plaatsen,
d.w.z. zorgen dat we daarmee niet in conflict te komen met andere uitspraken in Gods woord.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Een illustratie
In een boekje van Aren van
Waarde, "Een-verzoening-voor-onze-zonden..."
(pag.24-38), wordt het woord 'hilasmos' uitgelegd, maar op de bekende verwarrende manier. Tussen het steeds terugkerende woord
'hilasmos' voor 'verzoening' door, vinden we voortdurend de uitleg van het totaal andere woord 'katallage' uitgelegd. En zo blijkt
voor de oplettende lezer steeds meer de chaos waarin het betoog van deze auteur verzinkt.
Zo tracht Van Waarde te komen tot de uitleg dat het algemene feit dat alle zonden bedekt zijn, ook zou betekenen dat alle verzoening
in de relatie reeds voor elkaar is. Hij noemt 'geloof' zelfs niet meer!! Duidelijk wordt dat geloof is deze 'alverzoeningsvisie' geen
voorwaarde voor de verzoende en herstelde relatie met God is. Omdat door één offer alles volbracht is, wordt door de alverzoeners
het geloof, namelijk het geloof om dit werk te aanvaarden, buiten werking gezet.
Al die andere teksten zijn bedoeld zijn om aan gelovigen en ongelovigen uit te leggen hoe groot Christus' werk is geweest, zodat zij
in geloof zouden leven. Maar dat geloof wel nodig is, is op onverklaarbare wijze geheel buiten hun blikveld geraakt.
Een rake opmerking wordt gemaakt als op een gegeven moment wordt gesteld dat hilasmos niet met verzoening vertaald had mogen worden,
omdat verzoenen een herstel van een relatie is. Precies, maar leg dan ook niet de betekenis van die relatie-herstel-verzoening, waar
immers geloof bij hoort, op de bedekking van alle zonden!
Ondanks dus de goede uitleggingen over de woorden 'hilasmos', en (het hebreeuwse) 'kaphar' als bedekking (of pek-afdichting), en de
volkomen reiniging en wegneming van de zonden, volgt er helaas steeds een draai naar de uitleg van andere woorden, die echter een
andere betekenis hebben. Al díe zaken zijn óók het bezit van de gelovige, maar (nog) niet van de ongelovige.
Meer over alverzoening: www.dossiers.tk/alverzoening.htm
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Nog een illustratie
Ook Willem J. Ouweneel betrekt de totaal verschillende woorden niet
in zijn verzoeningsleer. Zie
dit CIP-artikel...
Het betoog van Ouweneel is in feite een variatie op de predestinatieleer, want
ook hij zegt: Jezus heeft niet de zonden gedragen/uitgeboet/verzoend/bedekt van hen die niet geloven.
Dan moet de conclusie zijn: als dat 2000 jaar geleden niet gebeurd is, kan het ook niet meer.
Ook mist in het betoog van Ouweneel het feit dat zonden wel verzoend (in
de betekenis van 'bedekt') kunnen zijn, maar dat de verzoening (in de zin van
'betrekking') niet heeft plaatsgevonden, d.w.z.: de betrekking is niet hersteld. Dus de basis is gelegd, maar de relatie is afgewezen.
Het grote punt dat gemist wordt, is dat er twee woorden met twee geheel verschillende betekenissen
zijn voor het Nederlandse woord 'verzoening'.
Verder wil Ouweneel blijkbaar zeggen met zijn aanhaling van 2Kor.5:10, dat de zonden van de gelovigen niet zijn uitgeboet/weggedaan, want die komen weer ter sprake. Bij de ongelovigen is deze tekst
namelijk Ouweneels argument dat hun zonden niet uitgeboet/gedragen zijn, want
daarom kunnen zij erop worden beoordeeld.
Ouweneel stelt tenslotte dat het offer van Christus "voldoende" is, maar de vraag waarom, of de vraag waarop dit gebaseerd is, blijft onbeantwoord.
|